Vaguebond - The Movie

 Marketing, het is een vak apart. Wanneer we op kantoor de beelden bekijken van de instructiefilmpjes waarin enkele collega’s met de daver op hun lijf het gebruik van een AIS uitleggen voor een blauwe muur met logo, kijken we allebei meewarig naar elkaar. Komaan, dit is 2017! Mijn trainershart bloedt bij het zien van deze beelden.

Hier wordt een fantastisch product gemaakt en eentje dat je perfect bevattelijk, instructief en overduidelijk kan demonstreren! Best vanaf een boot, met live actie en het product in de praktijk.


Het duurt dan ook niet lang voor het marketingteam en een cameraploeg ’s avonds op Vaguebond binnenvallen met een karrenvracht aan materiaal voor een eerste opnamesessie van het scenario ‘Anchorwatch’.

Ik probeer wat Belgische verwijzingen het beeld in te sluizen en ook Balthazar, Piep, Wiki en Wolleke krijgen subtiel hun ‘minute of faim’. Ivan trekt zijn beste slaapoutfit aan die ook voor de jongere kijkers door de beugel kan en speelt de argeloze schipper die midden in de nacht uit zijn bed getoet, gepiept of gebibberd wordt door afwisselend de AIS-unit, smartphone en smartwatch. Als een volleerde hollywoodster springt hij uit bed en haast zich naar buiten om het dreggende anker op te halen en Vaguebond te redden.

Mensen achter de schermen mogen niet in beeld komen !!!


Een paar dagen later scheept een nieuw team in op Vaguebond om zonder twijfel de meest hilarische werkdag ooit mee te maken. Betaald worden om een hele dag te gaan zeilen in stralend weer en met je eigen boot en man als filmsterren, wat hebben wij een leven!

Mylon, onze (wel erg knappe) cameraman doet mijn hart een paar slagen sneller slaan wanneer hij vertelt dat hij zijn drone meegebracht heeft. Gaan we straks onze Vaguebond echt vanuit de lucht zien zeilen? Dat is ‘sooooooo cool’! (Ok, vergeet even het feit dat wij drones degoutant vinden wanneer ze over een stille paradijselijke ankerplek zoeven en filmen wat er op ons bord ligt en in ons glas zit!)

We kunnen het niet beter treffen, de hele dag schijnt de zon genadeloos, met een paar wolken op de achtergrond die de dramatiek van de beelden alleen maar versterken, een spiegelgladde zee die mooie weerkaatsingen geeft, een volle koelkast en een team dat er enorm veel zin in heeft, je zou voor minder.

We simuleren aanvaringskoersen, droppen ankers en gooien mannen in het water tot we alle situaties op het AIS-scherm, de telefoon en het horloge hebben kunnen filmen. Terwijl de mannen zorgen dat Ivan’s haar goed genoeg ligt, de kleur van zijn ogen mooi uitkomt bij het gesimuleerde alarm en Cyrus echt realistisch overboord valt, hou ik me bezig met de boot op koers en de zeilen vol te houden.

De meeste takes moeten maar één keer gedaan worden, onze acteurs zijn rasechte toptalenten, met Ivan op kop. Boekingen zijn mogelijk via zijn manager en bookingagent, ik.

Het MOB*-manoeuvre is voor ons allemaal het meest hilarische en wordt vanuit vier camerapunten gefilmd. Het beangstigende is de snelheid waarmee het fluogele stipje dat Cyrus is uit het zicht verdwijnt. Er staat nauwelijks wind, nauwelijks golfslag en we zijn met twee mensen totaal op ons gemak en bedacht op wat zo dadelijk staat te gebeuren. In realiteit zou dit een totaal andere situatie zijn, de tweede man/vrouw zou waarschijnlijk benedendeks zijn en de andere niet eens zien vallen. Hem/haar ‘niet uit het oog verliezen’ (zoals de theorie voorschrijft als zijnde het allerbelangrijkste om een drenkeling terug te vinden) is daarbij al totaal onmogelijk. Daarenboven zou de boot veel sneller varen dan nu, er zouden golven zijn en 50% kans dat het ’s nachts gebeurt. Als de man/vrouw aan boord de andere niet heeft zien vallen kan hij/zij ook geen MOB alarm activeren…

Zelfs als je het ongeluk zag gebeuren moet je als enige aan boord nog steeds je drenkeling in het oog houden en tegelijk de boot vertragen, draaien, de zeilen lossen en zorgen dat je zelf niet overboord geslagen wordt door flapperende touwen. Tel daarbij nog eens de paniek en de angst om je grote liefde die je dreigt kwijt te geraken. Eerlijk? Ik zie zo’n situatie nooit goedkomen als je maar met zijn tweetjes bent en ik ben er doodsbang voor.

(Bekijk hieronder de 'making of')

We nemen altijd alle mogelijke voorzorgsmaatregelen : ’s nachts en wanneer je overdag alleen aan dek zit of uit de kuip moet, altijd met reddingsvest, altijd aangelijnd. Maar zelfs op een kalme dag kunnen ongelukken gebeuren, het hoeft niet eens hard te waaien, er zijn geen grote golven voor nodig. De ervaring van vandaag heeft mij helemaal overtuigd, er komen PLB’s** op onze reddingsvesten! 

En ik wil een smartwatch, die app is geweldig!

Gelukkig hebben wij vandaag ook Dingel meegenomen en haalt Tom Cyrus uit het water, natuurlijk pas nadat alle nodige beelden geschoten werden, inclusief de (allesovertreffende, prachtige) dronebeelden. Onze oude reddingsvest met een cartridge geproduceerd in 2004, deed het nog en hield Cyrus drijvende, zijn wetsuit hield hem warm en na het zware werk kon de hele crew genieten van de gevulde koelkast.

Wij willen nog zo’n werkdagen!


Geniet hier mee van het eindresultaat :

En voor meer technische informatie over AIS en de fantastische DeckWatch app : https://www2.vespermarine.com/deckwatch


 *MOB : Man Over Boord

 

**PLB : Personal Location Beacon – een klein toestel dat je op je reddingsvest bevestigt en je positie weergeeft op de AIS, zo weet je altijd perfect waar je drenkeling zich bevindt, ongeacht slechte zichtbaarheid, hoge golven, impact van wind en stroming.


MEER LEZEN ?



De context gekaderd

Al weken is het een drukte van jewelste in mijn hoofd. Verschillende stemmetjes proberen het hoogst van de toren te blazen. Ze jubelen, ratelen en razen, zeuren en klagen. Ze stil krijgen is moeilijker dan ik dacht. Zware beslissingen hebben zware gevolgen, sommigen daarvan hebben we heel bewust ingecalculeerd, anderen iets minder. Van sommigen wisten we niet eens dat ze inbegrepen waren. En die stemmetjes worden het maar niet eens.

Feit 1 : Ivan en ik hebben twee jaar, 7/7, 24/24 onafgebroken als de grootste gelukzakken samengeleefd op een oppervlakte niet groter dan een tuinhuis. En het zijn zonder twijfel de twee mooiste jaren uit ons leven (samen) geweest.

Feit 2 : We kregen hier een fantastische kans aangeboden en hebben die met beide handen aangenomen.

Feit 3 : Ons plan is nog niet rond, we zijn halfweg en willen absoluut terugkeren naar het meest fantastische leven zoals we dat de voorbije jaren gekend hebben (zie feit 1).

Gevolg : Om ‘feit 3’ te kunnen verwezenlijken en ‘feit 1’ in een permanente staat te kunnen doorbrengen, hebben we ‘feit 2’ hard nodig.

Onze reis rond de wereld was begroot op 4 à 5 jaar, daarna moeten we sowieso weer aan het werk. Om ‘feit 1’ op meer permanente basis vol te houden moet er dus meer geld in het laatje komen, waar ‘feit 2’ in werking schiet.

En zo vertrekt Ivan elke morgen met zijn ‘carnichère’ met boterhammekes naar zijn werk. Na amper 20 minuutjes wandelen komt hij rond 9.00 als eerste of tweede aan op kantoor, de New Zealand way.

Van zodra Ivan vertrekt begint ook mijn dag. Maar ik ben voor het eerst in jaren helemaal alleen. De ene dag gaat me dat beter af dan de andere. Ik ben er ondertussen al achter dat een leven als huisvrouw niets voor mij is. De dagelijkse sleur van winkelen, koken en kuisen kan mij maar weinig bekoren, veel voldoening haal ik niet uit een propere keuken of een geslaagd Meuzeke (nvdr : Jeroen Meus is Belgische (tv-)kok).

’s Morgens parkeer ik mij met de thermos thee en mijn laptop in het zonnetje in de kuip, zicht op de haven. Na het overlopen van honderden vacatures, cv’s aanpassen en lollige brieven schrijven (ook wel eens solliciteren genoemd), lijk ik steevast hetzelfde antwoord te krijgen : Ervaring genoeg, mooi cv, breed inzetbaar maar … geen ervaring op de Nieuw-Zeelandse werkvloer. Via via krijg ik meer persoonlijke emailadressen en verwijzingen naar mensen die me kunnen helpen. Er zal wel iets uit de bus komen, het is alleen een frustrerende bezigheid.

Gelukkig telt een dag twee delen en ligt de hele namiddag open voor leukere bezigheden. De dichtstbijzijnde supermarkt ligt op een half uur wandelen van de boot, met een ommetje door de stad of langs de waterkant met een stopje bij mijn favoriete koffiebar wordt die wandeling al snel een paar uur lang. Als ik geluk hebt, stopt een van de mannen van de marina op weg naar huis en dropt mij, en mijn boodschappen, voor onze ponton af. Twee keer per week ga ik een uurtje zwemmen, weer gecombineerd met een lange wandeling naar het zwembad, het is wachten op iets warmere temperaturen en dan gaan de zwemuurtjes gewoon in zee door. Elke avond doen we een havenwandeling, nog even de stad in, een filmpje meepikken of we nemen de slowcooker mee in de auto en eten ons avondeten op een van de honderden strandjes op minder dan een half uurtje rijden. Het leven hier heeft veel mooie kanten.

Op vrijdagmiddag straal ik harder dan alle regenbogen in Auckland (en dat zijn er massaal veel, vaak dubbele), ik mag sinds kort de Rum Races meezeilen op een van de racebootjes van de club. Binnen enkele weken beginnen de Wednesday Women Series en tijdens het zomerseizoen worden er bijna dagelijks wedstrijden gevaren. Zonder twijfel een van de mooiste kanten van leven in Auckland, City of Sails!

 

De weekends zijn helemaal top, als er geen wedstrijd is gaan we dikwijls met Vaguebond op stap, dit weekend zijn we voor het eerst in maanden nog eens gaan duiken, zalig! Overal rondom ons liggen natuurdomeinen en stranden dus aan wandelingen ook geen gebrek.

Mogen en kunnen leven en werken in het buitenland is een buitengewone kans maar het blijkt lastiger dan we dachten om onze reisplannen eventjes op te bergen en terug in te stappen in het dagelijks ritme van werken in een totaal nieuw land waar we niemand kennen. Sommige gevolgen leer je pas kennen na de weloverwogen beslissing.

We kennen de theorie en weten dat het allemaal deel uitmaakt van het ‘integreren’, met hoge toppen en diepe dalen. We weten ook dat integreren een proces is en het een tijdje duurt voor je je helemaal thuis voelt. En we weten net zo goed dat we, als we echt willen, volgend jaar gewoon weer verder kunnen, die andere helft van de wereld ligt nog altijd op ons te wachten. Momenteel weten we gewoon niet wat we echt willen.

Sinds enkele weken hebben we allebei een iets afwijkende visie op ons nieuwe leven :

Ivan MOET weer elke dag gaan werken en dat ligt wat lastig, hij is nooit sterk geweest in ‘moeten’. Ook al weet hij dat we sowieso ergens weer aan de slag -wel ja- moeten, en dat er daarvoor geen betere plek denkbaar is dan Nieuw-Zeeland, de aanpassing naar het “gewone werkleven” is toch een serieuze uitdaging.

Ik, aan de andere kant, ben jaloers dat hij elke dag MAG gaan werken. Kwestie van perspectief zeker?

Van een ding zijn we zeker : we willen dit voor geen geld missen! Alles is nieuw, en het is duidelijk dat we nog veel te leren hebben. We zijn aan dit avontuur begonnen zonder handleiding en ontdekken nu alle facetten van ons nieuw leven. Er zijn geen twee kanten aan dit verhaal, er zijn er honderden en we willen ze allemaal leren kennen!

Wacht maar, straks schrijf ik een hele handleiding over leven in Auckland!


LEES OOK



Auckland, lady in red

Al twee dagen kleurt Auckland rood. Nee, geen stakers of betogers getooid in rode vuilniszakken maar wel rode t-shirts, polo’s, sweatshirts, fleecen, jassen, petjes en sjaals. Onder de rode bovenkledij zien we op regelmatige basis groen geruite broeken en kilts opdagen. De Ierse pubs zitten van ’s morgens tot ’s avonds vol met zingende en lachende mensen, Sweet Caroline schalt al twee dagen door ons hoofd… De cafe’s hebben extra koelkasten en bier buiten staan om de meute aan te kunnen en alle terrasjes zitten afgeladen vol. Midden in de week, midden op de dag…
Iets missen we, maar wat?
De werkmannen in de haven spreken ons aan over ‘The Game’ maar het lijkt er niet op dat ze het over de finale van de America’s Cup hebben want de wedstrijd tussen Emirates Team New Zealand en Oracledit weekend is niet eens beslissend, de teamkleuren zijn niet rood en groen en het zeilteam heeft geen specifieke linken met Engeland, Ierland, Wales of Schotland waarvan de vlaggen de stad sieren. (nvdr : ondertussen verpletterde het Nieuw-Zeelandse team met overtuiging de Amerikanen en bracht de Cup naar huis - hij staat hier op een mini-boogscheut van Vaguebondtepronken!) We durven het ook niet te vragen, zo te horen zien ze ons niet als toeristen en dat willen we graag zo houden.
Google dan maar. Blijkt dat dit weekend de belangrijkste rugbywedstrijd in 12 jaar gespeeld wordt. Juist ja, rugby… Een van Nieuw-Zeelands nationale sporten (naast zeilen) waar we evenveel affiniteit voor koesteren als voor die sport waar in Europa veel te veel primetime, geld en politiemensen aan worden verspild.
Rugby dus, een hoop stoere kerels die elkaar proberen te vermoorden om een eivormige bal.
We vragen ons af wie de arme tegenstander van de rode ploeg moet zijn want het enige dat we in de stad zien is rood, roder en roodst. Met leeuwen, draken en occasionele zonnebloemen gedrapeerd rond roodaangelopen gezichten.
Al het rood in de stad blijken supporters te zijn van de Irish and British Lions. Een eliteploeg die bestaat uit de allerbeste spelers van Engeland, Ierland, Schotland en Wales. In deze ploeg mogen spelen wordt aanzien als de allerhoogste onderscheiding in een mensenleven. Nochtans speelt deze ploeg geen competitie, het is de All Star-ploeg van het rugby, een showploeg dus.
De tegenstanders van vandaag zijn de All Blacks, wereldwijd de allerbeste ploeg rugbyspelers. Wij gaan natuurlijk altijd voor de underdog en vermits er nauwelijks supporters voor de Nationale Ploeg zijn, zullen wij een van hun supporters zijn vanavond. 
Wanneer rode mensen op straat een paar durvers tegenkomen die volledig in het zwart gekleed zijn, geven ze elkaar een high five en wensen elkaar veel succes vanavond, in de fan-zone (en in de stad) zien we nergens nadarhekken, security of politie. Er lopen duizenden mensen binnen en buiten met rugzakken en grote tassen, de VIP’s lopen tussen het ‘gewone’ volk en de toiletten met airco zijn voor iedereen toegankelijk. We weten niet wat we zien.

Om 17.00 vertrekken meer dan 4000 rode mannen, vrouwen en kinderen te voet naar het Eden Park stadion voor een wandeling van 4,2km. Er wordt gratis water en koffie geschonken voor de wandelaars en de sfeer is er eentje van een grote familie-uitstap. Wij beslissen om eerst aan boord te gaan eten en terug naar de stad te gaan voor de wedstrijd begint, dat geeft ons ineens de kans om de spelregels eens op te zoeken…

Wanneer we een paar uur later aan het eerste cafeetje komen horen we iets dat op een volkslied lijkt en kunnen we ons nog net op tijd voor het raam parkeren om de wereldwijd gekende haka (krijgsdans) van de All Blacks te zien waarmee ze steevast een wedstrijd beginnen - klik hieronder op één van de stoere binken en kijk voor jezelf. Daarna haasten we ons naar de fan-zone om op een van de reuzenschermen de wedstrijd te volgen.

Rugby blijkt, ondanks het agressieve uiterlijk, een veel beschaafdere sport te zijn dan ik voor mogelijk hield. Ja, er wordt geduwd en getrokken maar er is geen sprake van agressie of smerig spel.We zien geen spelers die de ene sekonde gillend over het gras rollen alsof ze voor de rest van hun leven verlamd zijn omdat ze over een grassprietje struikelden om twee sekonden later weer zo hip als een hoentje achter de bal te lopen. Twee acties leken ons erg pijnlijk en dat werd bevestigd door een gescheurde hamstring en een hersenschudding, beiden het gevolg van een ongelukkig botsen van lichaamsdelen, niet door een bewust opgezochte confrontatie. Iemand die een trap in zijn maag (of iets lager, nog pijnlijker) krijgt, wacht een sekonde tot de sterretjes rond zijn hoofd verdwijnen en speelt verder, geen komedie, geen gedoe. 
Het hoort erbij en als je er niet tegen kunt, ga je maar voetballen.
Bij het eerste punt van het rode team gaan de honderden supporters in de tent en op het plein uit hun dak. We weten niet of het nog wel zo verstandig is om voor het zwarte team te supporteren, hoe verdraagzaam en vriendelijk de mensen hier ook zijn…
Bij het eerste punt van het zwarte team juichen dezelfde fans minstens even uitzinnig! Asjemenou?!?

Dit is even geweldig als bizar. Ook als we de beelden van het publiek op de tribunes 4,2 km verder zien, merken we dat de supporters kriskras door elkaar zitten en hetzelfde uitzinnige enthousiasme delen voor beide ploegen! Ook al begrijp ik nog altijd bitterweinig van het spel, de sfeer zit alvast goed.


De Lions toeren de volgende weken verder door Nieuw-Zeeland en duizenden fans volgen hen door het hele land. Je kan zelfs tours boeken, inclusief vliegtuigtickets, campervans, hotels en wedstrijdtickets. Zo gek zijn we niet maar de volgende wedstrijd tussen de All Blacks en de Lions vind je ons zeker terug in de fan-zone. 
En voor wie het interesseert, de All Blacks wonnen vanavond…

Ook de volgende en laatste wedstrijd van de All Blacks tegen de Lions gingen we bekijken. We vonden nog net een plekje tussen de honderden supporters op het plein met het reuzenreuzenscherm, de tent met 10 reuzenschermen was vol. Maar het resultaat was heel wat minder spectaculair. De wedstrijd bestond meer uit scrums en ingooien dan uit lopen en tactiek, de ene fout (die wij natuurlijk weer niet zagen) volgde de andere op, 90 minuten lang leek het spel stil te liggen. Om te eindigen in een gelijkspel! Gelijkspel! Geen penalties, geen verlenging, niks. Stel je voor dat een grandslam finale in het tennis zo zou eindigen, of een WK volleybal?!? Duizenden fans dropen af, de Series zijn afgelopen en er is geen winnaar, geen verliezer ook dus, maar toch. Voor ons was de finale meer een non-event.


LEES OOK



Kafka, het einde nabij.


Vandaag, op de verjaardag van Franz Kafka, drinken wij een glaasje, drink er eentje mee!


Kort na het verschijnen van de vorige blog, kregen we het verlossende antwoord van Aaron, onze evaluator bij NZQA. Ivan’s diploma kreeg een 8! Een droomscenario! Hiermee gaan alle deuren in Nieuw-Zeeland open en ons immigratiedossier zal hiermee geen duimbreed meer in de weg gelegd worden! Tijd voor een eerste feestje bij dit fantastische nieuws.

Het feestje zou toch wat vertraging oplopen, deze uitkomst bleek heel slecht te vallen op de al weken opgebouwde stress in Ivan’s maag en alles wat nog maar van ver aan eten en drinken deed denken was reden om hem lijkbleek richting badkamer te doen kruipen. Maar we hadden al zoveel geduld gehad, een dagje meer zou het verschil ook niet maken, we waren geslaagd en dat zal ook morgen nog steeds zo zijn. We kijken er in elk geval naar uit om Auckland nu echt onze 'thuis' te noemen!

Tot we ’s avonds een mail krijgen van Phoebe. In Beijing, waar onze immigratie-beambte werkt, is het vier uur vroeger dan hier. Er staat een kleine nota op het verslag van NZQA waardoor ze Ivan geen werkvisum kan verschaffen…

Onze wereld stort helemaal in. Dit kan niet waar zijn! De nota luidt als volgt : hoewel wij uw diploma als een niveau 8 inschalen (het hoogst mogelijke voor een ingenieur) bestaat er geen gelijkaardige opleiding in Nieuw-Zeeland op dit niveau, een van de vereisten voor het visum. Dus ook al staat Ivan's diploma op de lijst van broodnodige talenten, omdat Nieuw-Zeeland de opleiding op dat niveau zelf niet aanbiedt, mag Ivan hier ook niet werken...

De enige oplossing zou zijn een nieuwe procedure op te starten bij de ingenieurscommissie, een paar duizend euro extra, nog meer papieren en weer eens drie à vier maanden wachten. Ons toeristenvisum is nog maar 40 dagen geldig…

Ik heb me lang goed gehouden en blijven geloven in een goeie uitkomst. Maar nu is ook voor mij de maat vol. We hebben alles driedubbel gecheckt en zouden nooit aan dit proces begonnen zijn als we niet 100% zeker waren dat we aan alle eisen voldeden. Hoe kan één zinnetje op een rapport met grootste onderscheiding nu betekenen dat je faliekant gebuisd bent?

Die nacht slapen we geen van beiden echt goed, de emmer staat naast ons bed. Met de moed der wanhoop bellen we de volgende ochtend NZQA. Phoebe, onze immigratie-beambte, had al een mail gestuurd met de vraag of ze de evaluatie eventueel zouden kunnen aanpassen volgens één van de vijf door haar aangehaalde mogelijkheden waardoor ze Ivan een geldig visum kan geven. De schat!

Een telefoontje leert ons dat NZQA Ivan ingeschaald heeft op basis van een Ingenieur Elektriciteit en niet op basis van een Industrieel Ingenieur Electronica wat in de evaluatie een verschil maakt. De aanvraag was gebeurd op basis van die laatste maar ergens onderweg zijn ze beide met elkaar gaan verwarren en hebben ze de uitkomst op de eerste gebaseerd. Foutief dus.

Terwijl NZQA overlegt met immigratie in Auckland en met het team, hebben wij zonder twijfel de zwartste dag in ons leven. We staan volledig voor blok. Ons visum verloopt binnen 40 dagen maar doorzeilen is niet echt meer een optie, het seizoen is al te ver gevorderd en we zouden op enkele maanden tijd meer dan 8000 mijl (ongeveer 15000km) moeten overbruggen. We zouden niets meer zien van de paradijzen onderweg. Fiji, Vanuatu, Solomon, Nieuw-Caledonië en Indonesië zouden we gewoon voorbijzeilen om voor het volgend orkaanseizoen nog in Thailand te geraken. Om van de financiële aderlating nog maar te zwijgen. We verplichten onszelf om de realiteit onder ogen te zien. We zullen Vaguebond moeten achterlaten in Nieuw-Zeeland en naar België komen om te werken en budget op te bouwen om Vaguebond een jaar later naar huis te brengen.

Hier stopt alles. Onze droom, onze toekomst, onze plannen.

Hoe moeten we nu verder?

Enkele uren later krijgen we weer mail van NZQA, met uiterst verrassend nieuws : ze hebben de nota vervangen, met excuses voor de foute communicatie. De nieuwe nota zegt : wij schalen uw diploma in op niveau 8. Ook al bestaat er geen evenwaardige opleiding op dit niveau, toch bevestigen wij dat uw kwalificaties voldoen aan de vereisten van een Nieuw-Zeelandse opleiding ingenieur.

We zijn nog altijd helemaal ondersteboven van het nieuws van deze morgen en hopen nergens meer op, Kafka zal er nog wel eens aan te pas komen… en zijn beste vriend, Murphy.

Dit nieuwe attest wordt naar immigratie gestuurd en een klein uur later krijgen we weer mail uit Beijing met een klein attachment aan…

De drie mooiste pagina’s die we al ooit gezien hebben. Die we 100 keer opnieuw lezen om zeker te zijn. Die we in drievoud afdrukken en elk uur opnieuw vastnemen maar nog altijd niet echt kunnen geloven :

Ivan kreeg een werkvisum! Het is gelukt!

We blijven elkaar in de armen knijpen. Gelukkig is het winter en dragen we lange mouwen en gelukkig is ons medisch dossier al ingevoerd bij immigratie. Ze zouden zich nogal vragen stellen bij onze blauwe plekken! Maar we beginnen stilaan te geloven dat het papier echt is.

Deze huiveringwekkende thriller met een apocalyptisch einde is uitgelezen, de deus-ex-machina kwam zijn wonderen verrichten, alvast voor episode 2. We hopen dat episode 3, mijn visum, ons niet weer in zo’n rollercoaster stopt. De duizelingwekkende hoogten en kolossale diepten waar we op enkele uren doorheen vlogen zijn echt niet voor herhaling vatbaar!

En die emmer mag ook weg!

Auckland, we’re here to stay!


(Met oneindig veel dank aan Phoebe en Aaron die ons echt wilden helpen en ervoor gezorgd hebben dat alles goedkwam)


LEES OOK de andere afleveringen van de Kafkatrilogie :



Kafka, de sequel.


Op de vooravond van de verjaardag van Franz Kafka -3 juli-, die sinds kort ook uitgeroepen werd tot De Dag tegen Bureaucratie, lijken de ons omringende omstandigheden Kafka alle eer aan te doen!


Ken je dat gevoel? Alsof je niet langer baas bent in je eigen leven maar iemand anders achter de schermen aan de touwtjes trekt? Alsof je continu in de gaten wordt gehouden maar je niet weet door wie? Alsof je in een van die triestige gemanipuleerde ‘reality-shows’ speelt zonder ooit gesolliciteerd te hebben.

We lijken in een parallel universum te leven en geen vat meer te hebben op de dingen die gebeuren. Ons geduld wordt danig op de proef gesteld, dat is zeker, en we we worden van de ene 'joepie' naar de andere 'oh neeeeeee!!!!' geworpen.
Sinds het kafkaiaans bankperikel blijven we Kafka elke dag tegenkomen. We hebben zelfs al besloten om onze volgenda kat Kafka te noemen.
Eerst is er het NZQA-dossier. Om in Nieuw-Zeeland te mogen werken wordt je diploma ingeschaald volgens Nieuw-Zeelandse normen. De NZQA bekijkt je diploma, vergelijkt het met hun eigen studiepunten, colleges, curriculae, proefschriften en we vermoeden zelfs met de maat onderbroeken en de lengte van de baarden van de professors. Voor sommige diploma’s en specialisaties is zo’n inschaling niet nodig. Ze staan op een uitzonderingslijst, het gaat om mensen die ze in Nieuw-Zeeland nodig hebben en waarvan ze de waarde al kennen, zo kunnen ze sneller aan de slag.
Ivan’s diploma stond tot vorig jaar op die lijst maar door het samengaan van hogescholen en uniefs in België, en daardoor ook hun administratie, is iemand vergeten door te geven dat dat diploma nog steeds aan dezelfde normen voldoet die vereist zijn voor de lijst van vrijgestelde diploma’s. Daardoor wordt Ivan’s diploma, dat al jaren gekend en ingeschaald is plots een totaal nieuw dossier.
Je houdt het niet voor mogelijk wat ze allemaal vragen, waarvan ze originelen willen, kopies, originele kopies, al dan niet geverifieerd door het vredegerecht hier en vertaald door een beëdigd vertaler, afschriften van curriculae, transcripts van colleges en cursussen, bevestigingen van accreditaties, je schoenmaat en het jaar waarin je zelf je veters kon knopen, bevestigd door een geaccrediteerde kleuterjuf, vertaald door een beëdigd vertaler en geverifieerd door het vredegerecht.
We kozen voor een spoedprocedure, het inschalen van een diploma (dat ze in dit geval al 20 jaar kennen) kan drie à vier maanden duren en we zouden echt wel graag eens vooruitgaan. We betaalden dus de paar honderden extra euro om het binnen vier weken in orde te krijgen.
Nu, vier weken en een half na het binnenbrengen van alle nodige papieren, laat onze advisor weten dat hij enkel nog wacht op de bevestiging dat Karel de Grote Hogeschool in 1997 een geaccrediteerde onderwijsinstelling was van het koninkrijk België. Normaal antwoorden die mensen snel naar het schijnt maar hij krijgt na tien dagen en drie emails maar geen antwoord. Dus kruipt Ivan in zijn pen en telefoon om ’s avonds, wanneer de advisor’s werkdag erop zit maar in België de werkdag begint, proberen de juiste mensen te pakken te krijgen.
Poging 1 : zelf een mail sturen naar NARIC, de Vlaamse afdeling van het Belgische equivalent van NZQA. Geen antwoord.
Poging 2 : NARIC telefonisch proberen te bereiken, via het algemene 1700-nummer voor al uw vragen aan de Vlaamse Overheid. Juffrouw aan de telefoon : “Maar meneer, u heeft geen idee hoe vol onze mailboxen zitten! Twee weken, zegt u? Het is hier zo druk in onze mailboxen! Als u binnen een week geen antwoord heeft, belt u maar terug.” Op Ivan’s vraag of ze kan kijken of de mails van onze advisor dan wel zijn toegekomen zegt ze : “Meneer, ik ga niet over de mailbox, ik kan u niet helpen.” Echt? Serieus?
Kafka? Iemand?
Een dag later, krijgt Ivan antwoord van een ander genie bij de Vlaamse Overheid. Dat ze nooit de mails van onze advisor heeft ontvangen en dat hij waarschijnlijk het foute emailadres gebruikt heeft. Kan zij niets aan doen, met beleefde groeten, Kelly T (we hebben een minister met dezelfde naam wiens felomstreden taks dan toch eindelijk afgeschaft werd). Het antwoord op Ivan’s vraag blijft ze schuldig, ze ging waarschijnlijk niet over mails van meer dan 1 paragraaf.
Kafka? Iemand?
Dezelfde dag ontvangt onze advisor het zo moeilijk te verkrijgen antwoord (“Ja, KdG was een geaccrediteerde onderwijsinstelling in 1997.”) via een andere dossierbeheerder die na drie weken dan toch de vereiste rechten kreeg om een mail te sturen met meer dan drie woorden.
Kafka? Iemand?
Ondertussen probeerden we ook via een andere piste, via Karel de Grote en de UA. Eentje die alle lof verdient. De mensen daar hebben al meer dan eens een extra handje uitgestoken, rondgebeld tot we de juiste persoon hadden, mails gestuurd, geïnformeerd, transcripts ingescand en geholpen waar ze konden. Op deze diensten vonden we bereidwillige, vriendelijke, hulpvaardige en proactieve mensen. Van hen kregen we, nadat we weken tevergeefs wachtten op een antwoord van de Vlaamse Overheid, het felbegeerde document na een simpel telefoontje, ondertekend door de rector van de UA himself, speciaal voor Ivan opgesteld, meteen in het Engels. Alsjeblieft! 
En dus kan stap 1 van ons hele immigratiedossier misschien deze week afgerond worden zodat we aan het tweede Kafkadossier kunnen werken, het visum.
Om het visum in orde te krijgen, moet eerst NZQA een score bepalen voor Ivan’s diploma. Daarnaast hebben ze natuurlijk nog een massa andere paperassen nodig, inderdaad : originelen, kopies, originele kopies, al dan niet geverifieerd door het vredegerecht, politiecertificaten, bankafschriften, de maat van Ivan’s hoofd en borstomtrek, zijn hemdmaat, schoenmaat en het jaar waarin hij zelf zijn veters kon knopen, bevestigd door een geaccrediteerde kleuterjuf, vertaald door een beëdigd vertaler en geverifieerd door het vredegerecht. De dossierbeheerder liet al weten dat ze enkel op zijn score wacht dus we hopen dat ook dat snel in orde komt.
De laatste stap, mijn partnervisum, kon niet online worden binnengebracht dus brachten we alles op papier naar de Dienst Immigratie. Inderdaad,  originelen, kopies, originele kopies en dubbels al dan niet geverifieerd door het vredegerecht, resultaten van bloedonderzoek, originele liefdesbrieven die Ivan mij ooit schreef, het certificaat van echtheid van mijn trouwring, het adres van ons eerste afspraakje (er waren geen camera’s want ze wilden eigenlijk de camerabeelden), mijn bh-maat en schoenmaat en het jaar waarin ikzelf mijn veters kon knopen, bevestigd door een geaccrediteerde kleuterjuf, vertaald door een beëdigd vertaler en geverifieerd door het vredegerecht.
Maar vandaag, drie weken later, hebben we zelfs niet eens de bevestiging van ontvangst gekregen...
Kafka? Iemand?
Wie Ivan kent, weet dat hij het leven eerder stoïcijns bekijkt en zich niet snel (nooit) druk maakt. ‘Maak je niet druk in problemen die er (nog) niet zijn’ en ‘Gaat er iemand dood misschien als dat nu niet direct gebeurt’, zijn zijn lijfspreuken. Ook al heb ik dankzij hem al veel leren relativeren, toch kan ik mij enorm opboeien als hij zich, zonder nadenken, ergens in stort terwijl ik 101 risico’s zie en alleen dingen die slecht aflopen. Nochtans ben ik momenteel de kalmte zelve : geduld, het gaat om administratie, we werken nu met de overheidsdiensten en het mag duidelijk zijn dat alles wat daar meesmuilend over gegrapt wordt, spijtig genoeg waar is!
Maar het feit dat er de laatste weken meer stoom uit zijn oren komt dan uit een overwerkte fluitketel, zegt genoeg!
Daarom gaan we, wanneer we maar de kans krijgen, een toertje zeilen. Wandelen en fietsen zijn niet afdoende, pas als hij op het water zit, Vaguebond door het water suist en Ivan aan touwen kan trekken met de zon op zijn gezicht, zie je hem ontspannen, komt die glimlach weer tevoorschijn, de sprankel in zijn oogjes en geniet hij. Gelukkig wonen we daarvoor op een perfect vlak water met vlagerige wind en gevarieerde baaitjes en is het weer hier dikwijls uitnodigend om het water op te gaan.
Nu nog onze visa in orde en Kafka spinnend op zijn schoot en onze wereld is weer helemaal zen!

Hou de blog in het oog, iets zegt ons dat we nog niet aan het einde van deze tunnel zijn...

LEES OOK



En voor wie zulke toestanden graag opvolgt in ons Belgenlandje, google eens naar 'De Bende van de Paarse krokodil' op het wereldwijde web en Facebook. Een van de (waargebeurde) pareltjes is DEZE. Hilarisch triest maar spijtig genoeg realiteit! 

Kafkabank

Net zoals elk ander land, telt Nieuw-Zeeland verschillende banken. Elk met een eigen, duidelijk herkenbare kleur die ons vooral doen denken aan Belgische politieke partijen. Het kleurenpalet omvat een gele, rode, blauwe en groene bank. Omdat de kleur net dat tintje vrolijker en zomerser aanvoelt (en toch ook omdat de voorwaarden ons bevielen) kozen we voor de Groene Bank.

Het opzetten van een rekening was in twee, drie klikken gereed. Twee dagen later kregen we Nellie, onze persoonlijke adviseur aan de lijn. Een vrolijk en supervriendelijk meisje gaf ons na een aantal uiterst vreemde en bizarre vragen onze rekeningnummers en voorlopige paswoorden. Als PurpleZebraxxxx en SilverKiwixxxx konden we alvast online aan onze rekening en er geld opzetten. Geld afhalen, transacties doen en kaarten krijgen kon pas nadat we onze identiteit persoonlijk hadden laten verifiëren en een adresbewijs hadden afgegeven in een plaatselijk kantoor. Een peulschil. In minder dan geen tijd zou ook deze hindernis genomen zijn.

Vrijdag togen we, als onderdeel van onze dagelijkse wandeling, naar een GroeneBankkantoor in de stad, gewapend met onze paspoorten en brieven van de Nieuw-Zeelandse Post. De post bevestigt officieel je adres met een RealMe verificatie, te vergelijken met eID en gebruikt door alle officiële instanties. Om zeker te zijn nemen we ook nog aan ons geadresseerde brieven mee en aan ons gerichte rekeningen, kwestie van voldoende ‘bewijzen’ in handen te hebben.

Maar dat bleek buiten de regeltjes van de Groene Bank gerekend. Zij aanvaarden geen officiële RealMe-brieven. Zij willen bankafschriften zien. Juist ja, bankafschriften! Van een Nieuw-Zeelandse bank, uiteraard. Toen de jongen aan de balie begreep wat een absurditeit hij verkondigde, meldde hij dat een rekening van een elektriciteits- of waterleverancier ook mocht. Maar laten die nu net geregeld worden door het havenkantoor. Of we een huurdersovereenkomst hadden? Ja hoor beste kerel, zie hier : de overeenkomst en zelfs de eerste rekening! Ook dat voldeed niet, op de overeenkomst stond immers geen adres…

Ons paspoort in combinatie met de naam op de overeenkomst en de rekening van dezelfde firma met het adres op was geen twee, maar drie stappen te ver nadenken voor deze arme jongen.

We dachten dat de jongen misschien nog relatief nieuw was en niet durfde na te denken uit schrik iets fout te doen dus probeerden we ander filiaal, hopelijk met iets meer doorwinterde medewerkers die al toestemming kregen om zelf na te denken.

 

We vonden zelfs eentje dat op zaterdag open was en waar we op enkele minuten voor sluitingstijd binnengeraakten. Niet omdat we dat zo planden, wel omdat onze navigatietool ons als wandelaar over bruggen en wegen liet wandelen waar geen wandelaars toegelaten werden of ons over niet-bestaande (maar wel op de kaart getekende) wegjes liet gaan waardoor onze wandeling van een uur en vijftien minuten uitmondde in eentje van meer dan twee uur.

Maar kom, we waren er en hadden zelfs voor contracten als extra bewijs gezorgd. Maar ook daarmee vingen we bot. Bankuittreksels, die hadden ze nodig. Huurovereenkomst + paspoort + rekening was weer niet genoeg. Een bewijs van het havenkantoor dat verklaart dat wij op dat bepaalde adres wonen, dát zou ook alles kunnen oplossen als we echt geen bankafschrift konden voorleggen!

Dus gaat Ivan dat bewijs halen en wandelen we na het weekend vol goede moed naar het eerste Groene Bankkantoor. Zo fier als een gieter spreiden we al ons bewijsmateriaal ten toon. Wanneer de juffrouw ons bewijs meeneemt om het voor te leggen aan de manager voelen we al nattigheid. Als de manager in kwestie met een uitgestreken gezicht terugkomt, knapt er iets in ons. Dit kan niet waar zijn. Drie keer laten ze ons voor nieuw bewijs zorgen, drie keer geven ze ons verkeerd advies en ook nu weer moet het bewijs, waar ze gisteren letterlijk om vroegen, extra gecheckt worden. Op het hoofdkantoor! Plots zien de stempels, logo's en handtekeningen van de marina er toch twijfelachtig uit.

Voor ons is de maat vol, overvol en we nemen niet zo vriendelijk onze bewijsstukken uit de handen van de Domme Gans van dienst die ons succes wenst met zulke ‘attitude’ in haar ‘branche’. We maken maar meteen van de gelegenheid gebruik om het foldertje met ‘Klachten’ voor haar neus mee te pikken.

Stomend van colère lopen we de hoofdstraat van Auckland op, alle banken zitten hier en de kleur kan ons plots veel minder schelen, we gaan ze gewoon allemaal af! De Gele Bank is de eerste maar opent geen rekening voor mensen met een visitorvisa, dat is meteen duidelijk en hier hoeven we dus geen week te verspillen aan verkeerde adviezen en het verkrijgen van belachelijke papieren. De kleur stond ons toch al niet aan.

De volgende is de Blauwe Bank waar we door een ‘snelle jongen’ uit de wachtrij worden gehaald om ons beter te kunnen uitleggen in welke rij we moeten aanschuiven (ja, serieus). Ook hij gaat bij een meerdere (die bezig is met mensen die lang voor ons in de wachtrij stonden -grijns) informeren en komt met hetzelfde slechte nieuws als de Gele Bank. Een beetje wanhopig gezicht, een smeekbede om hulp en Ivan's puppy eyes doen hem nog bij twee anderen informeren waardoor we, voor de anderen in de rij, aan een loket gezet worden. De juffrouw beaamt wat ‘Snelle Jongen’ ons meldde maar laat ons ook meteen weten dat er misschien mogelijkheden zijn. Gelukkig hebben we alle papieren bij en vallen we binnen de uitzonderingsmogelijkheden! Maar we moeten wel een afspraak maken met onze persoonlijke adviseur. Of we woensdag kunnen ?

Vandaag vertrekken we met een klein hartje -en een rugzak vol bewijsmateriaal- naar de Blauwe Bank. Paris ontvangt ons enorm enthousiast en is in de wolken over onze zeilreis. Ze had dus al duidelijk ons mini-dossier gelezen, een goed teken.

Een half uur later wandelen we met onze al werkende bankkaarten de bank buiten!

Leuk zo'n attitude!

En moest het niet gelukt zijn, de Rode Bank was nog iets verder de straat op...


PS : We wachten vol spanning op het telefoontje van de klantendienst van de Groene Bank. Waarom we onze identificatie nog niet volbracht hebben en waarom er geen beweging op onze rekeningen is…


LEES OOK



Is het bij jullie ook zo koud ?

Een aspect vinden wij alvast iets minder aangenaam aan het leven op 37° zuiderbreedte. In theorie kan je deze hoogte vergelijken met het zuiden van Spanje. Maar niemand heeft mij ooit verteld dat ook het zuiden van Spanje ijzig koud kan zijn!

Het is ontegensprekelijk herfst. We hebben al twee jaar dit kleurrijke seizoen mogen missen en zijn daar absoluut niet treurig om geweest. We schommelen momenteel tussen heerlijk zomerse dagen / uren / minuten in t-shirt en flipflops en gruwelijk natte, koude en triestige dagen /uren / minuten waarin windvlagen van 30 knopen rond onze oren blazen. In de  haven midden in een stad, mijlen ver op de rivier!

Gisteren werd onze wandeling een hectische verkleedpartij. Op enkele minuten tijd wisselden we van t-shirt naar fleece, naar regenjas en paraplu en terug naar t-shirt! We mochten 7 keer onze paraplu bovenhalen op een uur tijd, allemaal buitjes van een paar minuten waarbij je doornat wordt, om daarna weer in de perfecte zomerzon te wandelen.

Vandaag kregen we dan weer een stralende zomerdag, perfecte reden om te stoppen in het kleine snoepwinkeltje waar ze het allerlekkerste ijs verkopen (nog steeds Dutch Chocolate en Affogato)!

Eerste poging tot knippen en plakken met foto's ...

De laatste weken begonnen we ons toch maar langzaamaan voor te bereiden op de herfst. We maakten een inventaris van wat we in eerste instantie zouden moeten kopen wanneer we in Auckland aankomen.

We hebben dan wel een boot vol verschenen t-shirts, shorts met gaten, vlekkerige fleecen, verkleurde topjes, rafelende zomerkleedjes en een hele collectie flipflops waar geen twee dezelfde bijzitten maar lange broeken en truien, zelfs t-shirts met lange mouwen, hebben we nauwelijks in onze kasten liggen.

Maar voor we onze plannen nog maar uitgesproken kregen had de herfst ons al ingehaald.

Vannacht kregen we de koudste nacht ooit in mei (in Nieuw-Zeeland) te verduren. Onze verwarming is al een week onderweg, de trackinginfo zegt enkel “in transit tussen Christchurch (van waaruit hij verzonden werd) en Whangarei (waar wij zijn). Ik kruip in mijn bed met een fleece salopette, een extra fleece over mijn hoodie en thermische sokken. Met verkleumde vingers want ik weiger handschoenen aan te doen! Ik ontdekte vandaag dat ik mijn thermisch ondergoed in België heb achtergelaten want dat wilde ik vanaf vanavond ook nog aandoen. We weigeren principieel een elektrisch vuurtje te kopen. Gelukkig kochten we vorige week al lekker warme wintersloefen, spijtig genoeg niet de typische Kiwi-sloefen van omgekeerd schaap.

We dachten dat die niet echt nodig zouden zijn...

Met nacht- en avondtemperaturen binnenin de boot van nauwelijks 10 graden moet ik niet vertellen hoe gezellig het hier binnen is. We hebben ondertussen een heel ritueel om de avond door te komen : rond 4 uur beginnen we met een tas soep, om 6 uur eten we en mag Ivan afwassen (de gelukzak, 15 minuten met zijn handen in heerlijk warm water!), rond 8 uur zet ik een thermos thee en rond 11 uur kruipen we ingepakt onder een dik donsdeken.

 

Wanneer we ’s morgens opstaan, is het buiten warmer dan binnen! Er is wel degelijk een significant nadeel aan een goed geïsoleerde boot! We ontbijten zo veel mogelijk buiten, in de stralende zon. Deze week worden we elke ochtend begroet door Ronnie, onze nieuwe beste vriend. Hij maakt voor ons één van die afschuwelijke Popemobiels. We zijn overstag gegaan, als we aan boord willen wonen -ook in de winter- is het gewoon puur gemak, zo’n veranda. De cockpit blijft droog, we hebben een extra buitenruimte waar we uit de wind kunnen zitten en onze koude en natte pakken te drogen hangen.

Maar we kijken toch vooral uit naar de verwarming, Ivan checkt elk uur het havenkantoor in de hoop dat Vaguebond op het postbord verschijnt maar zolang die er niet is ga ik elke dag in Whangarei al naar winterjassen kijken.

In de winkels werkt de verwarming wel ...


LEES OOK



De eerste stap

 

Het heeft wat voeten in de aarde, zo’n ommezwaai!

SVWondertime - Sara Dawn Johnson
SVWondertime - Sara Dawn Johnson

Ons visum loopt stilaan ten einde. Je krijgt drie maanden bij aankomst en kan dat verlengen tot 6 maanden per kalenderjaar. Dat is onze eerste stap.

 

Ondertussen moet ook ons werkvisum aangevraagd worden. Volgens de Fabeltjeskrant is het met een jobaanbieding een fluitje van een cent om dat visum te krijgen. Heeft iemand al ooit de Fabeltjeskrant gecheckt op ‘fake news’?

 

Er bestaan zoveel verschillende soorten visa dat alleen al door de bomen het bos vinden bijna onmogelijk is. Gelukkig is de telefonische helpdesk van de Dienst Immigratie een pareltje. Ivan is ondertussen waarschijnlijk hun grootste fan en als ze het aantal telefoontjes geografisch gaan peilen staat Whangarei momenteel met stip op nummer 1!

De immigratieregels veranderen (lees: verstrengen) hier elke zes maanden maar we weten ondertussen wel welke paperassen we nodig hebben en welke stappen we moeten ondernemen om de aanvraag in orde krijgen. Op zich valt het allemaal wel mee. Alleen moet Ivan’s diploma gehomologeerd worden door een aparte commissie.

Hij is al 2 dagen bezig om de ‘transcriptie’ van zijn diploma te vertalen. Ik durf onze internetrekening bijna niet meer bekijken maar ben ondertussen meer dan zeker dat in de populariteitsranking van websites, Google, Wikipedia en TecDic.com onwaarschijnlijk hoog scoren deze week. Wie heeft nog interesse in een opleiding van 20 jaar geleden die bijna in niets nog aansluit bij het werk dat hij al meer dan 10 jaar doet? Juist, immigratie…

Maar blijkbaar is dat de belangrijkste graadmeter om de voor ons beste vergunning te krijgen. Voor je diploma krijg je een score die bepaalt of je in aanmerking komt. Pas als we die score hebben kunnen we met het eigenlijke visum beginnen. Pas als dat in orde is, kan ik een partnervisum aanvragen.

Maar zo blijven we bezig. Wat zou een mens anders doen terwijl Donna de kusten van Nieuw-Zeeland kust en ons in de gietende regen gegijzeld houdt?

Een verwarming zou in deze best leuk zijn en ondanks alles kijken we een beetje jaloers naar de afzichtelijke kuiptenten die hier op alle boten wedijveren om de ‘Popemobielprijs 2017’ of de ‘VerandaOpBoten Award’, de ‘Kweekeenseentomaataanboord-medaille’ of de ‘WieHeeftDeLelijkste-onderscheiding'. Zij zitten tenminste afgeschermd van al die winterse elementen!


LEES OOK



It takes a fool (or two)

… not to change his mind.

 

De laatste weken lijken we in een soort van luchtledigheid te leven. Besluiteloos, onzeker, twijfelend. Net zoals alle cruisers die maar niet kunnen vertrekken uit Nieuw-Zeeland. Depressies, cyclonen en tropische stormen blijven het weerbeeld beheersen.

 

Ankerplekken en marina’s liggen tjokvol, immigratie houdt zich klaar voor een zondvloed aan uitklarende cruisers, de bezetting wordt verdrievoudigd, vakantiedagen worden ingetrokken. Maar elk weergat dat de exodus uit Nieuw-Zeeland zou kunnen aankondigen verwordt tot een nietig gat van amper 2 dagen.

 

In de drukke uitklaringshavens stijgt de spanning dag na dag, iedereen is ondertussen weerexpert en de discussies om al dan niet te vertrekken gaan door tot in de vroege uurtjes.

Maar niet bij ons.

Wij hebben andere plannen. Of nieuwe dromen. Het feit dat Ivan een mooie job aangeboden kreeg in Auckland ligt aan de basis van onze koerswijziging. Je zou kunnen zeggen dat dat DE oorzaak van onze koerswijziging is.

We hebben serieus getwijfeld om die aan te nemen maar er is wel degelijk een reële kans dat we een tijdje in Nieuw-Zeeland blijven. We hebben gewikt en gewogen, slapeloze nachten lang. We hebben lijstjes gemaakt en opnieuw gemaakt. We hebben SWOT-analyses bedacht en hertekend, aan risicomanagement gedaan en info ingewonnen. In België, in Nieuw-Zeeland en bij mensen die de immens grote stap eerder gewaagd hebben.

Het is nog niet zeker, immigratieprocedures zijn zenuwslopend. Het is een fabeltje dat je makkelijk Nieuw-Zeeland binnenkomt om te werken. Immigratie is enorm verstrengd en zelfs een jobaanbieding is geen 100% zekere garantie voor een visum.

Maar het is een unieke kans en kansen moet je grijpen als ze zich aanbieden. We willen niet de rest van ons leven rondvaren terwijl we ons afvragen ‘wat als?’. We weten dat we ooit, na onze reis, weer aan de slag moeten dus waarom zouden we dat niet doen in een land dat er een veel aangenamer tempo op nahoudt dan Europa? Waar mensen elkaar nog dag zeggen op straat? Waar je op een paar uur varen moederziel alleen voor een eiland ligt, met prachtige duikstekken binnen handbereik? Waarom zouden we het niet doen?

Het is een gigantische stap, zonder twijfel de grootste die we ooit moesten nemen. Er zijn enorm veel gevolgen om rekening mee te houden en er zijn heel wat risico’s verbonden aan toezeggen. Maar er liggen ook enorme uitdagingen voor ons en unieke kansen. Wonen en werken in het buitenland is een aparte ervaring, om het in een van onze toplanden te mogen doen, een droom.

Ja we zullen het thuisfront missen, ja we zullen onze familie en vrienden missen. Het positieve eraan is dat we al bijna 2 jaar van huis weg zijn en zij onze afwezigheid al gewoon zijn. Ook al worden er luidkeels protesten geuit en zelfs dreigementen om bepaalde diensten om te kopen zodat we terug naar huis móeten komen. Ook de stapel foto’s die we toegestuurd krijgen en die blijk geven van fantastische jaren warme vriendschap kunnen ons niet op andere gedachten brengen. We weten ondertussen wat onze vriendschappen waard zijn en ja, we zien jullie ook graag!

 

Indien er toch een kink in de kabel komt, hebben we in eerste instantie leergeld betaald. Weer een ervaring bij. We zullen veel later vertrekken en heel wat moois links (eigenlijk rechts) laten liggen maar in se varen we dan dit seizoen nog gewoon door naar Thailand of Maleisië. Loopt het in tweede instantie mis, kunnen we nog altijd een seizoen later vertrekken, hopelijk met een iets vollere scheepskas.

Maar als alles goedkomt zijn jullie natuurlijk welkom in Auckland! Niet allemaal tegelijk, we hebben maar één logeerkamer.

Met dank aan Anke H. voor haar onuitputtelijke bijdrage aan onze"Trip down Memory Lane"!

Aan zeilverhalen zal er geen gebrek zijn, Auckland is een zeilersparadijs, "The City of Sails". En we blijven op de boot wonen dus hebben we geen enkel excuus om niet te zeilen.

Als we blijven, hebben we heel wat nieuwe ervaringen om te delen, nieuwe indrukken en interpretaties, het leven van een Belg-in-het-buitenland, een Kiwi-in-wording, een immigrant, een BelgianKiwi. En die blijven we graag met jullie delen via deze blog.

We blijven Vaguebond : zwerven over onze aardbol en springen over de golven is de kern van wie we zijn.

Als alles goedkomt …


LEES OOK



In de ban van het weer

Een mierennest, dat is nog de beste omschrijving voor het zootje ongeregeld dat hier zenuwachtig in de haven ronddobbert.

We hebben bijna een jaar met ongeveer dezelfde boten rondgetoerd op de Pacific en delen al bijna een half jaar lief en leed met dezelfde groep mensen op de werven in Whangarei (of Opua, Tauranga en Auckland). Terwijl onze boten een verwenkuur kregen aan land trokken hun kapiteins en crews rond over land. De cruisers op zee kwamen we nu in een campervan tegen.

Maar nu, zes maanden nadat we allemaal in Nieuw-Zeeland aankwamen, liggen we allemaal gelaten te wachten.

Waarop? De grootste groep wacht op een weergat naar Fiji, de andere op mooi weer om naar  Vanuatu of PNG (Papua Nieuw Guinea) te vertrekken, nog anderen willen graag naar Tonga of verder naar Frans-Polynesië. Een klein percentage zoekt de Australische kusten op en nog een kleiner percentage probeert een verblijfsvergunning in Nieuw-Zeeland te pakken te krijgen.

 Voor alle vertrekkers is zuidenwind in elk geval goed en daar wringt net het schoentje. In theorie zou het orkaanseizoen (letterlijk) zijn laatste adem uitblazen eind april en meer stabiele weerzones over de zuidelijke Pacific sturen. Maar de praktijk denkt daar duidelijk anders over.

In Opua (een van de belangrijkste vertrekkershavens) ligt de marina vol en ook de ankerplekken raken stilaan verzadigd met cruisers die al veel te lang aan het wachten zijn op een mooi weergat. De moedigsten onder hen zijn ondertussen vertrokken. Eentje kwam in Cook terecht en verloor zijn mast, een andere is al volop aan het genieten van prachtig zomerweer in Fiji en enkelen zitten op zee.

Vorige week leek het alsof er een mooi weergat zat aan te komen en de meest gehaasten onder ons vertrokken voor een overtocht van 10 à 12 dagen. Ondertussen ontwikkelde een depressie boven Vanuatu zich tot een cycloon klasse 3 (Donna) en huppelt over de hele regio waar een paar van onze vrienden (solo) aan het oversteken zijn. We houden ons hart vast want de weerberichten voorspellen winden van meer dan 80 knopen en golven tussen 8 en 12 meter!

De grote weerguru (MetBob) zei enkele weken geleden dat Cook de laatste cycloon van het seizoen zou zijn maar hij kende Donna nog niet en wie weet wie komt de familie nog aanvullen. (nvdr : Ondertussen is er ook al sprake van Ella)

 Dus wacht de hele meute, behalve een paar waaghalzen die we angstvallig volgen op YIT (Yachts in Transit) maar waar we allemaal jaloers op zijn als de eerste foto’s van Fiji op Facebook verschijnen. De meesten willen het risico echter niet nemen en blijven ‘morning coffees’ drinken in de vele barretjes naast de marina, ijsjes eten bij de lekkerste snoepwinkel van het land (Mmmmm, Dutch (!!!) Chocolate en Affogato), wandelingen maken rond de Hatea Loop of naar Whangarei Hills, de beste douches nemen (gratis, onbeperkt en elke week een vers douchegordijn) en shoppen bij Pak ’n Save dat het een lieve lust is!

 Omdat de meute wat onrustig durft te worden (de herfst -en kou- doet hier stilaan zijn intrede) en onrust in Nieuw-Zeeland te allen tijden moet vermeden worden, organiseert de ‘community’ het ene evenement na het andere. Cruisers zijn nogal gevoelig aan gratis drank (en eten) en dat hebben we al geweten. Elke zondag is er een potluck bbq in één van de stadsmarina’s, elke dinsdag happy hour bij Love Mussel’s (op 2 minuten wandelen van Vaguebond), er werden al ‘Farewell Dinners’ georganiseerd, een info-avond over Indonesië en een ponton-bbq voor Fiji. Etentjes bij de buren kunnen er ook altijd in (we hebben een chef-kok als buurman!) en de restaurantjes in de stad zijn spotgoedkoop (en de porties bovenmenselijk groot en doggy-bags standaard meegeleverd).

En als het echt de spuigaten uitloopt gaan we langs 'Arthur's Emporium', een enorme hangar vol godvergeten rommel en prullen die er al minstens 50 jaar liggen maar nog altijd als 'verkoopbaar' bestempeld worden. Ben je op zoek naar stinkende pruiken, half verroeste nagels en schroeven, niet meer klevende tape, verkleedkleren uit grootmoeders tijd, bloempotjes die je nog niet in je kelder wil gebruiken, handdoeken die ruiken naar mottenballen, versteende verfborstels, gebruiksklare geweren of machetes, gordijnkoorden (serieus, met kwastjes en alles erop en eraan!) of echte scherpe Victorinox mesjes -de enige reden waarom we gaan? Dit is de plek!

Vervelen doen we ons zeker niet maar het wordt stilaan wel eens tijd voor een volgende stap.


Update :

We kregen gisteren bericht dat de eerste boot veillig en wel (en op een recordtijd) in Nieuw-Caledonië is aangekomen. Net op tijd voor Donna aankomt.

Hij overbrugde 900 mijl op 8 dagen en 4 uur. Niet slecht voor een bootje van 27voet. :-)

#opgelucht #blij #waytogo #staysafe


LEES OOK



Weken vol verwondering

Nooit eerder zagen we zoveel georganiseerd natuurbehoud. De grootste oppervlakte van Nieuw-Zeeland wordt ingenomen door natuurdomeinen. Het ene nog indrukwekkender dan het andere. Van hele vulkanische gebergten over honderden kilometers kustlijn, fenomenale gletsjers en feeërieke fjorden tot duizenden vierkante kilometers heuvelachtige bossen met verrassende grotten vol gloeiwormen. Zo gevarieerd en vooral compact als in Nieuw-Zeeland vind je het nergens!

In sommige bossen en parken moet je eerst je schoenen ontsmetten voor je binnen mag om de kostbare kauri-bomen niet te besmetten met uitheemse schimmels. Voor je de ferry tussen Zuid- en Noordeiland neemt worden de banden van je auto ontsmet en je visgerief en -vangst, kampeerspullen en wandelschoenen onderzocht want er heerst op het Zuideiland een zoetwaterbeestje dat ze in het noorden liever niet zien.

 

Een indrukwekkende beestenboel moet je niet verwachten op deze eilanden. Bijna alle dieren op vier poten die Nieuw-Zeeland rijk is, zijn ingevoerd (denk hierbij vooral aan lam en Angus beef –gewone biefstuk is bijna niet te krijgen maar ons hoor je niet klagen). Hier geen gevaarlijke, woeste, wilde dieren. Geen slangen, spinnen, krokodillen, leeuwen, tijgers en nog van dat moois.

 

Waar het hier om draait zijn vogels! In alle maten en kleuren, van het vliegende genre maar ook gevleugelde soorten die nooit van de grond komen (hieronder de 'pukeko' en de 'weka', twee bijna tamme vogels waar vooral de weka enorm nieuwsgierig is).

 

 Op sommige (toeristische) plekken kom je 100 mensen op een dag tegen, op andere niemand. Soms ben je echt 'alleen op de wereld'. Bijna nergens staan vuilnisbakken, wat je het domein binnenbrengt neem je weer mee naar buiten. Simpel. Sluikstorten zie je in de natuurparken en langs de weg nauwelijks en de kans is enorm groot dat, als het gebeurt, toeristen de boosdoeners zijn. Overal, zelfs op de meest afgelegen plekken, vind je openbare toiletten. Allemaal om ter properst, dagelijks gepoetst, zelfs de ‘longdrops’ (droogtoiletten, niet meer dan een lange buis in de grond…).

Er wordt enorm veel geld en moeite in natuur gestoken. Een van de prioriteiten in dit prachtige land is het beschermen van de bestaande dieren en planten en het weren van uitheemse soorten. Daarom mag je niets wat kiemt of groeit het land binnen brengen.

 Aan de andere kant zijn we met verstomming geslagen wanneer we in de supermarkt  gratis plastieken zakjes krijgen. Zelfs flessen worden per twee in een zakje gestoken! Verse vleeswaren worden in twee plastieken zakjes verpakt, twee! Een gesneden brood wordt herverpakt uit de papieren zak (die wordt weggegooid) in een afgesloten plastieken zak! 

We wisten niet wat ons overkwam, is dit hetzelfde natuurbewuste land?

Sorteren is een zeldzaam goed. Op de werf waar Vaguebond stond wordt alles in een en dezelfde container gegooid : groenafval, anti-fouling (giftige verf), papier en karton, motorolie, glas en PMD bij metaalafval. Ongelofelijk! Wanneer ik informeer waarom er niet gesorteerd wordt, wordt mij verteld dat dat buiten de stadsgrenzen niet hoeft. Nu we in het centrumcentrum van Whangarei in de marina liggen zie ik weinig verschil, al staat hier wel een glasbak. Maar misschien telt een marina niet als stadscentrum...

 

De herfst doet stilaan zijn intrede in Nieuw-Zeeland en in de doe-het-zelfzaken stapelen de promoties van elektrische vuurtjes zich op. Niks energiezuinig, niks energielabel. Huizen hebben allemaal enkel glas, isolatie kent men niet, laat in de zomer de airco maar draaien en zet in de winter gewoon een elektrisch vuurtje bij…

Wie houdt van bizarre regels tot in het absurde is in Nieuw-Zeeland aan het juiste adres.

Om je boot te laten schilderen door een professionele firma moet een met oranje kegels afgezette periferie van 5m rond de boot gemaakt worden, inclusief duidelijke borden dat hier met gevaarlijke stoffen gewerkt wordt! Maar schilder je zelf, kan het niemand iets schelen wie de giftige stoffen inademt.

 

Om een cherrypicker te besturen heb je bij ons een certificaat nodig. Logisch, je laat toch niet zomaar eventjes iedereen een kraan die 20m hoog reikt, bespelen. Maar dat kan in Nieuw-Zeeland dan net weer wel.  Zo kreeg Ivan onverwacht een lollig verjaardagskado. Al moest een technieker (die wel een certificaat had) ons even komen helpen omdat we het ding zelfs niet gestart kregen ...

Een 30-ton kraan besturen is dan weer van een heel andere koek. Een ontslagnemend kraanman kan niet vervangen worden. Spijtig genoeg had de man in kwestie onze mast wel van de boot genomen, hoe hij er weer op moest was absoluut niet het probleem van de kraanfirma. Wij moesten nog eerder begrip voor hen opbrengen dan zij ons enige hulp wilden bieden! Zelfs excuses konden er niet vanaf. De kraan zelf besturen bleek onmogelijk, daar waren de regeltjes weer...

(In heel Nieuw-Zeeland bleek geen gekwalificeerd kraanman beschikbaar, gelukkig kregen wij het kruim van alle kraanbestuurders in heel het land te pakken : een (hoogzwangere) kraanVROUW!)

Nog een schoolvoorbeeld van regelgeving is de WOF, Warranty Of Fitness. Een soort keuringsbewijs voor auto’s, boten en elektrische installaties.

Wij hebben er eentje, voor de auto. De WOF die ons toelaat op de openbare weg te rijden (zoals wij naar de keuring gaan). We hebben geen (electricity) WOF voor Vaguebond en ook geen (electricity) WOF voor de auto. Als campervan heb je ook nog een aparte WOF nodig om je auto in te pluggen zodat de koelkast kan blijven draaien, de microgolf werkt, de boiler voor warm water zorgt en je batterijen opgeladen blijven. In onze auto kan je dan wel slapen maar hij heeft geen stopcontact (of airco of douche of microgolf) dus geen (electricity) WOF. We hebben wel een draagbare koelkast die we graag ‘s nachts in het stopcontact hadden gestoken zodat ’s morgens de batterij van onze auto niet volledig leeg zou zijn en onze bier- en wijnflessen nog steeds fris. Maar nee, zonder WOF wordt er niks in stopcontacten gestoken. Op je vierkante metertje kampeergrond toch niet.  Als je hem in de keuken insteekt mag het plots wel. Ook onze eigen, met suikerklontjes gefabriceerde, verlengkabel (Nieuw-Zeelands naar Europees netwerk) was perfect legaal. In de keuken.

Vaguebond mogen we nergens aan de stroom leggen. Een belerende preek in Opua leerde ons dat we zonder WOF een rechtstreeks brandgevaar voor heel Nieuw-Zeeland vormden! Op andere plekken wordt er met geen woord over gerept of wordt er gevraagd 'om de stroom aan boord uit te schakelen als je van boord bent'.

 

Er gelden bizarre regels maar voor elke regel blijken er genoeg achterpoortjes te bestaan. Nieuw-Zeeland heeft een patent op verbodsborden en sommige mensen (vooral in toeristische gebieden) maken er meer dan gretig gebruik van. Op één camping hingen zelfs meer verbodsborden dan er kampeerplekken waren!

Langs de andere kant is de papierwinkel hier belachelijk eenvoudig, zo kost een auto inschrijven je enkel een tussenstopje in het postkantoor.

Maar vooral, de mensen zijn hier ongelofelijk vriendelijk en behulpzaam. Iemand die je niet kan helpen zou hemel en aarde bewegen om iemand te vinden die het wel kan. Zo kregen we onze europese gasflessen uiteindelijk toch gevuld, ook al is er geen enkele regel die onze aansluiting toestaat.

In de supermarkt zet iemand speciaal voor jou de karretjes naast elkaar in plaats van in elkaar, zo kan je zonder problemen je karretje binnenrollen. Iemand anders helpt je graag bij het uitkiezen van je favoriete nummer uit de playlist aan de inkomhal nadat je persoonlijk verwelkomd werd door de ‘begroeter’ van de supermarkt. Zei ik al ‘bizar’?

Het tempo ligt hier beduidend lager dan in Europa. Eens je dat begrepen hebt, krijg je alles op tijd gedaan. Je begint gewoon veel vroeger met je planning. Er heerst hier zoveel stress dat werknemers met plezier in het weekend komen werken en de secretaresse koffie en thee brengt voor de weekendwerkers of paaseitjes komt klaarleggen. Werk en privé lopen door elkaar heen, zo mogen we zonder problemen de auto lenen van mensen van de werf als de leenauto bezet is of zetten ze ons af aan de busterminal of komen ons ophalen. Op een bepaalde avond dansen we de pannen van het dak op het uitgebreide dansfeest voor de 70ste verjaardag van één van de mannen van de werf! Bij zijn dochter thuis.

Het is trouwens geen uitzondering, werkende mannen van 70. Niet omdat het moet maar gewoon, omdat het kan...

Soms lijkt het alsof het hele land opgebroken ligt door wegenwerken, meestal zijn ze een oase van rust. Er staan twee tot vier mannen het verkeer te regelen maar verder gebeurt er niets. Toch liggen alle wegen er perfect onderhouden bij. Ook de rijstijl van de gemiddelde Nieuw-Zeelander kan ons bekoren, bumperkleven kennen ze niet, belachelijk gevaarlijk inhalen evenmin, hard rijden doet niemand, een uitzondering niet te na gesproken. Bijna alle wegen bestaan uit enkele rijstroken met af en toe een inhaalstrook op steile stukken, zo kan je de vrachtwagens veilig voorbij. Ritsen is een tweede natuur en auto’s doorlaten standaard procedure. Bij een zeldzaam ongeluk hebben de omstaanders de weg afgezet of zijn vooropgelopen om het aankomend verkeer te waarschuwen, worden brokstukken geruimd en waar mogelijk slachtoffers geholpen nog voor de hulpdiensten opdagen. Doe ze dat maar eens na!

Langs de andere kant is te voet gaan hier bijna een reden om je in de psychiatrie op te sluiten, niemand wandelt hier als het verder moet dan 50m. Fietsen is helemaal zelfmoord, er is absoluut geen begrip voor waaghalzen die op twee voeten of twee wielen de deur uit durven komen. Voet- en fietspaden kom je op de gekste, meest onlogische plekken tegen maar vooral niet waar ze nuttig zijn en veiligheid kunnen garanderen. Ze zullen je niet van je sokken rijden maar als die een maat te groot zijn geef ik geen cent voor je leven!

We kijken vaak meewarig naar het leven in Nieuw-Zeeland maar waarschijnlijk zijn we gewoon nog niet genoeg afgekickt van ons westerse leven. Laat ons hopen dat dat dan maar snel gebeurt, het leven is zoveel leuker op een ander pitje. En als het dan nog een natuurwonder is zijn we helemaal verkocht.

 

Nog van dat! Waar dan ook…

 


LEES OOK



Het einde van een era

Ons kampeerleven zit erop, meer nog, ons hele landleven is afgelopen. Al zijn we de laatste tijd minder productief geweest op schrijfvlak, we hebben zeker niet stilgezeten!

Tijdens onze rondrit merkten we dat we op het einde bijna elke avond eindigden op een kampeerplek aan het water en we ons hoe langer hoe meer afvroegen hoe het met ons bootje ging.

Het is ronduit fantastisch geweest, ons trekkersleven in Nieuw-Zeeland. We hebben kunnen genieten van een fantastisch en fascinerend land. Ons vertrouwen in de goedheid van de mens heeft weer een enorme ‘boost’ gekregen want net als in Polynesië, zijn de mensen hier vele maten vriendelijker en warmer dan in ons thuisland. Er heerst simpelweg veel meer vertrouwen en gastvrijheid tussen de mensen.

Ook al wilden we graag nog een stukje Coromandel meepikken (en onze eigen ‘hotpool’ graven op één van de gouden stranden waar de geisers op het strand uitmonden), nadat we de afwas hadden gedaan in Waihi Beach waar we gratis en voor niks aan het strand mochten slapen en zelfs gasbarbecues ter beschikking kregen van de gemeente (!!!), begon het voor het eerst in weken te gieten. Toen we ’s morgens opstonden goot het nog steeds en stonden de wielen van onze auto half onder water. Ontbijt klaarmaken en de auto weer in rij-modus zetten was geen sinecure. We beslisten dan ook zonder veel wroeging om maar meteen naar huis te rijden.

 

In Whangarei werden de laatste weken hemel en aarde verzet met een overdaad aan klussen, vernieuwen en vooral verbeteren zodat we vorige week een Vaguebond te water lieten in een (nog) betere conditie dan die waarin ze vertrok.

 

Eindelijk klaarde de mist in ons hoofd op, eindelijk keerde er weer een beetje (mentale) rust weer. Niet in de laatste plaats omdat we na vijf maanden eindelijk weer gebruik kunnen maken van onze eigen wc! Het is goed nu, Vaguebond drijft, alles werkt en er komt stilaan meer groen op onze to-do lijst dan rood of oranje : een nieuwe radar, de vernieuwde windmeterkabel die al sinds ons vertrek stuk was, de wifi-antennekabel en een heuse Vaguebond hotspot, zelfs dekverlichting en nieuwe batterijen, … De romp werd in een blinkend nieuw kleedje gestoken en haar buikje kreeg een aantal nieuwe laagjes anti-aangroeiverf. Heel wat houtwerk blinkt van ver in een glinsterende vernislaag en ook de zeilen kregen een nazicht. De motor draait zoetjes, de dieseltank staat voor het eerst stevig vast en langzaam maar zeker geraakt ook de onmetelijke chaos binnenin de boot een beetje op orde. Ik denk zelfs dat ik daarstraks een glimp heb opgevangen van de verniste vloer!

 

Het lijkt erop dat we ‘landmensen’ af zijn en veranderd in ‘bootjesmensen’. Je kan een mens uit de boot nemen maar blijkbaar niet de boot uit een mens. In totaal zijn we zeker drie maanden weggeweest, eerst naar België en dan op rondrit en het is misschien nu pas heel concreet tot ons doorgedrongen dat we echt nergens anders willen zijn dan waar onze boot is. Ze is een deel van ons en als we niet aan boord zijn lijkt het of we een stuk van onszelf kwijt zijn. We hebben Vaguebond enorm gemist en kijken uit naar een nieuw vaarseizoen, naar nieuwe avonturen en nieuwe ontdekkingen.

 

De toekomst begint stilaan vorm te krijgen maar echt concreet is ze nog niet. Ondertussen proberen we ook nog de opgedane indrukken van de laatste maanden te verwerken (in blogs). Maar momenteel genieten we vooral van het leven op een drijvende boot die elke dag meer klaar is om te vertrekken naar nieuwe horizonten.

 

(en van onze eigen wc...)

 


LEES OOK



Was er hier geen sprake van verse koffie ?

Wie zou niet uitkijken naar een heel weekend zeilen met zijn favoriete boten en (een paar van zijn) favoriete vrienden?

Wij staan alvast een hele week te popelen! De mythische woorden van Pol indachtig “Tegen de regen kan je je kleden, tegen de kou ook trouwens!” en “Regen breekt geen masten!”, vertrekken we in thermisch ondergoed, wandelschoenen en een laag fleecen waarmee je vlekkeloos een sumoworstelpartij wint richting Blankenberge. Uiteraard met de bus, vanuit onze nieuwe tijdelijke ‘thuis’ hoog en droog in Brugge.

Blijkt dat we zelfs een hele vloot op de been krijgen en de competitiedrang steekt vanaf de eerste minuut de kop op. Crews worden gepaaid met warme boten (Tess) en echte, warme, verse koffie (Aquila). Terwijl Danny en Ruddy vechten om het laatste restje koffie dat al twee weken in de thermos zit, haasten wij ons om Pol’s verse koffie te pakken te krijgen.

En die keuze beklagen we ons allerminst : het is heerlijk op het water. Ijskoud maar vlak water, een windje waarop net te zeilen valt, Tess in ons kielzog en drie blinkende gezichten die een stralend licht verspreiden op zee! Zo denken de mensen op de zeedijk dat de zon nog echt schijnt ook!


De kreeftensoep-linzen-ratatouille-mix nadien op de (nog steeds warme) Tess (maar zonder de warme, verse koffie van Aquila),  maakt de tongen alleen maar losser en de verhalen hilarischer. In ruil voor een extra schepje soep willen we Ruddy en Danny zelfs hun kleine persoonlijke interpretatie van het reglementair ronden van een boei vergeven...

Maar daar stopt het niet, een dag later schepen we in op Tess voor een tweede perfecte zeildag, zonder koffie maar met koffiekoeken, heerlijk warme voeten en deze keer zelfs zonder regen! Dezelfde platte zee, hetzelfde perfecte windje, weer een superboot en magisch gezelschap!

Het is alsof we nooit zijn weggeweest en we beseffen weer eens wat een ongelofelijke bofkonten we zijn met onze vrienden. Het afscheid wordt er niet makkelijker op...


LEES OOK



Vaguebond vertelt

Het is zover : we zijn na 18 maanden nog eens (heel even) in België.

Omdat we niet met iedereen kunnen afspreken geven we twee presentaties over wat ons de laatste maanden heeft beziggehouden, wat we gezien en beleefd hebben.

 

Iedereen is van harte welkom, reserveren of verwittigen hoeft zelfs niet.

We hopen om in 2 uur tijd al onze avonturen, belevenissen, ervaringen met jou te kunnen delen.

Natuurlijk is er tijd voor een natje, een droogje en een babbeltje!


  • 10 januari (dinsdag)
  • MAW Brabo - Sleutelhof 17 - 2070 Burcht
  • 20.00

  • 20 januari (vrijdag)
  • VNZ Blankenberge - De Sloepe - De Smet de Naeyerlaan 1 - 8370 Blankenberge
  • 20.30

Nieuwe vaardigheden

Na vijf weken in Nieuw-Zeeland zijn we dan wel geen greintje kennis over Nieuw-Zeeland rijker maar kunnen we wel een arsenaal aan nieuwe vaardigheden voorleggen.

We verwijderden professioneel de boot rond de tank zodat die laatste kan gelast worden. Mits de nodige fysieke en verbale krachtinspanningen kregen we de tank ook terug op zijn plaats. Waarom zou je die tank een halve cm kleiner maken als je hem ook net te groot kan maken zodat hij met geen stokken, vijlen, schuurmachines, hamers of zagen ooit nog uit zijn bun gehaald kan worden ?

Elke week twee uur in water van 27°C snorkelen om de boot te kuisen werd na anderhalf jaar een echt corvee. Om Ivan wat te ontlasten tijdens het volgend seizoen zodat hij meer tijd krijgt om te … snorkelen, hogen we de waterlijn op zodat beestjes minder makkelijk aan Vaguebonds buikje blijven kleven. Met een massa schuurpapier en tape kwam de waterlijn 15 cm hoger te zitten en omdat er nog schuurpapier en tape overbleef herschilderde Ivan ook maar meteen haar streepjes.

De laatste 18 maanden werd Vaguebond 36 uur per dag gebruikt. Het was duidelijk dat we de trap enorm dikwijls op en af gelopen zijn en ook de deurtjes, bekerhouders, overlopen, handgrepen van de keuken dragen duidelijke sporen van intensief gebruik. Na een week schuren en vernissen ziet ook dat er allemaal weer als nieuw uit. We hebben ondertussen aandelen gekocht bij de schuurpapierfabriek en kennen de prijs van de tape in alle winkels van Whangarei.

Zonnepanelen, omvormers en schakelpanelen werden duchtig onder handen genomen. Sommige dingen hadden een upgrade nodig, anderen zouden efficiënter zijn op een andere plek of mits wat nieuwe bedrading minder verbruiken. Met de nieuwe batterijen en de verbeteringen aan het elektriciteitsnet hebben we extra energie om de koelkast draaiende te houden. Wat dan weer alleen maar de verse lading Belgische trappisten ten goede komt.

De werken vorderen vlot, iets te vlot. Tot we begin deze week onze nieuwe radar gaan ophalen en willen installeren. We varen al anderhalf jaar zonder maar afhankelijk van onze plannen volgend jaar leek het ons geen slecht idee om wat extra veiligheid in te bouwen tegen onverlichte vissers. Een nieuwe radar dus en twee kabels in de mast. Fluitje van een cent!

Poging één, zelf de mast in gaan en de oude kabels lostrekken, bleef zonder resultaat. Poging twee, met ons genie, de ‘cherry picker’, een mobiele kraan die we helemaal zelf mochten besturen (fun! Fun! FUN!) maar zonder beetje les zelfs niet gestart kregen. Spijtig genoeg bleek de hoeveelheid plezier niet recht evenredig met het welslagen van ons project : geen beweging in de kabel. Met de (onvervulde) hoop op nog meer plezier met een grote kraan beslissen we dan maar om de mast eraf te halen. Op minder dan twee uur tijd maakten we alle kabels los, koppelden de verstaging los en werd de mast van de boot gehaald en achter de boot gelegd.

©Karen Taylor
©Karen Taylor

Zonder twijfel de donkerste (en duurste) dag van ons verblijf in Nieuw-Zeeland maar dat betekent ook dat we nu alle kabels en connectoren kunnen vernieuwen en zonder knopen weer in de mast trekken.

We hebben de laatste weken bijna onafgebroken geklust aan de boot. Er is een massa werk verzet en we zijn er nog niet helemaal maar wel mooi op weg. Whangarei is een botenmekka, je vindt er alles en iedereen om je boot weer in topconditie te krijgen en de mensen verwijzen je met plezier door naar iemand die de klus kan klaren. De infrastructuur maakt leven op een werf nog niet onaangenaam al moeten we voor het toilet bijna 100m wandelen. De majestueuze trap naast de boot maakt ook dat beter verteerbaar, het is alleen een kwestie van op tijd vertrekken...

We hebben onze eigen plek in de kast, koelkast en diepvries en kunnen heerlijk onze frustraties kwijt in de gemeenschappelijke keuken, het trefpunt van de werf. Er wordt gebabysit op kazen en we houden wedstrijdjes afwasstapelen (overtuigend gewonnen door Karen, onze buurvrouw). We doen zo lang mogelijk met restjes : restjestaart en restjesmetkaaspizza en restjesvanrestjesvanrestjessoep om zo weinig mogelijk weg te gooien want dan moeten we weer gaan shoppen en daar is geen tijd voor.

Op vier weken tijd is het één keer gelukt om een pauze in te lassen voor een feestje in Opua met alle cruisers die we gedurende de laatste maanden tegenkwamen. Heerlijk ontspannen was dat maar we moesten de volgende dag wel voor 10 uur terug zijn. Geen tijd verspillen! We zijn ondertussen meesters in het plannen van onze boodschappen en kunnen nu zes winkels in twee uur gedaan krijgen. We kennen geen enkel café, hebben nog geen enkel terrasje of zelfs maar een simpel wandelingetje gedaan.

Het wordt echt tijd om er eens tussenuit te knijpen. Vaguebond blijft nog een paar maanden op het droge staan en wij gaan op vakantie naar België. Daarna trekken we nog een paar maanden met de auto door Nieuw-Zeeland, tot het orkaanseizoen in de Stille Oceaan over is. Dan trekken we weer verder.

Maar eerst eens op bezoek bij familie en vrienden want dat is alweer veel te lang geleden!

Fabelachtig Nieuw-Zeeland

De wind draaide uiteindelijk door naar het NW en blies weer eens drie keer harder dan voorspeld (30 ipv 10 knopen). Voor één keer wilden we de voorspellers eens niet lynchen voor de foute weersvoorspellingen want we kwamen nu zomaar eventjes zes uur vroeger aan dan verwacht. We moeten ons straks nog haasten om de hele papierwinkel klaar te krijgen!

We krijgen een ongelofelijk warm welkom terwijl de zon ondergaat, doorheen de hele baai (zo'n 15 mijl lang) wordt vuurwerk afgestoken! Dat het toevallig Guy Fawkesnight is vinden wij een detail, warm welkom klinkt gewoon beter!

Na een laatste schranspartij -alles wat we nu opeten kunnen ze niet meer afpakken- en onze laatste Westmalle -idem dito- kruipen we in ons bed aan de Q-ponton. Het feestgedruis aan land is verboden terrein voor ons, we liggen in quarantaine tot we toegelaten worden in Nieuw-Zeeland.

Om 7.30 staat de eerste official al aan de boot, op minder dan vijftien minuten staan er twee stempels in onze paspoorten : drie maanden toegang tot Nieuw-Zeeland!

Een uurtje later krijgen we de gevreesde quarantaineman op bezoek, een supervriendelijke kerel die enorm geniet van zijn eerste tas (verse) koffie van de dag en daarmee meteen de eerste fabel over 'absurd strenge voedselimportregels' van Nieuw-Zeeland ontkracht : thee en koffie worden helemaal niet in beslag genomen!

Geen minuut later sneuvelt ook de tweede fabel : hij weigert (maar met moeite) een sandwich met verse tonijnsla, "steek die maar weer lekker fris in de koelkast!". Vis en brood mag dus ook! (Zoetwatervis echter niet)

Tijdens het volgende enorm gezellige halfuur gaat de hele fabelachtige bangmakerij tegen de vlakte.
Bij de koelkastcontrole moet er niets weg, niet de vacuüm verpakte bietjes, niet de mayonaise en niet de kaas. Tot zover fabel 3...

Zonder echt te kijken gaat hij door een bilge, alle ongelabelde blikken laat hij onaangeroerd, fabel 4.

Hij werpt een snelle blik door de voorraadkasten, bloem en kruiden laat hij ongemoeid, daar gaat fabel 5.

Het is onvoorstelbaar welke verhalen allemaal de ronde doen en ook zonder het te willen of zelfs maar te weten ga je erin mee. We smeten open pakjes koffie en bloem overboord en aten drie keer zoveel blikken dan we op konden omdat ongelabelde blikken het land niet in mochten (die fabel kwam zelfs van een Nieuw-Zeelandse customsofficial in Vava'u).
Maar we zijn er, de Q-vlag mag gestreken en we krijgen een plekje in de marina.

Meer dan 8 maanden hebben we geen marina gezien, ankers droppen was ons even lief als onze eerste tas koffie bij het ontbijt. Onze meest dichtbije buur op minstens 40 meter afstand, de bijboot opblazen en door weer en wind naar de kant varen vinden we nog steeds de normaalste zaak van de wereld.

Maar één stap zetten en aan land staan, de waterkraan vlak voor de boot, een douche

met warm water op 50m wandelen, een wasmachine op 100m en een supermarkt op 500m wandelen? We zijn in de hemel aanbeland! Je vergeet meteen dat je zo dicht bij je buur ligt dat je bij elkaar kan binnenkijken.

De wifi aan boord is slechter dan op het meest afgelegen eiland, kwestie van de gewenning niet te abrupt te maken maar verder kunnen we onze eerste dagen in de 'bewoonde wereld' maar niet genoeg krijgen van de overweldigende luxe!
Dat belooft...

De zee is boos

We hebben geen zeil staan, de motor draait niet. We lopen 6 knopen.
De wind giert met zo'n 40 knopen om de boot, de golven lijken soms muren van water, als je ze al kan onderscheiden van de regen. Zelfs het feit dat Vaguebond onder de omstandigheden rustig op de golven deint kan Ivan niet vrolijk stemmen, het logboek bevat de laatste uren meer verwensingen dan echt nuttige info...

Op het radionet horen we dat de ons omringende boten allemaal dezelfde rotnacht hebben gehad. Nochtans was dit geen verrassing, de weerberichten gaven al meer dan een week op voorhand dit front aan en we waren helemaal voorbereid : eten voor twee dagen, stormfok aan dek, bakstagen klaar, alles wat loslag vastgezet of weggestoken, zeilpakken, fleecen en thermische sokken uitgehaald. Het tweede front, voor Nieuw-Zeeland is erger en willen we ten alle kosten vermijden, we willen er zelfs de motor voor gebruiken.

De oversteek van Tonga of Fiji naar Nieuw-Zeeland staat geboekstaafd als de meest onaangename, grilligste, koudste, soms zelfs gevaarlijke oversteek. Er doen verscheidene horrorverhalen de ronde over boten die in extreem slecht weer terechtkomen met alle gevolgen van dien. Heel wat cruisers lopen er de laatste weken dan ook erg zenuwachtig bij.

In Vava'u leerden we de weersystemen van de zuidelijke Stille Oceaan interpreteren. De kunst is om tussen twee fronten in Nieuw-Zeeland te bereiken, de moeilijkheid is twee fronten vinden die net ver genoeg van elkaar liggen (en blijven liggen) zodat jij erdoor kan. 
De realiteit levert je dikwijls gewoon midden in een front af maar als je kan, kies je toch liever zelf in welk front dat zal zijn. De fronten tegen de kusten van Nieuw-Zeeland zijn veel zwaarder dan diegene die je onderweg kan kruisen en wij kiezen dan ook liever voor deze optie. Leuk is het niet maar wel het minst slechte van twee kwaden.

De horrorverhalen gaan zonder uitzondering over boten die enkel keken naar een mooi weervenster voor de eerste dagen maar geen weet hadden van de frontwerking. In hun ijdele hoop om vóór het volgende front aan te komen, belandden ze allemaal in de zware depressies met extreem veel wind (40, 50 knopen en meer) voor de kusten van Nieuw-Zeeland.

Zodoende hebben we vanop Ha'apai een 'betrouwbaar uitziend' weerbericht afgewacht (=  de laatste week bleef de voorspelling dezelfde) om naar Minerva Reef te vertrekken. Daar zagen we met nieuwe voorspellingen perfect het hogedrukgebied aankomen en gebruikten we de ESE-wind daarvan om te vertrekken. Terwijl het hoog overkwam hadden we prachtige zeildagen. Eergisteren kwamen we in de kern van dit hogedrukgebied waar absoluut geen wind zat. We schreven 23 motoruren bij in het logboek, een absoluut record. Nog nooit moesten we zo lang onafgebroken onze motor gebruiken maar nood breekt wet, we móeten 5 knopen halen om voor het slecht weer in Opua te zijn!
Na het hogedrukgebied komt een lagedrukgebied dat de wind in klokwijzerzin doet draaien (in het noordelijk halfrond is het omgedraaid) en indien het geen te sterk systeem is, met goede winden begint maar je uiteindelijk opzadelt met een zuidwester waar we geen fan van zijn en dus voor willen blijven.

Gisterenmiddag draaide de wind plots naar het NW, goeie richting, foute boel. Het front blijkt veel sterker dan voorspeld en geeft massa's wind (40 knopen) en hoge golven, de wind draait als een tierelier en omdat wij op (een gereefde) windvaan varen, wij ook. Wanneer we vanmorgen zelfs onze genua ter grootte van een postzegel wegrollen blaast het zo hard dat we ook zonder zeil nog makkelijk zes knopen lopen!

Als klap op de vuurpijl draait iemand plots de aarde om en krijgen we de hele oceaan over ons uitgestort. Ivan kan zelfs het wonder van horizontale regen niet smaken en blijft vervloekingen in het logboek noteren, zonder resultaat trouwens.

Na 12 uur pure ellende valt plots de wind compleet weg, wordt de lucht weer donkergrijs in plaats van zwart en kan je je eigen handen door de gietende regen onderscheiden. De wind zet netjes door naar het zuiden zoals het een geschoold lagedrukgebied betaamt en begint zachtjes wat te blazen zodat we op genua weer vijf knopen lopen, de wolken worden lichter grijs en wanneer bij het ontbijt ook de kuipbanken weer bijna droog zijn lijkt het front echt gepasseerd!

Om even later met een verschrikkelijke kruisdeining weer 30 knopen te gaan blazen, nu recht op kop, de zuidwester is er al! Opkruisen is absoluut geen optie, dan maar zo 'comfortabel' mogelijk de foute richting in en wachten tot de wind draait (*). Op het avondradionet krijgen we een vers weerbericht van iemand die internet heeft en dat bevestigt onze interpretatie van de gribfiles en de mail van Bob, onze weerman (die ook eerder door Ivan naar de eeuwige frontvelden verwenst werd). Blijkbaar is ons welgekozen frontje uitgegroeid tot een reuzefront. Wachten tot de wind draait is de enige mogelijkheid.

Het duurt nog tot middernacht voor de wind de broodnodige 10 graden naar het westen draait, wij overstag kunnen en de deining leefbaar wordt.
Nog steeds 250 mijl te gaan naar Opua. Als de wind snel draait blijft zondagmorgen onze ETA (geplande aankomsttijd).


(*) Met voldoende tijd zouden we gaan bijliggen (grootzeil driedubbel gereefd en genua bak) zodat de boot muisstil op de golven ligt (een zalig gevoel) en het slechte weer gewoon binnen comfortabel al slapend en lezend uitzitten maar die tijd hebben we net niet. 
Zondagavond zien we 38 knopen op de gribfiles, in realiteit zijn dat er minstens 43, in de windstoten nog meer (gribfiles geven gemiddelde snelheden weer met een zekere foutmarge van 5 knopen). 
Door te blijven doorgaan hebben we toch 40 mijl goedgemaakt en zijn we 8 uur sneller in Opua...

Veranderend klimaat

Het viel de laatste weken al op, tijdens de sundowners op het strand kwamen lange mouwen en truien boven. Niet tegen de nono's, muggen of ander stekend gespuis maar tegen de 's avonds toch wel plots de kop opstekende koelte. Sinds we uit Tonga vertrokken en ook 's nachts buiten, in de wind, doorbrengen valt het niet langer te ontkennen.

We worden met ons kippenvel en bibberende armen en benen op de feiten gedrukt : we verlaten de tropen.

Voor het eerst in meer dan een jaar worden we (ook overdag) geconfronteerd met temperaturen die lager zijn dan 20°C! Het is berekoud! Elke dag op zee betekent één laag kleding meer.

Het is onvoorstelbaar en intriest maar ik loop na vijf dagen mijn nachtwachten met pijmabroek, fleecebroek, waterdichte sokken (lekker winddicht ook), een trui en twee fleecen. Elke dag hoopte ik het te kunnen uitstellen maar het onvermijdelijke is vandaag gebeurd : we hebben onze zeilpakken bovengehaald en zelfs een thermos thee voor de nacht gezet.

Voor het geval we ons zelf nog niet pijnlijk bewust waren van het einde van ons mooiste seizoen aller tijden dan doet de thermometer dat wel. De zon schijnt de hele dag maar het lijkt alsof er een warmteschild tussen haar en ons zit en haar warmte ons niet meer bereikt.

We kijken met lede ogen naar de verdwijnende horizon achter ons. Langs de ene kant juichen we bij elk uur dat we 6 à 7 mijl dichter bij Nieuw-Zeeland komen, langs de andere kant kan het niet traag genoeg gaan. Verdoofd schuiven we over het zuidelijk deel van de Stille Oceaan : het eerste deel van onze reis zit er bijna op, we hebben er nooit echt bij stilgestaan dat er een einde aan ons paradijselijk zeilseizoen zou komen.

We hebben er ook niet echt over nagedacht wat het effect zou zijn als Vaguebond voor zes maanden op het droge zal staan en wij gedoemd zijn om weer landrotten te worden. Dat ons huis 3 meter boven de grond zal staan, zonder toilet, zonder stromend water, zonder koelkast. Dat we weer in de moderne wereld moeten meedraaien, met een auto, winkels die alles verkopen waar we maar aan kunnen denken, de bakker op 5 minuten wandelen (in plaats van een half uur met de bijboot of zelf bakken), lawaai en buren dichtbij, heel veel beton en bitter weinig witte stranden of spontane sundwoners. Maar ook met een echte douche, vaklui om de hoek, internet op de hoek van elke straat en alle luxe die we ons maar kunnen dromen.

Om iets meer in 'stadsstemming' te komen volgen we verschillende radionetjes : op Gulf Harbour krijgen we elke dag een professioneel weerbericht, op het Magnet wachten we onze beurt af om onze positie door te geven en volgen we de voortgang van de boten die samen met ons op zee zitten. We halen weerberichten op en mailen meer dan gemiddeld : met onze weerman, onze positie naar Yachts in Transit, dat alle overstekers in kaart brengt, met boten die in Tonga het volgend weergat afwachten en natuurlijk met het thuisfront. De leestrein is weer in gang gezet en ik ben heel gelukkig met de paar pareltjes die ik in de ruilbib gevonden heb in Niue en Vava'u.

Omdat Nieuw-Zeeland niet de gemakkelijkste is wat invoer betreft zijn we genoodzaakt om massaal veel te eten. Naar het schijnt mogen onze blikken zonder label het land niet in dus gooien we er minstens drie samen met soms interessante maar altijd verrassend smakelijke combinaties tot gevolg. Honing is verboden net als fruitsap, bloem, groenten, fruit, eieren, kaas, mayonaise enz. Voor alle zekerheid kijken we onze hele voorraad nog eens na en passen we de lijst in de computer aan, wat moet nog weg de volgende week, wat mag blijven? Indien nodig kunnen we hen bij aankomst een volledig up-to-date en gedetailleerde versie van onze voorraad geven.

Om zeker te zijn dat hij niet in beslag genomen wordt eten we chocolade dat het een lieve lust is...

Maar op dit moment, nu we eenzaam en alleen over de oceaan vliegen, kunnen we elke dag op zee gebruiken om mentaal (en duidelijk ook fysiek) afscheid te nemen van een perfect zeiljaar. 
En hoe kan dat beter dan met een ijskoude nacht zonder maan maar met duizenden schitterende sterren waarvan er af en toe eentje in een goudgele boog door de hemel klieft?

Ha'apai - Het leven tussen orkanen

In 2008 kwam orkaan Waka over Ha'apai en verwoestte daarbij het grootste deel van het eiland. Langzaamaan begon men de ellende op te ruimen en beetje bij beetje kwam het eiland de zwaarste klap ooit te boven.

Tot in 2011 orkaan Wilma overkwam. Hierbij spoelde een tsunamigolf over het hele eiland en legde daarbij ongeveer alles plat wat in de laatste drie jaar met man en macht was opgebouwd.

Vandaag zijn we vijf jaar later maar het lijkt of de orkaan gisteren passeerde. Sommige huizen staan nog steeds naast hun fundering geparkeerd. anderen zijn onbewoonbaar maar als je even goed kijkt zie je dat de mensen met wat hulp van golfplaten en kokosbladeren toch weer in hun huis getrokken zijn. Enkele openbare gebouwen, een bank en een Rode Kruispost werden met financiële hulp van Australië, Nieuw-Zeeland en Japan weer opgebouwd maar de mensen in de straat kijken nog steeds hulpeloos toe naar de vernielingen die Wilma hen bracht.

De sfeer in Pangai, de hoofdstad, is gelaten, berustend. Er heerst geen opgewekte stemming , de mensen in de winkels zijn passief, nergens blijkt sociaal engagement of worden dingen georganiseerd. Er zijn weinig sporen van creativiteit of initiatief.

De visboot komt aan en is binnen het half uur volledig uitverkocht!

Bij natuurrampen zijn de televisiestations zo snel mogelijk ter plaatse om uw beeld te overrompelen met de grootste ellende. Hoe gruwelijker de beelden, hoe meer sensatie en verbijstering, hoe liever. Er worden massaal hulpacties opgezet en we storten snel geld omdat het bijna het enige is dat we als westerling kunnen doen vanuit onze luie zetel.

Wanneer een week later ons beeldscherm weer gevuld wordt met het nieuws van de dag en onze favoriete series, taant onze interesse vrijwel simultaan. We hebben geld gegeven, het zal zich nu wel oplossen.

We zien hier dat er na vijf jaar nauwelijks iets gebeurd is, de mensen zijn alle hoop verloren en het leven in Pangai staat op 'pauze'. Het geld dat ooit ingezameld werd, werd door de hulpinstanties gebruikt om evaluatiecomités te sturen die een schaderapport moesten opmaken. Een jaar later werd een evaluatiecomité voor het evaluatiecomité gestuurd maar geld voor de heropbouw hebben ze hier nooit gezien, met alle gevolgen van dien...

Alsof een ingestort gebouw het jaar nadien minder ingestort raakt, alsof mensen die alles kwijt zijn een jaar later plots een doos op straat vinden waarin hun leven, werk, huis en spaarcenten netjes opgestapeld liggen, alsof totale verwoesting zichzelf oplost.

De sfeer in Pangai, de hoofdstad is er dan ook één van noodlottige aanvaarding en berusting. Alle hoop lijkt vervlogen, geen uitzicht op een betere morgen.

Ook het ooit prachtige en overvloedige koraal laat het massaal afweten en blijft een doodse weerspiegeling van wat deze eilandengroep geweest is en had kunnen zijn. De verschillende eilanden liggen daarentegen te schitteren in de zon, de stranden worden elke dag witter en de kokospalmen talrijker.

Maar ergens in deze stille en uitzichtloze gemeenschap schuilt een diamant, een verborgen schat aan positivisme. Ze leert de jongeren kansen te grijpen maar vooral te zien wat de toekomst te bieden heeft.

Zuster Malia is zo'n diamant. Ze is de directeur van één van de middelbare scholen en probeert zoveel mogelijk uit een dag te halen. Er heerst een enorm tekort aan goede leraren en materiaal. De gebouwen kreunen nog steeds onder de beschadigingen die de orkaan aanrichtte : een vleugel van de school werd drie jaar geleden gerenoveerd maar blijft op slot, de instanties geven hem maar niet vrij. Ondertussen zit het secretariaat aan een schilderstafel tussen opgeslagen freesmachines, draaibanken en kookvuren in een oude turnzaal. Het kopieerapparaat staat in een ander opslaglokaal waar het stopcontact werkt, de leraarskamer is een hoopje stoelen tussen restanten van het archief in een afgeleefd klaslokaal.

Er zijn geen fondsen om de school draaiende te houden maar dat houdt haar niet tegen om elke dag met een glimlach te beginnen en te blijven zoeken naar manieren om de school werkend te houden.

Eerder nam Dragonsbane haar en enkele kids mee op uitstap en gaf zo de leerlingen een klein beetje een bredere kijk op het leven. Wij willen hen ook graag helpen en hen een uitzonderlijke dag aanbieden en nemen zaterdag (zo hoeven ze geen lessen te missen) een aantal kinderen mee aan boord. Hoe dat verliep lees je in deze blog.

Dankzij die fantastische zeildag met de kids kregen we plots een totaal nieuwe kijk op de mensen in Ha'apai. Het leven is er niet makkelijk, iets nieuws starten durven de meesten niet. Waarom zouden ze als de volgende orkaan alles weer kan verwoesten? Er is weinig initiatief, de mensen zijn verre van proactief maar onder dat masker van onverschilligheid zitten enorm lieve mensen verscholen. De kinderen zien hier geen toekomst, ze willen zonder uitzondering hun geluk beproeven in het buitenland.

We blijven niet lang in de hoofdstad, het is geen erg mooie plek en vaak onbeschut bij de heersende winden. Net als in de Vava'u groep bestaat Ha'apai ook uit verschillende (vaak onbewoonde) eilanden waar het heerlijk toeven is, het is gewoon kwestie van het juiste eiland te kiezen bij de wind van de dag. De stranden vechten om een plek in de top 3, sommigen staan zelfs in National Geographic op 1 maar we kennen er minstens 10 die dezelfde plaats verdienen. De ankerplekken liggen vaak een dag zeilen van elkaar en het is genieten van het opkruisen op vlak water, al wil de vis -zelfs als we door scholen laveren- niet bijten of zijn de haaien ons te snel af en halen we enkel de kop van een mooie, dikke yellowfin boven...

De oversteek naar Nieuw-Zeeland is één van de meest beruchte : we verlaten de tropen en varen door instabiele weersystemen. Voor het eerst in een jaar tijd draait de wind naar alle kanten (weer aan de wind zeilen en schuin hangen), krijgen we meer en meer regen (Waar liggen de zeilpakken en de laarzen?) en wordt het koud (Lange broeken? Truien? Fleecen? Sokken? Help!)

Bij andere cruisers merken we de stijgende zenuwachtigheid op. Er wordt gepraat, gediscussieerd en meestal leveren die discussies niet echt meer geruststelling op, integendeel. Sommige cruisers zijn simpelweg doodsbenauwd en laten zich compleet gek maken. 
Daar doen we niet aan mee en we proberen dan ook grote bijeenkomsten en drukke ankerplekken te vermijden.
We volgen de systemen elke dag op en als we het allebei ok vinden, gaan we. We krijgen bijna zeker een front over, dat is onvermijdelijk.
Eens we vertrokken zijn, kunnen we niet meer terug en moeten we er door. Logisch, simpel en niets aan te veranderen, we kunnen alleen hopen op het beste.

Onze laatste dagen trekken we met Omweg naar Uonukuhihifo. Het doet pijn om hier voor het laatst over het eiland te wandelen, te genieten van de prachtige wandelingen, schelpen te verzamelen, kokosnoten te drinken, vuur te maken en pannenkoeken te bakken op de Cobb terwijl de varkens over het strand lopen, de vleermuizen over ons hoofd vliegen en de slangen graag een plekje op de picnicdeken veroveren. We beseffen maar al te goed dat dat allemaal voor een lange tijd laatste keren zijn. Dit blauw water gaan we lang niet zien, die heerlijke eenzaamheid gaan we lang niet meer ervaren. Het helemaal op jezelf aangewezen zijn, het gebrek aan regeltjes, het roeien met de riemen die je hebt en daardoor net creatiever zijn dan ooit, het totale ontbreken van luxe en materialisme en dat als de grootste luxe ooit beschouwen. Kortom ons leven in het paradijs komt aan het einde van zijn eerste episode.

En dat doet pijn!

We hebben de laatste vijftien maanden een droomleven geleid en beseffen maar al te goed wat een uitzonderlijke ervaring dit geweest is. We hebben de wereld leren kennen op een manier waarop de meeste mensen haar nooit zien. We hebben dit samen kunnen doen en het leuke is, we willen eigenlijk allebei maar één ding : dit leven samen verder leiden!
We'll be back! Absoluut! We komen terug!

Vanavond nemen we afscheid van Uonukuhihifo, van Ha'apai, van Tonga en van de Pacific met nog één perfecte barbecue (zonder vis). Morgen zetten we zeil naar Nieuw-Zeeland waar ons nieuwe en andere avonturen te wachten staan.

(Als je dit leest zijn we al in Nieuw-Zeeland aangekomen)

First time in Ha'apai

 

John, Johnny, Oafa en Oafai liggen luidkeels zingend op het voordek. Zuster Malia zit breed glimlachend in de kuip, haar kapje werpt ze eventjes over de haag en steekt ze in haar tas. Vandaag geen strenge directeur, vandaag even geen strikte non.

Vorige week kwamen we via een bevriende boot in contact met Malia (het Tongees kent geen 'r', Maria wordt dus Malia). Terwijl ze ons wegwijs maakt op haar school zingt ze liedjes uit de Sound of Music en wanneer we haar en wat kinderen uitnodigen voor een dagje zeilen schitteren haar ogen van plezier en kan ze nauwelijks een vreugdekreet onderdrukken. Op de vraag wie er zou meegaan als begeleiding laat het antwoord niet lang op zich wachten : "Ik natuurlijk!"

Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg

Vanmorgen kiezen we samen met Omweg het ruime sop. Wij krijgen vier jongens en Malia aan boord, op Omweg monsteren drie leerlingen en zuster Sila aan.
We doen het rustig aan met twee reven in het grootzeil en een puntje genua. Het is voor de kinderen de allereerste keer op een zeilboot dus teveel schuin hangen willen we niet. Maar het lijkt alsof de jongens heel snel aan het bewegen van de boot gewoon zijn. Ze lopen over en weer alsof ze nooit anders deden.

Ze zitten vooraan te zingen, roepen de ziel uit hun lijf naar Omweg waar zuster Sila boven alle anderen uitkomt als ze hen van antwoord dient. Vaguebond lijkt wel het decor voor een fotoshoot of film. De hele dag wordt er geposeerd, foto's getrokken van alles wat beweegt en 101 filmscenario's nagespeeld of uitgevonden. Elke film begint met "First time in Ha'apai!". Malia vertaalt regelmatig wat ze bedisselen : nu doen ze alsof het hun boot is en leiden ze mensen rond, nu zijn ze ontdekkingsreizigers die voor het eerst land zien (Hapa'ai, Fiji, Australië, Amerika), nu zijn ze piraten en gaan ze Omweg enteren.

Af en toe zoekt er eentje de rust op en komt bij ons in de kuip zitten. Regelmatig krijgen we zo een nieuwe stuurman. Hun Engels is niet fantastisch maar Malia fungeert als perfecte tolk. Ze lijken zich helemaal op hun gemak te voelen tussen een stel vreemde Europeanen en hun directeur.

Bij elk manoeuvre hebben we hulp : touwen lossen of aantrekken, boeien lossen, zeilen hijsen, sturen, ... De ene heeft wat meer interesse in het zeilen, de andere zoekt nieuwe liedjes op youtube die ze dan samen zingen (stuk voor stuk nummers in hun eigen taal) maar ze vinden het allemaal heerlijk op het voordek.

Die glimlach krijg je de eerste dagen echt niet van hun gezicht af!

Wanneer we terug in de haven zijn willen ze niet van boord. Zelfs het vooruitzicht elke dag vis te moeten kuisen, koken en afwassen schrikt de jongens van 16 niet af. Ze koken met plezier en vis kuisen kunnen ze al van kindsbeen af.

Wanneer Ivan Oafa en John weer aan land dropt en met het tweede stel even langs Omweg vaart, worden we uitgenodigd voor het verjaardagsfeestje van Frans. Aan de kant brullen de jongens dat ze weer mee willen en niet veel later staan we allemaal aan dek bij Omweg. Ze genieten duidelijk van het zingen en laten het ene na het andere juweeltje horen. In drie stemmen en begeleid door de nonnen op de gitaar. Een van de meisjes toont ons een Tongese dans waarin vooral de subtiele bewegingen van handen en hoofd indruk maken. Ook de jongens willen niet achterblijven en tonen graag hun deel van de traditionele dans.

Dit is pure kunst!

Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg

De hele dag vallen we van de ene verbazing in de andere, deze jongens leven echt een totaal ander leven dan de kinderen in Europa...
Ondertussen wordt alles nog steeds vastgelegd op hun telefoons en op Sila's iPad. Nog voor een liedje ten einde is staat het al op Facebook. Zo mooi om te zien hoe hun traditionele cultuur waar ze duidelijk fier op zijn, naadloos samengaat met de 'moderne' wereld!

Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg

Zij hebben de dag van hun leven vandaag! 
Maar ze beseffen waarschijnlijk niet welke prachtige dag ze ons zelf gegeven hebben!

Ilona Kooistra @ Omweg
Ilona Kooistra @ Omweg

Vavau Raceday - The Movie

Jeanette van EchoEcho was onze OBR (On Board Reporter) tijdens de Raceday in Vava'u.

Ze heeft er een heel werk van gemaakt om deze dag in beeld te brengen en nu het internet meewerkt, willen we je het resultaat dan ook niet onthouden.

Hierbij Vaguebond's allereerste film : Vava'u Raceday - The Movie (by EchoEcho)!


Nu we de volgende veertien dagen op zee zitten en buiten bereik van internet, hebben we nog een paar dingen in de pijplijn zitten die onze walkapitein online zal zetten. Waarvoor dank.


Vava'u - Kies je eiland maar uit

Noem het slechte planning, wij noemen het een verdomd snelle boot!

Veel sneller dan verwacht ronden we de noordkaap van Vava'u, de noordelijke eilandengroep van het Koninkrijk Tonga.

We proberen altijd in daglicht aan te komen en planden onze aankomst eigenlijk pas de volgende ochtend, moesten we trager zijn dan voorzien, hebben we de hele dag om binnen te lopen en onze weg te vinden tussen de tientallen eilandjes en riffen. Maar Vaguebond is ons te snel af en levert ons, na anderhalve perfecte zeildag, al net na zonsondergang af voor de ingang van Neiafu, de hoofdstad.

Eén van de weinige wetten aan boord is om nooit een onbekende plek in het donker aan te lopen. Kaarten, plotters en gps'en zijn niet altijd perfect op elkaar ingespeeld en durven je positie wel eens enkele tientallen tot honderden meters verkeerd op de kaart zetten : jij denkt dat je perfect tussen twee riffen vaart want zo zie je het op de kaart maar in realiteit vaar je er recht op.

Overdag zie je meestal waar de opening is maar 's nachts is niets wat het lijkt.

Ook zijn lang niet alle kaarten zo perfect gedetailleerd als in Europa en staat er soms een ondiepte, een rif of een verloren rotsblok gewoon niet op, kunnen boeien op drift slaan of onverlicht zijn en zijn aanlopen die overdag makkelijk zat blijken, 's nachts vaak onbegonnen werk. Buiten wachten dus tot het licht wordt...

Op minder dan 38 uur legden we de 250 mijl af, we zeilden zelfs zo bliksemsnel dat we zondag maar meteen oversloegen en hier maandag aankwamen. We zijn zomaar een hele dag kwijt. Doe ons dat maar eens na (of lees deze blog)!

Dat maakt het hele inklaringsgedoe direct begrijpelijk. Ook deze mannen zoeken nog steeds naar die verloren zondag, en daar doen ze heel lang over. Het duurt bijna drie uur voor iedereen de revue gepasseerd is : de quarantaineman, de gezondheidsman (die met zijn 150kg de auto neemt om de 15m af te leggen van de ene naar de andere boot) en de customsman (die zijn aktetas aan boord laat staan terwijl hij nog even snel een boodschap in de stad gaat doen voor hij onze papieren komt afwerken). Niemand weet wie je nu eigenlijk hoeveel moet betalen en de gezondheidsman troggelt iedereen een 'vrijwillige bijdrage' af zonder daarvoor een ontvangstbewijs te leveren, wat de customsmannen dan weer laaiend maakt want zij willen die corrupte lui niet hebben, ze geven Tonga een slechte naam. Net nu men hier hoopvol naar de toekomst kijkt en blij is met de nieuwe regering die misbruik afkeurt. De gezondsheidsman kan zich daarentegen wel elk jaar een nieuwe gouden tand veroorloven...

©Omweg
©Omweg

Maar na drie uur kan onze gele Q-vlag (die we vanochtend bij zonsopgang gehesen hebben) gestreken worden en pikken we de laatste vrije boei op voor de stad. Het ligt hier vol oude (en minder oude) bekenden en voor we het weten schrijven we ons dan toch in voor het Vava'u Blue Water Festival; een hele week vol festiviteiten, seminaries, etentjes en feestjes voor cruisers op weg naar Nieuw-Zeeland georganiseerd door de havens en toeristische diensten van Opua en Whangarei. Op zich niet meteen iets voor ons maar we moeten ruiterlijk toegeven dat we ons hier een hele week enorm hebben geamuseerd!

We leerden meer over het weer en hoe we best horrorverhalen over de oversteek naar Nieuw-Zeeland vermijden, waar we best onze ongelabelde blikken opeten terwijl we wachten op het volgende (en juiste) hogedrukgebied (op Minerva-reef tijdens een (blikken)potluck bij laag water, bij hoog water loopt het rif helemaal onder en kan je geen barbecue houden) , welke dingen we nu wel (maar vooral niet) Nieuw-Zeeland binnen mogen brengen en hoe we wijs moeten raken uit de berg papieren en formaliteiten die nodig zijn om het land binnen te mogen.

Omdat de boog niet altijd gespannen kan staan kregen we ook voldoende afwisseling : naast kroegentochten met verkleedshows (moet dit echt?), travestietenshows (daar zaten we nu echt al maanden op te wachten!) waren er gelukkig ook dingen bij die de minder excentrieke cruisers aantrokken. We werden verrast door een wervelende zang- en dansshow op de plaatselijke kleuterschool. De ouders zorgden voor een fantastisch buffet aan lokale specialiteiten. Omdat de school geen enkele subsidie ontvangt en haar bestaan vooral dankt aan de inzet van Dorothy, de directeur en giften van ouders, sympathisanten en cruisers houden ze hun jaarlijks feest tijdens het Cruiser Festival. De directrice doet wat ze kan om alle kinderen gelijke kansen te geven en biedt zelfs huiswerkbegeleiding en leestraining aan voor de kinderen in de lagere school.

Het geld dat door de cruisers verzameld wordt leverde de school al een omheining rond het domein op, een trampoline en dit jaar hopen we een kopieer-/scan-/faxmachine te kunnen kopen.

Daarnaast was er een ruilbeurs (iemand extra dikke truien nodig, een koffiemolen of touwen van 100m lang?) en ook een bezoek aan de plaatselijke werf (met gratis barbecue, bier en kava (nee, geen Cav(i)a)!). Alles afgewisseld met ontbijtjes, pizzanights, stage party's en diners voor het luttele bedrag van 50 Pangai Dollar (=20€)!
Als klap op de vuurpijl namen we nog eens deel aan een zeilwedstrijd en kwam voor het eerst in meer dan een jaar de spinaker nog eens uit de zak. Met alle gevolgen van dien : Vaguebond won overtuigend in de monohull-klasse! Met dank aan Ilona en Frans (Omweg) en Jeanette en Neil (EchoEcho) voor de perfecte crew! Lees meer in deze blog.

Maar na meer dan een week krijgen we toch weer genoeg van alle drukte en zoeken we terug de kalmte op.

 

Vava'u bestaat uit een vijftigtal eilandjes met 40 ankerplekken, allemaal genummerd (volgens Neil van EchoEcho omdat de namen van de eilandjes niet uit te spreken zijn). Alle boten die zich hier verzamelen om naar Nieuw-Zeeland over te steken verspreiden zich over die 40 plekjes wat maakt dat het hier helemaal niet meer zo druk lijkt als in de stad. Je merkt dat sommige boten graag mensen om zich heen hebben en bijna dagelijks sundowners, barbecues en feestjes organiseren, anderen zoeken dan weer graag de rustige en afgelegen plekjes op. Wij behoren duidelijk tot de laatste groep en doen maar af en toe mee aan zo'n feestje.

Vandaag liggen we lekker helemaal alleen op ankerplek 40 (Avalau), achter ons zien we de meute boten die de vorige dagen nog samen op ankerplek 7 (Port Maurelle) sundowners en feestjes hielden, afzakken naar ankerplek 16 (Vaka'eitu) waar vanavond een 'Tongan barbecue' gehouden wordt. Wij blijven mooi hier, ik heb een vers hard kaasje gemaakt, er is vers brood en pizza van een mislukt deeg en we rapen vanmiddag onze kokosnoten voor de aperitief, meer moet dat niet zijn! We zien bijna alle boten nog terug of op Ha'apai of op Minervareef of in Nieuw-Zeeland. Sommigen staan zelfs op dezelfde werf als wij.

Vava'u is een perfect cruisersgebied. De verschillende ankerplekken op korte afstand van elkaar maken het een makkelijk zeilgebied (al zijn sommige ankerplekken niet makkelijk wegens slechte bodem en massale aanwezigheid van bommies). Er is voor ieder wat wils, eenzaam en alleen, ver weg van alles of beschutte baaitjes met een groot strand en een restaurant of bar.

De duikplekken zouden ongelofelijk mooi zijn en ook voor snorkelaars is dit een waar paradijs, we zagen hier vissen die we nog nooit eerder zagen en Tanja van Dragonsbane maakte een leuk filmpje over ons bezoek aan de Mariner's Cave.

In de stad vind je een markt met vers fruit en groenten en ettelijke Chinese supermarkten waar je altijd wel iets vindt maar om je boodschappenlijst af te werken moet je minstens zes van die winkels langs. Neiafu biedt ook een mooi aanbod aan restaurantjes.

We zijn enorm onder de indruk van de zondagsmis, de mensen zijn prachtig uitgedost : de mannen in traditionele rokken met een brede heupgordel van geweven kokosbladeren, de vrouwen in hun zondagse jurk al dan niet met een bovenkleed van geweven bladeren, de kinderen in hun feestelijke outfit, de jongetjes van vijf zelfs met een dasje, ook de baby's hebben een geweven band om. Het koor zingt vanuit de middenbeuk, tussen de mensen, in vier stemmen. Ik krijg kippenvel van het prachtige zingen en de passie waarmee bijna de hele kerk meezingt.

©Vava'u Blue Water Festival
©Vava'u Blue Water Festival

Tijdens het afsluitdiner van de Vava'u Blue Water Festivalweek speelt de brassband van de High School met hart en ziel! Omdat we boven op het terras zaten werden enkel onze oren gestreeld door de passionele muziek maar toen ik naar beneden ging om hen in actie te zien bleek ook dat een spektakel op zich. De jongens sprongen al spelend in het rond, over de stoelen, slingerend tussen de banken en zonder ook maar één valse noot. Ze hadden duidelijk plezier in hun avond en konden niet eens zien hoeveel plezier ze ons boven deden!

Toen ik hen ging zeggen hoe fantastisch ze speelden, kreeg ik nog applaus ook! Zo blij waren ze met het complimentje!

Wat het voor de cruisers helemaal leuk maakt is VHF-kanaal 26. Normaal roep je elkaar op op het noodkanaal 16 en schakel je nadien over op een babbelkanaal van je keuze. Hier echter staat 26 ten behoeve van alles en iedereen. Over de hele Vava'u groep staan repeaters zodat kanaal 26 overal luid en duidelijk te verstaan is (nvdr, sommige kanalen werken maar op korte afstand wat maakt dat je niet altijd kan praten met iemand die op een andere plek voor anker ligt).

Elke ochtend verzorgt een andere middenstander het radionet en verkondigt de acties van de dag, de feestjes en promoties in de stad, de kortingen en speciale menu's bij de restaurantjes. De hele dag hoor je boten elkaar oproepen, afspraken maken, feestjes organiseren, tips geven en vragen over anker- en snorkelplekken, ...
Bovendien hebben we hier tot op de verste eilanden 3G-ontvangst voor een prikje!

Momenteel liggen we op één van de zuidelijke eilanden. De horizon wordt afgebakend met tientallen eilandjes en rotsformaties afgeboord met witte zandstranden en kokosbomen. We liggen in nog feller en lichter water en gisteren zagen we zelfs nog een late walvis in de baai. Morgen gaan we nog een eilandje verder en morgenavond vertrekken we naar de middelste eilandengroep van Tonga, Ha'apai.

Onze laatste stop voor we aan de oversteek naar Nieuw-Zeeland beginnen.

Maar eerst nog wat kokosnoten rapen en een aperootje maken!

Race Team Vaguebond

Woensdagmorgen wordt het plots enorm druk rond mijn romp en maken twee bijbootjes zich aan mijn boei vast. An en Ivan laten het zomaar gebeuren en helpen de eigenaars zelfs aan boord. Wat is hier allemaal aan de hand? Waarom al die drukte? Kan ik nu eens niet gewoon lekker rustig wakker worden?

Geen vijf minuten laten zie ik een vreemde (blonde) vrouw met Ivan in Dingel wegstuiven. An blijft lachend aan boord! Terwijl Ivan er met een blondine vandoor gaat??? Ik begrijp er minder en minder van, ze zijn hier compleet gek geworden!

©svEchoEcho
©svEchoEcho
©Omweg
©Omweg

Terwijl Ivan weg is hijst An mijn grootzeil terwijl ik nog aan de boei lig en het lijkt erop alsof ze de anderen de opdracht geeft om zo snel mogelijk weg te geraken. Wat heb ik gemist? Ze hebben geen ruzie gemaakt, leken het perfect met elkaar te kunnen vinden en zaten vanmorgen nog gezellig met zijn tweetjes te ontbijten en nu dit?! Kan iemand mij aub iets uitleggen?


Tien minuten later zijn die blondine en Ivan al terug (ze blijkt Ilona te heten en samen met haar man Frans op Omweg te zeilen).

Mijn motor wordt gestart en zonder pardon in 3000 toeren gezet. Ik moet al mijn 40 pk's uit de kast halen om ergens te geraken! Puffen zeg, normaal laten ze mij nooit meer dan 2000 toeren draaien!

En dan valt mijn Frank - Euro - Nieuw-Zeelandse Dollar, Pangian Dollar (schrappen wat niet past), dit is een wedstrijd! Maar wel eentje met iets minder conventionele regels, eerder in de stijl van de Goofies (winterwedstrijden in Colijnsplaat, altijd garant voor een hilarische -en ijskoude- zeildag) of de Reetkevertrophy (minstens onderhevig aan een overdosis lol en originele tactieken). Herinnert iemand zich nog de weggegooide zeillaarzen, toegangshekken met een nieuw slot en in het geniep vastgebonden landvasten?

Hier ontdek ik een Le Mans-start vanuit het clubhuis : op het startsein rent iedereen naar zijn bijboot en racet zo snel mogelijk terug naar de zeilboot om nog sneller dan mogelijk los te gooien en naar de startboei te motoren (gehesen grootzeil is dan een pluspunt net als een snelle bijboot).
Waarom Ilona en Ivan niet alle andere bijboten hebben losgegooid aan het clubhuis zodat de concurrentie niet op hun boten geraakten is mij een raadsel, dat zou ik gedaan hebben! Haha, Reetkevertactieken!

©svEchoEcho
©svEchoEcho

In plaats van mij te waarschuwen of op zijn minst een tas koffie te geven, hijsen ze meteen na de start de spinaker. Serieus, vanwaar al die haast, ik ben nog niet helemaal wakker en ben absoluut zo'n drukte niet meer gewoon, ik ben een cruiser-racer met de nadruk op 'cruiser'! Ik kan er dus echt niets aan doen dat er een zandloper omhoog ging!


De tweede keer was ik er klaar voor maar brak de spiboom af! Toen bij de derde poging de spinaker perfect omhoog ging (gelukkig kreeg ik voor ons vertrek in België nog een tweede spiboom) waren we al teruggezakt van eerste naar derde positie.

©svEchoEcho
©svEchoEcho

Voor een wedstrijd ging het er behoorlijk losjes aan toe : er werd gezellig getetterd, veel gelachen en ook op gastronomisch vlak was dit zeker de moeite waard. Beetje bij beetje raakten we dichter bij onze grootste concurrent, Dragonsbane. Ik hoorde An gisteren nogal grootmoedig over mijn racekwaliteiten (waar haalt ze het, zo bluffen?!) praten met Jonas die crewde op onze concurrent.

©svEchoEcho
©svEchoEcho

Tot mijn grote verbazing besliste Ivan om een totaal andere route te kiezen dan de twee boten voor ons. Maar hij kreeg gelijk! Neil (EchoEcho) winchte dat het een lieve lust was, Ivan stuurde nauwkeurig op An's aanwijzingen en tactische slagen, Frans volgde trouw met de genua, Ilona hielp bij de overstagmanoeuvres en Jeanette filmde alles heel nauwgezet. Als ik het goed heb moet je onderaan deze blog mijn eerste film kunnen zien, so cool!

 

Je vindt het filmpje binnen enkele dagen op de blog.

©Omweg
©Omweg

©svEchoEcho
©svEchoEcho
©svEchoEcho
©svEchoEcho

Het kruisrak naar de finish werd heel spannend met drie boten enorm kort op elkaar maar ik amuseerde me opperbest! Mijn baasjes weten hoe ze me blij kunnen maken en goeie slagen op het juiste moment lonen! We staken Dragonsbane mooi voorbij (met twee professionele schippers en racetrainers aan boord), lieten Quatsimo 2 (met Lorna Saunders als schipper een professionele racester  op Open60's -of hoe noem je een race-vrouw?) ondanks alle pogingen om ons in te halen mooi achter ons en hadden nu nog enkel Tactical Directions (met de enige echte Tony, matie) voor ons, een catamaran. En nog eentje die aan de wind kan zeilen ook, krijg nu wat!
Gelukkig racet hij in de multihull-klasse en voor ons dus buiten categorie (al blijft hij beweren van niet :-) ).


©svEchoEcho
©svEchoEcho
©Omweg
©Omweg

Maar eens de finishboei gerond zag ik niemand om onze tijd op te meten of om ons af te vinken op de lijst. Ik zag daarentegen An en Ilona hun bikini's aandoen en snorkelgerief nemen. Maar ik voelde niets mis, niet aan mijn roer, niet aan mijn schroef, niet aan mijn kiel, ik voelde me eigenlijk nogal euforisch. Tot ik begreep dat de finish niet aan de boei was maar dat de meisjes voor de bar van boord gegooid werden om zo snel mogelijk naar de kant te zwemmen. De line honours haalden ze niet, 2gp (girlpower) wegen echt niet op tegen een bijboot met 30hp (van Tactical Directions) ! Onze 'geheime tactiek' om naar de finish te zwemmen kreeg onmiddellijk navolging en al snel kwam ook Jonas die op Dragonsbane crewde, het terras opgelopen.

Het grote voordeel om als 'zwemmer' ingezet te worden is zonder meer dat je voor alle anderen in de bar belandt ... (grijns)

In de monohull-categorie eindigden wij eerste, Quatsimo2 tweede (met een '2' in je naam ben je gedoemd als tweede te eindigen, niet?) en Dragonsbane derde.

©svEchoEcho
©svEchoEcho

En mijn naam prijkt nu wel als allereerste Europese, Belgische en niet Ozzie, of Kiwi op de trofee van de Vava'u Blue Water Festival Friendly Race!

©VavauBlueWaterFestival
©VavauBlueWaterFestival

Jeanette, Neil, Ilona, Frans, An en Ivan, merci voor een heerlijke zeilmiddag! Het deed zo'n deugd om nog eens te mogen racen, ik glim van trots (en ook een beetje omdat Ivan mijn onderwaterschip weer gekuist heeft)!

Waar is de tijd gebleven?

Op Niue werden heel wat verjaardagen gevierd. Geen enkele boot waar een jarige aan boord was vertrok in de volgende week. Niet omwille van bijgeloof (denk ik) maar niemand wilde het risico lopen zijn of haar verjaardag te missen.

Verjaardag missen ? Hoe kan dat ?

Dat heeft alles te maken met de datumgrens.

 

Op onze tocht van Niue naar Tonga steken we de datumgrens over. Dat wil zeggen dat we zomaar onze klok 24 uur verder moeten zetten en er een hele dag in het niets verdwijnt, oplost, vervliegt.
Als je net op dat moment jarig bent heb je simpelweg geen feestje maar ben je toch mooi een jaartje ouder en dat vinden de meesten niet echt iets om naar uit te kijken. Als je dan toch ouder wordt, dan mag er gefeest worden ook!

By ArnaudF
https://nl.wikipedia.org/wiki/Internationale_datumgrens#/media/File:Dateline-animation-3deg-borderonly-180px.gif

 

Maar hoe komt dat nu, die datumgrens?

 

In Europa leven we in de tijdzone GMT+1, waarin GMT staat voor 'Greenwich Mean Time. Andere namen voor deze universele tijd zijn UTC en Zulu.
Om kort door de bocht te gaan : ooit werd op de nulmeridiaan de tijd vastgelegd wanneer de zon in haar hoogste punt de nulmeridiaan passeerde en dat werd DE tijdsreferentie voor de hele wereld.

 

Waarom wij dan een dag kwijtspeelden?


Even wat theorie : de aarde is rond (en vormt rond de evenaar een cirkel) daar is momenteel het merendeel van de mensheid het over eens (misschien dat een zekere Donald T. uit de US of A daar anders over denkt). 
Een cirkel telt 360 graden.
Een dag telt 24 uur.
De aarde draait op 24 uur rond haar as, dat is 360 graden.
Deel 360 (graden) door 24 (uur) en je krijgt 15 (graden per uur).

http://www.icsm.gov.au/mapping/images/time_zones.jpg
http://www.icsm.gov.au/mapping/images/time_zones.jpg

Het laatste jaar zetten wij dus bij elke 15° die we vorderden naar het westen onze klok 1 uur terug. Dat deden we ondertussen al 13 keer en nu zitten we op de datumgrens waar GMT-12 en GMT+12 elkaar tegenkomen.

Als wij naar het westen blijven varen en trouw elke 15° onze klok verzetten, zouden we thuiskomen en 24 uur achterlopen, onze tijd en jullie tijd zou 24 uur verschillen, afspreken zou een ramp zijn want iemand van ons zal nooit op tijd zijn. Ons weekend zou een dag later beginnen dan dat van jullie (maar de files zullen op onze vrijdag, jullie zaterdag, dan weer veel minder zijn). Jullie zouden 'morgen' leven en wij 'gisteren' ook al zijn we niet van gisteren.

En daarom is er de datumgrens! Vanuit de nulmeridiaan tel je 12 uur op naar het oosten (GMT+...) en vanuit diezelfde meridiaan tel je 12 uur af naar het westen (GMT-...). Waar de twee elkaar tegenkomen, hier dus, zit je met een tijdsverschil van 24 uur dat we voor het gemak laten oplossen. Was alles maar zo eenvoudig!

Dag dag dus!

Niue - Een boek vol verhalen

Niue is een verhaal apart. Of eerder een boek. Een boek om te koesteren.

Na 14 dagen zijn mijn batterijen helemaal leeg maar mijn hoofd en hart lopen over van de herinneringen aan fijne ontmoetingen, fantastische mensen, mooie plekjes, prachtige grotten, fenomenale duiken, talrijke feestjes en heerlijke momenten.

Niue laat een diepe indruk na, het lijkt alsof alle goedheid, vriendelijkheid, gastvrijheid en vooral vertrouwen zich op dit piepkleine (260 km2) koraalbrokje midden in de Stille Oceaan verzameld heeft.

Je laat je boot de hele dag open, zet geen slot op je bijboot of buitenboord en laat je boodschappen in de bijboot of zelfs op de kade achter terwijl je naar een andere winkel wandelt. Het autoverhuurbedrijf vraagt je geen papieren of voorschot, net zo min als de duikbegeleider, je leent de auto van de yachtclub als je hem nodig hebt, je neemt een drankje uit de koelkast en legt je geld gewoon op de balie, ook als er niemand thuis is en de deur (zoals altijd) wagenwijd open staat. Ben je te voet en/of heb je veel inkopen gedaan? Telkens word je opgepikt door de eerste auto die langskomt en afgezet waar je wil. Speciale wensen? Er wordt rondgebeld tot er iemand gevonden wordt die kan helpen.

We voelen ons hier zo welkom en ontspannen dat zelfs het slechtste internet ooit ons hier niet weg krijgt. We kunnen, op een goede dag en na 2 uur proberen, soms mail lezen en een weerbericht checken. Facebook, Skype en bloggen zijn totaal ondenkbaar (tenzij bij het wifikantoor voor 5 NZD/uur).

Nooit eerder hadden we zulk druk sociaal leven. Elke dag staat er wel iets op de planning : de (vroeg)markt om 5.00, snorkelmiddagen rond de boot, weven op de wekelijkse Women's Weavingday (ja, op woensdag), in grotten duiken, eilandtoeren via de prachtigste chasms, wandelen langs de verschillende sea tracks, whale watching op Dragonsbane, liften naar niet eerder ontdekte grotten, Showday op de highschool, verjaardagstochtjes naar nog mooiere grotten, uit eten, apero's en andere feestjes aan boord of aan land en wasdagen met zeezicht.

Tot enkele weken geleden zetten we onze VHF nauwelijks aan maar nu wordt hij even onmisbaar als de gsm in ons vorige leven. Hij staat altijd aan en gaat overal mee. En aangezien iedereen altijd meeluistert bij een oproep, weten we altijd wat de andere boten gepland hebben of afspreken. Omgekeerd geldt dat niet, wij spreken Nederlands...

Niue is een uitzonderlijk eiland, ook wat de natuur betreft. Het bestaat voor 100% uit koraal en limestone en door het gebrek aan een zandbodem is de helderheid van het water fenomenaal. Al snorkelend zie je zonder problemen de zeeslangetjes op 20m diepte, al duikend kan je zelfs op 20m nog eens 20m dieper kijken. Je kan de kleuren van het water in de tientallen grotten zo mooi niet dromen en ook de vissen waren nog nooit zo fel gekleurd als hier. Ondanks de basis van koraal is Niue opvallend groen.

Taro, Niue
Tania@Dragonsbane

 

Het nationale gewas is 'taro' een soort dikke wortel met lage glycemische index. De overheid probeert de bevolking aan te zetten tot gezondere eetgewoonten want sinds de invoering van de (enige) supermarkt, vol blik en hamburgers, chips, koekjes en klaargemaakte bereidingen, zijn de mensen ervan overtuigd dat dat gezond eten is en swingen suikerziekte, hoge cholesterol en hartziekten de pan uit.

Wat de natuur hen biedt laten ze helemaal links liggen : kokosnoten en papaya's beschouwen ze als varkensvoer. Ze zullen nogal raar opgekeken hebben toen wij met ons busje als dieven in de nacht kokosnoten aan het rapen waren voor onze rum/kokosapero en groene papaya's plukten voor onze slaatjes! Spijtig voor ons, gelukkig voor de beestjes lukte het niet om één van de duizenden kippen te pakken te krijgen voor de drumsticks... De lokale bevolking eet liever de vette diepgevroren (en ingevlogen) kip.

 

Tijdens onze excursies ontdekken we ontzaglijk veel varianten van 'de mooiste der grotten' met een onoverkomelijke lijst van perfecte snorkelplekjes, de ene al wat makkelijker te bereiken dan de andere. Soms voelen we ons echte ontdekkingsreizigers, klauterend over rotsen, glibberend tussen stenen, klimmend over kliffen om telkens uit te komen in een spectaculaire grot of pool. De moedigsten onder ons gaan dan ook nog op zoek naar een nieuwe, niet eerder ontdekte (zo geloven we het graag) doorgang door de grotten naar de zee. Het is genieten van het samenzijn met deze groep mensen die allemaal hun verhaal hebben over de reis die we allemaal bijna tegelijk gemaakt hebben, ieder op zijn manier, op zijn boot, met zijn ervaringen en indrukken.

We krijgen een enorm mooie kans aangeboden om samen met Dragonsbane op 'whale research' te gaan. Zij gaven zich op als vrijwilliger om elke dag met Fiafia, de walvisonderzoekster op zoek te gaan naar walvissen. Na de eerste week hier verbaast het ons nog allerminst om een fontein of een vin van een walvis te zien, ze zitten hier elke dag. Maar wat we die middag zagen op Dragonsbane tartte onze verbeelding. We hadden het ongelofelijke geluk om een mama met kalf te zien die gevolgd werd door een mannetjeswalvis (haar escort) die haar probeerde te imponeren. Flirten voor walvissen dus!

Spijtig genoeg (maar zo gelukkig voor ons) moest mama walvis niets hebben van de avances van de macho en zwiepte met haar staart, draaide zich om en om en stak afwerend haar borstvinnen in de lucht om hem dat duidelijk te maken. Maar de Don Juan wist van geen ophouden en wij aanschouwden dit spel uren aan stuk vanop de eerste rij!
Frans wist voor ons een duikmiddag te organiseren naar de 'Chimney's' en de 'Bubble Caves'. De duiken onder de boot kunnen we makkelijk zelf doen maar deze zijn iets ingewikkelder en daar hebben we een gids bij nodig. Het worden onze eerste grotduiken en ze waren zonder meer spectaculair! Op onze eerste duik leerden we hoe Sinterklaas zich voelt als hij door de schouw van een flatgebouw kruipt. We zigzagden door een smalle opening naar een diepte van 27m om uit te komen in een grot waar schitterend blauwe kreeften zich verstopten. Een tweede duik bracht ons via een onderzeese tunnel naar een volledig dichte grot waar een whitetip-haai lag te slapen. Maar aangezien ik nog (lang) niet over mijn haaienschrik heen ben, vond ik het vreselijk : we blokten met vijven de enige uitgang af, wat zou er gebeuren als dit beest het niet fijn vond dat wij hem (haar?) stoorden?
Nee, ik ben geen Cavewoman!

Maar eens uit de grot was de schrik snel verdwenen en slalomden we tussen fantastisch mooie canyons (diepe slingerende gangen van koraal en limestone) waar we een enorme triggerfish zagen (vooral niet op youtube naar filmpjes zoeken!), grote Napoleons en de hele nieuwsgierige 'Joe', een sweetlip. De zeeslangen waar ik eerst nog zo bang voor was, doen me niets meer, ze zijn zo fascinerend om te bekijken! En dat vinden zij blijkbaar ook van ons want ze komen wel heel dichtbij.

Op Niue, de kleinste staat ter wereld (in vrije associatie met Nieuw-Zeeland, leven nog zo'n 1.100 mensen. Het enorme aantal leegstaande huizen verraadt dat er heel wat mensen het eiland verlaten hebben voor een beter leven in Nieuw-Zeeland. Er wordt veel in toerisme geïnvesteerd : de seatracks zijn enorm goed aangegeven, vaak kan je douchen na je wandeling en snorkelpartij en er staan overal (propere) openbare toiletten, er is een infobrochure waar je echt alles terugvindt en de dienst van toerisme is van onschatbare waarde. Toch is er maar 1 kleinschalig resort, een lodge en wat kamers. Geen grootschalig toerisme, geen grof geld, geen 'ik mag hier alles want ik betaal'-gasten en dat is misschien nog de belangrijkste reden waarom Niue zo echt is.

Ook hier zien we veel armoede maar is het gemeenschapsgevoel groot en zijn de mensen met erg weinig gelukkig. Stress is weer eens een onbekend vies woord.

Er wordt hier heel wat afgevierd : we worden door drie knotsgekke Nieuw-Zeelandse meiden uitgenodigd op de lokale weekendfuif (maar die laten we maar voor wat ze is), er zijn drie verjaardagsfeestjes, aankomstdrinks, afscheidsdrinks, verjaardagsdesserts, potlucks in de yachtclub bij Ira en op Donazita, het dinsdagavondbuffet bij Jenna's, de Wash Away zondaglunch en de lekkere Indische keuken bij Gill's.

Op zaterdag wordt in Alofi High School de maandelijkse 'Show Day' gehouden. Het hele eiland verzamelt zich hier rond de groenten- en fruitwedstrijd. Er staat een massa aan eetkraampjes, mits wat zoeken vind je hier en daar ook iemand die wat handwerk verkoopt. 
De mooiste taro's, bananen, tomaten, meloenen, aardappelen, uien en nog veel meer worden gefotografeerd door de in stijl uitgedoste fotograaf en gewogen door een jury. Al voor de weging wordt bijna alles gereserveerd voor verkoop. We begrijpen niet helemaal hoe het spel gespeeld wordt, wat de categorieën of vereisten zijn maar zijn wel heel blij om een hele tros bananen te pakken te krijgen.

We herkennen wat dames uit de Weaving club (enkel voor 67 tot 87 jaar, we vierden eerder deze week nog de verjaardag van hun oudste dame) in de zangeressen voor de tent en ontdekken een wel erg goed verborgen sushi-kraampje in de koffer van een auto waar de meisjes mijn bakje met de glimlach drie keer zo vol steken als alle andere.
Zelfs de tros bananen naar huis brengen bleek een makkie. De man die ons 's ochtends vroeg een lift gaf, zet ons met plezier weer af aan de werf (Geef me maar een seintje wanneer jullie willen vertrekken!) en wanneer we hem en zijn drie kinderen aan boord uitnodigen kan hun vreugde helemaal niet op. Ze vragen ons het hemd van het lijf en gillen het uit van pret wanneer Ivan hen met Dingel over en weer racet.

Ilona@Omweg
Ilona@Omweg

Ook wanneer Ilona en ik op zoek gaan naar een weaving clubje in een naburig dorp krijgen we meteen een lift om daar te ontdekken dat het clubje vandaag niet doorgaat zodat we dan maar te voet nog wat nieuwe seatracks uitproberen voor we weer onmiddellijk een lift naar huis krijgen. De mannen die onze dozen zien bij de duty-freeshop openen ook meteen hun koffer om alles aan de werf af te zetten.

Al is dit eiland één van de duurste dat we al bezochten (een kleine watermeloen kost hier 20 NZD, een brood 7, een liter benzine 2,50), hier spendeerden we ook de beste 5 NZD op een jaar : voor dit luttele bedrag krijg je de sleutel van de douches op de werf, onze eerste echte douche met warm water sinds we uit Panama vertrokken. Elke dag! Je kan er ook je was doen (met de hand uiteraard) maar dan sta je binnen. Er is een wasserette maar die rekent 20 NZD per (kleine) machine en nog eens 20 per droogkast...
Dan is onze eigen wasserette een pak goedkoper en vooral leuker! Gewapend met de tuinslang, bergen was en zeep palmen we een picknickbank in met schaduwdakje en zicht op zee; de emmers op ergonomisch verantwoorde hoogte, een schrobtafel en stromend water. Wat heeft een mens (naast veel plezier en getetter) nog meer nodig?

Na veertien dagen vinden we het allemaal stilaan tijd om verder te trekken. We hebben nog één tussenstop voor we naar Nieuw-Zeeland vertrekken : Tonga, the Friendly Islands (what's in a name?).
Er worden weer fanatiek weerberichten gecheckt en de meesten onder ons beslissen om niet voor woensdag te vertrekken. Er wordt van bitterweinig wind tegen tot absoluut geen wind gesproken. Donazita en Alma vertrokken al eerder, Dragonsbane probeerde deze ochtend de windstiltes voor te blijven en daardoor beginnen plots Omweg's en onze radartjes te draaien... Toch vertrekken? Of blijven?

Omweg gaat uitklaren en Ivan zoekt snel in de chaos aan boord de papieren om mee te gaan terwijl ik nog snel een laatste douche neem. 
Wanneer ik in de yachtclub aankom is het busje dat je na een telefoontje komt oppikken en naar het immigratiekantoor brengt, nog niet aangekomen en daar zijn we blij om. Geen van ons beiden voelt zich goed bij deze plotse verandering van plannen en we zijn opgelucht dat we weer bij zinnen zijn. 
De grootste fout die je als zeiler kan maken is je laten gek maken door iemand anders argumenten en niet wachten op jouw juiste weergat. 
We trapten bijna in deze voor ons nogal heilige Val!

12 uur later bleek het de juiste beslissing te zijn. Terwijl wij een (zeldzame) rustige avond aan boord doorbrachten en heerlijk konden uitslapen, vertrok Omweg maar keerde halverwege de nacht terug. Er stond op zee geen wind en niemand wordt vrolijk van 250 mijl op motor. Groot was dan ook onze verbazing toen we vanochtend ons hoofd buiten staken en hen weer naast ons zagen liggen.
Maar dat opent alweer perspectieven, er moet nog 1 duikje gedaan worden en er is nog minstens 1 restaurantje om te ontdekken en we hebben nog 1 pool niet gedaan. En ook de fles mojito (maquita voor de kenners) moet dringend getest worden door het panel voor we ze in het groot (en duty-free) inslaan... 
Onze laatste avond vallen we weer eens met ons gat in de boter : we krijgen zomaar een stuk van de verjaardagstaart die halsoverkop te voorschijn werd getoverd nadat de jarige terloops aan tafel meldde dat hij vandaag een jaartje wijzer werd. Eén van de gasten aan tafel 'kende misschien wel iemand in het dorp die nog een taart had' en slaagde er nog in die te pakken te krijgen ook, om 21.00 's avonds!

Helemaal Niue!

Dit Niue-hoofdstuk mag dan wel aan zijn eind gekomen zijn maar het boek is nog niet geschreven. Hier komen we ooit terug, deze plek is te speciaal en we zouden maar al te graag meer hoofdstukken aan dit boek toevoegen...

Tania@Dragonsbane
Tania@Dragonsbane

Heremietkrabrace

Gelieve ons te verontschuldigen voor het (weer eens) ontbreken van sprekende foto's bij een lang relaas. Tijdens een oversteek nemen we nu eenmaal heel weinig foto's omdat ze zich niet vaak lenen tot creatieve beelden en/of omdat de omstandigheden het maken van foto's zo goed als onmogelijk maken.


Met zijn drieën gaan we ankerop en sluiten daarmee het hoofdstuk Suwarrow af.

Al snel gaan de genua's de lucht in en eens we de noordelijke kaap van Suwarrow ronden zoekt elke boot de voor haar (hem?) meest geschikte voordewindse zeilvoering. Omweg kiest voor de parasailor, Donazita blijft enkel op genua en wij gaan voor onze favoriete passaatsetting.

We eigenen ons kanaal 16 toe, er is immers niemand meer rondom ons, en staan bijna continu in verbinding met elkaar, dag en nacht. Hoe gek we ook zijn op het alleen-op-de-wereldgevoel, ook dit is geweldig. Er wordt heel wat over en weer gekletst. Over zeilvoeringen, snelheden en posities, over fotoshoots van elkaars boten, over het weer, de vorderingen van onze kefirkweekjes, het al dan niet slagen van onze eerste kaasexperimenten, ...

's Nachts verwittigt Frans ons wanneer hij buien ziet aankomen op de radar en, omdat zowel Donazita's als onze AIS kuren lijkt te hebben, wanneer er een andere boot op de AIS zou verschijnen. Superlief en handig! Zij lopen wachten van 8 uur (wij van 3 à 4) en een babbeltje is ook dan een welkome afwisseling in de lange, warme nachten.

Draai het of keer het hoe je wil, zelfs de meest gemakzuchtige zeiler wordt zenuwachtig als er andere boten in de buurt zijn die met hun neus in dezelfde richting varen.

En dan beland je plots in een wedstrijd, al is het bij ons dan de Snailrace / Heremitecrabrace / Turtlerace (we zijn er nog niet uit) wegens erg weinig wind.

Waar wij normaal gezien heel erg luie zeilers zijn (rond de wereld zeilen maakt je echt niet beter of actiever!), worden er nu zeilen gewisseld en wordt er getrimd dat het een lieve lust is. Op Donazita wordt het uiterste uit de genaker gehaald en horen we dat de schipper nogal energiek aan het trimmen slaat, wat hij in geen jaar gedaan heeft!

Op Omweg doen ze alles om de parasailor aan de praat te houden en wij halen op twee dagen tijd drie keer de kotter naar beneden om het grootzeil bij te zetten of omgekeerd.

De eerste dagen kruipen we vooruit aan gemiddeld 4,5 knopen.

Na twee dagen komt de langverwachte windshift en kunnen we halve wind gaan varen, een koers die alle boten beter afgaat dan voor de wind. De voordewindse zeilvoeringen maken plaats voor conventioneel tuig (grootzeil en genua) en met een paar knoopjes meer wind gaan ook onze snelheden de hoogte in. Straks wordt het nog een Barracudarace / Tunarace / Sharkrace!

Tegen de tweede avond plotten we ieders positie en merken we dat we al bijna acht mijl voor het peloton liggen. Dit loopt lekker!

Waar we de derde ochtend nog net VHF-contact hebben met Donazita maar al te ver weg zijn van Omweg, kunnen we 's avonds geen van beiden nog horen. Gelukkig hebben we twee keer per dag onze babbel op de SSB. Een boot die een dag eerder van Suwarrow vertrok zonder er te stoppen (ze hadden ons verhaal op het radionetje gehoord) sluit zich ook aan bij de race, het is immers veel gezelliger met zijn vieren racen dan alleen.

Momenteel liggen we dus tweede maar het lijkt erop dat we ook Dragonsbane op de hielen gaan zitten. (Niet zo) stiekem zijn we heel trots op onze Vaguebond, ze vaart echt goed en het is heel fijn om complimentjes te krijgen over haar snelheid. Maar geen enkele wedstrijd is al beslist op meer dan 200 mijl voor de finish.

Nacht vier gaan we in met gereefd grootzeil en genua. Het is heerlijk zeilweer, het log flirt regelmatig met de zeven knopen. De wassende maan zit al over de helft en werpt een helder wit licht over de golven en Vaguebond waardoor je nauwelijks een lampje nodig hebt om iets te zien en ik regelmatig opgeschrikt word door wat op het eerste zicht een bliksemflits lijkt maar bij nader inzien gewoon de maan is die plots achter de genua uitkomt. De sterren verdwijnen af en toe achter wat wolken maar ook zonder schitterende sterrenhemels zijn dit zeilnachten om te koesteren.

We hebben nog 200 mijl voor de boeg en een heel twijfelachtig weerbericht : de SPCZ (South Pacific Convergence Zone - een lange golf van onstabiel weer die rond deze breedtegraden heerst) geeft een serieus front op woensdagavond, net wanneer wij zouden aankomen. We kijken niet uit naar een windstilte gevolgd door windstoten van 30 knopen en meer waartegen we moeten opkruisen... Morgenvroeg halen we een extra gedetailleerd weerbericht op om te kijken wat de plannen zijn van deze SPCZ.

Maar nog voor we dat gedetailleerd weerbericht binnenkrijgen merken we dat zelfs dat van 12 uur eerder al niet klopt. In plaats van de voorziene 14 knopen krijgen we het dubbele over ons heen. We gaan van 1 rif naar een tweede en een derde zonder dat onze snelheid ook maar eens onder de zeven knopen zakt. De hele dag waait het schuim van de golven en krijgen we meer douchen dan ons lief is. Even na de middag hebben we er echt geen goed oog in, exacte windvoorspellingen in een onstabiel systeem zijn nog minder betrouwbaar dan gewoonlijk en we slaan voor alle zekerheid onze stormfok aan. Dat is een extreem klein maar ook extreem dik en sterk zeil dat tegen een stootje zou moeten kunnen en speciaal gemaakt is voor heel zware wind.

Ik mag daarvoor naar het voordek en word een paar keer ondergedompeld op een duikende Vaguebond met bergen water over me heen. Toch weer blij met de (onbestaande) klantendienst van (pokkeduur) Musto die een spiksplinternieuw lekkend pak (met levenslange garantie) niet willen vervangen maar hun emails wel ondertekenen met 'de beste kwaliteit en de beste service'...

Kletsnat tuimel ik weer de kuip in maar de kotter is weggehaald en de stormfok zit klaar! Gelukkig heb ik deze middag al lekker gekookt, toen er nog maar 25 knopen wind stonden en de golven maar drie meter hoog waren (grijns). Ik ben benieuwd naar de smaak, één breker draaide onder Vaguebond door en kwam door het keuken-/dampkapraampje aan de lage kant terug naar binnen gerold, in de afkoelende pot. Mag er iets meer zout op?

Dag 4 melden we op het avondlijke radionet (we geven tweemaal per dag onze positie door) dat we nog 105 mijl te gaan hebben. We spreken met Omweg af om bij de wachtwissels elkaar op te roepen voor een stand van zaken. (Nvdr : Donazita heeft geen SSB-radio en daar hebben we dus geen contact meer mee) Zo kunnen vier hoofden samen nadenken over de interpretatie van de weerberichten en de te nemen keuzes, doorgaan of vluchten. We blijven bij onze beslissing : doorgaan! Omweg heeft een sterke motor en kan, indien nodig, extra gas geven. Wij moeten in principe (als het weerbericht juist is) op tijd binnen zijn...
We zijn weer eens meer dan overtuigd van het nut, nee, de noodzaak van een SSB-radio aan boord!

De hele nacht vliegen we over (en door) de golven, tussen onweders en squalls door. Bizar genoeg krijgen we geen regen. Er staat zo weinig mogelijk zeiloppervlak maar we zijn niet te stuiten. Vaguebond leek het tot vannacht ook geweldig te vinden maar nu horen we haar zuchten en kreunen, het arme ding. Er is al bij al maar 1 voordeel aan dit type weer : het gaat hard! We tellen de mijlen af en wanneer ik om 6.00 weer aan dek zit, hebben we nog 30 mijl te gaan.

Eens in lij van Niue, de kant waar de wind naartoe blaast en waar het eiland tussen ons en de wind in komt, valt de wind weg en verdwijnt de deining. Eindelijk rust! Wanneer we ook nog een vrije boei vinden en de zon schijnt, kunnen we ontspannen. Denken we.

Als we goed en wel vastliggen komt het front (veel vroeger dan verwacht) in alle hevigheid over. Ivan kan net verhinderen dat zijn bril van zijn hoofd vliegt terwijl hij uit alle macht op handen en voeten naar het voordek probeert te kruipen om de (zonet losgemaakte) bijna wegvliegende bijboot aan dek te sjorren. Ik zie de mast niet meer vanuit de kuip, alles is stortregen en huilende wind. Dit zit weer eens ver over de voorspelde 35 knopen...

En in dit weer zitten Omweg en Donazita nog op zee! We hopen dat ze het goed maken. Omweg loopt gelukkig 's avonds net na zonsondergang binnen en pikt de laatste boei op. Voor Donazita zit er niets anders op dan nog een nacht op zee door te brengen in zeer twijfelachtig weer, net buiten de baai. En dat nadat je laatste 48 uur ook al geen kado waren, er zijn best wel leukere dingen maar het werd formeel verboden om met twee boten op 1 boei te gaan liggen, zelfs aan de zwarebotenboei waar wij aan liggen.

Gelukkig klaart het op en kunnen we de volgende ochtend allemaal rustig bekomen aan een boei. Deze laten we de volgende week alvast niet meer los! Het weer ziet er veelbelovend uit, het water fenomenaal helder (inclusief zeeslangetjes) en de mensen verademend vriendelijk.
Zelfs wanneer we als verzopen waterkiekens, kletsnat en nadruipend van de hevige regenbui in het busje van de douane- en immigratiedienst kruipen (serieus, hier komen ze met een busje naar je toe om de formaliteiten te vervullen!) blijven de beide officials breed lachen. We zullen al snel leren dat deze ontvangst de ideale weerspiegeling blijkt te zijn van de mensen hier! Als we 's ochtends begroet worden door een walvis in de baai zijn we helemaal verkocht. Dat belooft ...


PS : Het lek blijkt de overtocht goed verteerd te hebben. Er zijn weinig dieselsporen te vinden en de bilges bleven droog. In het oog houden dus!

Suwarrow - Een zootje (on)geregeld

Al bij het aanlopen van de pas wisten we het : dit is weer een stukje paradijs! Hetzelfde Caran d'Ache-blauw, dezelfde desolate paradijsuitstraling en het ik-wil-hier-nooit-meer-weggevoel.

Suwarrow is een klein atol dat niet op de gangbare route ligt. Het is een natuurreservaat en is, buiten door twee rangers, onbewoond. Er zijn geen winkels, geen wegen, geen vliegveld, geen cafees, niks. Er zitten massa's vogels, kokoskrabben, prachtige vissen, manta's en haaien en zelfs het koraal zou in mooie staat zijn. De zichtbaarheid onder water is fenomenaal, al bij het binnenvaren ontwaren we elke koraalpatat op 20m diepte! 
Suwarrow is een paradijs voor de natuurliefhebber en de enige manier om er te geraken is 700 mijl omvaren op een zeilboot. De blogs die we erover lazen deden dit paradijs al lang voor ons vertrek op onze favorietenlijst belanden, niet in het minst door de verhalen over de rangers die uitblinken in gastvrijheid en vriendelijkheid.
Dagelijkse barbecues met versgevangen vis, uitjes naar de vogelmotu's, zwerfvuilopkuisacties, snorkeltochtjes, ... De rangers zijn er trots op dit stukje paradijs hun land (de Cook eilanden) te mogen noemen en het te vertegenwoordigen. 
Ze worden in mei gedropt door een politieboot, de tocht duurt anderhalve dag en pas in november worden ze weer opgepikt. Ze worden voorzien van een immense hoeveelheid blik en (tegenwoordig) voldoende benzine, daarna zijn ze helemaal op zichzelf aangewezen en op de cruisers, die maar al te graag hun dankbaarheid tonen door hen extra benzine te geven, vers fruit en groenten, hen uit te nodigen op de potlucks en de barbecues. Ook wij zijn voorzien van extra groene bananen, tomaten en een jerrycan benzine.

Nadat ze heel lang deden over de inklaring van Omweg, komen Harry en Pi bij ons aan boord. Ze blijken veel strenger dan wij in eender welke blog lazen en voornamelijk geïnteresseerd in sterke drank (wij hebben wat restjes die nog afkomstig zijn van Stormy dus zijn geen interessante partij). Waar ze bij de andere boten redelijk rigoureus te werk gaan en effectief drank en sigaretten in beslag namen (zonder ontvangstbewijs), merken ze bij ons zelfs het ontbreken van ons uitklaringsformulier uit Frans-Polynesië niet op (we hebben nooit de email uit Papeete ontvangen) en laten alle drank ongemoeid. Enkel ons fruit moeten we binnenin de boot opbergen, niet in het fruitnetje buiten. Het feit dat ze pas rond 17.00 bij ons aan boord kwamen en dus op het einde van hun werkdag zal een niet onbelangrijke factor geweest zijn.

Er blijken de laatste jaren nogal wat regeltjes bijgekomen te zijn en eigenlijk mogen we hier bitter weinig : er is 1 strandje waar we op mogen rondhangen verder mogen we nergens aan land, we mogen niet duiken en niet vissen in het atol.

Cruisers worden eerder gedoogd dan verwelkomd al draagt Pi op een avond na de werkuren een veel aangenamere pet en speelt uren op zijn gitaar.

Tot de drank op is.

De leuke uitjes met de rangers waar anderen vol lof over vertelden, lijken enkel mogelijk in ruil voor een sixpack bier. Het ziet ernaar uit dat we onze meegebrachte bananen zelf zullen opeten (of er een heerlijke bananen-nutellacake van bakken) en de extra benzine die we als ruilmiddel meenamen, zelf zullen gebruiken. Er is geen enkel initiatief en heel weinig tegemoetkoming van de rangers. Zo totaal anders dan de verhalen die we lazen!

Enkele jaren geleden kwamen hier nog 200 boten per jaar, wij zijn dit jaar boot nummer 58 en één van de laatsten dit seizoen, het sterk afnemend bezoekersaantal doet hen niets. Volgens hen willen de Cook-eilanders Suwarrow voor zichzelf houden ook al komen ze er zelf nauwelijks naartoe. Je kan immers nergens anders dan op een boot overnachten, het enige huis op Suwarrow is dat van de rangers, er zijn geen ferries, geen vluchten en een heen-en-weer ticket met de bevoorradingsboot die maximum twee keer per jaar voor een dagje naar hier komt, kost al snel 600$.

Het is een vreemde situatie, er is (nog) geen duidelijkheid over het standpunt van de regering tegenover cruisers maar ook de rangers lijken de regels naar eigen willekeur aan te passen. Wij hebben alvast geen goed oog in de toekomst van dit zeilersparadijs.

Waarom zou je als cruisers nog 700 mijl omvaren om nauwelijks van je boot te kunnen? Het is als gevangen zitten in een prachtige postkaart.

Maar dat laten we allemaal niet aan ons hart komen. Elke avond houden we sundowners, potlucks en barbecues met de drie andere boten op het enige toegankelijke strandje. We genieten van het prachtige zicht, de hangmatten op het strand, het prachtig doorzichtige water en onze familie huishaaitjes : Tipi, Blackie en Big Tip cirkelen voortdurend rond de boot en we spotten ook kleine schildpadjes in het water. Het strand is vergeven van heremietkrabjes.  Een gek zicht, zo'n rondlopende schelp maar Frans vindt ze ongelofelijk schattig en zou elke avond wel zo'n knuffelkrabje mee aan boord willen nemen (zouden daar regels over bestaan?). Er lopen ook hele grote kokoskrabben rond. Vroeger werden ze gevangen en werden er krabkoekjes gebakken met de rangers maar ook dat mag niet meer.

We scheuren samen met Ilona en Frans langs de pas en vinden inderdaad mooi koraal al hebben de orkanen ook hier flink huisgehouden. We zien weer veel kleine blacktiphaaitjes die ons als hondjes volgen, veel groupers, jacks en zelfs tonijnen. Er zwemmen prachtige papegaaivissen in ongelofelijk felle kleuren rond de boot en het water is betoverend helder, alsof je in een zwembad zwemt.

Op andere dagen halen we onze kayak boven en peddelen lustig tussen de honderden vogels, zonder lawaaierig motortje schrikken we de beestjes veel minder op, zowel onder water als in de lucht.

's Morgens gaan we in alle vroegte naar het 'manta-cleaningstation', een vrij ondiepe plek aan de pas waar de manta's zich elke dag laten wassen en masseren door een kleinere vissen die zich aan hen voeden. We zien er twee. Ze lijken wel immense ufo's! De grootste van de twee heeft een vleugelspanwijdte van bijna 4m en zweeft door het water als een prima ballerina in het Zwanenmeer. Hij laat zijn enorme mond vollopen met water en filtert er alle plankton uit, het water spuwt hij via zijn kiewen weer naar buiten. De kuisvisjes doen zich tegoed aan het slijm op zijn huid en geven hem al etend een massage. We genieten mateloos van dit spektakel!

Tot ik plots een erg onbehaaglijk gevoel krijg. Wanneer ik me omdraai zie ik een grotere haai met een grijze rugvin : een gray shark, niet meteen de sympathiekste onder de haaien. Hij gedraagt zich nogal opdringerig, cirkelt rond ons, komt recht op ons af en draait om, slaat met zijn staart en komt terug, dichter. Ik ben er helemaal niet gerust in en ook Ilona en Frans zijn op hun hoede. Enkel Ivan negeert hem compleet want : "Ik ben aan het filmen, geen tijd om me bezig te houden met gevaarlijke haaien!"

We klimmen snel in onze dinghies en terwijl we blijven nazinderen blijft ook de haai toertjes rond ons zwemmen. Dit voelt echt niet ok en de rangers bevestigen ons vermoeden, hij was duidelijk zijn menu aan het samenstellen...

Een dag later gaan we in de pas snorkelen, ik vind het wat te ruw en blijf in de boot. Op een plekje net binnen de pas (waar ik een manta onder ons door zie zwemmen) durf ik het wel aan en net wanneer we het water willen ingaan, zien we Ilona en Frans alweer uit het water spurten. Er zit weer een gray shark en deze kwam recht op hen af. Ook nu weer blijft het beest in de buurt van de bijbootjes en roept snel zijn vriendjes. We houden het hier voor bekeken en beperken ons maar tot het zwemmen met de blacktipjes rond onze boot.

Wanneer onze schrik wat afgenomen is willen we nog wel eens terug naar de manta's maar nu even niet!

Ook bij een tweede poging zaten we al na vijf minuten weer in onze dinghies, deze keer zaten er twee gray sharks die ook meteen vlak onder ons zwommen; we lieten de drie manta's maar in alle rust verder 'cleanen'...

We vullen onze dagen met lanterfanten, we mogen toch weinig meer dan snorkelen. Ik lees één van de redenen waarom we echt vertrokken en hier naartoe kwamen opnieuw : 'Dat nemen ze je nooit meer af!' van Ben Rutte en begin daarna aan Tom Neale's 'Robinson des iles du Sud', origineel 'An island to oneself', van en over de man die dit eiland op de kaart zette en er een magisch eiland voor zeilers van maakte; hij leefde 6 jaar als kluizenaar op Suwarrow. Er wordt gekuist, geklust en ook het zoeken naar oorzaken van en oplossingen voor het lek in de dieseltank, neemt de nodige tijd.

Onze avonden vullen we met 'geCobb'. We zijn ons heel verblijf maximum met 4 boten waarvan eentje enkel Duits spreekt, zelfs na bijna 5 jaar cruisen in landen waar geen woord Duits gesproken wordt, faut le faire! Gigi spreekt enkel Frans en een gesprek tussen beiden is dan ook van een ongekend hilariteit.

De eerste avonden brengen we nog volledig in het Nederlands door met Omweg, heerlijk! Het is echt ongelofelijk om hier op een onooglijk strandje te zitten, op een eilandje dat je nauwelijks terugvindt op een kaart, op 13.000 mijl van huis met een koppel Nederlanders die bijna even ver gevaren hebben. We proberen zowat elk accessoire uit dat op de Cobb beschikbaar is, afhankelijk van de 'catch of the day' : grill, pizza, wok, ...

Frans en Ivan vertrekken dagelijks op jacht. Als goede stamvaders zorgen zij voor het avondeten. Of worden op zijn minst verondersteld dat te doen maar de vissen denken er duidelijk anders over. Ze laten zich soms gewillig aan de lijn haken maar eens het menens wordt en ze beseffen dat ze op óns menu staan, laten ze weer los. Tot vier keer toe op 1 middag! De gray sharks vinden het makkelijker om achter een vissende dinghy aan te zwemmen dan zelf te jagen en volgen onze mannen dan ook op de voet om, als ze de kans krijgen, nog voor zij de lijn kunnen binnenhalen, de vangst van hen af te pakken.

We krijgen een grouper op ons bord, een vreselijk beest om te kuisen, hij blijft als een gek spartelen, zelfs zonder kop maar is ook wel vreselijk lekker. De jacks zorgen voor afwisseling in ons menu.

Ook het vuur maken laten we maar al te graag aan onze mannen over, het is en blijft al sinds de Neanderthalers een mannenzaak, nietwaar?

Al leidt dat soms tot (op zijn zachtst gezegd) boeiende beelden en interessante experimenten!

Onze mannen zouden slecht scoren als Neanderthalers en staan duidelijk op een ander trapje op de evolutieladder!

(Nvdr : Wij zijn best wel heel blij met onze mannen die kunnen zeilen, motors onderhouden, lekken dichten en boten varend houden!)

Met onze tweede vis willen we, zoals we tot nu toe elke avond deden, op het strand gaan koken maar wanneer we daar aankomen, blijken plots alle banken en tafels verdwenen. Navraag leert ons dat ze 'in herstelling' zijn. Nog voor we ons, toch wat beteuterd, omdraaien om dan maar in het (natte) zand te gaan zitten, ontploft er iets. We krijgen plots een scheldtirade over ons heen zoals we nog nooit in ons leven gehoord hebben. Terwijl Frans, Ivan en ik door Harry de huid worden volgescholden gaat Pi op het strand tegen Ilona, Gigi en Patricia (die vanochtend zijn toegekomen en voor het eerst aan land gaan) tekeer. We bevinden ons in hún privétuin en mogen daar niet komen. Het hele eiland is hún huis. We zitten hier elke avond en hebben geen toestemming gevraagd, dat moet plots elke dag opnieuw. Om 19.00 moet het strand plots leeg dus we moeten nú weg (het is op dat moment amper 18.00)!

We hebben geen idee wat er aan de hand is, de mannen zijn compleet buiten zinnen, verschrikkelijk onbeschoft, bedreigend en agressief. We worden met niet zo lichte dwang naar onze bijboten gedreigd in de gietende regen en mogen niet meer aan land. Wanneer we even proberen te schuilen voor een stortbui is zelfs dat niet toegestaan, ze gooien nog net niet onze spullen naar ons hoofd.

Als Ilona met een klein stemmetje vraagt wat we dan wel verkeerd gedaan hebben, blaft Harry haar toe dat ze een 'official' beledigt en daar straffen op staan. Ondertussen krijst hij dat we 'idiots', 'assholes' en nog ander moois zijn.

Pi brult dat hij gisteren maar vier 'zielige' pintjes kreeg. Op onze uitnodiging om mee te komen eten op onze eerste avond gingen ze niet in, de tweede avond was zondag - sabbat maar maandag dronk Pi de hele voorraad bier in zijn eentje leeg (en nam zonder blikken, blozen of vragen soms twee blikjes tegelijk uit onze koeltassen). Vandaag waren we wel voorzien op Pi's nogal grote drankverbruik maar kregen we zelfs niet eens de kans hem eentje aan te bieden.

We zijn compleet overdonderd door hun gedrag, dit hebben we nog nooit gezien. Ze vinden ter plekke nieuwe regels uit en beweren dat ze die bij het inchecken verteld hebben maar dat wij te stom waren om ze te begrijpen of gewoon niet wilden luisteren.

De cruisers die een week voor ons hier waren hebben een totaal andere ervaring, aten elke avond op het strand tot in de vroege uurtjes, hun kinderen speelden de hele dag in de 'privétuin' en de rangers namen hen zelfs een keer mee naar een vogelatol. Nog nooit hoorden we zulke verhalen over Suwarrow of de rangers, nog nooit! En we begrijpen totaal niet waar deze razernij vandaan kwam.

Patricia en Djillali nodigden ons dan maar allemaal uit om op hun boot te komen barbecuen en het moet gezegd, dit was één van de meest memorabele en leuke avonden op onze reis. We durven eigenlijk helemaal niet meer aan land te gaan, enkel nog om uit te klaren maar we komen wel elke dag allemaal samen op één van de boten. Wij hebben plezier voor tien (zelfs met zijn achten!) en de twee idiote officials hebben het nakijken naar hun avondlijke biertjes, rum, vers fruit, verse groenten en extra benzine.

Onze laatste middag gooien we alle mannen van boord, die verzamelen pruttelend op onze Vaguebond terwijl de dames een girlsnoon houden op Donazita : maskertjes, cremespoelingen, nagellakken en een les 'maak je eigen kaas'. Genieten!

Wanneer we enkele uren later aan land gaan (met op voorhand gevraagde toestemming) en iedereen zijn uitklaringspapier in handen heeft, proberen we nog één keer duidelijkheid te krijgen over wat er nu juist misging enkele dagen geleden. Maar het begint weer van voren af aan. We zijn arrogant en durven hen allemaal samen te bedreigen. Nochtans hebben ze ons vanochtend toestemming gegeven om met drie boten tegelijk te komen uitklaren, Ivan heeft het uitdrukkelijk gevraagd. We houden geen rekening met hun drukke werkschema (we hebben ze nooit zien werken, ze harkten af en toe wat blaadjes weg maar het aangespoelde afval op de atols en zelfs op 20m van hun huis bleef mooi liggen) en we worden weer eens op een erg dreigende manier weggestuurd en achtervolgd tot op het strand.

Als we dachten dat het ergste nu wel gehad hadden, hadden we het helemaal mis. Anderhalf uur voor zonsondergang komt een nieuwe boot aan. Ze hebben weinig wind gehad de laatste dag en haastten zich op motor om voor het donker aan te komen.

Maar ze mogen niet binnen en worden verplicht de nacht buiten, op volle zee, door te brengen. Het aanbod van Ilona om hen binnen te begeleiden met onze bijboten wordt geweigerd, kwestie van 'veiligheid'. Het is volop dag, er is weinig wind en de pas ligt er veel kalmer bij dan de laatste dagen. De mensen hebben vijf dagen gevaren, extra diesel verbruikt om op tijd te zijn en vanavond lekker voor anker te kunnen en niet nog een extra nacht op zee te moeten doorbrengen maar de rangers laten hen ijskoud buiten liggen.

Ze mogen pas de volgende ochtend om 9.00 binnenvaren (het is licht om 6.30!).

Natuurlijk begrijpen wij waarom, zo kunnen we onmogelijk nog contact met hen hebben want wij vertrekken om 10.00. We willen niet het risico lopen dat de rangers hen op dezelfde ontoelaatbare manier behandelen en van hun verblijf een nachtmerrie maken, enkel en alleen omdat wij contact met hen hebben gehad. We hopen dat ze de nieuwkomers nu in de watten leggen om ons verhaal ongeloofwaardiger te maken maar we geloven er niet echt in. Een tweede boot die nog later zou toekomen koos, na ons verhaal op de ssb gehoord te hebben, eieren voor zijn geld en vaarde verder. We kunnen hen geen ongelijk geven.

Nee, ons zien ze hier niet meer terug en we waarschuwen cruisers in Frans-Polynesië via de radio. Onze officiële klacht staat klaar voor verzending.

We beseffen heel goed dat dit lijnrecht tegenover de meeste Suwarrow-ervaringen staat en begrijpen dan ook het ongeloof van mensen die hier een geweldige tijd hadden. Spijtig genoeg is onze ervaring verre van positief te noemen en zijn de rangers meer dan eens hun boekje ver te buiten gegaan. We willen niemand afschrikken, het blijft tenslotte een prachtig stukje natuur, maar we mogen dit ook zeker niet zomaar laten gaan.

Harry en Pi zijn een schande voor hun land en zouden geen enkele publieke functie mogen bekleden. Zij zouden het uithangbord voor de Cook Islands moeten zijn en hun titel als 'official' en 'ranger' met trots moeten dragen. Elke vraag beantwoorden met 'six-pack of beer', je zonder pardon bier uit mensen hun tassen toeeigenen, willekeurig regels verzinnen en aanpassen en vooral je agressief gedragen zonder enige reden, maken volgens ons absoluut geen deel uit van het takenpakket van een official of ranger.

We tolereren dit absoluut ontoelaatbare gedrag dan ook niet en hebben allemaal onze officiele klachten voor de bevoegde instanties al geschreven.

Toerisme is één van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de eilanden en hopelijk zijn ze gevoelig voor slechte reclame.

Het positieve aan deze minder aangename ervaring is dat we een hele fijne band gesmeed hebben met de vier boten die hier op dat moment waren, dankzij onze dagelijkse hilarische samenkomsten (die raar maar waar niet verboden werden) hebben we toch een heel leuke week gehad en hadden we elke dag meer dan gespreksonderwerpen genoeg, in een viertalenmix. Wij hebben zeker veel meer plezier gemaakt dan Harry en Pi en zullen nog lang 'nagenieten' van ons verblijf hier.

En dankzij dat zootje ongeregeld zijn we een week vroeger dan voorzien alweer op pad en meteen weer bij bij onze planning!

 

Op naar Niue, zo'n 500 mijltjes verder naar het zuidwesten!

Op weg naar Suwarrow

Na drie heerlijke maanden, die best drie keer zo lang hadden mogen duren, nemen we afscheid van drie (van de vijf) archipels van Frans-Polynesië. Met meer pijn in het hart dan ooit tevoren. Hier vielen we als een blok voor de natuur, voor de mensen, voor de sfeer, voor het fruit, voor de kleuren, voor het weer en zoveel meer.

Het einde van het zeilseizoen nadert ook hier met rasse schreden. We hoeven geen beschutting te zoeken tegen vorst en snijdende zuidwesters, hier zijn het orkanen waarvan je probeert weg te blijven. Wij kozen ervoor om in Nieuw-Zeeland te schuilen en moeten stilaan richting zuidwesten.

Suwarrow stond al voor ons vertrek op de favorietenlijst. Het is geen evident atol om aan te lopen, het ligt immers niet op de standaard route naar Nieuw-Zeeland waardoor het volledig gespaard blijft van ander toerisme dan de cruisers die de omweg maken. Er zijn geen winkels, geen wegen (ook geen auto's), geen lodges, café's of restaurants. Het is een natuurreservaat en behalve de twee parkwachters, onbewoond. Je komt hier in de eerste plaats naartoe voor de ongerepte natuur. De variatie aan vogels is ongezien en het water in en rond het atol behoort tot een van de helderste ter wereld met een zichtbaarheid onder water van 30m en meer (ter vergelijking, in de Schelde zie je soms amper 30cm ver) waarin duiken tot een nieuwe dimensie wordt verheven.

Suwarrow ligt een kleine 700 mijl van Bora Bora af en ook het volgende bewoond eiland dat wij daarna aandoen, is een week varen. We hebben Vaguebond dan ook bevoorraad als voor een grote oversteek want we zullen bijna een maand onderweg zijn zonder winkels tegen te komen.Er zit ook extra fruit en groenten in de koelkast dat hopelijk goed blijft tot we er zijn, de rangers worden maar twee keer per jaar bevoorraad en vers is naar het schijnt een heel erg welkom iets.

Maar eerst die 688 mijltjes. We schatten er zo'n vijf of zes dagen over te varen, afhankelijk van wat de wind gaat doen.

Dat hij pal van achter komt is zeker, niet meteen Vaguebonds en onze favoriete koers maar met de passaatzeilen schieten we goed op. Enkel de hoge deining doet ons soms door de boot vliegen, Ivan wordt zelfs knock-out geslagen wanneer zo'n golf de bakskist op zijn hoofd laat knallen... Op het eerste zicht doet hij niet vreemder dan anders.

Gelukkig maakte ik op voorhand al een hoop eten. De eerste dagen geen gevecht met rondvliegende ingrediënten, ontsnappende koelkastitems en glijdende snijplanken. Potje uit koelkast in potje op vuur, roeren, klaar!

Dag 1 klokken we af op 126 mijl, met weinig wind. Onze tweede dag zetten we 168 mijl op de teller met een daggemiddelde van 7 knopen, niet slecht! Ook dag 3 varen we 170 mijl in de goede richting.

's Avond ziet Ivan met lede ogen Bubbels op de bimini landen. Na wat heen en weer gewaggel (hoe blijft zo'n beest zitten met die eendepootjes op een rollende boot???) vindt hij zijn plekje. Hij begint onmiddellijk zijn toilet te maken en wanneer de zon onder gaat steekt hij zijn kopje onder zijn vleugel en kan zijn rustige nacht beginnen.

We leerden al eerder dat boobies zeilboten als hun persoonlijke badkamerlimousine beschouwen en met geen (figuurlijke) stokken, (felle) flashlights, (loeihard) getoeter of (luid) klapperende zeilen weg te jagen zijn. We geven het dan ook op en Ivan kuist de vogelstront weer gelaten weg.

Op onze derde dag verschijnen er (diesel-)wolken in onze zeilhemel. Ettelijke uren zoeken later en bijna misselijk van de stank vindt Ivan de vermoedelijke boosdoener : een lekkende lasnaad in de dieseltank. Dit is ernstig, we hebben geen 200l aan lege bidons en kunnen de tank dus niet leegtrekken. We zitten in 'the middle of nowhere', zonder lasser. De tank lekt zachtjes maar toch gestaag dus elke twee uur wordt het volgende plasje weggesopt en in een fles gegoten. Wanneer de deining wat afneemt, mindert het lekken maar we zijn nog meer dan 2000 mijl van Nieuw-Zeeland verwijderd en onze diesel is kostbaar. Misschien weet iemand op het ssb-netje een oplossing.

Ondertussen merkten we ook dat we de kotterschoot al enkele dagen langs de reling lieten schavielen en die bijna door is en ook een touwtje van Sam is bijna doormidden net als de genuaschoot op de plek waar de boom altijd zit. Als dan ook nog de downhoal van de genuaboom lost, beginnen we het toch op ons systeem te krijgen, het mag gaan stoppen!

Op onze vierde ochtend liggen we vlak naast Omweg die anderhalve dag voor ons vertrok (wat zeilt onze Vaguebond toch fantastisch!) en kunnen we gezellig over de VHF babbelen. Geweldig om aan de andere kant van de wereld, op weg naar een onooglijk atol, in het midden van de oceaan te kunnen babbelen in het Nederlands!

Ilona en Frans blijken deze overtocht al twee dagen langer zat te zijn, wisten ook zij veel dat het nog maar het begin was...

Vrijdagmorgen beginnen we met de kotterfok naar beneden te sleuren. Achter ons zit een zwarte squall, volgens Frans' meting op de radar eentje van 8 mijl diameter. Een joekel! Gelukkig passeert hij net achter ons en krijgen we niet meer dan 30 knopen wind. De rest van de dag is het huilen met de pet op, al zie je tussen de ontelbare onophoudelijke buien onze tranen niet eens. De wind draait naar alle kanten of valt helemaal weg. Tegen de avond draait de wind helemaal op kop en laat Vaguebond tegen een rotdeining inbeuken. Het stampen van de boot op de korte golven zorgt ervoor dat de diesel er nog sneller uitloopt en we nu ook met bilges vol diesel zitten. Ivan ademt ondertussen diesel uit al zijn poriën. Gelukkig is douchen geen probleem, er komen genoeg brekers over die alles afspoelen.

In koken heb ik helemaal geen zin, nog minder wanneer blijkt dat ons noodvoer, aiki noodles, aan de vervaldatum zit. Komt me dat even goed uit! We krijgen een wandeling door oriëntaalse tuinen als avondmaal, op Omweg wordt helemaal niet meer gekookt. Voor ons is het kookregime een graadmeter, ik sta erop elke avond warm eten te maken en kan onder vrijwel alle omstandigheden koken, dat ik het nu niet doe zegt genoeg.

Onze laatste nacht varen we parallel met Omweg op motor, af en toe helpt de genua om onze snelheid op te drijven. Voor een keer vinden we het niet erg te moeten motoren, elke liter diesel die we verbruiken kan niet meer in de bilges lekken! Met nog 70 mijl te gaan hopen we alle vier dat we morgen voor zonsondergang binnen zijn, we hebben het echt wel gehad nu. De laatste Karmeliet die in de koelkast ligt zal meer dan verdiend zijn!

Maar wat een beloning krijgen we als we iets na de middag de pas van het atol naderen. We krijgen meteen een Kauehi-gevoel : dit is het! We kunnen zelfs op een diepte van 20m de bodem zien en het hele Caran d'Ache-assortiment doemt weer voor ons op.

De pas lijkt nog even heftig te worden maar daar bleef het bij, eens binnen en ons anker gedropt is ons paradijs weer perfect! We krijgen een warm welkom van onze eerste huishaai en worden meteen op het strand uitgenodigd voor de sundowner.

Het zal weer moeilijk worden om te vertrekken, zoveel is al duidelijk! Heel moeilijk!

Bora Bora (niet) voor rugzaktoeristen

Eindelijk! Na bijna een jaar proberen is het gelukt! We hebben een tonijn gevangen, een echte rode tonijn! Hij heeft als een leeuw gevochten (we dachten dat we een haai gevangen hadden) maar uiteindelijk belandde hij (7 keer) waar hij hoorde, op ons bord. Als de lekkerste sushi ooit (smeltend op je tong als een romig ijsje), als perfect gegrilde steak, in één van Jeroentjes pastareceptjes maar dan met verse in plaats van ingeblikte tonijn en als Ivan's eigen superdeluxe tonijnsalade (idem als voorgaande).

Wat een beest, wat een smaak!

 

Onze geestdrift over de tonijn werd al redelijk snel de kop in gedrukt bij onze aankomst op Bora Bora, hét luxe-eiland in Frans-Polynesië waar de groten der aarde zich op een privémotu verschansen met eigen kok, personal trainer, chauffeur en butler en waar vooral niemand in de buurt getolereerd wordt.

Er zijn twee yachtclubs (wel voor iedereen toegankelijk) met in totaal zo'n 20 boeien (en makkelijk 60 boten binnen het rif). Ankeren dan maar? Graag, maar in 25m diep water is dat absoluut geen pretje. Enkele pogingen leerden ons dat de grond niet echt houdt en dat het een enorm corvee is om 60 à 70m ketting op te takelen. Als je drie, vier keer opnieuw moet ankeren is de lol er echt wel helemaal af.

We vinden enkele verafgelegen boeien in een nietzeggende baai, ver van alles. Omdat Bertha nog steeds niet bij de dokter is geweest zitten we dus helemaal vast. Gelukkig is er verse sushi om het leed wat te verzachten.

Een dag later proberen we toch dichter bij de stad te ankeren zodat we Bertha bij de dokter krijgen zonder twee mijl tegenwind te moeten roeien. Wanneer we de vertrekkende crew van Sonrisa tegenkomen is de deal snel beklonken, zij roepen ons op op de VHF zodat we ankerop kunnen en wanneer zij hun boei losgooien vliegen we, nadat we eerst nog een gezonken boei en touw van ons anker sleuren) als de kippen erop af en liggen! Jippie, de vier andere boten die ook kwamen aangestormd nadat ze onze conversatie op de VHF gehoord hadden, zijn eraan voor de moeite, deze is voor de hele week van ons! Bovendien wordt er zwaar weer voorspeld en liggen we dan liever aan een degelijke boeilijn dan geankerd op 25m.

Wanneer we de volgende ochtend een mail ontvangen van de Yamaha-dokter met de mededeling : "Votre moteur est terminé.", slaat de schrik ons om het hart. Gelukkig blijkt het enkel om een kapotte bougie te gaan en sjezen we een paar uur later weer over het water, er moet immers getest worden, toch

We vragen ons af wat Bora Bora zo aantrekkelijk maakt, het eiland is verre van luxueus, zelfs op het armoedige af. Er zijn gelukkig twee goede supermarkten met betaalbare prijzen en de beste baguettes ooit. We vinden een kaai met een tiental parelwinkels, enkele autoverhuurbedrijven en een postkantoor met airco en goeie wifi (al moet je voor dat laatste wel een hele wandeling doen). Er is een muurtje waar we tegen kunnen liggen vlakbij een supermarkt maar de yachtclubs liggen vrij ver van de bewoonde wereld. In Bora Bora is een voetganger 'quantité négligeable' en moet zo kort mogelijk gepasseerd worden, wandelen is dus niet aan de orde hier. Ook cruiseschepen zijn hier weer volop van de partij met naast de 'kleinere' schepen ook de giganten waarop het toppunt van domme arrogantie rondtoert. De restaurantprijzen zijn belachelijk (25€ voor een voorgerecht, 25€ voor een hamburger, 21€ voor een cocktail) en ook duiken kost hier 30% meer dan eender waar in Polynesië.

Op het eerste zicht lijkt Bora Bora ons niets voor de rugzaktoerist, tenzij hij een grote rugzak meedraagt vol geld, enkel grote coupures.
Elke dag mogen we genieten van het beste haventheater ooit. Voor elke boot die een boei verlaat staan er minstens vier anderen te dringen, elkaar voor te steken, bijbootjes aan de boei te hangen en vrienden op te trommelen om ze bezet te houden. De boeien liggen vrij bizar kriskras door elkaar en sommigen zijn gereserveerd voor de duikoperatoren wat maakt dat meer dan eens zo'n volgasstuivende boot tevergeefs een boei probeert op te pikken en als dat na tig pogingen dan eindelijk lukt, iemand fijntjes gaat melden dat ze daar niet kunnen liggen... En weer voor anker mogen. Het haantjesgedrag is soms stuitend en vooral die mensen laat iedereen die wel aan een boei ligt lustig knoeien, sympathieke en rustige zeilers worden op tijd verwittigd en geholpen, natuurlijk!

Eén van de middagen vertrekt zo'n knoeier van zijn boei (een dag eerder ramde hij ons bijna volgas voor hij door een onbezonnen manœuvre bijna onze buur doormidden vaarde) en blijkt de boei die hij eerder met enorm veel moeite te pakken kreeg, 'verdwenen'. Meneer had gewoon de oppikboeien van de zware lijn getrokken waardoor de meertouw zonk... Weer een boei minder, nu liggen er nog 9 beschikbaar in deze baai.

Toch waren we blij dat we hier lagen, het voorspelde slechte weer was geen pretje en kwam er sneller dan voorspeld. De hele dag waaide het ver boven de 30 knopen en er stond een venijnige deining in de baai. We hadden zelfs de tijd niet om Dingel en Bertha in veiligheid te brengen, ze dansten de hele dag als gek achter de boot en wij leken op volle zee te zitten.

Ook tijdens het overkomen van het front ging het haventheater gewoon door. Verschillende boten kwamen los van hun anker en moesten herankeren. In 25m diep en met rukwinden van 40 knopen en een rotdeining, dat wens je ook de grootste arrogante knoeier niet toe. Ankeren is hier sowieso al geen makkelijke opdracht, in zwaar weer wordt het een pak lastiger en als je dan ook nog niet echt gewoon bent om met een boot of catamaran te manoeuvreren zijn rampen niet ver af...
Zelfs één van de grote cruiseschepen die in de baai lagen, raakte los en dobberde gezellig onze richting uit. Gelukkig bleek de kapitein wakker en legde zijn Wind Spirit weer een stuk verder in de baai en bleef daar...

's Avonds ging de wind liggen en tegen de ochtend was de zee weer helemaal vlak. Perfect om Bertha eens rond het eiland te sturen en te zoeken naar die fenomenale plekken.
We vonden er eentje, onder water. Een fantastische snorkelplek met een massa vissen die we nooit eerder zagen.

Boven water vonden we weer die witte stranden met hemelsblauw water die elke foto er paradijselijk laten uitzien. Alleen is elk strand hier volgebouwd met paalhutten, lodges en zelfs appartementsblokken. Nergens kan je een foto nemen zonder resort, nergens!
De hele dag is het een over en weer gevaar van jetski's, ferrybootjes, duikbootjes en taxibootjes naar het Hilton-motu, het Sofitel-motu, het Four Seasons-motu, ... Zelfs de motu's hebben hun originele naam moeten opgeven voor namen die toeristen kunnen onthouden, triestig.

We hebben ons best gedaan, echt waar, we zijn een paar keer op zoek gegaan te voet en met Dingel maar we begrijpen de hype rond Bora Bora echt niet. Het is toeristisch tot op het bot uitgebaat / uitgebuit en heeft weinig meer te bieden dan felblauw water rond een paalhut van een chique resort.

Het is dus zoeken naar de kleine dingen waar anderen aan voorbijgaan.

  • Klarita in de Bora Bora Yacht Club die met veel zorg onze was doet nadat ze klaar is met de lodges te kuisen.
  • Hemelse stokbroden in de chinese supermarkt Chin Lee.
  • Van aan boord meekijken naar een tv-uitzending op het reuzescherm van een in de baai geankerd cruiseschip. Op zo'n 500m van ons af.
  • Absurd lage prijzen voor zoute chips in de supermarkt. (waar Ivan zich dus meteen een vracht van inkoopt - de volgende maand komen we geen winkel meer tegen)
  • Airco in het postkantoor.
  • Alleen in het water snorkelen tussen de meest fantastische vissen (terwijl er duizenden toeristen zijn).
  • Genieten van de live muziek die uit de Mai Kai Yacht Club rechtsreeks onze kuip binnenkruipt.
  • En natuurlijk, het beste haventheater ooit.

Wanneer u dit leest, zijn we hopelijk al aangekomen op Suwarow. een onbewoond atol met enkel twee parkwachters om de natuur te beschermen tegen onverlaten.

We verwachten pas binnen enkele weken terug internet te hebben, ondertussen zorgen onze walkapiteins voor onze online communicatie, waarvoor dank.

Wat kon er beter

Wij waren voor we vertrokken enorm blij met voorgangers die praktische info deelden op hun website. Daarom willen we ook toekomstige vertrekkers laten weten hoe wij wijs geraakten uit de honderden mogelijkheden om je boot klaar te maken en waarom wij voor bepaalde dingen kozen.

Daarvoor hebben we een nieuwe pagina op onze website gecreëerd (TIPS N TRICS) die langzaamaan zal groeien, vandaag begint Ivan met het eerste deel : het uitrusten van de boot.

 

Natuurlijk is deze pagina niet enkel voor vertrekkers maar voor elke geïnteresseerde. Deze 'blog' is dus geen verslag van paradijselijke oorden maar kent een vooral praktische insteek.


Voor we vertrokken hebben we we boeken en blogs verslonden om Vaguebond optimaal voor te bereiden. Deze informatie hebben we gecombineerd met onze eigen-wijsheid (hmhm).

 

Nu we ruim 13 maanden onderweg te zijn en 13000 mijlen op het log hebben gezet, is het een goed moment om even de belangrijkste veranderingen en/of beslissingen die we hebben uitgevoerd aan/voor Vaguebond met een kritische blik te bekijken.

 Wat hieronder volgt is dus zeker en vast niet de absolute wijsheid (neen, die hebben we helaas niet in pacht), maar zijn gewoon onze ervaringen tot nu toe...

Eerst en vooral – en dit is waarschijnlijk wel de belangrijkste tip – zorg ervoor dat als je niet echt handig bent, je wel een vader hebt die HEEEEL handig is (merci pa) en enkele vrienden hebt die van aanpakken weten (nogmaals bedankt Rob). Dit scheelde ons minstens 1 jaar in voorbereidingstijd (ook ons huis moest nog worden verbouwd voor we het konden verhuren).

Denk ook vooral niet dat je nog op plekken komt waar je vast en zeker nog het één en ander kan kopen of laten doen waarvoor je hier de tijd niet meer hebt. Gegarandeerd vind je het niet of kost het minstens het dubbele van wat je thuis betaald zou hebben.

Vertrek met een boot die voor 100% in orde staat, dat vermijdt verrassingen, teleurstellingen en vooral exuberante uitgaven.

Zeilvoering

Het tweede wegneembaar voorstag in combinatie met 2 spinnakerbomen zorgen ervoor dat we met 2 voorzeilen (genua en high aspect fok), elk op een aparte boom, heel comfortabel voor de wind kunnen zeilen. Sinds de Canarische eilanden is dit de koers die we meer dan 90% hebben gevaren. Deze zeilvoering is zo comfortabel dat de spinnaker noch de genaker al uit de (knalroze) zak zijn gekomen. Denk dus vooral niet dat we betere / minder slechte / actievere (schrappen wat niet past) zeilers zijn geworden sinds we Blankenberge hebben verlaten.

Als het (te) hard waait draaien we (een stuk van) de genua weg, zodat we heel snel kunnen reven (zeil minderen) als er een squall (heftige bui) overtrekt. Een spinnaker 's nachts wegnemen op een rollende boot in een heftige bui lijkt ons geen pretje. Deze zeilvoering zorgt er ook voor dat de boot niet te hard rolt, wat het leven aan boord een pak aangenamer maakt en zo heb je ook geen klapperend grootzeil wanneer de boot bij weinig wind beweegt op de steeds aanwezige deining (waar je anders hoorndol van wordt).

Het enige wat we hieraan nog zouden kunnen verbeteren is het tweede voorzeil ook op een rol te zetten (hijsen en strijken van de high aspect gaat vrij moeizaam met de boom), maar dat zou dan weer als nadeel hebben dat we onze bijboot niet aan dek kunnen houden.

 

De nieuwe set Wittevrongel zeilen doen het uitstekend, de set oude zeilen die we als reserve aan boord hebben liggen doet voorlopig enkel dienst als loodzware en overal in de weg liggende ballast. Houden zo! De nieuwe stormfok zit nog steeds ongebruikt in de zeilzak (we hebben hem 1 keer aangeslagen gehad op onze tocht richting Cartagena).

Besturing

Wat ons betreft is een windpiloot een absolute must! Sam (een Windpilot Pacific) heeft meer dan 12.000 van de reeds 13.000 afgelegde mijl gestuurd. Zonder 1 ampère stroom te verbruiken, 1 stuk chocolade te eten, 1 uur te slapen, 1 scheef woord te vertellen of – meest belangrijk – 1 Trippel Karmeliet of Bernardus te drinken. Marcel, de elektrische piloot gebruiken we enkel en alleen als we op motor moeten varen.

Energie

De combinatie van 3 zonnepanelen (2 vaste scharnierend aan de zijreling en 1 flexibel op de bimini) met de (Superwind) windgenerator werkt heel goed. Op 13 maanden tijd hebben we in totaal amper 4 uur de (diesel)generator moeten laten draaien om onze groene stroomfabriek een extra duwtje te geven (en dit zonder subsidies of groene stroomcertificaten!). De zelfgemaakte ophanging van de panelen overleeft nu al ruimschoots de meest optimistische weddenschap van alle Blankenbergse zeilvrienden!

 

We zijn niet zo enthousiast over de kwaliteit van de 2 (Orange Solar) flexibele panelen die we voor vertrek hebben aangekocht. (1 paneel hebben we als “reserve” voor als we op anker liggen waar we het dan continu in de zon kunnen leggen aan dek) Deze leveren beide al aanzienlijk minder stroom dan dat ze in het begin deden. De goedkope vaste panelen blijken stukken betrouwbaarder te zijn.

 

Communicatie

De SSB (Single Side Band) zender/ontvanger (ook wel eens kortegolf genoemd) vinden we ook absoluut onmisbaar! Via deze radio heb je contact met andere zeilboten onderweg (of ergens voor anker) door middel van de radionetjes (op afgesproken tijdstippen op een bepaalde frequentie). Zeker op lange oversteken is het heel fijn om de andere zeilers rondom jou (dan kan tot op meer dan 1000 mijl afstand zijn) 2 keer per dag te horen en er mee te kunnen babbelen. Zo krijg je ook een hoop tips over nieuwe bestemmingen binnen en leer je ook nog een hoop nieuwe mensen kennen. Het is natuurlijk extra fijn als je nadien “in het echt” kunt kennismaken met de gezichten die bij de stemmen horen. Deze radionetjes verhogen ook serieus de veiligheid: 2 keer per dag worden alle posities, weer, conditie van de zee, … doorgegeven.

 

Zo'n contacten waarbij alle schepen meeluisteren kan je absoluut niet hebben via satelliettelefoon en/of mail, en in tegenstelling tot satellietcommunicatie is het nog volledig gratis ook (ex-Newtec collega's, gelieve mij bovenstaande zin te vergeven). Via de (Pactor 4) modem, die is aangesloten op (alweer) de SSB radio kunnen we bovendien van overal ter wereld mails versturen en ontvangen (dagelijkse contacten met het thuisfront zodat we van alle roddels op de hoogte blijven en het versturen van blogberichten) en weerberichten binnentrekken, en dit opnieuw volledig gratis! Onze Inmarsat satelliettelefoon is bijgevolg enkel en alleen een (dure) backup

 

Op ankerplekken hebben we tot nu toe heel veel gehad aan onze (Ubiquti Bullet M2) wifi antenne versterker (zo hadden we bvb in Galicië voor 3 Euro een liter wijn in een lokale bar en een week toegang tot hun breedband internet wat we van op onze ankerplaats konden ontvangen; geen slechte deal). Helaas heeft dit laatste systeem net de geest gegeven, ik vermoed dat de ongenadige UV stralen de kabel bovenaan de mast hebben vermoord.

Navigatie

De nieuwe plotter met Wifi functie (gemonteerd aan de stuurstand) is ook een leuke aanwinst, zo kunnen we het scherm aan boord overal overnemen op de iPad. We hebben ook een aparte AIS zender/ontvanger geïnstalleerd, die ook volledig stand alone kan werken (zodat we op lange oversteken de plotter kunnen afzetten en stroom sparen). Deze is ook voorzien van Wifi (u raadt het al: voor de iPad). Alle navigatiesystemen op Vaguebond (diepte, snelheid, GPS, wind, plotter, AIS, autopilot & radar) werken volledig zelfstandig, zodat een defect in een toestel en/of verbindingskabel er niet toe kan leiden dat alles wegvalt. Onze windmeter is trouwens al meer dan een jaar niet meer aangesloten, je merkt echt wel wanneer het (te) hard begint waaien.

 

Verder hebben we nog een fanless (zodat die geen zoute lucht binnenkrijgt) 12V boordcomputer geplaatst, die wordt gebruikt als back up navigatiesysteem (open CPN in combinatie met Google Earth satelliet beelden overlay). Deze computer is verbonden met de modem van de SSB radio, zodat we alle weerberichten ook op deze de Open CPN kaarten kunnen zien.

Natuurlijk hebben we ook nog papieren kaarten aan boord voor het gehele gebied dat we (willen) verkennen, maar deze dienen vooral als (gewichtige) backup.

 

We hebben verder nog een reserve dieptemeter aan boord (fishfinder, die heel makkelijk te plaatsen is), voor het geval dat onze ingebouwde dieptemeter de geest zou geven (een dieptemeter is onmisbaar bij het aanlopen van riffen en om te ankeren).

Water

Na heel wat twijfelen hadden we besloten om geen (elektrische*) watermaker aan boord te installeren, enerzijds om geld uit te sparen (deze dingen zijn verschrikkelijk duur, zowel in aankoop als in onderhoud) en anderzijds gebaseerd op de vele verhalen die je hoort over de onbetrouwbaarheid ervan. Tot nu toe hebben we ons deze keuze absoluut niet beklaagd; op heel veel plaatsen is het mogelijk om gratis drinkwater in te slaan en tijdens een tropische bui verzamel je ook al snel 40 liter van het zuiverste water. We hebben tot nu toe nooit minder dan 300 liter in onze tanks gehad (in totaal kunnen we 600 liter opslaan, verspreid over 3 volledig van elkaar gescheiden tanks). Natuurlijk moeten we heel zuinig zijn met water aan boord, want iedere liter die je gebruikt moet je aan boord sleuren.

Dit doen we als volgt :

  • De elektrische pomp wordt niet gebruikt. Alle water aan boord moet via de voetpomp worden opgepompt

  • We hebben in de keuken ook een zoutwaterpomp geplaatst. Alle vuile afwas wordt eerst met zout water afgespoeld (dat hebben we toch meer dan genoeg). Ook voor het koken gebruiken we zeewater.

  • Een echte regendouche kan fantastisch zijn (OK toegegeven, als de bui sneller dan verwacht voorbij is, en je nog volledig ingezeept aan dek staat kan dit wel eens tegenvallen). Bij gebrek aan regendouche gebruiken we camping douchezakken (die door de zon worden opgewarmd). De douches aan boord worden niet gebruikt. We moeten wel toegeven dat we een “echte” douche soms wel missen, maar dat gebrek wordt dikwijls goedgemaakt door een stranddouche aan wal of een watervalletje.

 

* Voor noodgevallen hebben we een manuele watermaker aan boord, die een opbrengst van 4 liter per uur zou hebben. In de documentatie wordt nergens vermeld hoeveel liter je moet uitzweten om deze opbrengst te halen.

Bijboot

De bijboot (dinghy) is voor ons als een auto; vanop een ankerplaats dient deze om brood te gaan halen, boodschappen te gaan doen, water te tanken, te gaan internetten aan de wal, ons naar duikstekken te brengen, de omgeving te gaan verkennen en om bezoekjes te brengen aan andere boten...

Enkele weken voor ons vertrek beslisten we om onze PVC blubberboot toch te vervangen door een (tweedehands) hyphalon (is veel beter bestand tegen UV dan PVC) bijboot met vaste polyester bodem (een RIB dus). Tot nu toe lijkt dit een uitstekende keuze, Dingel is heel stabiel, dankzij haar hoge neus blijven we relatief droog in de golven en ze kan vooral VEEEEEL vervoeren. We zijn heel blij met onze net iets grotere versie.

 

Vergeet absoluut het fabeltje dat dit type van boten goedkoper zijn in de Caraïben (dit idee hadden wij toch), als ze al ergens verkocht worden is het op een plaats waar je niet wil zijn en aan een absurd hoge prijs.

Tot een week geleden maakten we onze bijbootverplaatsingen nog met onze stokoude Suzy (Suzuki 2,2). Zo hadden we steevast op iedere ankerplek de traagste bijboot. Sinds we Bertha (Yamaha 15PK – zie Suzy blog) hebben is onze actieradius een pak groter en het gelach op de andere boten een pak minder geworden. Zo worden ook de verdere duikstekjes bereikbaar, kunnen we met de bijboot in plaats van met de bus naar de dichtstbijzijnde stad of kunnen we ons gewoon lekker kinderachtig al planerend amuseren... Onze bijboot is nu echt onze (race)auto geworden.

Zon

Wat ons betreft kan de zon niet genoeg schijnen om onze en Vaguebond's batterijtjes op te laden. Omdat we echter niet te zongebruind willen terugkomen heeft Jan Toussein een nieuwe bimini (zonnetent) geïnstalleerd, 5 dagen voor vertrek. Dankzij deze bimini is het uit te houden onder de tropische zon, en kunnen we altijd buiten in de schaduw zitten met een heerlijk briesje op de koop toe (we merken dat ze op heel veel boten binnen moeten gaan schuilen tegen de warmte, wat in deze omgeving echt wel zonde is). We gebruiken de bimini bovendien als watervanger tijdens een regenbui – dus regen of zon, deze komt altijd van pas!


Bovenstaand zijn natuurlijk maar enkele van de vele wijzigingen / verbeteringen die we aan Vaguebond hebben uitgevoerd. Ze allemaal opsommen zou ons veel te ver leiden en zwaar comateuze gevolgen voor de lezer kunnen hebben (mocht dit nu nog niet het geval zijn).

Is er dan niets wat we compleet fout voor hadden tijdens onze voorbereidingen? Toch wel: doordat Vaguebond continu (te) zwaar geladen is ligt ze ook dieper in het water. Helaas hebben we hier geen rekening mee gehouden toen we de antifauling verf (= verf die aangroei voorkomt op het onderwaterschip) aanbrachten. Het gevolg is dat we dus minstens om de 2 weken het water in moeten om alle aangroei op de waterlijn te verwijderen. Gelukkig is dit in water van 28 tot 30 graden geen al te zware straf.

Huahine - The most laid-back of them all

Van Mo'orea naar Huanine is het 90 mijl varen, een nachttochtje. Ivan wil weer eens oefenen in jong blijven en ik wil best weer een zeilnacht slapend doorbrengen. We mislukken allebei nogal jammerlijk in onze pogingen. De zee is weer eens zo onstuimig en rommelig dat er noch van jong blijven noch van slapen veel in huis komt.

Volgens de Lonely Planet is Huahine "The most laid-back island in French-Polynesia". Na drie maanden in Frans-Polynesië vragen we ons echt af hoe 'laid-back' dat dan wel moet zijn.

Stress is hier een westerse ziekte die met 'eilandtijd', onuitputtelijke vriendelijkheid, gulle vrijgevigheid en een brede glimlach (en als het even kan een verse hibiscusbloem, bloemenkrans of schelpenketting) geen kans krijgt om voet aan wal te zetten. Een droom!

Hoe je in deze ontspannen wereld dan het meest ontspannen van alle eilanden kan zijn, is ons een raadsel.

Na vijf vruchteloze ankerpogingen (steenharde ondergrond en veel patatten) zoeken we ons heil een paar mijl ten zuiden van de hoofdstad Fare, aan de rand van het rif. Ook daar hebben we nog twee pogingen nodig maar dan liggen we, oef! Alvast geen laid-back begin voor ons...

Ondanks het mooie uitzicht en het vooruitzicht om één dezer dagen op de eerste rij te staan wanneer de walvissen hier komen paren (nee, geen laid-back paren voor de walvissen), gaan we al na één nacht ankerop. Vaguebond was hier helemaal overgeleverd aan de sterke stroming in gevecht met enorme windvlagen (van 30 à 40 knopen) en patatten die lijken te vechten om zoveel mogelijk spiksplinternieuwe ankerketting om zich heen te verzamelen.

Weer enkele mijltjes verder maken we ons vast aan een boei en meteen daalt de kalmte over Vaguebond : vlak water, geen windvlagen en machtig zicht op het rif en de vallei.

's Avonds bij zonsondergang genieten we van een ankerborrel op het voordek. Aan de ene kant horen we de vogels hun slaaplied zingen in het bos en ruiken we de bomen die op adem komen na een hete dag. Aan de andere kant horen we in de verte af en toe de oceaan op het rif storten. In de volle maan zien we de golven op het rif breken en achter ons verdwijnen Raiatea, Tahaa en Bora Bora zachtjes in het laatste licht. De boot beweegt niet op het spiegelgladde water en wij drinken ons glaasje wijn en luisteren naar de nu oorverdovende stilte. Dit is een machtige avond, eentje die je in een doosje zou willen stoppen om voor altijd bij te houden of die je op zou willen nemen om af te spelen als je dreigt dit perfecte gevoel van rust en ontspanning te vergeten.

Maar ook de volgende dag is er één uit de duizend : we worden 's morgens verwacht op het strand van Hana Iti bij Philippe, een ex-blauwhelm die hier al 16 jaar 'bewaker' is. Hij organiseert 'private dining' en minder afgezonderde barbecues, maakt en verkoopt prachtige schelpenkettingen, geeft elke woensdag les in kettingmaken op de plaatselijke school en voor wie wil (ik!) ook op het strand en hij kookt met plezier met en voor toevallige passanten. Als je wil kan je je hand/hoofd/lichaam (schrappen wat niet past) door hem laten lezen en geneest hij je met natuurlijke middelen, hij heeft een speciale gave, ook eenzame vrouwen zijn bij hem aan het juiste adres...

We komen aan op een vers geharkt strand en na een strategisch soort damspel met amandelnoten en koraalstenen (waarin de regels tactisch pas worden uitgelegd nadat je je zet gedaan hebt) gaan we hout sprokkelen voor ons vuur. Nadat de kokosnoten gekraakt, leeggedronken en geraspt zijn maken Ivan en Yasna (een italiaanse van de buurboot) het vuur en begin ik aan het kokosbrood. We marineren de in zee geweekte kip (heerlijk zacht) en leggen alles te bakken. Ivan bewaakt als een echte chef-kok de barbecue en Yasna en ik vlechten onze borden uit kokosbladeren.

We zijn bijna vier uur aan het werk geweest maar het resultaat mag er zijn! Smullen eerste klas! (en geen afwas!)

Na de middag ga ik nog terug voor de kettingles, de tijd vliegt en voor ik het goed en wel besef gaat de zon alweer onder. Morgen staat er weer een kookdag op het programma maar dan moeten we Philippe delen met (betalende) charterboten, het wordt druk op het kleine strandje!

En dat hebben we geweten! De vrouw van de charterboot gedraagt zich alsof ze het strand en het kettingatelier en Philippe gekocht heeft en ze daarom het recht heeft om iedereen te bevelen en af te blaffen. Gezellige dame... Ook de andere strandbezoekers (gisteren waren we alleen, vandaag is het hier super druk!) blijven wijselijk uit hun buurt.

Gelukkig weten we nu hoe het moet en sprokkelen we hout (met Philippe's machete), maken vuur, raspen kokosnoten en plukken de juiste bladeren om ons zelfgemaakt kokosbrood in te bakken alsof we nooit anders deden.

Na het eten gaan we snel aan boord om pas terug naar het strand te gaan als de charterbak vertrokken is.

Op deze plek lag vroeger één van de meest chique 5-sterren hotels uit Frans-Polynesië. Het werd volledig van de kaart geveegd door een orkaan in 1998. We wandelen naar wat ooit de sundowner-terraces moeten geweest maar waar je nu tussen restanten van padjes, brugjes en gebouwen door laveert. Desondanks wandel je de hele tijd in het groen, tussen de meest exotische bloemen en onder immense bamboebomen door. Het is weer eens fenomenaal om te zien hoe snel de natuur weer de overhand neemt eens er geen menselijke hand meer tussenkomt.

De volgende ochtend vertrekken we naar het noorden, Bertha heeft kuren (kinderziekten?) en we willen zo snel mogelijk de Yamaha-dokter te pakken krijgen. Maar voor we vertrekken gaan we afscheid nemen van Philippe en mijn armbandjes afwerken. Uit het niets tovert hij drie volle zakken tevoorschijn, vol fruit! Een tros bananen, massa's 'citranges' (een kruising tussen appelsien en citroen), pompelmoezen en papaya's. Zomaar, kadootje. Hij had ze gisteren verstopt voor de charterboot...

Wonder boven wonder liggen we deze keer al na onze eerste ankerpoging als een huis voor Fare, 10m diep en in zand. Wanneer we aan land gaan staan An en Erik ons op te wachten, we ontmoetten hen gisteren op het strandje. Hoe klein de wereld toch weer eens blijkt te zijn, zoveel duizenden kilometers van huis en op een minuscuul strandje kom je mensen tegen die in je achtertuin wonen. Het wordt een gezellige middag in de bar en aan boord.

We vinden hier zelfs een perfect uitgeruste supermarkt met de totnogtoe goedkoopste potten Nutella en heerlijk vers stokbrood. Een fles zure wijn krijgen we met de glimlach terugbetaald en wanneer ik geen 100 cpf-stuk heb om een kar te nemen staan er drie mensen te dringen om te helpen, één met het 100cpf-stuk, één om mijn reeds volle tas over te nemen en één om de tourniquet al open te zetten zodat ik er nog makkelijker door kan. Terwijl ik inkopen doe krijgt Ivan hulp van andere locals om de watertanks te vullen aan de kaai.

Overdag heerst er in Fare een oergezellige drukte. Het halve eiland troept samen aan de kaai (we zien Philippe terug die geen water meer heeft thuis, vergeten te betalen...) waar talloze stalletjes staan met vers fruit en groenten, cocos glacés, firifiri, ijsjes en verschillende foodtruckjes met 'crêpes', 'gaufres' en ander lekkers. We vinden op een kwartier wandelen het postkantoor waar we wifi hebben en tussen de andere helft van de bewoners van het eiland terechtkomen. Ook hier weer kraampjes en gezellige babbels en geroddel.

Onze laatste dag willen we ook de rest van het eiland eens zien en huren we fietsen. We hebben net de tijd om Huahine Nui (groot) te ronden maar voor Huahine Iti (klein) wordt het te laat, spijtig. 
(Huahine was ooit één eiland tot de god Hiro zijn kano in het midden plantte en het eiland splitste.)
De tocht leidt ons langs de Marae-route.

Marae zijn offerplaatsen die eruit zien als 'een vierkante hoop stenen met grote stenen bovenop' (dixit Ivan). Ze vormen een heiligdom op een rechthoekig grondvlak, omgeven door een rand van stenen met een altaar, een offerplaats en een kist met de (menselijke) overblijfselen van de heilige van het heiligdom. De stenen (koraal of basalt) verbeelden de heiligen of voorvaderen voor wie het heiligdom is opgericht. Hier werden geboorten en huwelijken gevierd en begrafenissen gehouden. Ze waren de ontmoetingsplek van het dorp waar belangrijke besprekingen en beslissingen gehouden werden.

Voor de missionarissen hun rituelen verboden en maar 1 god predikten, was er zelfs sprake van mensenoffers. Op Huahine staat de grootste concentratie aan marae in Frans-Polynesië.

Nadat we heel wat mooie hoekjes en kantjes ontdekken (altijd zijpaadjes inslaan!) bezoeken we ook de 'anguilles sacrés', de heilige palingen. Een hele hoop dikke, zwarte palingen met blauwe ogen.
Om de 2km lange klim met een helling van 15% te overbruggen moeten we toch afstappen, naar beneden is veeeeeel toffer, zeker wanneer de stoom uit onze remmen komt als we beneden zijn. Al zou Ivan iets blijer geweest zijn indien ook zijn achterste rem had gewerkt...

Gelukkig was dit de zwaarste klim maar voor we terug in Fare zijn komen we toch nog een paar afstaphellingen tegen en met een compleet kapot achterwerk (wie verzint zulke zadels?) leveren we de fietsen weer af. We krijgen nog net de laatste cocos glacés van de laatste foodtruck die aan het opruimen is en ontdekken nog maar eens hoe fantastisch een verse kokosnoot is. We begrijpen hoe langer hoe minder waarom er op een Bounty kokosnoten staan, die smaakt helemáál niet naar kokosnoot! Heeft niemand daar ooit een echte verse kokosnoot geproefd?

Het zit er weeral eens op, na een laatste wandeling naar het postkantoor (er moeten toch echt wat foto's op de Facebookpagina!) en onze laatste inkopen tuffen we met Suzy weer aan boord. Inderdaad, met Suzy, Bertha is zo ziek dat we haar niet meer durven gebruiken, hopelijk kan de Yamaha-dokter in Bora Bora haar genezen. De Yamaha-dokter van Huahine zat deze week in Tahiti.

De boot is er zo goed als klaar voor, de afwas gedaan, de papaya versneden, ons glas wijn uitgeschonken. Onze pijp is helemaal uit maar op het strand spat de energie van de dansers en zangers van de groep die originele tahitiaanse krijgsmuziek speelt, genieten!

Morgenvroeg om 5.00 (wanneer mag ik nu eindelijk eens uitslapen?) vertrekken we naar Bora Bora, het meest luxueuse eiland van de Pacific waar we zullen flaneren tussen de groten maar vooral stinkendrijken der aarde.
Hmhm.

Moorea - Knuffel eens een pijlstaartrog

Zaterdagmorgen vertrekken we absurd vroeg naar de Taina-haven om onze spiksplinternieuwe ankerketting op te halen. Daarvoor moeten we de landingsbaan van Tahiti-airport kruisen en beleefdheidshalve even de air-/portcontrol oproepen.

Ofwel waren de mannen van de controletoren niet echt wakker ofwel verstonden ze Ivan zijn Frans niet zo goed maar we kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit niet echt de bedoeling was :

Vooral niet wanneer we ons afmelden als zijnde buiten de luchthavengronden en als antwoord krijgen : OK, maar geef voldoende gas...

Gelukkig is de ankerkettingman van zijn woord en levert met de heftruck de ketting netjes aan de boot af. We liggen majestueus langszij aangemeerd aan één van de superjachtenpontons. De auto's rijden hier gemakkelijkheidshalve tot aan de boot om mensen af te zetten en boodschappen te (laten) doen, hier geen over en weer gezeul met kruiwagens en zware tassen.

Eens buiten het rif is het lang zoeken naar wind, deining staat er in overvloed en op motor is dat nog erger dan al zeilend. Gelukkig kan na een dik uur de motor af en zeilen we een paar uur later sloom op genua het rif voor Opunohu binnen. We ankeren in de baai en we blijken er lang niet de enigen te zijn. Het is zaterdagavond en blijkbaar is er op het strand een wedstrijdje gaande tussen alle picnikkende families wiens gettoblaster het hardst kan, wiens jetski de hoogste golven maakt en wiens motorboot het meeste lawaai. Niet echt wat wij gewoon zijn, dit doet ons meer denken aan de Carieb dan aan Frans-Polynesië.

Opunohu-baai heeft veel weg van Fatu Hiva op de Markiezen met dat enorme verschil dat je op de Markiezen nergens rustig ligt en hier rond alle eilanden een barrièrerif ligt waardoor er geen deining is en de boot nauwelijks beweegt. Ivan bereidt alvast een formeel schrijven aan de president van de Markiezen voor met het voorstel om daar rond elk eiland een rif aan te leggen...

 

We liggen in de buurt van het chique Hilton resort waar je voor amper 7€ een pint kan drinken en de gratis wifi gebruiken (enkel in de poolbar, in de andere bars betaal je ook voor de wifi extra). Hier komen we terecht na een (gratis) lezing van Dr. Michael Poole, walvisoloog.

Al snel ontdekken we ons nieuwe huisdier, Henk de zeeschildpad. Hij steekt honderd keer per dag zijn kopje boven naast de boot en blaast alsof hij een walvis is. Na vijf keer bovenkomen en blazen steekt hij zijn staart in de lucht en duikt weg om aan de andere kant van de boot weer boven te komen en aan de volgende serie te beginnen.

Op onze tweede ochtend, we zitten net in de dinghy om te gaan duiken, horen we weer geblaas maar iets overtuigender dan dat van Henk. Er zit een echte walvis vlak achter de boot! Een humpbackwhale die even later geruggesteund wordt door een tweede exemplaar! Hier, op 50m van ons af! Indrukwekkend! Natuurlijk zijn we zo overdonderd dat we de beesten niet eens op foto hebben. Om te duiken nemen we ons toestel niet mee en de GoPro levert boven water slechte perspectieven op.

Binnen en buiten het rif liggen verschillende duikboeitjes en met Bertha scheuren we makkelijk naar de andere kant van het eiland. We gaan drie keer duiken, alleen, met een stel Noren die we al sinds Porto Santo regelmatig tegenkomen en met Tony. Op onze oversteek van Panama naar de Markiezen spraken we hem twee keer per dag op de radio maar we zagen hem nooit echt, tot nu. Hij blijkt een ongelofelijk sympathieke man te zijn met een geweldige zus en schoonbroer die een hele koelkast aan overheerlijke kazen Tahiti binnensmokkelden! De smaak van de geaderde Camembert ligt nog op het puntje van onze tong. (Nvdr : wij leven al maanden op plastieken ziz-kaasachtigen, sinds de Markiezen vinden we weer brie en emmental)

Maar het meest fantastische op Mo'orea is toch het 'ray-feeding-station'! 's Morgens in alle vroegte, lang voor de resortgasten aan hun ontbijtbuffet beginnen, zitten wij al in onze dinghy en stuiven naar de Taotai-pas. Hier is een plekje, amper 1,5m diep, waar pijlstaartroggen al jaren door toeristen gevoed werden en zo goed als tam geworden zijn. Het hele idee is op zich absurd : pijlstaartroggen zijn wilde dieren en niet eens ongevaarlijk. Ze hebben een venijnige giftige prikker op hun erg lange staart en je blijft in feite best op veilige afstand van de beesten. Ook al zijn ze mensen gewoon en is het knuffelen een zachtaardige manier om eten te krijgen, het blijft fout, fout, fout.

Rond de roggen zwemmen blacktip haaien die, hoe vreemd het ook klinkt, veel onschuldiger zijn dan de roggen. Ze zwemmen op geen meter van je af maar tonen geen enkele blijk van interesse in de menselijke soort.

Wij hebben zelfs geen hapjes nodig om hen te lokken, we zijn zo vroeg dat we alleen zijn en de roggen en haaien hebben er net een nacht vasten opzitten, natuurlijk komen ze op ons af!

Maar wat een sensatie. Ze zijn zo zacht en zwemmen je ondersteboven, soms met drie tegelijk. Het zijn echt teddybeerroggen! Als je je hand uitsteekt voel je hun kraakbeenlippen in je hand happen, ik steek wijselijk geen vingers in hun mond. Ze strelen je met hun zachte vleugels en zoeken echt lijfelijk contact.

We vinden het zo geweldig, ook al is het fout, dat we beslissen de volgende ochtend terug te komen, nog vroeger om nog langer alleen te zijn (maar dat sloeg tegen, na een half uur werden de eerste 30 Amerikanen van een boot gedropt en zagen we in de verte nog boten komen aanstuiven).

Elke dag raken we ook hier weer meer verknocht aan het prachtige eiland waar het heerlijk wandelen en duiken is (ik zie mijn eerste lemonshark!), waar de mensen weer eens ongelofelijk vriendelijk zijn en waar we elke dag een deugddoende stranddouche nemen.

 

Ook hier hebben we het lastig om weer te vertrekken maar lichten we na een mooie week ons anker voor de volgende stop, Huahine.

Nvdr : een echte vakantieweek zou ik het niet durven noemen, ook hier stonden we weer alle dagen in alle vroegte op. Om te duiken, om naar de roggen te gaan, om te gaan wandelen en de eerste dag om om 6.00 naar de bakker te gaan (de volgende dagen haalde Ivan het gereserveerde brood op een meer menselijk uur op). Ik kijk dus uit naar een vakantieweek op Huahine, volgens de boeken het meest 'laid-back'-eiland van de Society Islands.

Tahiti, mauruuru

Wegens ongelofelijke drukte hebben we bij deze blog nauwelijks foto's kunnen nemen. Het fototoestel paste simpelweg niet in al onze tassen waarmee we de hele week Papeete hebben doorkruist.

Met onze welgemeende excuses, we maken het goed eens we op Mo'orea zijn!


Tahiti is voor velen een droombestemming. Zo ook voor ons, zij het om andere redenen dan de verleidelijke foto's uit reisbrochures.

Wij kijken na vier maanden best wel uit naar een echte supermarkt, hier is zelfs een Carrefour. De Markiezen en de Tuamoto zijn het mooiste dat we ooit zagen maar schonken qua proviandering niet altijd evenveel voldoening. We zitten echt wel door onze grootste voorraden heen (wijn, bier, chocolade, koekjes, bloem) en het wordt hoog tijd om de boot weer vol te laden, liefst met lekkere dingen! Verse tonijn blijkt hier wel pakken goedkoper (8€/kg) dan verse witloof (21€/kg), de omgekeerde wereld. 
Hier moeten we ook op zoek naar een nieuwe buitenboordmotor (zie hier) en een nieuwe ankerketting, een serie moeilijk te vinden batterijen en heel wat prutsen en prullen.
De hele week zijn we van 7.00 tot 's avonds 19.00 continu in de weer. Wanneer Ivan naar de bakker vertrekt en meteen al een kar vol water meebrengt, nestel ik me op de picnicbank onder de grote boom in de schaduw (zelfs om 7.00 schijnt de zon al genadeloos hard) met laptop en tablet om te profiteren van de dan nog snelle internetverbinding. Na het ontbijt vertrekken we naar Papeete om daar de hele dag de voeten onder ons lijf uit te lopen om alles te vinden wat er op ons lijstje staat. We doorkruisen wel vijf keer de stad en pauzeren enkel even in L'office du tourisme omdat daar airco, een propere wc en goeie wifi is, een broodje eten we wel onderweg van de ene naar de andere winkel.
Wanneer we 's avonds weer thuiskomen staat er nog een wandeling naar de Carrefour op het programma, de boot moet immers weer vol. Ergens tussen 20.00 en 21.00 vinden we de weg naar ons bed, morgen mogen we er weer uit om 6.30! Ha, u dacht dat wij een luilekkerleven leidden?!

Tussendoor wandelen we ook nog over en weer met de was (twee grote Ikeazakken vol, 16 kilo op een maand tijd verzameld) : 1 keer om de wasserette te zoeken, 1 keer om de was af te geven en 1 keer om hem op te pikken, reken minstens een uur per ritje. We gaan op de koffie bij Nederlandse buren, aperitieven met de Oostenrijkse buren en gaan eten met andere internationale buren. Ivan vaart over weer om de watertanks en douchezakken te vullen, gas te halen, benzine (Bertha) en diesel (Vaguebond) in te slaan, ik ruim op, kuis de boot en inventariseer.

Over één ding zijn alle cruisers het hier volmondig eens : Papeete is dan wel de drukste en grootste stad sinds Panama maar de mensen zijn zo warm, vriendelijk en hulpvaardig dat je al snel vergeet dat je in een 'grote' stad zit! Van de Yamaha-dealer, de mensen van de botenwinkels en de kerel in Carrefour die heerlijke (maar verschrikkelijk dure) gerookte vissla probeert te verkopen (neem er toch maar eentje extra, omdat het kan) tot de mevrouw aan de charcuterie die elke morgen de kippefricandon al in haar handen heeft nog voor Ivan voor haar toog staat en het superlieve meisje aan de kassa dat toch snel onze Belgische Carrefourkaart inscande om te kijken of we hier ook punten konden verzamelen (niet dus). Van de broodjesverkoper op straat en de heerlijke karakters in de dienst van toerisme tot de dame van het tankponton in de haven, ze begroeten je allemaal met een welgemeend 'Maeva' of 'Ia ora na' en doen alles wat ze kunnen om je te helpen. Hier mag je 'Bienvenue' letterlijk nemen.

Onze laatste 'stadervaring' was Panama en we hadden ten onrechte schrik om weer in een kille stadse mentaliteit te belanden. Niets is minder waar!
Tahiti, mauruuru (bedankt)!

 

Na een week zijn we pompaf. We hebben niet zoveel van Tahiti gezien omdat we zo hard aan het werk waren maar ook omdat het hier erg toeristisch is, ook op zeilgebied en we nu eenmaal niet zo tuk zijn op teveel drukte. We pikken morgenvroeg nog onze ankerketting op in een andere haven en varen dan door naar Moorea.


Want we zijn dringend aan vakantie toe!

Een kaweeke is een goed idee

Het zat er al lang aan te komen. We (Ivan) hebben er alles aan gedaan om het uit te stellen, alle levensreddende operaties en behandelingen uitgeprobeerd maar niets mocht baten.

Onze Suzy is niet meer. Ze heeft ons echter voor een extreem klein prijsje (en een paar 100km rijden naar Friesland) jaren plezier bezorgd! We werden meer dan eens meewarig bekeken, soms vierkant uitgelachen, altijd ingehaald maar ze doorstond elk hoongelach met waardigheid en trots. En wij waren gek op haar! Op elke van haar 2pk's! En op elke van haar 10 kilo's!

Wegens het schielijk overlijden van Suzy moesten we dringend op zoek naar een nieuwe buitenboordmotor. Je moet zo'n motor zien als je auto en fiets en benen tegelijk. Zonder ben je niets waard. Alles moet dan al roeiend bereikbaar dus dichtbij zijn. Tegenstroom en tegenwind roeien met een bijbootje volgeladen met waterflessen is echt geen leuke bezigheid, eventjes snel naar de bakker mag je vergeten, even snel gaan wifi'en ook. 's Avonds afspreken om te gaan eten is echt niet leuk als je meer dan een halfuur voor alle anderen moet vertrekken om als laatste aan te komen en zeker een half uur later dan alle anderen weer aan boord komt, moe en in het zweet. Zwemmen beschouwen we niet als een nuttig alternatief...

Suzy had de laatste weken elke dag meerdere reanimatiepogingen nodig (die bijna altijd lukten) maar echt vertrouwen deden we haar niet meer, we leefden al weken op 'roeimodus'.

Gelukkig heeft ze pas op Tahiti de geest gegeven, de laatste maanden zaten we nu niet bepaald in het Mekka van motoren...

Toen we na twee niet zo fijne zeildagen ons anker dropten in de Yacht Club Anchorage ten noorden van Papeete (de hoofdstad van Tahiti) zochten we, na een warm en lekker welkom van Frans en Ilona op Omweg, onmiddellijk de bus om zo snel mogelijk prijzen te pakken te krijgen bij Yamaha, Mercury en Tohatsu en een vergelijkende studie uit te voeren.

Dat het geen 2pk meer zou worden stond al lang vast, een 5pk is mossel noch vis (verbruikt meer dan 2pk maar planeert niet) dus de keuze ging nog tussen een 9,8pk of een 15pk.

Argumenten pro 9,8 :

  • goedkoper dan de 15pk
  • lichter (Suzy woog 10 kilo, een 9,8pk 31kg en een 15pk 41!)
  • planeert maar niet volgeladen met boodschappen of duikgerief

Argumenten pro 15pk :

  • veeeel sneller
  • veel sneller in planee dus nog veel sneller
  • door sneller te planeren, minder verbruik...
  • ook met meer gewicht, nog makkelijk in planee te krijgen
  • keistoer

De Yahamaman was een superlieve kerel die ons de 15pk verkocht voor de prijs van de 9,8 (die hij niet in stock had) en taxfree (we hoefden zelfs in tegenstelling tot bij de Mercury-verkoper helemaal niks te doen om de btw terug te krijgen).

Na een kleine smeekbede (Suzy was sinds deze morgen helemaal dood) overtuigde hij zijn magazijnier om na sluitingstijd (11.00 op een zaterdag) de motor in zijn chique pick-up te laden, ons op de passagiersstoel te droppen en naar de boot te brengen. Zelf sprong hij op zijn scooter en vloog ons voorbij (hmz, zit je daar mooi in zo'n blinkend, ronkend beest met een V8-motor onder de kap, steekt een brommer je voorbij) om de motor tot aan Dingel te slepen en er zelf op te monteren!

Wat een service! En allemaal met de glimlach!

Tijd om te testen! Eerst die tank van 25 liter vullen (in Suzy kregen we met moeite 1 liter) en dan heel voorzichtig het ding roderen, zeker die gashendel niet ver opendraaien. Dit voelt alsof we opnieuw leren fietsen of zwemmen. Wij zijn geen planeren gewoon, hebben nooit power achter onze bijboot gehad, we doen het al bijna in onze broek als we 8 knopen gaan.

Eventjes toch... (grijns)

Onze radius vergroot plots enorm, onze kleine Suzywereld breekt open en we beslissen om niet langer met de bus naar Papeete te gaan maar met de bijboot. Met een gemiddelde snelheid van 12 knopen een een testje tot 18 (nog niet eens op halve kracht) staan we op een kwartier in het centrum. De max!

Onze eerste tocht brengt ons situ presto naar de Lumière, een Belgische boot die we eerder in Panama tegenkwamen, we blijven de hele middag plakken aan hun sappige verhalen en sjezen als koningen weer naar huis om te gaan aperitieven op L'avenir, een Oostenrijkse boot die we al vaak op de radio hoorden. Op tijd vertrekken om de bus te halen? No way, wij hebben 15pk en sjezen in no time naar huis!

We hebben de smaak al snel te pakken (dat belooft voor onze benzinerekening de volgende maanden!) en vliegen de volgende dag weer naar de stad. Al is deze tocht iets minder comfortabel : er staat heel wat wind en er staan lastige golven waardoor we soms eentje over ons heen krijgen maar zoals gezegd, we staan nog in leermodus (we zouden een grote 'L' op Dingel moeten kleven).

In het naar huis varen zijn we onder de indruk van de kracht van Bertha : 20 knopen wind waar ze zonder problemen tegenin gaat. Tot we buiten de beschutte haven aan het rif komen...

Laten we zeggen dat deze tocht een steile leercurve kende :

Planeren is geweldig maar tegenwind en tegen hoge golven in iets minder, ook al hangt er 15pk aan.

Een kaweeke had een goed idee geweest, een duikbril ook trouwens.

Een waterdichte zak is onontbeerlijk (gelukkig hadden we die al)!

Boven op een golf gas minderen om minder hard in de volgende terecht te komen heeft een averechts effect. Bij gevolg is een groot hoosvat ook onontbeerlijk (bedankt Rob, hij doet het nog steeds!).

Als geen enkele andere dinghy die dag naar de stad vertrekt is dat niet zomaar. Zij weten beter! En wij nu ook! Volgende keer checken we eerst het weerbericht!

De tocht duurt op deze manier ook beduidend langer dan op een kalme dag, we varen bijna een uur over de 5 mijltjes. Eens thuis klimmen we als verzopen waterkiekens aan boord. Onze kleren komen uit een zoute wasmachine waarvan de zwierfunctie het laat afweten...

Mad to the bone, wet to the bone!

De volgende dagen vliegen we heen en weer, naar de stad en terug en proberen daarbij verschillende ladingen, motorstanden en bemanningen uit. Waar we in het begin nauwelijks durven gas geven, planeren we nu al als we de neus van Vaguebond passeren. We leren ook op golven planeren, gewoon nog meer gas geven om erover te vliegen. Onze topsnelheid klokken we momenteel af op 22 knopen (nog steeds geen vol gas!).

Het enige nadeel is het gewicht. Suzy tilden we alleen aan boord maar 40 kilo vanuit een dobberende bijboot achterop Vaguebond krijgen, zonder iets te raken en vooral zonder hem te laten vallen?

Bizar genoeg verkoopt geen enkele buitenboordwinkel harnassen om ze op te takelen. Dan maar zelf aan de slag met hulp van dokter Google.

Maar toch maar eerst eens met wat gewicht uittesten...

Dankzij mijn zelfgeknoopt harnas tillen we Dikke Bertha zonder ook maar de minste twijfel in geen tijd aan boord. Oef!

Bedankt Suzy voor bewezen diensten.

Welkom Bertha, je zal je mogen bewijzen en ...

SJEZEN!!!

Is mijn harpoen niet te klein bij deze kite

Fakarava, het tweede (en spijtig genoeg meteen ook laatste) atol op onze lijst heeft twee passen. Een makkelijke noordelijke en een smalle zuidelijke. Wij beginnen met de noordelijke en pikken een boei op voor Rotoava, de hoofdstad.

Het is hier alweer iets helemaal anders. We liggen vlak voor een duikcentrum, één van de vele hier, aan een (gratis) boei, we zien in de verte een relatief groot vliegveld, er is een echt restaurant, twee kerken, een bakker, een dok (er kan nauwelijks een schip binnen maar het is er wel), veel pensions en lodges (doch geen hotels of schreeuwerige resorts) en een yachtservice. We zien zelfs een chinees gezin in een knalgele elektrische auto rondsnorren!

Maar ondanks alles blijft het toerisme enorm kleinschalig en vallen de toeristen nauwelijks op.

De passen zouden hier duikparadijzen zijn en we kunnen dan ook niet aan de verleiding weerstaan om twee keer de pas in te gaan. We krijgen meteen onze nitroxduikdoop waardoor we makkelijk een uur onder water kunnen blijven en twee fantastische duiken maken.

We dalen af in de pas en zweven op de stroming door de verschillende gangen en door grotten waar enorme haaien liggen te slapen, we zien een sailfish (één van de coolste vissen ooit!) en weer eens duizenden vissen die vechten om voor de camera te zwemmen. Ivan heeft het maar knap lastig als onderwatercameraman; wanneer ik mag nagenieten zit hij nog uren filmpjes te bekijken en foto's te maken, dankzij de nitrox zijn de films nu nog eens 25% langer!

Omdat we voor het eerst in maanden ons anker eens niet moeten gebruiken lijkt het ons het ideale moment om onze ankerketting en de ankerwinch eens na te kijken. Als we ons ankerop-manoeuvre vergelijken met de doorsnee ankeraar komt Ivan altijd als enige onherkenbaar weer naar de kuip. Elke keer denk ik dat we geënterd werden door piraten en dat één van hen Ivan overboord gekieperd heeft en mij nu komt schaken.

Elke keer weer blijkt de piraat gewoon Ivan te zijn die pekzwart ziet door al het vuil, de modder en de roest die van de versleten ketting komen waarop de winch zijn grip verliest.

We sleuren de 75m ketting uit de bun aan dek, draaien hem helemaal om, markeren hem opnieuw elke 10 meter en steken hem weer terug. De eerste testen hebben een bevredigend resultaat : de ketting slipt niet langer in de winch en Ivan blijft eruit zien als Ivan (al was zo'n piraat best wel stoer). We wilden sowieso de ketting vernieuwen in Nieuw-Zeeland, ze is nog origineel en al voor wij Vaguebond kochten dikwijls gebruikt. Het laatste jaar alleen net iets intensiever...

Een tweede probleem in ontwikkeling is onze buitenboord, Suzy. Ze laat het hoe langer hoe meer afweten en dat is niet echt leuk als je op een dikke mijl of meer van de boot bent en tegenwind en/of tegenstroom, in het donker, tussen de patatten, naar huis moet roeien. Ivan haalt haar helemaal uit elkaar en vindt elke dag een andere boosdoener. Uiteindelijk blijft Suzy haar twee paardjes aan de gang houden wanneer hij het veertje/pinnetje aan de benzineleiding van de carburator helemaal opkuist en doorblaast ('doorbloest' voor de kenners). Op hoop van zegen...

De wifi bij de yachtservice valt erg tegen (lees : werkt niet) maar we kunnen dan wel fietsen huren en weer eens een hele middag onze benen strekken. 8km verder vinden we zelfs een winkeltje met nog wat verse groenten en Materne-confituur!

Om de dag in stijl af te sluiten gaan we in het restaurant eten. De vis van de dag is geen tonijn of mahi mahi, excuseert de mevrouw zich, maar wel zwaardvis. Of dat ook goed is? En of dat ook goed is!

Na enkele dagen houden we de 'drukte' voor gezien en varen 30 mijl verder naar het zuidoosten waar we ons anker droppen in Hirifa. Weer eens een prachtige plek met zicht op de oceaan, er wonen drie families en er is zelfs een snackbar met hele lieve uitbaters. 's Avonds zijn we de enige klanten en ze komen gezellig bij ons zitten keuvelen, net zoals de hond waar we gisteren al een strandwandeling mee maakten, de twee katten, de twee kittens waarvan Ivan

me nauwelijks kan verhinderen er eentje in mijn zak te steken en de varkens die lustig knorrend onder onze terrasvloer zitten.

 

We krijgen een lekker gegrilde vis voorgeschoteld met een heel subtiele smaak. Het blijkt een papegaaivis te zijn, de ene vis die ik absoluut nooit wilde eten wegens te mooi. Maar hij is verdomd lekker!

Een dag later dropt een grote cat zijn anker vlak bij ons en lijkt alle moeite van de wereld te doen om aandacht te trekken, ze zoeven constant heen en weer met hun dinghy, halen de SUP uit de kast, doen situps op de trampoline, push-ups op het dak van de cat, paradeshows over het dek en het lijkt alsof ze twee dingen aan het spit bakken op het strand maar dat blijken hun dames te zijn die de hele dag niet uit de zon te branden zijn. Maar wat pas echt onze aandacht trekt zijn de mannen die elke dag met duikpakken, handschoenen en harpoenen van minstens anderhalve meter lang het water ingaan op jacht... Ze schieten daarbij geen enkele vis die groter is dan 20 cm (en er zitten nochtans veel kanjers!) maar voelen zich blijkbaar heel wat meer man bij elke goudvis die ze boven halen.

Daarnaast valt vooral het niet hebben van een kite of waterski op (zoals sommige anderen in de baai) waardoor ze de volgende dag afdruipen en een plek zoeken waar ze wel heer en meester kunnen zijn.

Zelfs na een jaar krijg ik nog steeds de kriebels van zulke mensen...

Er is nog één ankerplek die we willen bezoeken en dat is Tetamanu, aan de zuidelijke pas. Ook hier blijk je pas echt man te zijn als je met een harpoen het water ingaat. Terwijl de lokale mannen hun lijn uitgooien vanuit een bootje of zelfs gewoon staand in het water, moeten de 'echte' bootjesmensen blijkbaar een harpoen hebben... Het doet ons een beetje denken aan safari's in Afrika waarbij de Duitsers/Amerikanen elkaar de ogen letterlijk uitsteken met hun uit de kluiten gewassen telelenzen (en waarbij onze variant van aaneengeplakte wc-rollen toch het onderspit moest delven).

Ook de kiters geven aan dat we weer in een meer westerse wereld aan het komen zijn...

Volgens het Compendium (een soort pilotboek waar iedereen aan kan bijdragen en dat een bom aan info bevat over de verschillende plekjes) kan je de duik in de zuidelijke pas helemaal zelf doen, zonder duikcentrum. Dat scheelt meteen een paar apero's in onze portemonnee en dus gaan we eerst op onderzoek. Bij doodtij varen we naar buiten en binden onszelf vast aan Dingel. Wanneer de stroming draait gaan we het water in en worden door de stroming naar binnen geduwd om een uur later bijna aan de boot (de grote) aan te komen. Na de eerste snorkelpoging besluiten we het de volgende dag al duikend te doen, dan kunnen we nog veel meer zien dan de overweldigende hoeveelheid vissen die we al snorkelend zagen.

Vanmiddag laden we al ons duikgerief in de bijboot en tuffen richting pas, daar smijten we ons ankertje uit en wachten op het draaien van de stroming. Een grote toevloed van bijbootjes en duikersboten verraden dat onze timing alvast goed zit. Een kwartier later dalen we zo'n 20 m af en flaneren we langs het rif. Het is weer genieten van al dat onderwaterschoons! We zien veel haaien, napoleons, reuzetriggers, parrots met tandjes en met bulten op hun kop, kortom we kijken weer eens onze ogen uit.

Eens terug aan boord begint het duikplezier pas echt! Terwijl ik nog een paar oefeningen onder de boot doe (ik had nog wat lucht over), goed in de gaten gehouden door onze twee huishaaien, zoekt Ivan de compressor om de flessen op te vullen. Wanneer alle vissen verschrikt wegvluchten van Vaguebond, de haaien op kop, gevolgd door de remora's en de geelvinnetjes, ga ik poolshoogte nemen. Blijkt dat Ivan veel last heeft om alles (reserve genua, kayak, bolderkar, haspel, bidons, grabbags, ...) uit de bakskist te krijgen. De compressor zit natuurlijk helemaal onderaan...

Eens alles geïnstalleerd en de generator opgestart begint de volgende fase : de compressor aan de praat krijgen. Hij verbruikt op papier 12A wat de generator perfect kan leveren, ze vergaten alleen te vermelden dat hij bij het opstarten zo'n 27A nodig heeft en dat is net iets te zwaar. Na een uur alles waar schroefdraad opzit los te zetten (en weer vast te draaien) vinden we uiteindelijk de schroef die hem voldoende ontlast zodat hij kan opstarten, eens dat gedaan vult hij lustig onze twee flessen weer op.

En dan mag het hele boeltje weer ingeladen worden!

We zijn alvast heel blij dat één van de andere boten ons deze middag kwam uitnodigen om pizza te gaan eten bij één van de lodges (op elke motu staat hier een lodge). Wij probeerden gisteren al maar voor twee mensen stookten ze de houtoven niet op, begrijpelijk. En dus vertrekken we vanavond, in het donker, tussen de patatten laverend naar de lodge met een grote honger en veel zin in een lekkere pizza (en een knuffel van Ginger, de knuffelkat).

Maar blijkbaar hadden de jongens vanmiddag te laat hun reservatie bevestigd en wordt er pas morgen pizza gebakken.

Zodoende zakken we moe en hongerig terug af naar Vaguebond en warmen een blik soep op, het eerste sinds we vertrokken...

Morgen zetten we zeil naar Papeete, Tahiti. We kijken niet echt uit naar de drukte en het lawaai van een echte stad, we zijn al te lang weg van de hectische wereld en genieten mateloos van de rust en het eenvoudige leven op de eilanden. Maar we zijn wel benieuwd en kijken vooral uit naar de Carrefour op wandelafstand!

Zo lang is het al

Een jaar. 52 weken. 366 dagen (*). 8784 uren en bijna 12.000 mijlen zijn verstreken sinds we onze knusse thuishaven in Blankenberge verlieten.

Sinds we alle zekerheden achterlieten en kozen voor het avontuur, het onbekende.

Het was de gekste, meest avontuurlijke en gedurfde, volgens sommigen meest dwaze beslissing ooit.

En we zouden ze zo opnieuw nemen!

We hebben dit jaar meer gezien, beleefd, ervaren en geleerd dan ooit tevoren. We hebben onze grenzen op de meest fantastische manier kunnen verruimen en verleggen zowel letterlijk als figuurlijk. We hebben zonder te zoeken meer gevonden dan we ooit hadden kunnen dromen. Maar we hebben vooral enorm veel plezier gehad en genoten.

Van de meest fantastische plekken die we tegenkwamen, van de meest hartelijke en gastvrije mensen die we al ontmoetten, van het ontdekken van stukjes wereld waar weinig enorm veel is, van warme mensen die ondanks alle verschillen met de zeilen in dezelfde richting varen.

We leerden loslaten (de ene al wat sneller dan de andere). Vooral het 'moeten' loslaten bleek een langdurig proces. Morgen is er ook een dag om te vertrekken (overmorgen ook trouwens), om te kuisen (zo vuil is het nu ook weer niet), om het motortje van de bijboot na te kijken (roeien kan ook), om te douchen (ruik jij iets?), om op te ruimen (ik ben nog niets kwijt), om te wandelen (hm, schoenen nodig, misschien toch eerst opruimen), winkelen (er zijn nog blikken genoeg) of snorkelen (die haaien zullen er morgen ook nog wel zijn).

Een jaar, 52 weken, 366 dagen, 8784 uren, 12.000 mijlen.

Toch lijkt het nog steeds of we gisteren de touwen losgooiden en uitgezwaaid werden door familie, vrienden en toeterende bootjes. We hebben ondertussen maar liefst 12.000 mijlen gevaren. Dat is 21.600 km waarvan we elke meter water onder Vaguebond zagen glijden. We zagen de kleur van het water langzaamaan veranderen van bruingrijs naar blauwig naar het meest felle paradijselijk blauw. Bij elke mijl zuidwaarts zagen we meer zon en minder regen en dat is iets waar we enorm snel aan wenden! 12.000 mijlen die we samen zeilden, onafscheidelijk, als een verbazingwekkend goed geölied team. 12.000 mijlen op Vaguebond die ons zonder (al te grote) moeite 12 tijdzones verder gebracht heeft.

Het werd een jaar waarin we op papier inderdaad een jaar ouder werden maar onze geest 10 jaar jonger, ons haar 10 tinten blonder, onze huid 10 tinten bruiner (and still counting!). Een jaar waarin het eelt op onze handen dikker werd door al het handwerk aan boord (van sleuren aan touwen en zeilen tot het herstellen van onze Belgische vlag en het dagelijks versnipperen van plastieken flessen) en het eelt van onze voeten volledig verdween door de dagelijkse scrub van zand-, kiezel- en koraalstranden. Een jaar waarin we kilo's verloren door bijna 20 uur per dag buiten te leven (soms slapen we gewoon aan dek) en 4 uur per dag in het water.

Het zijn 52 weken van leren geweest maar harde lessen waren het niet. We leerden vissen en fileren, Suzy (buitenboordmotor) repareren, met onze ogen dicht ankeren, spibomen steken midden in de nacht, hekankers steken, drie talen tegelijk spreken, veel doen met weinig water en 1001 dingen die we nu al als vanzelfsprekend beschouwen.

We leerden ons aanpassen aan het weer, continu wijzigende plannen, aan koken met beperkte ingrediënten, zelfs aan een leven zonder internet. We leerden meer te vertrouwen en minder te wantrouwen, de wereld zit echt niet te wachten op de volgende cynicus die met zijn krantenwijsheid negativiteit laat botvieren maar zelf nog nooit een stap buiten zijn comfortzone zette.

Het zijn gelukkige 366 dagen geweest waarin we onze droom konden waarmaken, waarin we fantastische mensen leerden kennen die ons enorm veel bijbrachten. 366 dagen waarin we de ene mooiste plek ter wereld na de andere ontdekten. Het zijn er ondertussen al zoveel dat nummer 1 een hele verzameling geworden is.

366 dagen waarin onze kijk op het leven een zachtere kant kreeg waar we heel vrolijk van werden.

366 dagen waarin we gespaard bleven van pech en problemen of misschien gewoon een jaar waarin we veel minder makkelijk die woorden gebruikten omdat we, wat vroeger een probleem was, nu eerder als uitdaging bekijken.

366 dagen die weer nieuwe mogelijkheden creëerden voor nieuwe uitdagingen, nieuwe keuzes.

Het zijn belachelijke 8784 uren geweest, te belachelijk mooi om serieus genomen te worden, te belachelijk goed om echt te zijn geweest.

En toch liggen we hier voor anker op weer een mooiste plek ter wereld met een brekende oceaan achter het rif, de palmbomen zacht wuivend op het koraalwitte strand boven een fascinerend pallet van blauwe tinten die zich een weg banen naar de binnenkant van het atol waar wij op spiegelglad water liggen. Een heel aquarium jagende, dan wel vluchtende vissen onder en rond de boot (het water rondom ons lijkt wel een bruistablet). Aan de andere kant, achter ons, gaat de zon langzaam onder in een waaier van roze en oranje. Een glas wijn of bier in de ene hand, een boek in de andere, een avond als alle andere... Belachelijk, niet?

(*) februari 2016 telde 29 dagen

Voor wie denkt dat ik nu volledig gek geworden ben, klaar om opgenomen te worden, aan de drugs of aan de drank ben. Wees gerust, ik ben nog steeds mezelf, kan nog heerlijk kwaad worden, verdraag nog steeds geen oneerlijkheid, blijf allergisch aan m'as-tu vu-mensen en wil nog steeds dat alle touwen ten allen tijden ontward en opgeschoten aan boord liggen. Maar ik kan niet ontkennen dat dit jaar ongelofelijk veel deugd heeft gedaan, en nog steeds doet maar misschien wel wat scherpe kantjes afgerond heeft...

Coup de patattes à Kauehi

Om zeker te zijn dat we niet dromen knijpen we elkaar elke dag een paar keer in elkaars armen (die ondertussen al blauw uitslaan van al dat geknijp). Zonder overdrijven is dit nu echt wel de aller-, allermooiste plek die we al bezochten.

We denken niet dat iets ooit nog in de buurt komt van Kauehi en we weten dat het gewaagd is om zoiets te zeggen!

Kauehi is ons eerste atol op de Tuamoto, een archipel van 76 atollen tussen de Markiezen en Tahiti,.

Een atol wordt gevormd, zoals bijna alle eilandengroepen midden in de oceanen, door vulkanen. Waar sommigen netjes boven de zeespiegel blijven uittorenen (Markiezen), storten anderen in tot op de zeespiegel (Tuamoto). De massa die in de krater valt zorgt voor de bodem van het atol, de randen vormen een rond rif waar na verloop van eeuwen een prachtige koraalbarrière rond groeit. Sommige atollen zijn volledig gesloten en bevatten soms zelfs zoet of brak water, de meesten hebben gaten in het rif die passen vormen waardoor je kan binnenvaren bij laag water. Er staat steevast veel stroming in zo'n pas (we hoorden al tot 8 knopen tegen!) en het spel van de wind tegen de stroming met hoge overslaande golven en draaikolken, gecombineerd met gevaarlijke brokken koraal in het midden van de vaak erg smalle passen, maken het aanlopen van zo'n atol soms tot een gevaarlijke onderneming.

Wij kozen daarom voor een makkelijke aanloop. Dat de moeilijkheidsgraad van de pas niet noodzakelijk evenredig is met de schoonheid van het atol erachter bleek een uur later. We wisten niet echt wat te verwachten maar we kregen meer dan we ooit voor mogelijk hielden. We ankeren in kristalhelder water dat, afhankelijk van de diepte, varieert van witter dan wit (1m), over het felle lichtblauw van een caran d'ache-potlood (3m), blue curacao-blauw (5m) en een blauwe fluostift (8m) naar heel licht appelblauwzeegroen (10m), diepblauw (20m) en nachtblauw (30m). De stranden zijn van zo'n wit koraalzand dat het pijn doet aan je ogen en de palmbomen wuiven je hypnotiserend toe. Rondom je zie je donkere blokken liggen, grote brokken koraal beter gekend als 'des patattes' die soms wel heel erg dicht tegen de oppervlakte komen en waar je liefst niet te dicht in de buurt komt. Vaak is zo'n 'patatte' een snorkelparadijs.

Er ligt maar 1 andere boot, na ons volgt nog een Franse boot waar we al twee dagen mee samen varen. Verder is er niemand. Het dorpje lijkt te slapen en we gebruiken onze aankomstdag om onze ogen de kost te geven (dromen we nu nog?) en te snorkelen.

We krijgen meteen nieuwe huisdieren, enkele remora's (sharksuckers, de vissen die je vaak aan haaien ziet kleven) zuigen zich vast op Vaguebond en lossen zich enkel en alleen als we eten in het water gooien. Er zwemmen eenhoornvissen rond, grote Sylviekes, Napoleons (grote felgekleurde papegaaivisachtigen) met een dikke bult op hun hoofd en haaien.

De ex-burgemeester 'Tonton Flic' blijkt de uitbater van de snackbar aan de luchthaven, eigenaar van één van de restaurantjes in de 'Heiva', het centrum, eigenaar van één van de twee winkeltjes en baas van een parelboerderij. De hele week komen we hem overal tegen en presenteert hij van 's morgens vroeg (7.00) tot 's avonds laat elke activiteit. Volleybaltoernooi, voetbaltornooi, basket- en vooral petanquewedstrijden. Hij neemt de honneurs waar bij de officiële aangelegenheden, regelt alles wat met de kerk te maken heeft (als u nog een kerkklok op overschot heeft, dit staat in zijn verlanglijstje hoger dan medicijnen voor de bevolking) en assisteert de huidige burgemeester. Overal lijken we zijn met goud omrande tanden te zien schitteren.

 

In het midden van het dorp ligt het petanqueveld waarrond tentjes zijn opgesteld met een snackbar, 3 restaurantjes en een discotheekbarakje. Aan de zijkant ligt het sportveld. Elke dag is hier vanalles gaande, elke avond is er minstens één restaurantje open. De kaarten zijn vrij uniform : biefstuk friet, hamburger friet, chao men, poisson cru (als er gevangen werd). Er is geen bier of wijn te krijgen, alcohol is verboden in het openbaar.

De mensen zijn enorm vriendelijk en behulpzaam. De kinderen spelen de hele dag buiten, jong en oud speelt met elkaar. Hier hebben koning Computer en koningin Teevee met prins Ipad en prinses Internet hun intrede duidelijk nog niet gemaakt en dat merk je aan de kinderen. Ze kunnen onbezorgd spelen en bewegen de hele dag door. We kunnen nergens boze of huilende gezichten ontwaren, dit zijn gewoon heel gezonde en vrolijke kids die kind mogen blijven en opgroeien op een natuurlijk ritme.

Ook in heel wat volwassenen zien we nog wat speelsheid bewaard zitten, iets waar velen in onze moderne wereld jaloers op zouden zijn.

Naast de meest fotogenieke wandelingen gaan we ook een paar keer duiken. Gary ligt hier al 7 jaar met zijn boot vast en heeft een duikcentrum/zeilschool lopen vanop zijn boot. Hij neemt ons mee naar de pas waar we één van de allermooiste (excusez le mot) duiken ooit doen. We zweven over de muur buiten de pas om via een soort canyon in het 'circus' terecht te komen. Gedurende de hele duik zijn we omringd door haaien maar in het circus zitten we er gewoon middenin. Ze hebben geen schrik, zijn niet agressief, ze negeren ons compleet of zijn hoogstens een beetje nieuwsgierig. Dit is machtig, het zijn prachtige beesten en ze dwingen alleen al door hun fysiek alle respect af!

(We zien ook roggen, tonijnen, barracuda's, napoleons, sylviekes en ander wreed schoons -een squirrel komt zels in mijn vinger bijten- maar niks kan onze eerste face to face ontmoeting met de haaien overtreffen!)

Met de belofte om binnen een paar dagen terug te keren als 'eregast' voor de feesten van 'Le quatorze juillet' vertrekken we nog voor twee dagen naar het zuiden, Gary heeft een veiligvaarplan in het zand getekend zodat we laverend tussen de patatten de korte weg kunnen nemen. We kunnen dan wel feilloos de patatten ontwijken maar de parelkettingen die overal onder water hangen te groeien komen we net iets te vaak tegen...

We liggen moederziel alleen in (en nu is het echt, echt, echt waar) de aller-, allermooiste plek ter wereld! Alleen een foto kan hier als bewijs dienen, ik vind de juiste woorden niet meer.

Dit is gewoon belachelijk (*) mooi!

Dit is The Blue Lagoon in het echt en we paraderen, poseren, dobberen over het eiland en door de kleine meertjes tussen de motu's alsof het onze allerlaatste dag op aarde / in het paradijs was. Ook snorkelen is hier beter dan gemiddeld, door het glasheldere water zie je perfect enkele meters diep de mooiste vissen tussen de patatten door zwemmen. Toch diegene die zich binnen je gezichtsveld bevinden. Ik verschiet mij een driedubbele bult wanneer een haai van zo'n twee meter mij vanachter mijn rug nieuwsgierig komt bekijken en op 2m langs mij zwemt. Ik was nog nooit zo snel aan boord! Ze mogen dan totaal onschadelijk zijn, dit was echt dicht genoeg!

Zoals beloofd keren we terug naar Kauehi City voor 'Le 14 Juillet'. 's Morgens om 6.30 mogen de vrouwen hun gebak afgeven aan de snackbar en krijgen Ivan en Rob (nvdr Suzan en Rob zijn de enige anderen in de baai) hun versgevlochten hoed, de kronen van de dames zijn nog niet klaar, horen we. (nvdr : spijtig genoeg hebben we geen kronen gezien, gelukkig had ik er al één gewonnen bij een danswedstrijd enkele dagen geleden) Om 7.00 vertrekt de 'défilé' naar het gemeentehuis waar de vlaggen gehesen worden door de speciaal overgevlogen 'gendarme' uit Tahiti, onder het zingen van de Marseillaise (franse vlag) en het polynesisch volkslied (polynesische vlag). De meester van het dorp, de echte burgemeester en 'onze' burgemeester (de 'maire') houden een toespraak, de ene al wat korter dan de andere. Daarna keert de kleurrijke stoet terug naar het centrum voor de cocktail (een siroopdrankje geschonken vanuit een -zo hopen wij- propere vuilnisbak) en het taartenbuffet.

Tonton Flic roept de jeugd op om deel te nemen aan de spelletjes en voor we het weten zijn we zelf de attractie van het dorp in danswedstrijden, zakkenlopen en touwtrekken (waar gelukkig geen foto's van bestaan wegens alle fototrekkers betrokken in de spelletjes).

We gaan tegen 11.00 weer aan boord voor de siësta en wanneer we 's avonds bij het enige geopende restaurant met als enig eten 'biefstuk-friet' aankomen, blijken we de enige gasten te zijn. Het hele dorp ligt waarschijnlijk te bekomen van de zware voormiddag en de zware cocktail...

Al komt tegen 19.00 wel weer wat volk opzetten voor het voetbaltornooi maar een uurtje later vallen wij allemaal al om van de vaak en tuffen de twee eregastbemanningen naar hun boot om niet veel later in een lange diepe slaap te vallen.

Zoveel actie op een dag zijn we duidelijk niet meer gewoon!

Onze laatste dag op Kauehi lenen we de fietsen van Tonton Flic en Andrea om een toer rond het atol te maken. Heel fijn om na een jaar nog eens op een fiets te zitten, en er niet af te vallen. We kunnen het nog!

's Avonds worden we weer uitgenodigd om samen te eten in de restaurantjes en krijgen we als afscheidskado allemaal een prachtige krans, ik ben superfier op de mijne, die moet echt dagen werk gekost hebben om alle spierwitte, kleine, evengrote schelpjes tot dit kunstwerk te rijgen.

Suzan en ik krijgen nog een handvol parels kado...

Met nog meer spijt in het hart dan ooit tevoren varen we voor de laatste keer laverend tussen de patatten naar de boot. We weten ze ondertussen zelfs in het donker te vinden...

Dit atol was een coup de foudre en eentje die nog lang zal blijven nazinderen!

(*) met dank aan Nok, er is werkelijk geen beter woord te verzinnen!

We zijn weer op weg.

Het zit erop. De Markiezen. We hebben er zo lang naar uitgekeken, over gedroomd en gefantaseerd en nu zijn we alweer weg. Het lot van een zeiler …

Maar ze blijven voor altijd als de allermooiste plek op aarde geboekstaafd! Ja weeral! We beginnen te leren dat er verdomd veel allermooiste plekken op aarde zijn.

 

We vertrekken naar de Tuamoto, een archipel meer naar het zuiden dat uitsluitend bestaat uit atollen. Geen eilanden meer, geen groen, geen bergen of fruit meer.

Een atol is een ingevallen vulkanische krater waarvan de buitenste randen, net onder het wateroppervlak, begroeid zijn met koraal. Sommigen zijn volledig gesloten, anderen hebben één of enkele passen waardoor je naar binnenvaart om dan in rustig, helder water voor anker te gaan met enkel een dun streepje strand met wat palmbomen dat je scheidt van de oceaan.

 

Om daar te geraken moeten we 530 mijl overbruggen, vier dagen varen. We gaan op vakantie! Veel slapen, veel lezen, veel rust.

Onze eerste dag verloopt heel kalmpjes, we krijgen een mooie drie, vier beaufort NO achter ons aan. Heel wat anders dan onze Friendjes thuis die, nu ze eindelijk op vakantie kunnen, voor een reeks depressies met hevige ZW-wind staan die hun boten in de haven houdt. Met enkel de genua lopen we dik boven de zes knopen. Vaguebond heeft er duidelijk zin in, Sam is in vorm en wij vervallen in wachtlopen en oversteekritme als deden we ons hele leven niet anders.

Ook de tweede dag schieten we goed op. Aan de zeilvoering wordt pas 's nachts iets veranderd, er lijkt meer wind op te komen dus krijgt de boot een rif. We blijven dik boven de zes knopen lopen. Ik vul deze dag vooral met slapen, zelfs tijdens mijn wachten zit ik continu te soezen. Het is vakantie en we zijn weer helemaal alleen op de zee, de instrumenten staan uit, behalve de AIS waar toch geen leven op te zien is. De meest nabije boot die we op de SSB-radio horen zit op 100 mijl (180km) van ons af.

Dag drie wordt uiteindelijk nog een gevulde dag. We redden dan wel het leven van een amper twee centimeter groot krabje uit de bek/keel/slokdarm van een wahoo maar de wahoo zelf laat er wel het leven bij. Voordeel is dan weer dat wij weer voor 5 dagen verse vis hebben! En vissla! En de lekkerste ceviche ooit! Binnen een uur was hij al gepromoveerd van dartel jagende vis in zes pakketjes graatloze filet en heerlijk marinerende rauwe vis in een bakje olijfolie, vers limoensap, look en peper. Een record!

 

Het radionetje, het PolyMagNet, is weer tweemaal daags deel van onze routine en ook de squalls laten weer van zich horen maar kom, zo wordt de boot ook weer eens proper gespoeld.


De voorlaatste dag op zee zou er eentje zonder wind worden maar tegen middernacht heeft Ivan de genua al gereduceerd tot de grootte van een postzegel en zakt onze snelheid nog steeds niet onder de zes knopen, hoezo geen wind ?

Vanmiddag komt een gast aanwaaien en zet zich, na wat heen en weer gewaggel, bovenop de bimini en blijft er de hele dag zitten. Pas 's ochtends ontdekken we dat hij vertrokken is en als kadootje de hele bimini vol vogelpoep heeft achtergelaten... Merci Boebs!

Zijn status keldert van 'superschattige Boebs' naar 'schijtvogel'...

Nog 36 mijl, we moeten echt wel remmen om op het juiste tijdstip aan te komen op Kauehi. Je hebt elke dag maar enkele uren tijd om een atol binnen te varen, wanneer, net na slack (laagwater), de uitgaande stroming het minst is.

Dankzij de aanhoudende wind en ondanks het hevige remmen komen we toch twee uur te vroeg aan. Als eerste kozen we een atol met een makkelijke ingang, 400m breed, 350m lang en wanneer wij aankomen staat er 'maar' 4 knopen stroming tegen. Er staan heel wat draaikolken, eddies en overfalls maar niks ernstigs. Na nog een uurtje varen en een allesverzengende maar korte regenbui (waar Ivan gretig gebruikt van maakt om alle restanten van Boebs op te kuisen en hem meteen maar te vergeven, het beestje had waarschijnlijk gewoon iets verkeerds gegeten...) arriveren we in kristalhelder water voor het dorp.

Een postkaart heeft er niks aan!

Na drie ankerpogingen (het ligt hier vol grote rotsblokken koraal waar de ankerketting makkelijk achter blijft haken) liggen we als een huis en kunnen we snorkelen.

Wanneer we 's avonds een heerlijk stukje wahoo met ratatouille verorberd hebben, de afwas gedaan is en we de zon zien ondergaan met een glaasje wijn/bier merken we pas wat er voor het eerst in maanden zo anders is aan deze plek : We. Bewegen. Niet! Helemaal niet! Het lijkt of de boot op het droge staat, er staat totaal geen deining.

Het moet sinds Kuna Yala geleden zijn dat we nog zoooo stil lagen.

Al maanden zijn we altijd in beweging, ook als we voor anker liggen. We koken al wiebelend, moeten bij het ontbijt de filter op de koffiethermos vasthouden, we wassen al rollend af en in sommige ankerbaaien lagen we beter dwars in bed omdat we anders toch maar continu tegen elkaar gegooid werden en nu …

Wat is dit zalig! Ssssssssssssst …

Nuku Hiva - Afronden in perfectie

Voorwaar, serieus, nu zijn we echt de allermooiste baai van de Markiezen binnengevaren! Ze staat zo niet beschreven, eerder met vette letters omschreven als  'nono's zijn een pest!' maar wat zijn we blij dat we die waarschuwing genegeerd hebben. (Ze vergaten te vermelden dat de baai 22,5 uur per dag nono-vrij was)

Vanuit Ua Pou varen we in een perfecte dagtocht naar Nuku Hiva. Om de perfectie nog wat meer in de verf te zetten vangt Ivan een overmaatse wahoo waar we uiteindelijk met 12 man van eten en een week verse wahoosla in de koelkast krijgen. Om de perfectie compleet te maken droppen we ons anker in Taioa.

Het lijkt alsof we in een bergmeer liggen, omgeven door enorm hoge grillige bergen, er is geen uitgang te zien en ook het dorp (waar amper zes gezinnen wonen) ligt verscholen achter een kleine landtong. Ergens achter in deze vallei ligt de derde hoogste waterval ter wereld (661m) en je raakt er enkel via deze baai. Het dorp zelf is niet bereikbaar met de auto, enkel over zee. Wat die verroeste auto's hier staan te doen, naast dienen als hondehok, is ons een raadsel, ze konden nooit verder dan 100 meter landinwaarts rijden!

Nadat we drie keer geprobeerd hebben vinden we eindelijk de doorgang op de rivier waar we onze Dingel kunnen achterlaten. Eerdere pogingen gaven als resultaat : gekkenwerk, zelfmoord en totaal onmogelijk. Maar als aluminium bootjes met 20pk door die branding geraken dan moet het met onze rubberboot met 2pk toch ook lukken?
We ruilen onze teva's gelukkig op tijd in voor stevige wandelschoenen en komen na twee uur klimmen, glijden, zoeken en tig keer de snelstromende rivier overwaden (Ivan - kniehoogte) of -ploeteren (ik - heuphoogte) op een plateau met oude nederzettingen. Van daaruit zoeken we een uur stroomop- en afwaarts naar het vervolg van het pad, tevergeefs. 
De gids die ons een uur later vriendelijk uitnodigt met zijn drie gasten mee te gaan brengt ons 100m verder dan waar wij gestopt waren, op een plek waar de stroom van de waterval en een tweede stroom van een bron samenkomen en er nergens nog een pad te vinden is. 

We waren al gewaarschuwd en ook onze gids wil niet veder, te gevaarlijk! De aanhoudende regen van de laatste weken (regenseizoen!) heeft teveel rotsblokken losgeweekt van de rechte klifwanden en elke dag vallen er brokstukken naar beneden, op het pad. De politie sluit vandaag of morgen de hele weg af...

We blijven nog even genieten van deze prachtbaai en zien, om de perfectie te overtreffen, kleine haaitjes ons visafval wegtoveren. Opeten in minder dan 2 sekonden? Pure tovenarij! Bij het ontbijt komen de grotere exemplaren door de baai toeren. Wanneer we ons anker ophalen komt een elegante manta ons vlak bij de boot uitzwaaien en onderweg naar de volgende baai worden we begeleid door een tiental dolfijnen die pas afscheid nemen als we de baai insturen.

In Taiohae, de grootste 'stad' van de Markiezen stoppen we vooral om praktische redenen. Onze volgende stopplek, de Tuamoto, ligt op 5 dagen varen en er zou bitter weinig in te kopen zijn en zeker geen vers. Vers, weten we ondertussen, is ook hier een probleem. Geen van de drie supermarkten heeft fruit, groenten of vers vlees en op de radio blijkt het te pakken krijgen van tomaten hoger te scoren dan het vangen van een grote vis!

De bakker opent om 4.00 en sluit om 6.00, uitverkocht. Je vindt één keer per week vers fruit en verse groenten, zaterdag van 4.00 tot 8.00. Degenen die beweerden dat de bakker altijd gesloten was en er op woensdag evenals op zaterdag enkel pompelmoezen en bananen te krijgen waren, zijn duidelijk nooit om 4.00 opgestaan! Wij vertrokken met sla, tomaten, komkommers en courgettes!

Deze week begint in België de grote vakantie, hier beginnen de '14 juillet'-festiviteiten. Elke week staat er iets op de planning, de hele maand lang. Al weken zijn we dagelijks getuige van de repetities, er wordt op alle eilanden gezongen, gedanst en muziek gemaakt dat het een lieve lust is. Fijn voor ons want die traditionele muziek klinkt echt wel goed in de oren!
Wij gaan dit weekend twee keer uiteten! In het buurthuis worden twee restaurants ingericht, een enorme dansvloer, twee bars, een patisserietent en een spelletjesbarak!
Gelukkig reserveerden we voor de tweede avond, de zaal zit (in tegenstelling tot de vorige avond) afgeladen vol. We kregen een tafeltje vlakbij de dansvloer en ook Ilse en Stefan, twee Belgen die we vandaag leerden kennen, konden nog aanschuiven.
Elke week danst een groep zeven traditionele dansen, non-stop, voor een tienkoppige jury. Deze week beginnen de dertig mannen en vrouwen uit de vallei van Taiohae.
Meer dan twee uur geven ze het aller-, allerbeste van zichzelf. 
Uiterste concentratie, pure kracht en passie maakten deze avond meer dan het perfecte afscheid.
Alle dansers prachtig uitgedost in traditionele kleren van gevlochten palmbladeren en kokos. De mannen in prachtige tattoos die hun kracht alle luister bijzetten.

En dan is het zover, we verlaten de Markiezen en zetten koers uit naar de Tuamoto, zo'n 530 mijl verder.

Ook hier laten we weer een stukje van ons hart achter maar ook hier hebben we alle redenen om ooit terug te komen, we hebben nog zoveel baaitjes niet gezien.

 

Bedankt 'Terre des Hommes', naast de enorm indrukwekkende natuur maakten vooral uw mensen dit stukje aarde tot een paradijs!

Ua Pou - De pijlers van het huis

Er was eens, lang, heel erg lang geleden een koppel, Oatea en Atanua, dat in de Stille Oceaan leefde. Ze wilden graag een huis bouwen maar er was nergens een eiland om een huis op te bouwen.

 

Op een nacht zong en danste Oatea de hele nacht om zijn voorvaderen aan te roepen en te vragen hoe hij zijn huis moest bouwen. Het antwoord kunnen we spijtig genoeg niet vertalen maar bleek voor Oatea duidelijk genoeg. De volgende dag begonnen de werkzaamheden, midden in de oceaan.

 

Er werden twee pijlers opgericht, zij vormden het eiland Ua Pou.

Daarboven kwam een dikke dwarsbalk, Hiva Oa.

Het dak hield de balken en de pijlers stevig op hun plaats : Nuku Hiva.

Om het dak te waterdicht te maken werd het bedekt met 9 takken van gevlochten kokosbladeren, dit was Fatu Hiva.

 

Het duurt lang om kokosbladeren te vlechten en touw te slaan, toen het licht werd riep Atanua haar man : "Schat, het licht komt op aan de horizon! De dag is in aantocht!" Dit licht werd het eiland Tahuata.

 

Oatea antwoordde, zonder op te houden met werken, "Ik ben bijna klaar, ik moet nog juist een put graven om alle afval van de bladeren in te werpen!". Deze put werd Ua Huka.

 

Toen de zon over de Stille Oceaan scheen, lagen de Markiezen te schitteren in de zon en konden Oatea en Atanua hun huis gaan inrichten...

 

En zo ontstond 'Fenua Enata' , la Terre des Hommes, het paradijselijk stukje aarde dat wij de Markiezen noemen.

Van Fatu Hiva varen we een nachtje door naar het noorden van Hiva Oa, hier zouden manta's zitten... Er vestigt zich een nieuw regime aan boord : Ivan vindt dat hij te veel slaapt en te weinig oefent in het jong blijven (lees : nachtje door doen). Hij stelt voor om nachtje door te varen en ik mag de hele nacht slapen! Heerlijk, laat hem maar oefenen, ik klaag niet!

Het worden een woelige maar snelle 70 mijl.

De manta's blijken ook hier weer betere oorden opgezocht te hebben, we zouden graag uitvinden waar die dan zijn! Maar wat de manta's niet weten is dat hier Saul woont, een weer eens supervriendelijke man met een grote fruitboomgaard vol stervruchten, bananen, pompelmoezen, breadfruit, papaya's en limoenen die ons al bij onze eerste kennismaking overlaadt met fruit zodat we zonder wandeling sito presto weer aan boord moeten met de belofte om maandag, voor we vertrekken, met stevige zakken terug te komen. Hij zal de hele boot befruiten. En dat doet hij! En wij zijn er enorm dankbaar voor, dit is geweldig lief en lekker!


Na weer een heerlijke nachttocht (Ivan vaart, ik slaap) varen we de baai van de derde grootste stad van de Markiezen binnen, Hakahau op Ua Pou. Er staat een enorme swell en er is weinig plaats omdat je ruimte moet laten aan de kade zodat de Aranui kan draaien, daarbij is er weinig diepgang en ligt de baai volledig open naar het noordoosten, vanwaar de wind blaast. Wegwezen dus!

7 mijl verder varen we het volgende baaitje binnen, Hakahetau. Mooi beschutte baai, kristalhelder water, prachtige rotsformaties en de pieken van Ua Pou die boven de bergen uittorenen (nvdr : 'De Pijlers van het Huis' (de naam van het eiland) worden gevormd door opgestuwde punten gestolde lava die na een tweede vulkaanuitbarsting boven de kraters uitkwamen).

We vinden een winkeltje (met stokbrood!), een restaurantje met een enorm vriendelijke Mme. Ti'Pierro, een watertapje en een heerlijke kadedouche. Hakahetau is ook de allereerste plek waar je veilig, in rustig water je dinghy kan achterlaten. Al hangt de ladder nog met drie bouten vast en leren we enkele dagen later dat het kademuurtje waar de ladder aan vasthangt eigenlijk nergens op rust en op instorten staat...

In de pilot lazen we dat Ua Pou een fantastisch mooi binnenland heeft en je dat het beste per paard bezoekt. De 'man met paard' mompelt dat we niet met twee op 1 paard kunnen dus laten we deze optie maar mooi voor wat ze is.

We wandelen wel naar het publieke zwembad, een uurtje door de bossen en je komt bij een heerlijk verfrissende waterval met zwembad, gratis!

's Avonds gaan we eten bij Ti'Pierro. Hij is momenteel in Frankrijk voor een bbq-wedstrijd in Ste. Marie de la Mer (hij won de Ua Pou en de Tahiti-wedstrijd en bakt nu de finale in Frankrijk) dus neemt zijn vrouw de keuken over en serveert ons lekkere lokale gerechten. Ze rijdt elke vrijdag naar de hoofdstad Hakahau en biedt een lift aan, er is nog 1 plek vrij in de auto.

Net wanneer we naar huis wandelen stormen twee boze mannen het etablissement binnen, duwen de gastvrouw ruw opzij en terwijl één van hen Mme. Ti'Pierro ondervraagt, onderzoekt de andere haar kasten.

Het blijken onze Italiaanse buren te zijn die hun portefeuille kwijt zijn. Ze hebben een nogal vreemde manier om hem te zoeken vinden we...

De volgend ochtend staat Mme. Ti'Pierro aan de kade te wachten. De drie andere plekken in de auto blijken voor de Italianen te zijn die ook vanochtend weer uitblinken in beleefdheid en vriendelijkheid. Ik zet me al snel voorin, gezellig naast Mme. Ti'Pierro om de hele voormiddag meer te weten te komen over het leven op Ua Pou. De Italianen vinden het duidelijk maar niks om met zijn drietjes bij elkaar gepropt te zitten achterin, één van de boze heren van gisteren moppert minstens een kwartier lang (weten zij veel dat ik hen kan verstaan, haha)!

Onze buren worden aan de eerste supermarkt uit de auto gegooid zonder afspraak om terug opgehaald te worden, ze moeten hun plan maar trekken... Op vraag van de vrouw waar ze verse groenten kan vinden krijgt ze als antwoord "zoeken in de supermarkt".

Ze begrijpt duidelijk niet waarom ik in de auto blijf zitten...

Ik word meegenomen naar het pension van een vriendin waar ik een heerlijke Nespresso-koffie (!!!) krijg voorgeschoteld en de helft van de verse groenten van Mme. Ti'Pierro krijg! Er zijn wegens de overvloedige regen nauwelijks groenten te vinden in de Markiezen, zelfs de Carrefour in Tahiti heeft geen sla maar ik krijg hier zomaar twee zakken sla, tomaten en komkommers kado! Een zaligheid, het is maanden geleden dat we nog verse sla aten!

Ook hier zijn we getuige van een stukje extreme arrogantie van een Italiaans koppel dat vanuit het pension op dagtocht vertrekt. Het is absoluut niet te vatten dat mensen zich überhaupt al zo gedragen maar hier, op één van de meest gastvrije en hartelijkste stukjes aarde, is het nog fouter, nog onbegrijpelijker.

De Italianen vinden ons terug aan de bank en onder duidelijke instructies : "Stop! Foto!", rijden we gezellig "Stop! Foto!" en ontspannen "Stop! Foto!" terug naar huis...

Ik krijg nog een zalig 'pain de campagne' kado en later die middag halen we nog een berg pompelmoezen op (ik heb haar nochtans echt horen zeggen dat ze er geen had...).

We worden weer eens uitgenodigd bij een lief dametje maar ik heb waarschijnlijk haar naam verkeerd begrepen want niemand weet wie ik bedoel, ze hebben wel een vermoeden maar je kan toch moeilijk zomaar bij een vreemde binnenstappen? Afspraak gemist dus maar we hebben bij een aantal andere dames onze excuses aangeboden, hopelijk bereiken ze haar.

Snorkeltripjes leren ons de koraalranden van de baai kennen en we spotten vrijwel meteen enorme roggen waarvan één immens grote, elegante, sierlijke reuzemanta! Eindelijk! 

Waw, wat een beest, zo groot en toch zo sierlijk met de witte puntjes aan zijn vleugels!

Ook hier doet het weer pijn als we vertrekken, na enkele dagen begin je je hier echt thuis te voelen, de mensen herkennen je, iedereen helpt je, als je in de winkel of bij Ti'Pierro iets vraagt, weet het hele dorp het meteen en geeft je tips.

 

We vertrekken naar Nuku Hiva, met veel spijt. We hebben weinig van het binnenland gezien en er zijn prachtige wandelingen vanuit Hakahau maar zo hebben we meteen een reden om nog eens terug te komen, met meer tijd...

Baie des Verges / Vierges - Fatu Hiva

De baai waar we binnenvaren is zonder meer spectaculair! 
Zonder twijfel de mooiste ankerbaai ooit. Omgeven door steile bergen, diepe valleien en hoog uittorende stenen pijlers die erg aan mannelijke onderdelen doen denken waardoor ze de toepasselijke naam 'Baie des Verges' kreeg. Tot de missionarissen er een stokje en een 'i' tussen staken zodat ze de veel christelijkere naam 'Baie des Vierges' kreeg.
We krijgen maar niet genoeg foto's getrokken en ook onder water is het hier feest. We vinden 'Sylviekes (nvdr, Sylvie van Stormy Monday tekende in ons gastenboekje een prachtig exemplaar van dit visje), Ivan spot een reuzemanta en een blacktip shark, ik zie voor het eerst in mijn leven een haai(tje) onder de boot...
Aan land wandelen we de mooie maar kletsnatte wandeling naar de prachtige waterval en passeren weer een massa fruitbomen. Ja, ook hier giet het bijna dagelijks. :-)
In tegenstelling tot de vorige eilanden mag je hier niet plukken, elke boom behoort toe aan een familie.
We komen bij een lokale houtbewerker terecht die ons mooie maar redelijk dure kopjes verkoopt. Wat later ontmoeten we een mevrouw die uitdrukkelijk om parfum vraagt, in ruil wil ze een flesje honing geven. Omdat ik de ruil toch wat erg in haar voordeel vind uitvallen vraagt ze geld voor de honing : 20€! Op Tahuata kregen we een flesje voor de helft!
De kinderen op straat vragen ons ongegeneerd naar visdraad. Dit is duidelijk een totaal andere mentaliteit dan op de vorige eilanden, hier zijn ze toeristen gewoon en duidelijk al in de ban van (makkelijk verkregen) geld.
Tahuata - waterfall
Aranui - half provisioning / half cruiseship - Marquesas

Al snel blijkt waarom : elke drie weken stopt de Aranui, de voorraadboot. Dit schip bevat voor de helft voorraden voor de eilanden en neemt ook 230 betalende passagiers mee, veelal Amerikanen en Japanners. Zij worden als prinsen rondgereden in de pas gewassen 4X4's waarin de eilandbewoners 'traditioneel uitgedost' hun opwachting maken. Alle andere dagen lopen ze rond in voetbalshirts en leggings.

Die toeristen hebben veel geld weg te geven en de inwoners staan met open armen om dat te ontvangen, ze hebben weinig besef van de waarde van geld en vragen exuberante prijzen waar weinig tegenover staat. Dit is niet ons ding en het past totaal niet in de Polynesische mentaliteit die we op de andere eilanden ervoeren.
De volgende ochtend om 6.30 stipt worden we gewekt door een immens lawaai. De Aranui dropt zijn anker en laat met enkele oorverdovende stoten de mensen van Fatu Hiva weten dat hij er is. Toevallig wordt ook vandaag (afhankelijk van de lokale bron) een nieuw postkantoor ingehuldigd hier of in de naburige baai, de watercentrale ingehuldigd door de president van de eilanden of gewoon een groot traditioneel feest gegeven. De Aranui doet dienst als shuttle-boot of stuurt zijn vletjes over en weer tussen onze baai en Omoa, de baai vlakbij.
Als we naar het feest willen (16km te voet) kunnen we best meeliften met de voorraadboot, hij brengt iedereen 's avonds terug naar Hanavave.

Wanneer we een uurtje later aan wal gaan blijkt de winkel helemaal bevoorraad, de 'traditionele markt' ontmanteld, een deel van de toeristen in auto's gezet voor een toer van het eiland, een ander deel alweer aan boord gebracht om naar het feest in de naburige baai te varen en de schoolkinderen allemaal getooid in kransen en mooie kleren voor de groepsfoto met de toeristen. Het ontvangstcomité verzamelt ondertussen de kransen en tooien aan de kade.

We hebben serieus onze twijfels bij de authenticiteit van dit hele gebeuren...
We zouden we het toch zonde vinden om een echt traditioneel feest te missen en dus halen we, net als een Duits koppel, ons anker op om het 3 mijl verder in Omoa terug in het water te gooien. Net wanneer we geankerd zijn zien we de Aranui zijn vletjes aan boord hijsen en de ene na de andere aluminium boot vol met gekroonde hoofden terug naar Hanavave varen, het is 13.00.
In het dorp is niets te merken van een feest, zelfs geen restanten. De Fransjes die we eerder op Tahuata zagen blijken ook niet helemaal zeker te weten wat er nu aan de hand was.
We zien de Aranui terug vertrekken voor het zogezegde avondfeest.
Welk feest, waar en waarom blijft onduidelijk, van de muziekband is geen spoor te vinden, van de taxiservice van de Aranui evenmin.
Wanneer we ons anker lichten om een nachttochtje aan te vatten naar Hiva Oa passeren we de Baie des Vierges weer waar op de Aranui discolichten in het rond schijnen maar het dorp pikzwart is.

Op Fatu Hiva lagen we zeker in één van de allermooiste baaien ooit, het wordt verschrikkelijk moeilijk om dit te overtreffen maar we zijn geen fan van de sfeer die hier heerst, ze is zo anders dan op de andere eilanden en zo weinig 'marquisien'.

We horen van andere cruisers dat zij een heel andere ervaring hadden op Fatu Hiva. Misschien hadden wij gewoon pech, misschien kwamen we enkel in contact met mensen met een Aranui-petje op. Om dat zeker te weten zullen we dus (ooit) moeten terugkomen ...

Omdat we echt wel graag die manta's zouden zien varen we (Ivan vaart terwijl ik prinsesheerlijk mag slapen) een nachtje door naar het noorden van Hiva Oa waar twee mooie baaitjes op ons wachten waar gegarandeerd in één ervan manta's zitten. We zijn benieuwd!

We zijn geen achttien meer! - Tahuata

Na een week varen we naar het volgend eiland, Tahuata. We leren dat Dingel het niet fijn vindt om pirouettes te draaien op metershoge oceaangolven. Gelukkig overleeft hij de tocht van amper 15 mijl zonder overkop te gaan. Volgende keer zetten we hem aan dek!
Hier kunnen we eindelijk het water in en zwemmen! Op Hiva Oa was het water erg troebel, de aanhoudende regen maakte het er niet beter op omdat de massa water die uit de bergen stroomde alles wat los lag meesleurde in de baai en een bruine smurrie achterliet. Zelfs de immense manta's zien we na de regenbuien niet langer in de baai, ook zij kiezen voor mooi, helder water!
Hier is het kristalhelder water en zwemmen we zelfs bijna tussen de dolfijnen die de hele morgen toertjes draaien in de baai.
Wanneer we het dorp inwandelen en de bergen intrekken worden we weer meteen uitgenodigd door een lieve man om in zijn pick-up mee te rijden naar het topje van de berg. Wat hier moet gebeuren moest er iemand het waanzinnige idee krijgen om van de volgende vallei terug naar Hapatoni te rijden mag Joost weten, er is nauwelijks plek voor 1 auto en bij elke haarspeldbocht moet de auto twee keer heen en weer om zijn bocht te nemen.
Onderweg naar het dorp plukken we bananen en pompelmoezen. De noni's laten we hangen, die groeien hier overvloedig maar zijn niet eetbaar, ze worden verkocht en gefermenteerd naar Amerika vervoerd waar ze in geneeskrachtige oliën en zalfjes verwerkt worden.

Na één van onze verkenningsrondjes komen we terug in het dokje en zijn net op tijd om Dingel uit de weg te leggen, er legt een ferry-/ vissersbootje aan waarin een schijnbaar dood paard met vastgebonden benen ligt dat door zeven mannen van boord, tja, gegooid wordt. Gruwelijk om te zien maar blijkbaar de enige manier om het beest te kunnen vervoeren. Het bleek verdoofd en na enkele minuten staat het verdwaasd op met enkel wat schaafwonden aan zijn oog en benen. Oef!

Als we iets later bijna thuis zijn (we liggen niet voor het dorp omdat we daar op koraal zouden moeten ankeren, in de baai van Hanatefau liggen we op zand) worden we gewenkt door onze Franse buren, of we geen zin hebben om vanavond mee te gaan eten bij Téi, het huisje aan de wal? Op de tweede Franse boot is genoeg vis gevangen, er is kokos, rijst en genoeg voor ons allemaal. Daar kunnen we geen nee tegen zeggen.
Al heb ik geen idee hoe we levend aan Téi's huisje geraken. Er is geen muur, geen strand, enkel een hoop stenen en er staat een serieuze swell in de baai (foto hieronder is van enkele dagen later, met heel wat minder golven). We geraken niet aan wal met een bijbootje, we moeten zwemmen.
Er blijkt een klein plekje tussen de stenen te zijn waar de golven niet zo hard breken en je waarschijnlijk, mits een beetje golven berekenen en hard zwemmen voor de volgende golf je met al zijn kracht op de rotsen gooit, wel aan land geraakt.
Het geluid van de brekende golven is verschrikkelijk, het schuim spat meters op en wij moeten daardoor zwemmen? Maar aangezien de hele hoop Fransjes erdoor geraakt is met slechts één gewonde, durven we niet achterblijven en onder luide aanmoedigingen en tips (wie riep nu weer wanneer 'NU!'?) geraken we aan de kant met enkel een geschaafd scheenbeen en één gebroken flesje bier in onze waterdichte zak.
Hoe we hier vanavond in het donker weer in moeten zonder achterstevoren op de rotsen gekatapulteerd te worden is een andere vraag maar we zijn er en zelfs makkelijker dan verwacht.
Eens bij Téi leren we de anderen kennen, Guillaume die een serieuze snee in zijn buik en een gekneusd staartenbeentje overhield aan zijn landing gaat samen met Camille vanaf een andere plek terug naar de boot, hij heeft teveel pijn. Anne-Cécile maakt de gevangen visjes schoon, Ivan en ik raspen de verse kokosnoten, Damien, Charlie en Ben halen droog hout en iedereen helpt mee om een heerlijk avondeten te bereiden. Het vuur wil, door het natte hout, niet echt lukken maar gelukkig diende dat enkel om de nono's weg te houden en werd binnen op gas gekookt. Het aperitiefhapje van een raar kronkelend schelpdier, dat ik thuis nooit zou eten, was eigenlijk best lekker.
De hele avond blijf ik, ondanks de spannende jachtverhalen van Téi en de ervaringen van de andere cruisers, met een blok in mijn maag zitten. Bij elke breker die tegen de rotsen slaat krampt mijn maag ineen. Wij moeten hier door! In het donker!
Charlie en Ben gaan samen met ons weer aan boord en voor ik het weet ren ik als een gek over natte rotsen om op de net gebroken golf mee te surfen richting Vaguebond. Enkele seconden later liggen we al in rustig water en zwemmen de 100 m naar de boot. Gelukt!
Voor het eerst krijg ik mijn hart en knieën niet gekalmeerd met een glas wijn maar is er een glas rum nodig om de adrenaline in mijn lijf te temperen. 
Eerlijk? Dit was waanzin, we zijn geen 18 meer! (Maar toch een beetje fier dat we dit gedurfd hebben)

Guillaume blijkt 's morgens opgehaald door de politieboot van Hiva Oa en naar het ziekenhuis gebracht. De scan toonde gelukkig geen breuk maar wel een hoop bloeduitstortingen in zijn bekkenstreek die met voldoende rust wel zullen genezen. Ook hij bedankt voor een tweede spektakellanding...

 

Onze tweede dag op Tahuata brengen we weer al wandelend door. We worden door twee meisjes tot het kapelletje begeleid en leren daarbij weer een paar nieuwe stukken fruit kennen, de pomme-citerne (een mix van mango en appel) en de tava (een soort litchi). Wanneer we verderwandelen passeren we het huis van Téi waar toevallig weer eten staat te pruttelen en we niet wegmogen voor we ook nu weer onze buikjes vol gegeten hebben en onze rugzak vol fruit geladen hebben. De uitnodiging om te blijven voor het avondeten (en daarmee of in het donker zonder lampje over de natte bergwegjes te klauteren of weer eens zo'n zelfmoordzwempartij te doorstaan) slaan we beleefd af. Met veel spijt want Téi's neef bleek vanmorgen in de bergen een prachtrund te hebben gevangen en het vlees zag er fantastisch uit!

Hij nodigt ons dan maar meteen uit voor de meshoui morgenmiddag na de mis, waar iedereen het (reeds geslachte) beest meebrengt dat hij recentelijk in de bergen vond. Dat kan een rund zijn, een everzwijn, een geit of een stel kippen. We wilden sowieso eens een misviering bijwonen omdat die hier gepaard gaan met prachtig gezang dus deze uitnodiging nemen we graag aan, al moeten we daarvoor heel vroeg uit de veren maar vermits we om 20.00 al onder zeil gaan, zijn we ook om 6.00 al wakker dus dat kan geen probleem zijn in dit paradijs. Toch?
We pakken alvast een paar kruiden in om kado te geven.
Om 6.30 stappen we vanmorgen in onze dinghy en tuffen naar het dokje. De kerk zit lekker vol en tijdens de hele viering (waar we geen jota van verstaan omdat ze volledig in het Marquisien is) blijven mensen in en uit lopen en kinderen over banken klauteren (maar geen lawaai maken!). Een hele gemoedelijke dienst regelmatig opgeluisterd door de twee gitaren, de pauk en de meerstemmige gemeente.

Na de viering zien we veel gebabbel maar weinig ge'meshoui. We worden vriendelijk uitgenodigd door Téhuana, een tante van Téi, die ons schaterlachend belooft : Als jullie Téi en Marc vinden, rond de school, bij zijn neef thuis of ergens in het dorp blijven jullie lekker daar eten. Voor het geval het om een 'meshoui imaginaire' van Téi gaat, maak ik alvast een pot eten voor jullie... En inderdaad, de twee mannen zijn nergens te bespeuren. We geven de kruiden die we voor de meshoui voorzien hadden met veel plezier aan Téhuana die ons een heerlijke ceviche voorschotelt en een superdeluxe kip-curry! De rest krijgen we mee, voor morgen! Na het eten lopen we met haar nog eens door het dorp en plukken onze rugzak vol limoenen, pommes-citernes, papaya's en pompelmoezen. Geen bananen vandaag, de eetbare werden allemaal geplukt voor het religieuze feest volgende week.

Terug in het dorp komen we Ben en Charlie tegen, op zoek naar Téi en zijn meshoui... Wat Téhuana weer een schaterlach ontlokt : 'Aha, le meshoui téien!' Ze waarschuwt ons ook meteen voor een nieuwe uitnodiging van haar neef : kom eerst eens checken wanneer hij je uitnodigt voor een feest!
Met enorm veel spijt binden we vanavond na onze sundowner op het voordek, Dingel aan boord. Fatu Hiva roept en we moeten van de paar dagen noordenwind gebruik maken om er te geraken.

Maar we zijn zwaar onder de indruk van dit eiland en vooral zijn mensen. Nog nooit hebben we zulk vrijgevig en hartelijk volk ontmoet.


Het leven bestaat hier voornamelijk uit ruilhandel. Er zijn geen winkels, er is geen werk maar iedereen heeft een groot en gerieflijk huis. De auto's rijden op diesel die in grote tonnen van Tahiti of Hiva Oa komt, een benzinestation is er niet. De elektriciteit wordt geleverd door een grote generator net buiten het dorp, drinkwater tap je zo van de kraantjes in de straat. Geld hebben ze hier nauwelijks nodig en de enige mensen die het verdienen zijn de kunstenaars. Tahuata is gekend om zijn bewerkt hout en been, de artiesten reizen de Markiezen rond om hun kunstwerken te verkopen.

Fruit groeit overvloedig aan de bomen en is voor iedereen beschikbaar, vis wordt elke nacht gevangen en verdeeld onder de inwoners. Wie een (wild) everzwijn, een (even wild) rund of een (nog wildere) geit vangt, deelt ook alle vlees met het dorp, daarnaast heeft elke familie wel een eigen gekweekt beest.
Wie op Hiva Oa of Tahiti komt, brengt bestellingen mee voor de anderen.

Als de perfecte wereld bestaat, hebben wij ze gevonden! Hier op Tahuata!


Les îles Marquises - Hiva Oa

En plots ben je er. Na amper 32 dagen varen in heerlijke rust en eenzaamheid. Na 4100 mijl (7400 km) van eindeloos water. Na een maand van absolute afzondering doemen plots felgroene bergen op in de ochtendzon.

We moeten even slikken wanneer we de baai van Atuona op Hiva Oa binnenvaren.

Er liggen zo'n 18 boten voor anker, tientallen vissers staan op de kademuur te vissen en de ene 4X4 na de andere rijdt het haventje in en uit (omdat aan het einde van het dok het enige benzinestation van Atuona ligt).

 Zoveel mensen! Zoveel drukte!

Het enige live contact dat we de laatste weken hadden was tweemaal per dag een update op de radio met de ons omringende boten. Omringend is daarbij een ruim begrip : Out of the Bag vloog zo'n 1000 km voor ons uit (maar bleef trouw elke avond op post tot iedereen aangekomen was), Tactical Directions vaarde 600 km voor ons en Skylark volgt ons op 150 km.

 

Waar andere overstekers met zo'n 30 boten samen onderweg waren, vaarden wij met zijn viertjes en enkel de laatste zullen we echt ontmoeten.

 Een week hebben we ondertussen mogen genieten van dit paradijs. Zonder twijfel nu al één van de allerhoogstepunten van onze reis!

Na een maand op zee wandelen we met plezier de hele weg naar het dorp waar we bij de 'gendarmerie' inklaren bij een ongelofelijke lieve agent. Eén simpel formulier, één postzegel en tien minuten later staan we met brede glimlach alweer in de zon. De mensen zijn hier allemaal om ter vriendelijkst en gastvrij. Nog voor je goed en wel de weg opwandelt stopt er al een auto om je een lift te geven. Veel boodschappen gedaan? Bel vooral geen taxi! Een andere klant brengt je met plezier naar de haven en laadt wel even je boodschappen in je bijbootje. Een verademing na het erg onvriendelijke Panama (waar gelukkig toch ook enkele uitzonderingen de regel bevestigen).

We eten 's avonds bij de foodtruck aan wal heerlijke lokale gerechten aan lange tafels op de kademuur, temidden van familiefeestjes en reünies.

We blijven een dikke week op Hiva Oa, voor ons Belgen een absolute must-see want het eiland van Jacques Brel. We krijgen een lift van een man die hem persoonlijk gekend heeft en merken dat er nog heel veel eerbied voor de Belgische zanger te vinden is. We wandelen de heuvel op naar zijn graf waar we enkele rijtjes verder ook het graf van Gauguin vinden. We begrijpen waarom Brel hier niet meer weggegaan is.

 De natuur is adembenemend groen, bergen vol bomen in de meest exotische combinaties en variaties, het fruit valt je gewoon voor de voeten of pluk je wanneer je er maar zin in hebt. De mensen zijn ongezien vriendelijk en hulpvaardig zonder ooit iets terug te willen. Wat ze met hun hart geven is henzelf door de natuur geschonken dus waarom zouden ze iets terug verwachten? Met geld of drank doe je hen geen plezier, enkel een mooi blikje bier houden ze omdat er een mooie afbeelding opstaat.

 Dit zijn de Markiezen!

 Voor het eerst in maanden krijgen we te maken met tropische regenbuien, het giet water, soms dagen aan een stuk. Maar gelukkig is het warm en kan je de perfecte regendouche nemen aan dek, al is de open douche vlakbij het dinghydok ook eentje uit de duizend. Douchen tussen de polynesische bloemen met zicht op de ankerbaai! Wie dacht een echte regendouche in huis te halen door een exemplaar van Hansgrohe in zijn badkamer te installeren is eraan voor de moeite (en het geld).

 Wij zijn best blij met regenachtige en bewolkte dagen. De temperatuur van lucht en water gaat hier zelden onder de 30°C en de luchtvochtigheid flirt met de 90%. In mensentaal : je zweet de ziel uit je lijf bij de minste activiteit! En dan is regen een welkome verfrissing. Enkel een stortbui die je boodschappen onder water zet terwijl je naar de boot vaart doet hier afbreuk aan...

 

Een dag na ons komt Skylark aan, eindelijk kunnen we gezichten zetten op de stemmen van Stewart, Louise, Eleanor en Hannah die we tweemaal daags door de radio hoorden! Hij levert een lijvig pak heerlijke (en verse) tonijn af en de volgende dagen wordt er vaak tussen de boten heen en weer gependeld. Hun boot moet hier uit het water gehaald worden omdat ze problemen hebben met de roerlagers en dus helpen we de catamaran mee op het droge zetten.

 Er wordt afwisselend op verschillende boten geborreld en na enkele dagen kennen we alle boten op de ankerplek, waarna ieder weer zijn eigen weg vaart. Sommigen zien we nog terug, anderen nooit meer.

 Hiva Oa is onze eerste stopplek maar we zijn nu al verkocht!

 

Als er een perfecte wereld zou bestaan dan is ze gebaseerd op de Markiezen. Waar mensen geen belang hechten aan materieel bezit, het vanzelfsprekend vinden om anderen te helpen. Tevreden zijn met wat ze hebben, genieten van wat de natuur hen biedt en er respectvol mee omgaan en elke nieuwe dag met een enorme glimlach (en een prachtbloem in het haar) beginnen.

De laatste mijltjes

Het kriebelt. Na 31 dagen is het einde in zicht. Veel sneller dan verwacht. Nu al.

De eerste weken gleden voorbij. Zonder besef van tijd (gaat die zon nu weeral onder ?) of ruimte (we proberen die dikke streep op de kaart te volgen). Duur was van geen belang, afstand nog minder.

Sinds we over de helft gingen houden we ons uren bezig met getallen : elke denkbare afstand wordt uitgeplot op de kaart (pal in het noorden liggen de Charlotte-Islands in Canada, in het oosten komen we in Peru uit), elke mijl verrekend in daggemiddeldes, weektotalen en jaaroverzichten. Elke knoop maakt deel uit van maximumsnelheden, vergelijkende tabellen en duikt wel ergens op in één van de ivaneske vergelijkingen waarin ook sinussen en cosinussen als onbekenden optreden.

Nu staat er nog 150 mijl te gaan op onze teller. Aan de snelheid van de laatste weken moeten we morgen ergens in de late namiddag toekomen. Spijtig genoeg zijn sinds gisteren die geweldige snelheden verdwenen en dobberen we nu aan 3 knopen in plaats van te sjezen aan 6 knopen. Als we vrijdagavond toekomen mogen we al blij zijn...

Maar dan zijn we er, echt.
Onze kleine bubbel, waar we meer dan 30 dagen onafgebroken in hebben zitten soezen, ver van alles, staat op het punt om op te lossen, te verdwijnen.
Onze eigen Vaguebondwereld wordt weer deel van het grote geheel en zal zijn plaats weer innemen in de echte wereld, tussen andere boten, tussen andere mensen.
Het voelt onwennig, ik weet niet of ik er al klaar voor ben.

Natuurlijk kijk ik uit naar de Markiezen : Frans Polynesië, één van de mooiste plekken op aarde.
Natuurlijk wil ik dolgraag de gezichten achter de radiostemmen leren kennen.
Natuurlijk loopt het water mij in de mond bij de gedachte aan een echte Franse 'baguette'.
Natuurlijk sta ik te popelen om voet aan wal te zetten (zolang ik maar niet landziek word).
Natuurlijk verheug ik mij op prachtige wandelingen langs de mooiste watervallen om in af te koelen.
Natuurlijk vind ik het geweldig om terug te kunnen babbelen, kwetteren en tetteren, eindelijk weer een taal die ik zelfs in mijn dromen spreek.

Natuurlijk! Naturellement! Evidemment! Bien sûr!

Nog 150 mijl, 2 dagen en we ronden één van de mooiste tochten, één van de meest intense ervaringen ooit af

Nog 150 mijl, 2 dagen.


Boogschutter

Liefde : Dit is een goede maand voor romantiek. Plan een weekendje weg met twee of maak het thuis extra gezellig. Bijvoorbeeld door de slaapkamer op te knappen...

Job : Je hebt uitstekende carrièrevooruitzichten maar het gaat je niet snel genoeg. Praat erover met iemand die kan helpen.

Stemming : Het gaat je voor de wind.


Naast het feit dat we nu volledig op de hoogte zijn van de meest trendy winterkleur van vorige winter (marsala), de nieuwste zomertrends van zomer 2015 (gehaakte badpakken ?!) en de laatste (r)evoluties in BV-land, lezen we horoscopen die niet minder voor recyclage vatbaar zijn dan een doorsnee aflevering van FC De Kampioenen. We vinden in Ivan's horoscoop voorwaar een voorspelling die een jaar na publicatie toch blijkt uit te komen! (*)

Is niet elke maand een goede maand voor romantiek ? Dat weekendje weg zullen we maar met een korrel zout nemen, waar zouden we naartoe moeten als we al maanden in paradijselijke oorden vertoeven ? Onder de slaapkamer opknappen verstaan we 'lakens verversen', omdat mijn horoscoop zegt dat ik moet delegeren, mag Ivan dat doen (grijns).

Wat carrièrevooruitzichten betreft zijn we toch iets voorzichtiger en laten we het maar van de voorzienigheid afhangen. Waarom zou je 'niet snel genoeg' willen gaan werken als je doet wat wij doen ? Misschien moeten we op de Polynesische atollen horoscopen gaan schrijven voor roddel- en kwaliteitsbladen ? We zullen er eens over praten met Aeolus of Neptunus of gewoon een nieuw boekje lezen, met een andere horoscoop...

Dat het voor de wind gaat is de enige nagel op de kop. Hoewel, op het moment van verschijnen van de horoscoop in kwestie waren we nog niet vertrokken maar waren de heersende winden ZW, tegenwind dus. Nu varen we al meer dan twee weken constant voor de wind. In de kleine lettertjes staat natuurlijk nergens vermeld dat de horoscoop geldig was voor de maand of het jaar waarin hij gepubliceerd werd. De vrijheid van het alziend oog ?

Ondertussen probeert Ivan nu al drie dagen een vis te vangen (ik mag de vierde niet meetellen omdat we toen te snel gingen om te vissen, zegt hij). Onze voorraad vers vlees is helemaal op dus zou een vers tonijntje wel smaken. Volgens de overlevering moet je hier eerst je pan op het vuur zetten en dan pas je lijn uitwerpen en bijt de vis nog voor je flubber het water raakt.

Tot zover de theorie, de vooropgestelde carrièrevooruitzichten situeren zich duidelijk niet in de visserij. Hoewel onze buurman gisteren wel twee kanjers ving op amper 15 minuten tijd (zijn diepvries zit alweer vol), bij ons bijten ze niet. Volgens hem moeten we met roze flubbers vissen maar na twee dagen een hele regenboog aan flubbers te hebben geprobeerd weten we het niet meer. Warme kleuren, koude kleuren, gemengde kleuren, glitterkleuren. Rechte snuitjes, spitse snuitjes. Ronddraaiende oogjes, vaste oogjes, . Ivan is ondertussen wel een meester in het in een recordtijd binnenhalen van de lijn en vervangen van de flubber.

De redenen waarom ze niet bijten zijn legio : de tint van onze roze flubber is niet de juiste, we  varen te snel of te traag, het water is te warm of te koud, de Stille Oceaan is te groot (1/3 van het aardoppervlak) en de vis zwemt altijd waar wij niet zijn (maar wel waar de buurman is), de walvissen hebben alle vis rond ons opgegeten, . Het meest waarschijnlijke is dat de zee rondom ons leeggeroofd werd door klandestiene, scrupuloze Japanse vissers (**).

Of het staat zo in de sterren geschreven, heeft iemand een recente Dag Allemaal om eens de horoscoop te checken ? De boogschutter.

Gelukkig hebben we nog een grote voorraad blik...

(*) We hebben nog steeds roddel- en andere kwaliteitsbladen aan boord die heel zuinig gelezen worden. We lezen roddels van meer dan een jaar oud over BV's die op dit moment al lang weer in de vergetelheid verdwenen zijn, beyond their 'five minutes of fame' of de laatste (dieet-)mode en must-haves van vorig jaar.

(**) We komen ze meer tegen dan ons lief is (vannacht zelfs op ramkoers op nauwelijks een mijl afstand) en kwamen al twee keer in één van hun bijna onzichtbare netten terecht. De netten zitten vol schubben, vinnen en dode vissen. Ik durf niet te denken aan de dolfijnen, schildpadden en walvissen die erin verrstrikt geraken. De impact die ze hebben op de natuur is desastreus! Ze roven de zee letterlijk leeg op een verschrikkelijk schadelijke manier. Een blik tonijn zal, nu we dit gezien hebben, nooit meer hetzelfde zijn en niet meer aan boord komen, tenzij duurzaam gevangen.


Relatief

De dagen glijden voorbij en onder ons door. Elke dag lijkt op de vorige en ook weer niet. Elke dag volgt een vast ritme en toch weer niet.

Het klinkt onwezenlijk : 40 dagen op zee, met twee, op amper 30m².
Je kan niet even gaan wandelen (zelfs niet in de tuin of naar de brievenbus). De meest nabije boot ligt op 100 mijl (180km) van je weg, je ziet amper een boot op de AIS, laat staan in het echt (als dat gebeurt is het een notitie in het logboek waard!).
Er is geen mogelijkheid om je vrienden te bellen, er even langs te lopen of een pint te gaan pakken.
De dagelijkse mailtjes van onze ouders zijn een meer dan welkome, vrolijke (en enige) link met de voortrazende wereld ver van ons af. We lezen hoe boten worden klaargemaakt voor het nieuwe seizoen, hoe de tuin in bloei komt, wat de meest recente politieke blunders zijn, de laatste nieuwtjes en de plotwendingen in Thuis.

Alleen op de wereld dus, met twee. En onze e-readers waarop ik heel toepasselijk Hector Malot's "Alleen op de wereld" lees.

Er is vooral rust. Je druk maken helpt niet, je kan toch niets doen, niets veranderen. Niet aan het weer, niet aan de deining, niet aan de rotte tomaten, niet aan het klapperend zeil, niet aan de wereldproblemiek. En dat geeft rust, berusting soms.
Voor het eerst sinds ons vertrek voel ik de molens in mijn hoofd stilvallen. Het is een ongelofelijk bevrijdend gevoel. Ik ontspan. Nu pas.

En juist daardoor zie je meer, hoor je meer, ruik je meer, voel je meer. De kleur van het water die elke dag net iets anders is, het geluid van de wind, het bruisen van de golfjes langs de boot, het gekras van een verdwaalde Jan van Gent of boobie die probeert een rustplek op de mast te vinden. Je hoort het wegvallen van de wind nog voor de zeilen gaan flapperen. Je voelt het draaien van de wind aan je oorlelletjes, nog voor de keerblok van de windpiloot piept om dat ze bijstuurt. Je duikt onder de buiskap nog voor een overdonderende golf je van je blote voeten spoelt, je herkent het : deze golf wordt een natte, deze niet.
Je kent elk klikje, elk klopje, elk piepje, elk zuchtje, elk kraakje van de boot.
Van een dolfijnenshow kunnen we mateloos genieten, nog lang nadat ze uit het zicht zijn verdwenen turen we de horizon af. Bij walvissen blijft de adrenaline nog uren door ons lijf gieren.

We hebben ondertussen ook zo goed als alle instrumenten uit staan. Wat is immer het nut van een dieptemeter op een oceean van 5000 meter diep ? Wat moeten we met een plotter wanneer we na onze eerste 1000 mijl opgekruist te hebben en de Galapagos ontweken, nog 3000 mijl gewoon rechtdoor moeten ? Wie heeft een log nodig als we aan de beweging van de boot en het geluid van de langssuizende golven perfect weten hoe snel ze vaart ? De windmeters doen het al bijna een jaar niet, die missen we dus al lang niet meer, Vaguebond vertelt zelf wel wanneer ze meer zeil of een rif nodig heeft.
We hebben enkel de AIS opstaan, zo zien we een schip 'in de buurt' ten minste op ons scherm en kennen we onze positie.

Alles wat we aan boord doen, wordt intensiever, bewuster gedaan want we hebben tijd. Passaatzeilen zetten (2 uitgeboomde voorzeilen ipv het grootzeil en de genua) duurt bijna een uur, elke lijn wordt op het gemak gelegd en gecheckt. Blokken worden nagekeken, vallen en schoten nagekeken op schavielen. Ondertussen pellen we de inktvisjes van het dek.
Koken is een ontdekkinsgtocht : welke blikken kunnen we combineren ? Welke kruiden kunnen hier iets zinnigs van maken ? Zelfs in brood bakken beginnen we creatief te worden (probeer eens gerookte olijfolie!).

We blijven wachten lopen van drie à vier uur, overdag zijn we bijna 8 uur samen wakker. Er wordt massaal veel gelezen. Ik zit aan boek 110 op 10 maanden tijd. Stilaan worden de pilots van de zuidelijke Pacific opengeslagen en bereiden we ons voor op de Markiezen. Er wordt geklust als het weer het toelaat, onderhoud gedaan, gekuist, gewassen.

Alles op het ritme van de zon, de zee en de wind.
De wereld draait door maar hier even niet ...

---------------------------------------------------------
We zijn over halfweg, nog 1600 mijl (2900 km) te gaan.
---------------------------------------------------------


Van noord naar zuid

Onze tweede week op de Stille Oceaan was van een heel ander kaliber dan de eerste. Doordat de wind 30° draaide, volgde ons humeur met 180°.
We zeilen nu (met af en toe een dobberdag). In de juiste richting. Met de golven mee in plaats van er tegenin. Op een boot die recht ligt. Onze comfortfactor is met 100% gestegen.

We kunnen eindelijk ontspannen zitten, zelfs rechtstaan vergt geen powertrainingsessie meer. We kunnen een zalig warme douche nemen, de lakens verversen en zelfs Uno spelen aan dek zonder dat de kaarten gaan vliegen (op een dobberdag natuurlijk)! Het laatste vers vlees wordt verwerkt in de lekkerste uitgevonden gerechtjes en we genieten van de mooiste dolfijnenshow ooit bij zonsondergang (salto's, schroevendraaiers en flipflops)!

Maar één dag kreeg deze week toch een speciaal tintje : vrijdag de 13de.

Wanneer we bij het krieken van de dag (na een nacht van totale windstilte) in een visnet dobberen, twijfelen we toch serieus of we misschien toch bijgelovig moeten worden. Nog voor we er helemaal uit zijn, spurt Ivan naar binnen om het PanPacific-net te hosten op de radio, waarschijnlijk voor de laatste keer. We geraken stilaan te ver en worden elke dag minder duidelijk hoorbaar voor de mensen in de noordelijke Pacific. We hebben ondertussen wel een tusseninnetje met de andere boten.
Ben, onze weerman, laat ons weten dat we alledrie best zo snel mogelijk naar het zuiden varen en dat doen we dan ook.
De wind steekt eindelijk terug op, we hijsen de zeilen en vliegen met een knik in de schoot richting evenaar.

Meteen worden onze zorgvuldig bewaarde conrflakesdozen, stiften, kleurpotloden, schaar en plakband bovengehaald en wordt er de hele middag duchtig geknutseld. Ook onze allerlaatste fles bubbels wordt koud gelegd...

Exact om 16.00 (22.00 utc) zien we, getooid in kronen, baarden en drietanden, gewapend met een glas bubbels en begeleid door een stel acrobatische dolfijnen en twee immense walvissen, onze positie wijzigen van N 00°00,0001 naar Z 00°00,0001!

We zitten in het zuidelijk halfrond!

Omdat we niet wisten of Neptunus wel in de buurt was om zijn glas op te drinken (hij gaf geen teken van leven), hebben we van zijn glas een glaasje gemaakt.
Omdat we geen al te zatte walvissen achter ons willen, hebben we zo weinig mogelijk van onze fles in zee gekieperd.
Omdat het vandaag vrijdag de 13de is en we het noodlot liever niet tarten, hebben we zo veel extra toasts op Neptunus uitgebracht dat de fles helemaal op was .
(grijns)


De ondraaglijke traagheid van het boot-zijn

We zijn bij dit schrijven zes dagen onderweg. Zes dagen van grootse afwisseling, van ongeëvenaard zeilplezier tot plannen om terug naar de Caraïben te gaan.

De highlights :

- Eindelijk weg uit Panama! En al zeilend, heerlijk aan de wind, op een vlakke oceaan!
- De eerste nacht een discofeestje : onder een rondomrond continu oplichtende hemel danst Vaguebond op de muziek van de golven en de    wind en maakt daarbij prachtige lichtgevende boeggolven met duizenden schitterende sterretjes.
- Achtereenvolgend gespot : Walvis (Ivan), dolfijnenshow (ik), Henk de Schildpad, op volle zee met zwaaiende pootjes (allebei)
- De tweede magische nacht :alles is pekzwart, geen ster, geen maan, geen golf te zien. Het enige dat letterlijk oplicht zijn de boeggolven die Vaguebond maakt en ze zijn felblauw, we varen door een zelfgecreëerd aura van fluoblauw. Soms is het schijnsel zelfs zo fel dat het het grootzeil helemaal verlicht, pure magie!
- Alle papiertjes met inventarisonderdelen (bij elke shopping werd een lijstje gemaakt wat waar werd opgeborgen en de vervaldatum) zijn gedigitaliseerd! Vanaf nu enkel afvinken wat we verbruiken.
- Misschien breng ik wel een kookboek uit : Koken op zee. Voor het eerst in mijn leven stoofvlees gemaakt in de snelkookpan, zonder recept maar met yuca en Doradabier. Een voltreffer!

Bedenkingen :

- 'Chopped meat' is niet hetzelfde als 'minced meat' en wij hebben duidelijk het verkeerde besteld. Geen spaghetti dus maar stoofvlees (zie supra).
- Een dagje dobberen is absoluut geen ramp (geen zeilen, enkel op stroming lopen we 2 knopen in ongeveer een beetje goede richting).
- Fruit en groenten rijpen anders dan we gedacht hadden. We eten eetbananen bij de vleet en bakken bakbananen dat het een lieve lust is! De sla goten we weg (werkelijk, gieten!), kippefilet, appelsienen en een schuimbekkende ananas vlogen ook al oveboord.

De dieptepunten :

- De wind zit tegen en blijft tegenzitten (vandaag zelfs met 20 knopen), we maken rotslechte rakken en geraken geen mijl verder. Na zes dagen op zee zijn we amper 400 mijl (van de 4000) in de goede richting opgeschoten.
- Naar aanleiding van vorig punt zijn we om beurten absoluut niet te genieten aan boord. We besparen u de details.
- We stinken! Door de deining en de aandewindse koersen kunnen we niet douchen, het is bloedheet, ook als de zon niet schijnt en we zweten als runderen. We lijken meer op 'cooked meat' dan op mensen maar kom, we zitten moederziel alleen op zee en niemand ruikt ons.    Toch ?
- Het scherm van onze boordcomputer is morsdood, de geest gegeven, de pijp aan Maarten. Ivan had nog net de tijd om alle drivers, programma's en instellingen te kopiëren (de inventarislijst lukte niet meer) en het was over and out. Een uitgebreide chirurgische ingreep mocht niet meer baten. Doodsoorzaak : de megagolf uit Panama Shitty vorige week, een zoute druppel teveel op de verkeerde (print-)plaat. Zonder pc'tje kunnen we niet meer mailen, geen weerberichten meer opvragen, kortom, zijn we afgesneden van de wereld en van weer. Gelukkig blijkt alles nu op de laptop wel te werken.
- We zoeken een nieuw scherm : Liliput op 12V... En hoe krijgen we dat op de Markiezen ?

Volgende week hopelijk meer en beter nieuws, duim mee voor wat goeie wind, wil je ?

tot de volgende!


Een lange weg te gaan

Het is zover, we zijn er klaar voor. Deze keer wel. Denken we.
Na veertien dagen op de Islas Perlas, heel wat voorraad armer en heel wat voorraadwijsheid rijker (welke zaken houden lang en welke niet), keren we terug naar Panama City.
Serieus tegen onze zin. Net zoals elke andere cruiser hier hebben ook wij een hekel aan Panama City. Vandaag zei een Canadees nog tegen ons : "Ze willen wel je geld maar jou niet.", en dat is exact het geval.
Gelukkig leerden we Chris kennen, een inventieve, enorm slimme jonge Panamees die in één van zijn opstartende zaken ook boten wil gaan bevoorraden (hij levert ook boxen biogroenten en verdeelt overheerlijke honing, is een gepassioneerde foodie, wil alles weten wat er in de wereld te leren valt en is bovendien ongelofelijk sympathiek)!
Hij levert volledig volgens afspraak een overvolle auto met vers vacuüm getrokken en diepgevroren vlees, heerlijk ongekoelde, half rijpe en erg mooi fruit en groenten en alle andere supermarktitems die we opgelijst hadden.
Die voorraad moet natuurlijk allemaal een plek krijgen op de inventarislijst en aan boord. We hebben nu 600 liter water in onze tanks, 300 liter drinkwater in flessen, 4 douchezakken, 120 extra douche-/was-/kuiswater, 300 liter diesel, 7 broden, bloem voor 44 broden, 260 blikken, 8 zakken cornflakes, 72 pakjes koeken en een industriële hoeveelheid chips. Om je een beeld te geven...
En dan heb ik het nog niet over het aantal kilo yuca, aardappelen of appelsienen, limoenen, ananassen en bananen!
Wat neem je mee voor een reis die tussen de 40 en 50 dagen duurt?
Eén ding weten we nu wel zeker : veertien dagen geleden waren we er duidelijk niet klaar voor! Nu hopen we van wel.
Op twee dagen tijd verzetten we bergen werk en doen 's nachts geen oog dicht door de vreselijke deining, het geklots en het nachtelijk lawaai op de ankerplek.
Het weer is nog steeds niet echt wat we gehoopt hadden. De eerste 800 mijl is het allemaal tegen wind dus opkruisen, eens in de buurt van de Galapagos zouden de tradewinds komen en zouden we een makkelijkere koers moeten kunnen varen voor de volgende 30 dagen.
We zullen het zien. We vertrekken (ik toch) oververmoeid na twee slapeloze nachten en overvolle oververhitte dagen maar we zijn er denkelijk klaar voor. Ook al hebben we geen idee wat ons te wachten staat of hoe het voelt, 40 dagen non-stop op een bootje van 13 meter lang. 
Naar het schijnt zie je soms gedurende de hele oversteek geen enkele andere boot...
Gelukkig zijn we niet moederziel alleen : vandaag vertrok een boot vanaf de Islas Perlas en woensdag vertrekt een frans nichtje van Vaguebond, de Vagabond. We hebben alle drie een SSB radio aan boord en kunnen onderweg hopelijk eens elkaars stem horen.
Tot binnen een dag of 40, 50!
Tot binnen een week of 6, 7!
Tot binnen een maand of 2!

We zullen proberen elke week via de blog een verslag te posten op de website, misschien elke paar dagen een berichtje op Facebook.
Doen we niet zelf natuurlijk maar we hebben geweldige walkapiteins thuis die onze mailtjes omzetten in voor iedereen leesbaar nieuws.
Alvast bedankt Anke en Rob!

Saint Tropez

Klopt, we liggen op Contadora, het 'meest ontwikkelde eiland van de Pareleilanden'. Geen van de villa's hier zou misstaan in St. Tropez. Kan dus niet misgaan, hier gaan we makkelijk onze sterk verminderende voorraden kunnen aanvullen, vers gerief kopen, water optoppen en met een beetje geluk, ook wifi vinden!

We scoren 1 op 3!

We hebben een fantastisch wifi-signaal dat we zelfs met de laptop aan boord kunnen ontvangen! Geweldig, een ongekende luxe na de onbestaande wifi in de (extreem dure) haven van Panama en de nauwelijks te ontvangen 3G op de ankerplek.

We zijn de koning (en koningin) te rijk!

De andere twee punten, in wezen veel belangrijker en noodzakelijker dan voorgaande punt, blijven ver onder het landelijk gemiddelde.

Er zijn drie 'supermarkten', amper groter dan het winkeltje naast het tankstation ergens op den buiten. Het aanbod bestaat uit blik, blik, blik en vervallen bimbo-brood (meer wat dan brood, zonder smaak en enkel goed om te toasten). Water is enkel te krijgen in die grote sipwell-flessen waar je nog een extra waarborg voor moet betalen en die erg onhandig zijn aan boord, vers vlees onvindbaar en vers fruit en verse groenten beperkt tot een enkel pakje boontjes en wat tomaten.

Dit is totaal niet wat we van een 'meest ontwikkeld' eiland, vol poepchique villa's verwachtten en zeker niet voldoende om ons te bevoorraden voor een oversteek die plots vier keer zo lang zal duren als voorzien!

Die villa's worden hier blijkbaar bevoorraad door de butler met het privévliegtuig ...

Maar gelukkig hebben we internet!

Voor het eerst in maanden krijgen we te maken met regen, we waren bijna vergeten wat een feest dat is!! Heerlijk, het regenwater spoelt Vaguebond helemaal proper, Ivan schrobt haar opbouw zodat ze weer blinkt als een spiegel. We proberen een eerste schuchtere poging tot wateropvangen maar moeten hier duidelijk nog wat aan werken. De temperatuur zakt eindelijk onder de 30°C en we genieten ervan om niet de hele dag te moeten wegkruipen van de brandende zon.

In normale omstandigheden kunnen we prinsheerlijk droog blijven zitten onder onze bimini maar stroming en wind vechten voortdurend om de boot zodat ze wel op de stroming ligt maar de wind langzij onder de bimini waait, inclusief de regen.

Dus zitten we voor het eerst in maanden 's avonds binnen, spelen Uno en Rummikub tot we boven onze blokjes in slaap vallen en installeren ons in de zetel voor een filmpje uit onze uitgebreide collectie. Het lijkt wel of we op een winteravond thuis zitten...

Gelukkig duurt het slechte weer nauwelijks twee dagen en kunnen we al snel weer naar buiten, gaan we snorkelen (we zagen vandaag barracuda's en een immense triggerfish (ask Google wegens Ivan met de camera op jacht naar andere vissen terwijl deze grote jongen doodleuk grote stenen onder mij verhuisde op zoek naar eten), zoeken we nieuwe technieken uit om met Dingel vanop het strand door de branding te vertrekken (note to self : de boot omdraaien is geen goed idee, je wordt er enkel doornat van en zet de boot vol water), inventariseren we eindelijk eens onze voorraad en rekenen daarbij uit hoeveel dagen we op zee zouden kunnen overleven (de meeste mensen doen dit vóór ze vertrekken maar natuurlijk beschikt niet iedereen over dezelfde graad van gruwelijke efficiëntie als wij), vinden we nieuwe recepten uit met wat we nog te eten hebben (Jeroen Meus zou fier op mij zijn!) en houden ons nuttig met navigatiekaarten maken met behulp van Google Earth (leve ons internet!) of PanPacific radionetjes hosten op de ssb en zelfs onze belastingen invullen !

We zijn dus best druk bezig, we weten alleen niet hoe lang we nog druk bezig zullen moeten blijven vooraleer we kunnen vertrekken, voor er eindelijk wind opsteekt en of we dan wel voldoende eten aan boord hebben en hoe we onze voorraden aangevuld moeten krijgen.

We hopen de volgende dagen meer klaarheid te kunnen scheppen, op een ander, wifiloos, eiland weliswaar en spelen ondertussen gewoon nog een spelletje Rummikub!

Het Weer als CEO van onze onderneming

Eerst het goede, nee fantastische nieuws : we zijn weg uit Panama City!

En zelfs zonder één van de belachelijke boetes die de immigratie-officier altijd uitvindt als je gaat uitklaren. Wij troffen zelfs een hele lieve man, op het kantoor 3km van waar we eigenlijk moesten uitklaren. Twee kantoren op 3km van elkaar ? This must be Panama!

De gevolgen van het goede nieuws :
Omdat we zo blij waren eindelijk weg te kunnen heeft een extreem hoge golf wraak genomen en zich te pletter geslagen bovenop Vaguebond toen we ankerop gingen. Daarbij zette hij de hele boot vol zout water met uren dweil- en spoelplezier als gevolg. (Ja, de ramen stonden allemaal open omdat er geen sikkepit wind stond en de zee spiegelglad was!)
We zitten nu muurvast op de Islas Perlas, zo'n 40 mijl verder en er wordt nog steeds geen wind of tegenwind voorspeld de volgende dagen.

We kunnen ook niet naar de Galàpagos tenzij we 1800$ betalen, gewoon om te mogen ankeren. De regels zijn op extreem korte tijd extreem veranderd. Zo mocht een bevriend koppel ondervinden die na 10 dagen op zee al na 6 uur, uiteindelijk na 24 uur, ankerop moesten en doorvaren naar de Markiezen (3000 mijl, 30 dagen verder) zonder tanken, zonder inkopen doen, zonder rusten.

Onze oversteek zal dus geen 1000 mijl (Galàpagos) maar 4000 mijl (Markiezen) duren.
We teren op onze voorraden die voorzien waren voor 1000 mijl en niet voor een dikke week wachten en 40 dagen op zee.
Er zijn hier nauwelijks winkels en we kunnen niet terug naar Panama City (tenzij we weer inklaren en nog eens massaal veel geld betalen).
Voor de rest gaat alles prima aan boord, tobben we de ziel uit ons lijf hoe we hier onze voorraden op peil kunnen houden, zitten elke morgen vol spanning om 9.15 aan de radio voor het PanPacific-weerbericht en worden we bij het ontbijt begroet door dolfijnen.
We ontdekten een prachtig snorkelplekje waar honderden soorten prachtige exotische en erg grote vissen zwemmen die we nog niet eerder zagen en ook Henk de schildpad is weer van de partij! 
Daarbij liggen we weer moederziel alleen voor anker voor een onbewoond eiland tussen Chapera en Mogo Mogo en horen we de zee heerlijk op het strand rollen, waar een zalige schommel in de bomen hangt.
En daarom doen we dit!
We weten dat het weer de grootste variabele is in onze planning en tijd onze grootste vriend. Ook al vinden we het niet leuk om te moeten wachten, het geeft ons wel weer extra tijd om deze prachtige eilandengroep te ontdekken en elke dag zalig te snorkelen.
Vanmorgen zijn we, na nog een snorkelrondje, naar het 'bewoonde' eiland Contadora op een paar mijl hiervandaan gevaren, waar we een paar kleine winkeltjes vonden (net voldoende om water en wat groenten en fruit te kopen) en wifi.
We hopen snel naar onze volgende stop te kunnen, Isla Malpelo, voor de Colombiaanse kust. Een onbewoond eiland gekend om zijn reuzemanta's, hamerhaaien en walvishaaien (!!!!!!!) dat vaak wordt overgeslagen omdat men liever naar de Galàpagos gaat.
Misschien een alternatief voor ons?

Islas Perlas

Hallo Allemaal,

We liggen na een heerlijk dagje varen eindelijk terug rustig, op de Las Perlas tussen de eilandjes Chapera en Mogo Mogo.

We blijven op de Las Perlas eilanden tot er eindelijk goede wind wordt voorspeld om naar de Galapagos / Markiezen te varen.  De 2 eilandjes waar we nu liggen zijn onbewoond, dus hier is geen internet.  Binnen enkele (3 tot 4) dagen gaan we naar Isla Contadora, vermoedelijk zullen we daar wel internet hebben.

Tot later!

An & Ivan

Panama, een totaal nieuwe ervaring

Jongens toch, Panama is echt te gek voor woorden!
Wat al die rijken gedacht hebben toen ze geloofden via een advokatenkantoor in Panama hun zwarte centjes voor de fiscus te kunnen verstoppen, Joost mag het weten!
Met wat wij hier dagelijks meemaken is dit echt wel de laatste plek op aarde waar je je geld zou willen verstoppen of toevertrouwen aan een Panamees.
Hoe efficiënt een paar meter draad afmeten?
Hoe efficiënt een paar meter draad afmeten?
Uitgeven kan je hier genoeg! Alles kost hier schandalig veel geld en je krijgt nauwelijks iets in de plaats.
Toen we met pech een paar dagen in de haven wilden liggen kregen we een factuur voorgeschoteld van 105$ per dag. Wanneer Sylvie (gelukkig!!!) de factuur nog eens ter hand nam, bleek dat we 160$ per dag betaalden!
We lagen in een uithoek van de haven, aan gammele pontons, de pelikanen en meeuwen kakten ponton en dek vol terwijl we erbij zaten. Er was geen elektriciteit, geen water, geen wifi, zelfs geen 3G ontvangst, geen laundryservice en oude douches. Vaak zelfs geen water om te douchen en verstopte toiletten.
Voor 160$ per dag?!!
Bij navraag bleek dat de prijs echt wel correct was : ze nemen hier je lengte (41 voet) PLUS je breedte (12 voet) dus vallen wij wel degelijk in de categorie +50 voet! 160$ per dag voor absoluut niets! We hebben al gekke bedragen gehoord en zijn al in megajachtcategorieën meegerekend maar dit is echt wel 'hors catégorie'!
En dat hebben ze geweten ook, uiteindelijk hebben ze ons dan maar de 41 voet aangerekend die we eigenlijk zijn voor nauwelijks 105$ per dag...
Nochtans ligt het hier vol met minimum 60-voeters, wij zijn een muisje tussen de megajachten (allemaal moteurbakken) die hier rondom ons liggen.
Maar nood breekt wet en we hebben weinig andere keuze als we uit het water willen...

Onze laatste dagen met compagnie brengen we voornamelijk door met praktische beslommeringen : lift regelen, onderdelen zoeken en bestellen, technieker reserveren, verfgerief zoeken, inkopen doen terwijl Sylvie en Bart proberen thuis te geraken. De gruwelverhalen uit België hebben hier ook hun impact.

Wanneer we dagelijks een paar keer de hele haven mogen oversteken vanaf onze plek naar de walkant zien we hoe hard hier gewerkt wordt. Aan elke boot zitten, liggen of hangen minstens drie mannen die vanaf 8.00 's morgens de waterkraan opendraaien, hun zwabber, bus poliermiddel of inoxkuismiddel aan dek zetten, de radio loeihard en de rest van de dag luieren en babbelen aan dek.

Havenpersoneel is hier ook alom vertegenwoordigd, een minderheid actief : Vaguebond wordt in de kraan gehangen (ons muisje van 10 ton in een kraan voor 150 ton!) met zes man! Vier aan de kant en twee onder water om zeker te zijn dat de banden niet op uitlaten, aanzuigen of de saildrive zitten. Ze wordt netjes opgebokt onder het waakzaam oog van minstens tien werkmannen die betaald worden om aan de andere boten te 'werken'.

Gelukkig is er ook Nelson, onze technieker, die niet alleen van zijn woord is en onmiddellijk komt kijken maar ook een enorm goeie technieker blijkt. Zijn leerlingen daarentegen kan je gerust om een emmer elentriek sturen, ze zullen er minstens een week naar zoeken...

Wanneer Ivan de volgende dag weer om 8 uur aan de boot staat is er nauwelijks plek : de werkmannen hebben ontdekt dat je onder onze boot kan rechtstaan in de schaduw (de megajachten waar zij verondersteld worden aan te werken staan veel lager en je kan er nauwelijks onder liggen) en hebben hier hun perfecte plek gevonden. Om niets te doen. Ze blijven Ivan de hele dag bekijken en draaien netjes mee om de boot als de zon en schaduw opschuiven...
Om 11.00 begint hun middagpauze en gaan ze onder de boten liggen tot 13.30. Om 15.00 beginnen ze in te pakken om tegen 16.00 naar huis te gaan. De meesten doen de hele dag gewoon niets, ze gapen ons aan alsof we een stel aliens zijn : werken? En dan nog wel een hele dag ? Als eigenaar ? Goe zot!
Af en toe komt een moedige voorstellen om onze romp te polieren maar als we naar het resultaat op een 80-voeter kijken, vol matte plekken en de ijverigheid van die mannen kennende weten we genoeg...

Elders in Panama-city is het al niet veel beter : ons hotel blijkt een meester in het schrijven van aantrekkelijke promoties maar eens ingecheckt mag je voor alles wat volgens de promo inbegrepen was meer bijbetalen dan bij elk ander hotel. U weze gewaarschuwd : Amador Ocean View Hotel mag u absoluut schrappen van uw lijst!

De taxichauffeurs toeteren je de oren van je lijf en vragen liefst vijf keer het normale bedrag. Bij de meesten betaal je na afdingen nog twee keer teveel.
Er rijden heel wat wrakken rond en we vermoeden dat er slechts 1 ding gecheckt wordt bij de auocontrole : de toeter, want die wordt het meest gebruikt.
Opritten dienen als afritten en afritten als opritten, geen kat die raar opkijkt.
De bus, die gelukkig maar 0,25 $ per rit kost heeft geen schema en je kan wachttijden krijgen van 5 minuten tot meer dan een uur. Plannen en afspreken wordt op die manier echt wel moeilijk.
'Eventjes' de was ophalen... Twee uur onderweg over 5km!
'Eventjes' de was ophalen... Twee uur onderweg over 5km!
Er zijn dan wel haltes voorzien, je weet alleen niet altijd zeker in welke richting de halte geldt en of de chauffeur wel zin heeft om te stoppen, anders kan je weer een uur wachten.
Er rijden drie verschillende maatschappijen en tig privébussen, die natuurlijk allemaal andere kaarten en tarieven hanteren en liefst allemaal andere bestemmingen hebben zodat je nooit met 1 busmaatschappij op een bepaalde bestemming raakt.

In de supermarkt pakt de inpakker van dienst maar in als hij zin heeft en dan nog. Logisch vullen doen ze niet, leg jij toevallig fruit en groenten vooraan op de band en blikken erachter, dan smijten zij de blikken netjes bovenop je tomaten en kiwi's. Geef je je rugzak af om te vullen dan lopen ze simpelweg weg, te moeilijk! Raakt het laatste pakje niet meer in de zak? Dan neem je toch gewoon een dubbele, nieuwe zak voor 1 pakje koekjes, toch? Vandaag zagen we iemand doodleuk vier stokbroden in twee breken, gewoon omdat ze anders niet in de plastiekzak pasten!

Grote zakken mogen de winkels niet in en geef je af in de vestiaire maar als de kerel aan de balie zijn dag niet heeft mag je hem gewoon mee de winkel in nemen. Je krijgt een boodschappenmandje met een nummer als 'ticket' om je rugzak terug te krijgen. Op zich handig bekeken : je levert het mandje in, laadt je boodschappen in je rugzak en klaar is Kees.
Tot je een verdomd slimme Panamese tegenkomt, die doodleuk je mandje uit je karretje pikt (het mandje was te klein dus hadden we het in onze kar gezet)! Ik heb de hele supermarkt mogen leegkammen tot ik de onverlaat vond die onze nummer gepikt had! Gelukkig kreeg ze zoveel schrik van mijn tirade dat ze uiteindelijk al haar inkopen mocht uitladen en zelf een nieuw mandje, zonder nummer, halen!

Ivan probeert me elke dag positief te laten beginnen en na  veel zoeken vind ik echt wel een paar positieve punten. Jammer genoeg niet genoeg om lyrisch over Panama-city te worden. Zelfs niet over de historische stad waar weinig animo heerst en die je op enkele uren gezien hebt.

Geen groter contrast binnen één land dan Kuna Yala versus Panama-city !

Ik voelde al maanden een barst in mijn kies en wilde echt geen 4 weken in de Doldrums dobberen met een mogelijk ontblote zenuw, naar de tandarts dus ... Gelukkig is de tandarts geen doorsnee Panamees. Zijn infrastructuur mag dan dateren uit de jaren 70, hij was helemaal van zijn woord, zowel qua afspraken als kosten en ik heb geen greintje pijn gehad. Maar ik loop nu wel rond met een echte Panamese tand! Ha!

Onze technieker Nelson bleek een superkerel, absoluut uitzonderlijk in Panama en een groot gemis voor de werf wanneer hij, in de nabije toekomst, op pensioen zal gaan. Ook de pittige dames bij Volvo Penta weten van aanpakken, ook hier alle lof!

Een heel uitzonderlijke buschauffeur of taxichauffeur is meer dan gemiddeld vriendelijk.

We vonden drie restaurantjes die iets anders dan de 'vettige brol' serveerden die zo eigen is aan Midden-Amerika : Nazca21 in de oude stad, een heerlijk Peruviaans restaurant en Beirut, een zalig Libanees restaurant met eerlijk, fris en niet vettig eten!

Maar onze absolute nummer 1 is Narval Marine, we werden persoonlijk uitgenodigd op de openingsreceptie van een nieuwe chandlery (bootaccessoirewinkel) en kregen het fijnste eten in maanden voorgeschoteld en de hele avond drank à volonté. Het enige minpunt was het gebrek aan een taxi-service naar huis. Over de verhouding van de rum-cola klagen we dan weer absoluut niet, we zoeken trouwens nog steeds naar de cola...

Maar eerlijk ? We zullen blij zijn wanneer we weg kunnen en op een volgend rondje laten we Panama-city mooi links liggen (letterlijk).

 

Eens we vertrekken is onze internetverbinding weer een zekere onzekere. Wifi of 3G op Islas Perlas, waar we een weekje gaan vluchten voor Panama City en wachten op een beetje wind, en op de Galápagos blijkt moeilijk dus de volgende weken is onze internetverbinding erg onzeker. Enkel via Walkapitein Rob kunnen we verslagjes posten, zonder foto's.

Maar we doen ons best.

 

Tot later, hopelijk vanop een nieuwe, tropische, magische bestemming : Islas Perlas, een eilandengroep onder Panama, of de Galapagos-eilanden (misschien al eens Googlen ?)!

Through the gates

Zoals eerder gezegd mochten we al na twee dagen door het kanaal, sneller dan we op eender welke blog lazen!
Op geen tijd kwam Roy onze fenders brengen, veel dikkere dan degene die wij aan boord hebben om als stevige buffer te dienen tussen onze boot en de andere boten van ons span of tussen onze boot en de indrukwekkende sluismuren.
Bij de zes megafenders kwamen ook vier dikke lange touwen van 70 meter lang, in (Ruddy- of) vaktermen een 'voam'.
Op de dag van vertrek komen onze twee linehandlers aan boord, potige jongens die meer dan 10 jaar ervaring hebben in het gooien en vangen van apenkloten en waar we meteen vol vertrouwen naar opkijken.

Op de afgesproken plek komt / valt onze loods Francisco (onder de loodsen beter gekend als Pancho) aan boord en varen we richting eerste Gatùnsluis (in totaal zijn het er drie) waar we als middelste boot vastgemaakt worden aan twee buren, beiden zonder professionele linehandlers. In theorie zouden wij dus niets moeten doen behalve sturen. De buitenste boten dienen als schroef (motor) en moeten al het touwwerk doen. We betalen Eric en Allan dus voor een vakantietripje...

Maar niets is minder waar. Op de andere boten blijken de (niet betaalde maar vrijwillige) linehandlers absoluut geen kaas te hebben gegeten van touwen of voamen. Op de ene boot wordt het touw helemaal gelost terwijl de loodsen brullen dat ze moeten trekken, op de andere boot ligt de man die het touw moet aanhalen doodleuk op zijn rug op de bijboot te zonnen en heeft blijkbaar nog nooit van zijn leven in een sluis gezeten, hij heeft totaal geen benul van wat hij (vooral niet) doet. De boten slingeren heen en weer door het geklooi van vooral die laatste en onze linehandlers mogen op de andere boten gaan helpen. Leuk zo, wij betalen en de zuinige buren maken gebruik van onze mannen, zonder merci uiteraard...

 

Ivan merkt echter al gauw dat de motor warmloopt, geen goed teken. Eens boven op het Gatùnmeer, waar we hopen te overnachten tussen de brulapen en de krokodillen, checkt hij de motor en komt al vloekend boven : water in de saildrive!

Op het meer wordt het avondeten geserveerd. De eerder nogal koele loods, die eigenlijk geen honger had, verandert heel snel van gedacht wanneer hij Eric en Allan ziet smullen van de echt Belgischevol-au-vent die ik gemaakt had en werkt in een sneltempo zijn bord naar binnen. Met de laatste happen nog in zijn keel neemt hij afscheid en stapt op de loodsboot die hem (volgens hem) veel te snel komt oppikken... Volgens ons net op tijd of hij had ons bord ook nog opgegeten!
Aangezien we morgen 30 mijl op motor moeten varen aan een gemiddelde dat onze meid nooit haalt (en ze dus veel meer toeren moet draaien dan gewoonlijk) slaagt de paniek toe. Ivan ververst dan wel de olie maar we mogen hopen dat we het einde van het kanaal halen.
De doortocht kost een arm en een been en als door onze schuld het span gehinderd wordt, kost het ons nog veeeeeel meer...
Slapen tussen de apen en krokodillen bleek ook een illusie, door de werken aan de nieuwe sluizen liggen we voor anker vlakbij de baggerwerken... Met een bang hartje leggen we iedereen te slapen voor een korte nacht. Het is echt vollen bak aan boord en aan dek vandaag.
 De volgende ochtend wordt nog voor zes uur de nieuwe loods aan boord gezet. En er weer afgehaald. En ingeruild voor een tweede, juiste loods. Guillermo installeert zich comfortabel met zijn ontbijt en wordt pas wakker als we de Pedro Miguelsluis naderen...
De tocht door het kanaal verloopt relatief rustig, al kunnen we er niet ten volle van genieten en controleert Ivan elk half uur de olie en elke 5 minuten de temperatuur van de motor. De dames houden zich voornamelijk bezig met het koken van ontbijt en lunch voor zeven man en vooral Sylvie verricht wonderen met pijnboompitten van een wel erg bijzonder jaar! De heren kunnen alleen maar instemmend smullen!
Erg bijzonder is het moment wanneer de deuren van de Mirafloressluizen openen, na acht maanden cruisen varen we met onze eigenste Vaguebond de Stille Oceaan op.
In mijn dromen was dit zo'n beetje een ver doel van onze reis, de ver van mijn bedbestemming. Verder dan 'De Pacific' heb ik nooit nagedacht, de droom van ooit met een eigen boot door het Panamakanaal te varen bleef altijd een droom. 
Tot vandaag, de deur van de zesde sluis gaat open, we zwaaien wild naar onze ouders die aan de andere kant van de webcams onze doortocht live volgen. De webcams staan bovenop het bezoekerscentrum van de sluizen, op het terras staan honderden bezoekers terug te zwaaien.
En daar is ze dan, de Pacific!
Verder dan dit punt heb ik nooit nagedacht, nooit gedroomd. Het leek altijd zo onecht, zo ver weg. Maar hier is het, het tweede deel van onze reis begint hier echt, nieuwe droombestemmingen liggen voor ons maar ons geheugen is ondertussen gevuld met de mooiste gerealiseerde dromen, hopelijk is er nog wat ruimte over want we zijn nog lang niet klaar!
Pacific, here we come!

De Emmerlijst

In Carti, de enige plek op het vasteland die toegang geeft tot de eilanden van Kuna Yala (al de rest is jungle) wisselt onze bemanning.
Bart en Sylvie krijgen nauwelijks tijd om aan de warmte te wennen want we trekken meteen richting Tupsuit waar we met Anke en Rob onze laatste avond doorbrachten en de sympathieke gids Bredio ons gisteren al liet watertanden voor een begeleide tocht door de jungle, nadat we onverrichterzake weer aan boord kropen met een bijna lege benzinetank door het zoeken naar de monding van de rivier en de krokodillen.

Die ondanks verwoede pogingen om ze te voorschijn te toveren, niet opdaagden ...

 

Onze eerste dag stappen we tot de tanden gewapend (de ene al meer dan de andere) met lange broeken, T-shirt met lange mouwen, lange kousen, hoge schoenen, hoeden, sjaals en massa's DEET in de speciaal geleende roze (!!!) motorboot van Bredio en een vriendje van zijn zoon. Die laatste moest schoolwerk maken en kon dus niet mee...

Bredio neemt ons mee voor een magische wandeling door de jungle, langs finca's en slingerende riviertjes waar nu eens ulu's kunnen doorvaren en wij via heel wankele brugjes over kunnen maar waar we op andere plekken tot onze enkels door het water moeten waden. De jungle is zonder twijfel één van de mooiste 'bossen' die we al ooit zagen. Er komen niet veel dieren aan te pas maar de diversiteit aan planten is machtig! 

Bredio toont ons de verschillende planten die de Kuna op hun finca's telen en laat ons trots het net ontgonnen stuk oerwoud zien. 20 mannen hebben op amper 20 dagen een enorm stuk jungle platgelegd voor nieuwe finca's! Met de hand! Indrukwekkend! 
Niets ontbossing, niets kappen om te kappen, hier wordt enkel ontgonnen wat nodig is voor het bestaan van de dorpen. Niets wordt weggegooid, de bomen kunnen makkelijk als brandhout voor de keuken of bouwmateriaal voor de hutten dienen, de grootsten worden uitgehouwen als ulu, de palmbladeren worden gebruikt om daken van hutten te vernieuwen. En na enkele jaren laten de Kuna de finca's weer plaats ruimen voor het oerwoud, lang voor de grond uitgeput raakt. We konden met onze eigen ogen vaststellen dat de jungle sneller dan je verwacht weer de overhand neemt. 
Een mooie wisselwerking tussen mens en natuur.

We passeren drie begraafplaatsen van de drie dorpen op de drie eilanden rond Tupsuit Pipigua en keren na een paar uur vol bewondering terug naar onze boot. Maar daar stopt het niet, Bredio neemt ons mee de rivier op, op zoek naar krokodillen maar die kregen we ook nu weer niet te zien, wel een overweldigend mooie jungle en een fantastische manier om ze te ervaren. Elke keer wanneer we denken dat de boot er nu echt niet meer door geraakt, krijgt Bredio hem wel ergens nog tussen gezonken stammen en lianen doorgemanouvreerd. Om elke bocht zien we weer een andere vogel paraderen en alle moeite van de wereld doen om niet op de foto te staan!

Daarna krijgen we nog een rondleiding door het dorp en als toetje eten we vanavond bij Bredio thuis! Zelfs Sylvie, de meest kritische fijnproefster van ons allemaal overwint haar salmonella-angst en eet met enorm veel smaak van de verse vis en de yucca-kokos-banaancombinatie vanuit de tuin van Bredio met zicht op onze boot!

We luisteren gretig naar de reisverhalen van Bredio in Frankrijk. Grappig om te horen hoe hij de westerse wereld verkent net zoals wij de zijne nu leren kennen, van de ene verbazing in de andere vallend en grote ogen trekkend bij de bizarre manier van werken (ok, dat doen wij hier niet maar wel bij bepaalde beslissingen in ons thuisland).
Het weer laat ons een beetje in de steek, perfect om door de jungle te wandelen maar iets minder wanneer je op vakantie bent en die jaloersmakende bruine tint wil opdoen en je paradijselijke snorkelfoto's op het bureaublad van je computer wil zetten. We verkassen naar Green Island voor de betere snorkelervaring.
Wanneer een lokale visser ons langoesten aanbiedt is Sylvie niet meer te houden, al mijn tegenspartelingen ten spijt, we zullen langoest eten.
En zo geschiedde, Sylvie probeert haar dodelijke blik uit om de beesten gewoon dood te kijken in plaats van ze levend in kokend water te moeten steken maar slechts eentje lijkt gevoelig voor dodelijke blikken. Rob laat ons weten dat beest best niet met de anderen te koken en om gas te sparen voeren we hem dan maar als aas aan de andere vissen.
Maar het moet gezegd, alweer in een samenwerkend koksverband worden de beesten professioneel en ethisch correct door de dames gekookt en geserveerd. En ze smaken nog ook!
We willen Sylvie en Bart zeker niet ons favoriete plekje onthouden : Coco Bandero! Een wondermooi rif (Robinson Crusoë) en dito eilanden met de perfecte witte stranden, felblauw water en frisgroene palmbomen en Vaguebond er middenin.
In de Rough Guide en de Lonely Planet staan de 'Cayes Holandes' als absolute MustSee gebrandmerkt. In de pilot staan ze alom bekend als stikkedruk en alleen de naam al!
Maar we willen het toch een kans geven en vinden een eiland waar we amper met twee boten voor anker liggen op 5m diepte in hemelsblauw water! Superdeluxe! (Achter het grote rif telden we 18 boten...)
Op een paar tientallen meters achter de boot vinden we een zalig rif om rond te zwemmen met 101 verschillende vissen op amper een paar meter diepte. We vinden zelfs een grote porcupine en drie langoesten (maar die lieten we mooi zitten)! Dit is genieten!
Op het naburige eiland wandelen we de fotoshootroute, elke stronk, elke palmboom is de perfecte setting voor de perfecte postkaartfoto en daar wordt gretig gebruik gemaakt!
We kunnen maar niet begrijpen waarom sommige (Franse!) boten stante pede hun anker lichten als de anchorfee-boot langskomt om de 10$ te innen waarmee je een maand mag blijven, zelfs naar andere eilanden varen en terugkomen of waarom sommige Francobelgen (?! zo noemen ze zichzelf ?!) langszij komen om te zeuren over het luttele bedrag dat hier gevraagd wordt! 
Het lukt ons om weer dagelijks verse vis te pakken te krijgen en Sylvie ontpopt zich als een waardig fileerster. Bart wil wel eens proberen maar sluit zich aan bij Ivan : liever opeten, gefileerd.
De dagen vliegen om en hoewel we graag nog heel erg lang op Kuna Yala zouden blijven, hebben we nog een doel voor ogen.
Op Bart's Bucketlist (tegenwoordig moet je een lijst maken met dingen die je nog absoluut wil (moet?) doen voor je sterft en dat heet een bucketlist) staat 'de doortocht door het Panamakanaal' en dus nemen we afscheid van één van de mooiste plekjes op aarde en zetten koers richting Colon.

Veel sneller dan verwacht (we hoorden verhalen van 10 dagen wachten) mogen we al na twee dagen door het kanaal! Geen tijd om de gasflessen te laten vullen (drie dagen), de was te laten doen (twee dagen), schandalig te genieten van de meest luxueuze regendouches sinds ons vertrek (vond ik nog het ergste), te zwemmen in het zwembad, de 'loop' te wandelen in het natuurgebied vol vogels en apen en grote inkopen te doen (na een maand weer een supermarkt!!).

Roy Bravo, onze agent, regelt alle formaliteiten terwijl wij in de douche staan, de birdwalk meedoen waar we geen vogels zien maar wel enorm veel kapucijneraapjes en ontbijten in de yachtclub. Hij speelt zelfs taxichauffeur naar Colon, de dichtsbijzijnde stad waar je als vreemdeling beter niet zomaar op straat loopt. Hij levert ons netjes af midden in een shoppingcenter waar het vol bewakers loopt zodat we een 3G-kaartje kunnen bemachtigen om live verslag te doen van op het kanaal.
Nog 1 keer slapen en dan is het zover...

PS : er is één ding dat ik ook dolgraag zou doen, laat ik het voor de moderne mens 'mijn emmerlijst' noemen : zwemmen met walvishaaien.
Voor de rest neem ik het leven zoals het komt, er rollen sowieso verrassingen uit die mijn dromen overtreffen (kijk maar naar deze reis) ...

Leven als een Kuna

Kuna Yala, al heel lang een ultieme droombestemming en nu zijn we er. Op eigen kiel! Zelfs na drie weken zijn we het nog lang niet moe en zeker niet alleen omdat er zoveel te zien is.
Om van Cartagena naar Ukupseni (Playa Chico) te varen moesten we twee dagen en nachten op zee. Mits wat aanpassingsvermogen van zeebenen en -magen kwamen we allevier toch in redelijke staat aan op Kuna Yala waar we meteen ontvangen werden door onze nieuwe 'vriend voor het leven' Arkin. Onze eerste kennismaking met de Kunacultuur.
De Kuna zijn een indianenstam die ondanks alle veroveringen, verwoestingen en cultiveringstactieken van de westerlingen hun eigenheid en cultuur konden bewaren tot vandaag de dag. 
De mensen zijn klein van stuk maar blijken dankzij hun levenswijze heel erg oud te worden. Waar wij medische wonderen, dure kuren en pillen voor nodig hebben halen zij simpelweg alles uit de natuur. Ze zijn gezonder en leven langer dan wij!

Hoe? Ze blijven vrijwel volledig gespaard van de westerse hectiek en stresscultuur van altijd meer en beter. Er is nauwelijks elektriciteit, bijna elke hut heeft ondertussen wel een zonnecel om een lampje te laten branden en de gsm op te laden maar daar stopt het. Er zijn geen auto's, geen computers, nauwelijks tv (vaak staat de enige in het congres en behoort het hele dorp toe), geen microgolf of waterkoker, geen kookvuur, geen wasmachines, geen boormachines of grasmaaiers. Soms is er gsm-signaal maar wifi of 3G is bijna uitsluitend (en slecht van kwaliteit) te vinden in de lodges voor toeristen.

 

De Kunacultuur is een hechte groepscultuur, Kuna werken voor hun dorp. Er worden bananen en kokosnoten geteeld op de finca's net als mango's, ananas en yucca. Cacao en koffie worden gebruikt voor de rituelen.

De opbrengst is voor het dorp en de rest voor de familie. De mannen die niet op de finca werken, werken aan de huizen (palmdaken moeten elk anderhalf jaar vernieuwd worden) en vangen vis of langousten. Het teveel wordt aan toeristen verkocht. De vrouwen zorgen voor het huishouden en maken mola's, prachtige genaaide stukken stof in felle kleuren die ze in hun kleren naaien. Ze verbeelden de rituele tattoos die door de overheersers verboden werden. De verkoop van mola's zorgt voor een aanzienlijk deel van het inkomen van de familie.

Het hele leven wordt georganiseerd door het congres waar de Sahila dagelijks met de mannen van het dorp vergadert. Hier wordt beslist welke werkzaamheden moeten gebeuren, wiens dak vernieuwd, waar bos moet gerooid worden, wie hoeveel vierkante meter krijgt om iets te verbouwen, hoeveel de prijs van een kokosnoot wordt, hoeveel de vis kost. Zo kan en mag een Kuna niet van deze bedragen afwijken om te voorkomen dat de ene zich verrijkt door hogere prijzen te vragen of onder de prijs te gaan om meer te verkopen.
Giften van toeristen mag de gids niet houden (zeilen, petjes, t-shirts, ...), de Sahila beslist wie iets krijgt.
Het grote exportproduct is de kokosnoot die voornamelijk naar Colombia wordt uitgevoerd. Zo mag je geen enkele kokosnoot van de grond oprapen op koste van een zware boete. Elke kokosboom is eigendom van een Kunafamilie en door een noot op te rapen steel je van hun inkomsten.
De Sahila (stamhoofd) stelt ook elke keer iemand aan die de toeristen ontvangt en rondleidt door het dorp. Zo leerden we Arkin kennen, hij spreekt een heel klein beetje Spaans en dat maakt hem de geschikte man. Ook in Nestor en Bredio vonden we supervriendelijke gidsen.
Stuk voor stuk mannen met een verhaal die ons honderduit vertellen terwijl we in hun zelfgemaakte prauw roeien of zeilen. Zo'n prauw is de trots van de familie. De perfecte boom werd al jaren geleden gemerkt en wanneer hij eindelijk gekapt wordt, wordt er eerst 30 dagen aan geschaafd (met de hand uiteraard) voor hij naar het dorp gebracht wordt voor de fijne afwerking. Dat kost weer makkelijk 30 dagen handenarbeid. Maar de bootjes zijn prachtig! 
Stevig, wankel maar toch stabiel, zodanig gesneden dat ermee geroeid kan worden maar bij ruime rakken makkelijk een bamboemast geïnstalleerd kan worden met een zeil.
Zo ervoeren we zelf dat onze mannen in Dingel met zijn 2pk motor in de verste verte Arkin niet konden bijbenen, met twee extra vrouwen in zijn prauw (grijns)!

Van de 365 eilanden zijn er amper 40 bewoond, ze staan volgebouwd met hutten, de toiletten steken uit op palen. Op sommige andere eilanden staan enkele lodges/hutjes voor toeristen.

De meesten echter zijn onbewoond en genieten onze voorkeur : palmbomen, witte stranden, het blauwste water ooit en heerlijk warm water. De oceaan die continu breekt achter het rif. Wie maalt erom dat we niet naar de winkel kunnen om vers brood of verse groenten? Dat we extreem zuinig moeten leven met vers water, douchen en alle voorraad in de kast? 

De vraag 'Wat eten we vandaag?' wordt pas beantwoord als een verkoper is langsgeweest. Werd er niets gevangen dan hebben we nog blik... en brood kunnen we zelf bakken. Ondertussen zijn we erg geduldig in het wachten op ons avondeten en vooral nieuwsgierig naar de 'Catch of the day'.

 Eén keer konden we bij onze gids thuis blijven eten. Bredio had ons eerder die dag begeleid voor een machtige tocht door de jungle en een rondvaart op de rivier, op zoek naar krokodillen (maar het was zondag en ze hadden vrijaf). Hij houdt een schrift bij met alle bezoekende jachten en enkele vertrekkers hielpen hem om het aanbod aan diensten (begeleide tochten, wassen, werken aan de boten) in verschillende talen te vertalen, wij leverden onze bijdrage door de Nederlandse vertaling toe te voegen.

We kregen heerlijke gebakken yucca en versbereide vis met een soepje van bakbanaan en yucca in kokosmelk terwijl Bredio honderduit vertelde over zijn spectaculaire reis naar Frankrijk. Een Kuna die het dorp mag verlaten is één ding, maar naar Europa? Als bewijs dat het niet zomaar een verhaaltje was moest hij een foto mee terugbrengen van hemzelf in de sneeuw, pas dan liet de Sahila hem gaan!
Leven op het ritme van de dag was nog nooit zo eenvoudig, leven zonder luxe nog nooit zo schandalig luxueus.
Wij voelen ons de rijkste mensen op aarde en zouden hier nog heel lang kunnen en willen blijven maar het weer roept en we moeten stilaan verder.
Met weer een plekje vol liefde bij in ons hart, speciaal voor Kuna Yala.
Degimalo Kuna Yala, nued!

La mujer es una cosa especial

Volgens de Kuna-cultuur heeft god de aarde geschapen, samen met Moeder Aarde. De vrouw is bij de Kuna het centrum van de samenleving, de spil van de cultuur, het middelpunt van het bestaan. Wanneer ze trouwen trekt de man in bij de vrouw en bij elk eilandbezoek wordt onmiddellijk duidelijk wie van de twee thuis (onder de prachtige traditionele kledij) de broek draagt!

Toen onze bbq niet doorging op Ukupseni mocht Arkin (de door het dorp aangestelde gids) zelfs niet vroeger naar huis komen omdat hij zijn vrouw beloofd had dat hij pas om 20.00 zou thuis zijn, hij bleef de hele avond van boot naar boot varen tot het tijd was... 
Sinds Colombia is onze crew verdubbeld, onze plek aan boord gehalveerd en eten, drinken en douchen zwaar gerantsoeneerd.
Ivan en ik hebben alle tijd van de wereld gehad om te wennen aan absoluut geen luxe en waterrantsoenen en onze crew proberen we zo goed en zo kwaad mogelijk voor te bereiden.
Je handen wassen? Alleen als het echt moet! 
Douchen? Eén keer om de twee, drie, zelfs vier dagen. We kunnen zwemmen en er is de plantenspuit.
Snoep? We hebben een volle kast met zoutjes en zoetjes maar op is op.
En dan zijn ze daar! 
Anke en Rob komen in Cartagena aan boord en na de nodige beproevingen (temperatuurverschil van meer dan 30°C, oceaanbenen kweken, keukenrol op rantsoen (werkelijk!)) wennen ze verbazingwekkend snel aan een compleet gebrek aan moderne luxe. 
We cruisen veertien dagen langs de meest fabelachtige eilanden met stranden witter dan wit, water waarvan de tint nog niet eens een naam heeft maar die voor altijd in ons hoofd zit, verlaten Robinson Crusoë-eilanden waarop filmscenes uit The Pirates of the Carribean, James Bond of The Blue Lagoon meesterlijk en zelfs beter nagespeeld worden dan het origineel en palmbomen die zelfs na een fotoshoot van 360° nog ergens wel vanuit een betere hoek gefotografeerd kunnen worden. 
Alle eilanden liggen binnen een eigen rifgordel. Binnenvaren is soms al een hele uitdaging : de elektronische kaarten zijn verre van nauwkeurig en hier wil je echt niet op een rif varen! Als we op onze Navionicskaarten zouden navigeren varen we regelmatig over een eiland in plaats van errond.
Je kan enkel rekenen op de persoonlijk uitgetekende gids van Eric Bauhaus, die zelf alle dieptes peilde, alle riffen in kaart bracht en voor elk rif de exacte waypoints geeft om veilig binnen te kunnen varen.
Binnenin zo'n rif lig je in amper 5 meter voor anker, op heerlijk vlak kristalhelder water terwijl de brute deining vanop de oceaan op het rif slaagt. Een heerlijk geluid om mee in slaap te vallen, in niets te vergelijken met de afkooksels op ceedeetjes met 'natuurgeluiden'. Het is er heerlijk zwemmen en snorkelen in water van 30°C. 
Wanneer je door het rif naar de buitenkant zwemt kom je vaak in een prachtig aquarium terecht.
Zelfs Rob, die dan wel zeebenen heeft maar ze liever droog houdt was na een paar pogingen volledig gewonnen voor het snorkelen!
De buitenkant, waar de oceaan met alle kracht tegen het rif uiteenspat na duizenden mijlen vrij te hebben gezworven, is prachtig : hoge muren van hard en zacht koraal, prachtige vissen en schelpen. 
We eten wat de pot schaft en vermits er nergens winkels zijn (al kan je in enkele dorpjes wat basismiddelen krijgen : bananen, kokosnoten, yucca en brood en eieren of een ananas als je geluk hebt) is het wachten tot de vissers of boeren langskomen met hun vangst of oogst. Als er om 15.00 niemand geweest is moeten we aan het improviseren met onze voorraad.
Gelukkig komt dat bijna nooit voor en eten we elke dag versgevangen vis voor een paar dollar. Het aanbod is beperkt maar toch slagen we erin elke dag een andere vis te pakken te krijgen.
We hebben de luxe van een echte visser aan boord die mij een perfecte fileercursus geeft. Door de dagelijkse visaanvoer geraak ik eindelijk over mijn afkeer om vis te gutten (kuisen), Ivan blijft het gewoon niet doen. Fileren duurt nu ook geen uren meer en de fileetjes worden nu echt tot de laatste gram afgesneden. Zelfs de grote barracuda zat in geen tijd netjes in een plastieken bakje in de koelkast!
Als klap op de vuurpijl krijgen we regelmatig langousten aangeboden. Tot voor ons bezoek sloeg ik dit altijd af. Onze potten zijn niet groot genoeg en hoe steek je zo'n beest in hemelsnaam in een pot kokend water? Het lééft!
Ook daar komt Kok Rob weer in zijn element en samen bereiden we een menu om U tegen te zeggen, nog nooit zo lekkere beestjes gegeten!
De veertien dagen vliegen voorbij, veel te snel naar ons oordeel!
Voor we het weten liggen we voor anker op het enige toegangspunt naar het vasteland van Panama, Carti en is Lennie, de boordkrokodil weer afgelaten en opgeplooid, de zwaar vervuilde was ingeladen en het snorkelgerief ingepakt. Gelukkig hadden ze zoveel chocolade en bier meegebracht (en achtergelaten) dat inpakken nu geen 30 herschikkingen meer vergt!
Hier wisselt vandaag, net op mijn verjaardag, onze crew. Anke en Rob stappen in de taxi die Sylvie en Bart een paar uur door de jungle geraced heeft. 
Einde van een enorm geliefd en geapprecieerd bezoek. Het was een plezier om samen met jullie Kuna Yala te verkennen.
We zijn helemaal klaar voor deel 2 van onze becrewde reis : een stukje Kuna Yala en de doortocht door het Panamakanaal!
Ik denk dat er zelfs nog wat keukenrol over is! (grijns)

Het is weer zover

Het internet is zodanig slecht dat we geen foto's kunnen uploaden, hopelijk gaat dat in Panama beter.
Die hou je dus tegoed.
We vertrekken zo dadelijk voor enkele weken richting Kuna Yala, daar is geen internet en onze walkapitein vaart mee.
De volgende drie weken zal er dus geen nieuws op de blog verschijnen.

Het is weer eens zover.

We zijn verliefd. Ja, nog steeds en elke dag meer op elkaar maar nu ook op Cartagena de Indias.

De stad heeft een heel rijke geschiedenis van Spaanse ontdekkers, Franse en Engelse invasies, Spaanse heroveringen en onafhankelijkheid en houdt nog vele tekenen van al die invloeden in leven in een wervelende binnenstad.

 Cartagena is een grote stad met vele wijken. De woonwijken met hoge torens, de werkwijken met hoge torengebouwen, de buitenwijken met kleinere huisjes en krotten het historische centrum, waar alle leven zich afspeelt. Waar alle kleuren bij elkaar komen en over de stad schijnen als een vibrante regenboog.

Dag en nacht zijn de straten overvol beladen met toeristen -natuurlijk- in short, wandelsandalen en de het obligate fototoestel (zoals wij!), locals in versleten jeans en met petje, sjieke madammen helemaal opgetut en op torenhoge hakken en zakenlui in kostuum.

Iedereen laveert kunstig op de afschuwelijk gevaarlijke voetpaden vol gaten en tussen de duizenden straatventers die op straat zitten, door de straten lopen, achter of op hun hun bakfiets of kar liggen of portieken innemen. Ze verkopen echt alles : kleedjes, handtassen, hoedjes (ik wil er best zo eentje!), smaragden (de nationale edelsteen), zelfgemaakt kettingen en armbanden, ijsjes, water, fruit en fruitsapjes die ze ter plekke maken, boeken, empenadas (elke dag eentje!), frisdrank, sigaretten, snoep en lotjes... Nooit alles tegelijk, elk kraampje heeft zijn specialiteit en ze zijn met veel, heeeeel veel!

Daarbij zit de stad ook nog eens vol taxi's, voetgangers zijn 'quantité négligeable' maar we beginnen de truc te snappen : ze stoppen nooit uit zichzelf, ook niet aan een zebrapad, met een beetje geluk wel voor een rood licht maar wanneer je een voet de straat opzet stoppen ze wel. Allemaal. Zonder boos te worden.

Het leven is aan de durvers in Cartagena!

Elke gevel lijkt hier een heel verhaal te verstoppen. De ene herbergt een voorraad drank voor de straatventers, een andere blijkt een hele werf of een stort te herbergen maar achter veel kleurrijke gevels vind je een pracht van een binnentuin of een park al dan niet met terrasje. Gewoon binnenlopen en kijken dus.

We proberen elke dag een voormiddag aan de boot te werken, er zijn heel wat klusjes en opkuiswerk te doen voor onze Friendjes aan boord komen. We hebben Vaguebond helemaal ingericht voor een wereldreis met zijn twee : er is geen vrije kajuit (ah nee, dat is berging) of vrije kast in de hele boot! Onze slaapplek is nu zo goed als gehalveerd, we slapen nu naast een kajak en een spinaker, als Ivan zijn voeten (maat 45) omhoog draait, kunnen de mijne er nog net naast (maat 35)...

De namiddag trekken we de stad in : El Castillo de San Felipe de Barajas, el Museo de San Pedro de Claver, las Bovidas, la Plaza Bolivar waar het heerlijk toeven is tussen de locals en je nooit alleen op een bankje zit, een van de andere pleintjes en parkjes, een terrasje, ...

Het liefst kuieren we rond in de hoek van de stad waar minder toeristen zitten maar er elke dag feest lijkt te zijn, de mensen zijn er uitgelaten en vriendelijk.

Het eten is lekker en spotgoedkoop, ik kook niet meer!

We voelen ons hier helemaal thuis en op ons gemak, met honderden politiemensen die door de stad lopen of rijden, zelfs met de segway (en uitblinken in afwezigheid als er echt iets gebeurt) en de enorm vriendelijke en hartelijke securitymensen die 24/24 voor de haveningang de wacht houden, en aan de poort, en op de kop van elke ponton, het havenpersoneel die talrijker zijn dan het aantal boten en met de glimlach onze boodschappen in de meest vreselijk onhandige karren met ijzeren of houten wielen tot aan de boot rijden.

 Stuk voor stuk warme mensen die door het (veel te) warme klimaat duidelijk op een ander tempo leven. Dat zelfs voor ons nog traag is!

 

We <3 Cartagena de Indias!


Oh nee, weer een cruiser!

Wegens een extreem slechte internetverbinding staan er wenig foto's op de blog, we vermoeden dat de verbinding te nauw is voor de gemiddelde Amerikaan ...

Hopelijk spreken de woorden een beetje tot uw verbeelding ...


* Elke realistische gelijkenis met bestaande personen berust op puur toeval! 
* Eenieder die zich geroepen voelt deze blog te verfilmen, in tekenfilm te gieten (onze voorkeur), een strip of een serie van te maken, gelieve met ons contact op te nemen. 
* (Bijna) elke scene is door ons persoonlijk ervaren of werd buiten onze wil om door onze oren geblazen of getoeterd en wordt zo objectief mogelijk weergegeven, schuttingtaal werd uit de conversaties verwijderd.
Cruiser :
(Onbekend bij Van Dale dus hierbij onze eigen verklaring) :
- Persoon die zich per boot verplaatst, meestal op vakantie, op exotische bestemming vaak betreft het een zeilschip.
- Betalende passagier op een cruiseschip, vaak op boten van enkele 100'en meters lang met verschillende restaurants, shops, cinema's, casino's, bars, zwembaden en wellnesscentra. Meestal in gezelschap van zichzelf zwaar overschattende bekende figuren die al eventjes uit de hitlists verdwenen zijn en dagelijkse 'shows' ten beste geven. ('Is this the way to Amarillo?' schalt al sinds La Coruna door ons hoofd)
We stellen hier een paar levensechte scenario's voor met cruisers van het tweede type.
- Aan boord in de stuurhut, 22.00 (kapitein, eerste stuurman) :
Kapitein : "Stuurman. Leg de motoren stil, we gaan te snel!"
Stuurman : "Maar Kapitein, we varen amper 15 knopen! Bonaire ligt maar op 30 mijl van hier, binnen 2 uur zijn we er!"
Kapitein : "Stuurman, geen sprake van! We kunnen het absoluut niet maken om voor zonsopgang aan te komen, zo zien onze gasten tenminste dat we echt gevaren hebben deze nacht! Het zou niet de eerste Amerikaan zijn die klacht indient omdat hij beweert dat we nog op exact hetzelfde eiland liggen als gisteren! Nee. De gasten moeten ons zien aanleggen met hun eigen ogen tijdens het ontbijt, we gaan niet verder en dobberen hier wel de hele nacht rond!"
- Aan boord, door de speakers, 7.30 (omroepster of bandje) :
"PINGPONG" (het meest vreselijke geluid om 's ochtends mee gewekt te worden!) "Beste gast, aanschouw met uw eigen ogen ons aanlegmanoeuvre op La Gomera! Begeef u nu naar het aanlegdek 3 aan bakboord! Indien u liever ontbijt, er zijn nog milkshakes, pudding, croissants, worst en spek met eieren tot 9.00!"
- Aan boord, door de speakers, 8.30 (omroepster of bandje) :
"PINGPONG" "Beste gasten, voor vandaag staat ons Bonaire-programma voor u klaar! U heeft uw activiteit voor vandaag al zes maanden geleden gekozen, ik geef u hierbij de richtlijnen :
Ga en ontdek Bonaire!"

* de snorkeltrip vertrekt om 9.00 vanaf uitgang 1, u wordt opgehaald door 'Snorkeltrips Aurora' en de begeleider zal zich kenbaar maken via het gele bordje met nummer 1 en het wachtwoord 'snorkel'. Indien 1 van beide ontbreekt, begeef u zo snel mogelijk terug naar uw schip, zonder achterom te kijken. Deze man is een bedrieger!
* de zeiltrip met de catamaran Mushi Mushi vertrekt om 9.00 en om 10.30 vlak naast de boot, te bereiken via uitgang 2. De kapitein draagt een rood bordje met nummer 2 en het wachtwoord is 'Mushi', ook hier gelden dezelfde veiligheidsvoorschriften!
* de begeleide rondritten over land vertrekken allemaal aan het einde van de steiger, rechtsaf op de parking. De begeleiders houden allen een gekleurd bord met nummer 3 op, de kleur van het bord stemt overeen met de kleur van uw armband die u krijgt bij het verlaten van het schip.
* de rondvaart met de piratenboot vertrekt aan de achtersteven van het schip, u kan makkelijk aan boord komen aangezien deze boot aan onze eigen achtersteiger aanlegt, enkel mensen met een roze armbandje kunnen mee!
* voor de mensen die vandaag geen excursie boekten : er is zoals elke dag een authentieke markt waar u in uw eigen taal te woord gestaan wordt. Ook de golfkarretjes en brommers zijn weer van de partij. Wanneer u het schip verlaat is de onmiddellijke zone rond het schip, het centrum van de stad, volledig afgezet. Ga vooral niet te ver van het schip, houd u aan de zichtbaarheidsregel : ik zie het schip = ok, ik zie het schip niet = alarm! 
U zult een aantal lokale bedrijven vinden waar u alsnog citytrips, rondvaarten, duikinitiaties, kitelessen enz. kan boeken. Wees gerust, alle aanbieders die onder de groene tentjes staan zijn door ons uitvoerig getest en goedgekeurd!
Voor u weer aan boord komt kan u een drankje nuttigen in de witte tent voor het schip en kan u uw handen wassen.
Vergeet niet om 16.00 aan boord te komen. Dan opent ons all-in buffet! We hebben vandaag wafels, pannenkoeken, ijsjes, milkshakes, taartjes en bonbons in de aanbieding.
Wie later dan 16.00 aan wal blijft, doet dat op eigen risico. Dit is niet Amerika! Na zonsondergang wordt het ronduit gevaarlijk (en zijn wij weer al lang vertrokken!)!
Nuttig geen vers fruit, groenten of traditioneel ijs en drink uw cola uit het blik, we hebben niet voldoende immodium aan boord voor 2500 zieken!

Voor de thuisblijvers zijn er vandaag de films 'Dumb and Dumber', Honey I shrunk the kids!' en 'Home alone!'. Sorry, 'Free Willy' en 'Titanic' spelen we pas morgen terug.

 In ons variétéprogramma vandaag : Sergio, Robby Longo (wie?) en Nicole en Hugo!

 Voor de durvers liggen de surfplanken en kayaks klaar aan de achtersteven.

- Aan wal, in een willekeurige winkel (winkeljuffrouw, Amerikaanse familie)
Je wandelt als argeloze toerist een winkel binnen en wordt vriendelijk geholpen door de winkeljuffrouw van dienst. Komt daar plots een ongelofelijk dikke man binnen, gevolgd door een minstens even dikke dame en dito kind, allemaal met openhangend hawaï-hemd rond hun dikke buik of een nietsverhullend doorkijkbloesje over een knalrode bikini, slurpend van een halve liter cola of een milkshake met echte room. Stormt de hele familie als een meute op hol geslagen olifanten naar de winkeljuffrouw en eist zonder pardon haar onmiddellijke aandacht. De juffrouw in kwestie is dusdanig overrompeld en weet niet wat doen. Uit pure doodsangst durft ze hen zelfs niet te vragen te wachten tot het hun beurt is en probeert zo snel mogelijk van hen af te geraken zonder een proces aan haar been te krijgen.
De excuses komen later, niet van de Amerikanen, wel van de winkeljuffrouw.
Eerlijk? We hebben nog nooit zulke onbeschofte boeren gezien! En sinds Tenerife zien we ze veel te vaak naar onze zin.
Als er weer zo'n boot ligt, blijven wij liever aan boord...

- Aan wal, bij één van de stalletjes die eilandtours per bus verkopen (chauffeur, Amerikaanse passagier) :

De chauffeur is net een ander koppel de rondrit aan het uitleggen aan de hand van een kaart...

Chauffeur : "Eerst rijden we naar het zuiden van het eiland, daar zullen we slavenhuisjes zien en aan de andere kant de zoutwinningsgebieden..."

Amerikaanse toerist werpt zich tussen kaart (die omvalt) en chauffeur : "Hey, wette gij hoe lang daget varen is van dees eiland nort volgende?"

Chauffeur : "Excuse me, u bedoelt van Bonaire naar Curacao of waar gaan jullie naartoe?"

Amerikaan : "Oe moetekik da na wete? Van dees nort ander èj!"

Chauffeur, verbouwereerd : "Sorry, dat weet ik niet!"

Amerikaan : "Wa voor een kl***gidske zijdegij?!"

 

- In een duikshop (koppel Amerikanen, duikbegeleider) :

Begeleider : "Hoe lang duikt u al?"

Amerikanen : "Wij? Mo manneke toch, ik duiktigde al toen da gij nog in de pampers lag!"

Begeleider : "Knap, dan heeft u best veel ervaring, wie weet kan ik nog iets van u leren! Mag ik uw logboeken dan eens zien, zo weet ik meteen wat ik kan verwachten."

Amerikanen tonen hun logboek en daar staan amper 20 duiken in...

Even later gaan ze samen naar de makkelijkste plek (de Amerikanen beloofde hij dat het de mooiste plek van Bonaire was) en gaan het water in.

Al op 5m diepte stuitert mevrouw over de grond als een pingpongbal, volledig in paniek. Meneer raakt met zijn 100 kilo zelfs niet beneden.

 

Einde duik...

- Santa Cruz de Tenerife, aan de cruiserterminal (Ivan, Engelsman) :

Ivan wandelt op zijn gemakje van de haven naar de bakker en passeert daarbij de cruiseterminal waar net een nieuwe lading cruisers gelost is.

Engelsman brult vanop een paar meter : "Hey you! Do you speak English?"

Ivan : "Unfortunately, I do not master any word of Shakespeare's language."

Einde gesprek, al bleven de driedubbele onderkinnen van de nekloze man vertwijfeld sidderen...

De Amerikanen zijn de ergste en meest arrogante maar ook de meeste andere cruisepassagiers lopen erg hoog op met zichzelf. Ze tonen weinig respect voor het gastland en nog minder voor de inwoners. De luttele uren die ze er doorbrengen staan in het teken van hun checklist maar hoe kan je op amper enkele uren tijd (sommige schepen meren om 08,00 's morgens aan en vertrekken om 13,00 geen enkel schip blijft later dan 18,00!) een stad of een land zien, laat staan leren kennen? Ze komen nauwelijks een stad in, verwachten overal gidsen in hun eigen taal en liefst van hun eigen huidskleur die hen vooral ver weg houden van al wat anders en authentiek is.

 

Dat we geen fans zijn van cruiseschepen mag duidelijk wezen, wij komen van Atlantis, zij vanuit hun Hemel het Cruiseschip. Vermoedelijk zijn er ook andere passagiers maar spijtig genoeg vallen die niet op. Ook andere zeilers en de gelukkigen die op deze heerlijke eilanden in de toeristische sector werken kennen zo te horen exect dezelfde ergernissen. De tijdelijken keren na een paar maanden naar huis terug maar de locals leven van dit soort toerisme, zij groeien ermee op en kweken een olifantenvel.

 

Wij weten één ding : toerisme scoort niet hoog op ons toekomstplannenlijstje!

Zeker niet als er cruisers en Amerikanen aan te pas komen!

Naar het vasteland : van Curaçao naar Colombia

Vijf maanden hebben we rondgezworven langs eilanden maar vandaag vertrekken we weer naar het vasteland. Naar Colombia, Cartagena!

 

Na een hoop gezever laten we de criminele zonnepaneelverkoper in zijn vet (en ons geld) sudderen.

Als we het Spaanse Water uitvaren worden al die leugens, flauwe smoezen, valse beschuldigingen en achterbakse streken al meteen voor een groot deel achtergrondruis. Vaguebond sjeest er, ondanks de deining,  weer eens vandoor met heerlijke gemiddeldes van bijna 8 knopen! We halen ons maximum daggemiddelde aller tijden van 190 mijl op 24 uur!

Ik slaap als een marmot, zelfs wanneer Vaguebond van hoge golven dendert of badkamerkasten openspringen en hun inhoud door de boot katapulteren, slaap ik lekker door! Het doet deugd om weer op een varend schip te slapen.

 

Sam stuurt perfect, Vaguebond klieft door de golven en wij vinden al snel ons zeeritme terug, zo hebben we het graag!

De tweede dag valt de wind weg. Onze sjeessnelheden ruimen plaats voor een gezapige 5 knopen. Stilte voor de storm, weten we...

Voor het eerst in maanden lopen we 's nachts wacht in zeilpak en fleece, dat zijn we echt niet meer gewoon! Gelukkig stijgt na zonsopgang de temperatuur makkelijk met 15 graden zodat je al snel weer staat te zweten in je zwembroek.

Ook de vliegende vissen zijn weer van de partij, zo mogelijk nog chaotischer dan gewoonlijk.

De derde dag trekt de wind aan, we naderen Baranquilla, een geduchte kaap waar altijd veel wind en hoge golven staan. Minder dan 30 knopen is een uitzondering.

Wetende dat je bij je weerbericht (33 knopen) makkelijk 5 knopen moet bijtellen, rekenden wij op vlagen van om en bij de 40 knopen... (veiligheidshalve hadden we onze knaloranje stormfok al aangeslagen aan ons kotterstag en hebben we op Curacao, met behulp van vriendelijke buren, ons sleepanker gebruiksklaar gemaakt)

En dat hebben we geweten!

Vaguebond dendert op haar zij van golven van zo'n zes meter naar beneden om door een volgende golf de andere kant op gegooid te worden.

Voor het eerst krijgen we te maken met brekers, ze schuimen de kuip in en zetten ons tot onze knieën in het water, gelukkig zonder dat er veel water binnen in de boot geraakt (leve het opstapje!).

Natuurlijk varen we weer pal voor de wind en moeten we gijpen... 's nachts. Glibberend tussen de vliegende vissen strompel ik op het voordek om de spiboom van kant te wisselen en verlies daarbij de uphoal (touw dat de spiboom omhoog houdt), bummer! Dat wordt mastklimmen volgende week.

Het weer is zo wisselvallig en bruut dat we besluiten om samen wakker te blijven. Slapen lukt niet en zo verliezen we niet onnodig tijd met aankleden als er hulp nodig is aan dek. En het geeft ook een fijner gevoel om niet alleen aan dek te zitten.

Dat maakt dat we meer dan 24 uur in de weer zullen zijn, nauwelijks kunnen eten of plassen, niet slapen en vol blauwe plekken zullen staan. Al dommel ik bij een winddipje af en toe wel in ...

Eens de nacht en de hoek van Baranquilla voorbij duurt het nog een paar uur, waarbij onze douchezak mysterieus verdwijnt in een breker, de bevestiging van een zonnepaneel sneuvelt en de AIS (toestel waarbij we de omringende schepen zien en ook hoe dicht ze zullen komen en wanneer dat zal zijn) kuren krijgt.

Eindelijk lijkt de wind ook moe te worden, de deining in slaap te vallen en de brekers minder fanatiek. Ik val opgeplooid in de kajuitingang in slaap, echt niet de meest comfortabele houding maar de vermoeidheid speelt mij parten. Mijn bewondering voor helden als de Volvo Ocean Race-mannen en -vrouwen groeit alleen maar...

Raar maar waar, de wind luwt zodanig dat we uiteindelijk op een vlakke zee heerlijk genieten van de aanloop van Boca Chica de Cartagena, de laatste mijltjes zelfs nog eens heerlijk aan de wind. Zo'n zeildag doet je alle ellende van de dag en nacht voordien vergeten!

En nu liggen we dus in Colombia, in Cartagena.

We zijn hier verdorie helemaal zelf naartoe gezeild!

We kunnen het nauwelijks geloven maar het is echt waar : na zeven maanden en een half liggen we met onze eigen boot afgemeerd in Colombia!

Frogfish in actie

Zoals beloofd :

We hebben tijdens één van onze duiken op het Kalabas Reef in Kralendijk een frogfish (of hengelaarvis) in actie gefilmd. Het heeft wat geduurd eer we het filmpje hadden gedistilleerd uit de onderwaterfilm en nog langer voor we een goede internetverbinding hadden om het online te zetten maar hier is hij dan, onze eigen Olympische Frogfish!

Geniet ervan, dit zie je niet dikwijls (denken we).

Stress? Hoezo stress?

Een week geleden hadden we bijna een volledige dag nodig om ingeklaard te geraken in Curacao. 
Met de bus naar Willemstad, langs de douane waar we geholpen werden door een man die klaarblijkelijk niet kon lezen, nauwelijks Engels sprak en voor het eerst in zijn leven achter een computer zat.
Zijn collega's liepen over van vriendelijkheid en om beurten weg zodat ze konden gaan lachen zonder dat het te hard opviel...
De lieve man had duidelijk geen stress, stelde 100 keer dezelfde vraag, vulde 100 keer ons antwoord in het verkeerde vakje in en deed er werkelijk minuten over om onze getallen te vertalen naar het Spaans! 
Na de douane mag je aan de andere kant van de stad naar immigratie, via de prachtige Koningin Wilhelminabrug, een houten brug gebouwd op drijvende pontons die door een kabine met een motor weggevaren wordt wanneer er een schip passeert.
Zo traag als we bij de douane vooruitgang boekten, zo snel ging het bij immigratie. Maar door de eerder opgedane vertraging was Port Authority dan weer gesloten waar we nog een ankerpermit moesten halen. 
Willemstad verbaast ons, het is een echte stad! Die zagen we niet meer sinds Santa Cruz de Tenerife.  Met winkels, massa's winkels, een drijvende markt en de Plasa Bieu, een soort overdekte markt waar zes open keukens gevestigd zijn die de (h)eerlijkste lokale gerechten serveren voor een vriendelijk prijsje, een aanrader! 
Na een tweede bezoek bleek de stad niet echt overdreven groot en is er weinig te doen maar toch was het een plezier om nog eens door drie winkelstraten te kunnen struinen.
Er is niet echt openbaar vervoer zoals wij het kennen, het lijkt alsof iedereen die zich geroepen voelt (met of zonder rijbewijs?) en een busje heeft, chauffeur kan spelen. Er is geen uurrooster, zelfs geen vaste route, als de chauffeur zin heeft rijdt hij/zij wel eventjes langs jouw plek. In zo'n busje stap je soms zo in het midden in het leven van de chauffeur : onze laatste chauffeuse (met tijgervel op het dashboard, een bus vol blingbling, een lederen met gouden kralen omhangen stuur en ettelijke kruisbeelden overal in de bus - en we vermoeden dat ze van al haar passagiers voodoopopjes heeft gemaakt) hanteert met ijzeren hand (en God's alziend oog) de orde in haar bus (waar maximum 7 mensen meekunnen). Zo erg dat zelfs Ivan en ik geen woord meer tegen elkaar durven zeggen wanneer we alleen achterblijven op een plek waar we de hele week nog nooit met een bus geweest zijn en ze plots een klein zijwegje indraait, de banden en versnellingsbak piepend onder ons...
Gelukkig zet ze ons heelhuids en, denken we, zonder vervloekingen af aan de baai.
Op het Spaans Water, in de Caracasbaai, ligt het vol boten maar weinig passanten. Elke dag rijdt een (gratis) bus naar de supermarkt en we zijn vaak alleen. De bus stopt niet ver van de watersportwinkels en daar maken we graag gebruik van! Onze bankrekening vertoont weer eens een opvallende dip.
Elke week is er een Captain's Diner in een leuke bar en daar is het een hele gezellige boel! We maken kennis met een aantal vaste liggers hier, allemaal supervriendelijke mensen met een massa aan tips voor het vervolg van onze reis.
Ondertussen, 14 dagen na de afspraak, is ons zonnepaneel er nog steeds niet. Na een hele serie aan groteske leugens (wist u dat carnaval dit jaar compleet onverwacht kwam en dat in Nederland het hele land een week platligt? (Dit was de eerste)) is het nu al tijden muisstil aan de kant van de dealer, ons geld heeft hij wel... We hebben ondertussen vernomen dat de man hier doodleuk voor ons voor anker ligt en alom gekend is als onbetrouwbaar individu. Hij blijkt niet eens in Curacao te wonen want verkast om de zoveel maanden een tijdje naar Venezuela zodat hij een nieuw toeristenvisum krijgt. Zijn bedrijf blijkt nergens geregistreerd.
Wat doet zo'n individu op de dealerlijst van Victron? De belangrijkste reden om een dealer van Victron te zoeken was de betrouwbaarheid van de firma en de uitdrukkelijke belofte dat we ons paneel op 14/02 zouden hebben.
Stress dus!
In Colombia verwachten we onze Friendjes waar we enorm naar uitkijken maar ook dat brengt stress met zich mee : hoe gaan ze zich aanpassen aan 1 douche per week? Hoe gaan we de boot voorzien op een maand met vier mensen zonder mogelijkheid om water en voorraad in te slaan? Is de boot wel proper genoeg? Geraken we er wel op tijd? ...
Meer stress!
De tocht naar Colombia wordt omschreven als de zwaarste van een hele wereldomzeiling. We zullen sowieso meer dan 24 uur moeten doorspartelen met niet minder dan 30 knopen wind en een deining waar we niet vrolijk van zullen worden. Nu zijn we niet bang uitgevallen maar toch... 
Nog meer stress!
het knaloranje stormzeil ligt klaar op het voordek, er zit eten voor twee dagen in de diepvries dan hebben we ons daar ook al geen zorgen over te maken.
We spreken u binnen een paar dagen, stress of geen stress.

Als een V.I.P. in het water

Deze parrotfish lacht al zijn tandjes bloot!
Deze parrotfish lacht al zijn tandjes bloot!
Ik schrijf deze blog met een heerlijk jazzy orkestje op de achtergrond. De jongens in het grote huis achter ons hebben blijkbaar een feestje en het is heerlijk relaxed. Lekker in de kuip met een glaasje wijn, verse ananas, de nieuwe maan die opkomt en een beetje licht werpt op Klein Bonaire en de live muziek met ons op de eerste rij. Ondertussen jagen onder ons de tonijnen en de barracuda's op klein grut, met tussenpozen stuiven ze op uit het water met voor zich een school / zwerm vluchtende vissen.
Na de allesovertreffende vriendelijkheid van de mensen hier, Bonairiaan en Nederlander, vielen we eerder geheel toevallig voor de op en top klantvriendelijkheid bij VIP Diving. Niet dat we te klagen hadden van andere duikshops, zeker niet maar toevallig belandden we hier en bleven hier.
We keken enorm uit naar Bonaire, het duikparadijs bij uitstek. Waar we minder rekening mee hadden gehouden was het het feit dat we voor elke duik onze hele outfit, inclusief fles al snel een 30 à 40kg per man, vanop de zwemtrap op de boot in de bijboot zouden moeten tillen, met de bijboot gaan duiken (beperkt in afstand wegens de grootte van ons 2pk-motortje), alles weer in de bijboot tillen, daarna in de grote boot (heel handig zo'n zware fles vanop een wiebelende bijboot omhoog tillen) en onze stalen flessen van 15 à 20 kilo op 1 of andere manier naar een duikshop slepen om te laten vullen...
We zijn dus enorm opgelucht dat we het hele boeltje in 1 keer naar de gearroom konden brengen, daar spoelen en te drogen hangen na de duik en op elk moment mochten langskomen om ons gerief op te laden (in de auto) of te voet gaan duiken naar het huisrif, Kalabas Reef.
Zolang we de auto hadden was dat geen probleem, we toerden rond en zochten een mooi plekje uit (zijn er andere op Bonaire?). Elk van de 100 plekjes is zo verschillend : het koraal, de lichtinval, de variatie aan vissen, de grootte van de vissen, hard koraal, zacht koraal, noem maar op. We hebben aardig wat plekken gedaan en raken het maar niet eens over de topspot. We zagen zoveel en zo mooie vissen dat we soms bijna vergaten te ademen bij het zien van al die mooie kleuren (en dat kan bij duiken wel eens slecht aflopen...) en de wuivende koraalbladen.
Bij elke duik winnen we aan vertrouwen, in het duiken en in elkaar, we blijven zonder nadenken perfect uitgetrimd, klaren brillen alsof we ons hele leven niets anders deden, blijven eeuwig hangen boven stenen en koraalbossen omdat er zoveel te zien is, we vinden makkelijk de meest onzichtbare vissen en wijzen zonder problemen minieme blennies (kleine wormpjes van amper 5mm dik), spotted murrays, flounders die volledig wegsmelten op de steen waarop ze liggen en frogfish die doen alsof ze kleurrijk koraal zijn.
Ivan achtervolgt elke papegaaivis die zijn tanden bloot lacht, we proberen zodanig op de foto te staan naast spotted eagle rays, tarpons en groupers om te bewijzen hoe groot ze zijn, zwerven over riffen en komen altijd terug op de juiste plek uit.
Hoe, ik moet nog 1 duikleiding doen om mijn brevet te halen? (Wat ondanks alle inspanningen van alle duikshops absoluut niet lukt, op heel de Carieb is geen enkele CMAS school te vinden, zelfs geen instructeur!)
Zonder auto wordt het een pak lastiger maar zoals Daniel het zei : Wel, ik vind dat jullie heel vrolijk omgaan met 'problemen'! Noem het nou maar gewoon 'uitdagingen'! 
Zodoende boeken we een dagje oostkustduiken. De oostkust is veel ruwer en lastiger om te duiken omdat er altijd veel wind staat en een enorme deining, het lukt maar een paar keer per jaar om daar in rustig water te duiken, en wij hadden geluk! Heel wat van de duikinstructeurs hebben er zelf nog nooit gedoken. Een uitdaging dus...
Na de koffie en koffiekoeken vertrokken we met onze privé supergids-voor-1-dag Martijn richting oosten. Hij vertelde ons honderduit over het eiland, de mensen, de moeilijkheden, de beestjes, vogeltjes, visjes en koraal. Tussendoor kregen we een Napoleonbol. 
De eerste duik was inderdaad geweldig, aan deze kant van het eiland is het koraal veel voller, ongerepter, meer zacht koraal (wuivende palmen onder een betoverend licht) en eens te meer een schat aan vissen. 

Een van de mooiste vissen die we kennen is de Lionfish, spijtig genoeg is het beest uitheems, zo hongerig (er werd er eentje ontleed met 42 verschillende vissen in zijn maag...) en plant het zich zo snel voort dat er zonder duchtig jaagbeleid er straks geen andere vissen dan lionfish meer zwemmen, bijna elke duikinstructeur is hier ook lionfishhunter en zo vingen ook wij vier exemplaren vandaag, voor elke lionfish een Napoleonbol!)
Met iets meer vertrouwen (hij had immers nog nooit eerder met ons gedoken) en na een Napoleonbol, nam Martijn ons mee naar Boka Onima. Ivan durfde als eerste dus bleef er weinig anders over dan ook de sprong te wagen. Een klif van 4 meter en daaronder schuimende golven en een stevige deining... 
(Het is eens iets anders dan de Put van Ekeren :-) ) 
Nu klim ik met gemak in een mast van 20m en meer maar dit was even iets anders. 
Maar het was elke druppel angstzweet waard! 
Wat een prachtduik! 
Bij onze terugkeer lagen er nog broodjes (en pannenkoeken en Napoleonbollen) klaar ook en konden we zo de douche in met versgewassen handdoeken, zei ik al V.I.P. ?
Een paar dagen geleden wilden we ook eens iets speciaals doen : een UV Nachtduik! Gewapend met een blauwe lamp en een geel vizier voor ons masker wandelden we op Something Special het water in. Wat volgde was zonder meer spectaculair. 's Nachts en dankzij het blauwe licht en de gele filter op onze bril veranderde het koraal in een ongeziene kleurenpracht. Het harde koraal schitterde als goud temidden van grasgroene perken met gele poliepen of glinsterde als een bronzen rots tussen felrode en blauwe stenen. De anemonen wiegden zachtjes in het water en wuivden met hun zilveren armpjes. Elk stukje koraal lichtte op in een felle kleur of een variante! Dit moet je gewoon ooit gezien hebben, het maakt je ontzag voor de natuur nog groter. Dit moet bewaard blijven.
STINAPA, jullie werk is goud waard! Wij betalen met plezier de Nature Fee en onze Anchorfee!
Zonder professionele apparatuur is deze pracht echter niet op foto te krijgen, wil je toch een idee, google dan even op 'UV night dive' of 'fluorescent night dive'.
We zijn nu aangewezen op duikplekken op wandelafstand van VIP zodat we ons helemaal kunnen aankleden, een Napoleonbol eten en te voet naar het Kalabas Reef wandelen terwijl het zweet ons pak vult om zo snel mogelijk 'af te koelen' in het water (van 30°C). Na een klein uurtje wandelen we met een gevulde gopro en een lege fles bij het volgende resort uit het water en staan binnen 5 minuten weer thuis om alles te spoelen, te drinken en een Napoleonbol te eten. 
Elke keer worden we hartelijk ontvangen en Charlotte doet alles om het ons zo comfortabel mogelijk te maken, ons wegwijs te maken, visjes te identifiëren, tips te geven (die om ons pak vol water te laten lopen voor we naar het rif wandelen is een fantastische!) en ons zelfs met de auto te brengen als we willen.
Charlotte we <3 you!
Morgen doen we onze laatste duik op het huisrif, het blijft fenomenaal, elke keer opnieuw en zondag wordt ons materiaal met de auto aan onze bijboot geleverd, gespoeld, gedroogd en met volle flessen (en nog een Napoleonbol?), zei ik al VIP?
Voor meer info :
https://vipdiving.com
of
de facebookpagina

Bedankt Charlotte, Martijn, Michel, Eric, Daniel, Kevin en Pierre voor een onvergetelijke duiksensatie!
P.S. : Deze willen we jullie niet onthouden.
Op één van onze huisrifduikjes zochten we naar de huis-frogfish. 
Froggy is niet moeders mooiste en meestal totaal onvindbaar tussen het koraal, wij hadden het geluk om hem 'in actie' te zien. Misschien niet direct kandidaat voor het Koninklijk Ballet van Vlaanderen maar misschien wel voor olympische gymnastiek.
We werken aan het online zetten van het filmpje, vooralsnog een fotoserie. 

Als een V.I.P. in Bonaire

... dat is exact hoe we ons voelen na meer dan 14 dagen op Bonaire!
Douane en immigratie helpen je met de glimlach en snel door de paperassen, je spreekt gewoon Nederlands, de taxi rijdt gratis twee keer per week naar de Albert Heijn waar we na zeven maanden weer alles terugvinden waar we al maanden van dromen : verse bloemkool, vers witloof, betaalbare chocolade, napoleonbollen, américain préparé, cordon bleus en ik kan zo nog wel een eindje doorgaan. Feest dus, de ecologische voetafdruk van het invliegen van die dingen niet te na gesproken!
Op de hele reis werden we nergens zo vriendelijk geholpen als op Bonaire, iedereen doet zijn uiterste best, brengt je snel met de auto 'want ik rij er toch langs', belt en mailt in het rond en contacteert zelfs de concurrentie als ze denken dat die je wel kunnen verder helpen.
Helaas bracht al deze vriendelijkheid en behulpzaamheid geen oplossing voor ons probleem : ik moet nog maar 1 officiële duikleiding geven om mijn felbegeerde 2de duikster te pakken te krijgen (de andere 20 proeven had ik al wel gedaan) maar het ziet ernaar uit dat dat pas in Frans Polynesië zal lukken...
Bij het aflopen van enkele van de 101 duikcentra bleek er zowaar een hele bak bier op ons te wachten. We hebben nog steeds geen idee hoe ze erin gelukt zijn en hoeveel geluk wij hadden om toevallig weer in die shop te belanden maar toch is het zo : Angela en JP uit Blankenberge zijn er op wonderlijke wijze in geslaagd een bak bier bij ons aan boord te krijgen! Het blijft één van de absolute toppers van onze reis! En we drinken er elke avond eentje op hun gezondheid! 
Dat we gek zijn op Bonaire heeft u als aandachtige volger al lang door, toch zien we hier geen toekomst en hebben we ook een dubbel gevoel:
We worden voornamelijk geholpen door Nederlanders. Sommigen zijn naar hier uitgeweken en hebben een mooie zaak uit de grond gestampt, een B&B of duikshop doet het hier altijd goed. Anderen resideren hier tijdelijk, een maand, drie of zes komen ze in een duikshop werken of in de bloeiende horeca. De meeste supermarkten worden uitgebaat door Chinezen. Dat maakt dat je weinig contact krijgt met echte Bonairianen.
Op de lokale radio, in de kranten en in contact met de echte inwoners hoor je een andere klok. Er is een erorme invloed vanuit Nederland, ingegeven vanuit een oer-Nederlandse geest : regeltjes, regeltjes, regeltjes. En laat dat net iets zijn waar Carribische mensen in geen jaren mee geleefd hebben!
Boetes om geen gordels te dragen? Zijn ze gek geworden? Niemand draagt hier een gordel! Nog nooit gedaan!
Betalend parkeren? Idioot idee!
De verdeelsleutel voor gezondheidszorg (specifiek de verzekering van tandzorg) wordt hier identiek toegepast zoals in Nederland maar hier werkt alles helemaal anders en hebben ze meer nood aan hetzelfde geld maar niet besteed aan tandzorg.
Als Nederlander kan je zonder problemen immigreren maar dat daarbij bijna geen enkele Bonairiaan nog aan werk geraakt lijkt ze in het kille Nederland niet te kunnen deren.
Er worden regels toegepast door mensen die de gang van zaken niet kennen op mensen die zich totaal ontredderd voelen. Klinkt bekend?
We missen dan ook eigenheid, echtheid in Bonaire, alles is Nederlands en makkelijk dat wel maar echt Carribisch durven we het echt niet noemen.
We beseffen ook heel goed dat het een moeilijk evenwicht is : zoeken naar een goeie balans tussen finaciële steun en de greep lossen, invloed uitoefenen en eigenheid bewaren. 
Hoe dit evolueert weten we niet maar we kijken met een bang hartje. 
En ondanks alles : we <3 Bonaire en hebben er weer heel veel fijne mensen leren kennen!
Hoe het er onder water aan toegaat lees je in de volgende blog? :-)

Hoog bezoek in Bonaire

Vorige week begon een nieuw luxeleventje. Niet alleen kregen we hoog bezoek maar er kwam ook een auto bij en kans op een echte douche. Sinds Mindelo - Kaapverden bestaat onze douche uit een duik in zee (zout) en een plantenspuit met zoet water (1 douche = 50cl water) en als we echt verkwistend zijn, een heuse douche van 4 liter vers water uit de douchezak, beeld je dus eens in hoe wij uitkeken naar een echte verkwikkende douche!
Als extraatje zouden we nu elke dag langs de Albert Heijn kunnen rijden, alles waar we al maanden naar hunkeren en van dromen, verse groenten en lekkers van bij ons (of toch bijna)! 
We hadden een hele koffer vol bestellingen gedaan waarin alleen onze gouden regel niet goed paste : als je twijfelt, kies voor de chocola!!! Er bleken vier pakjes in de koffer te zitten (3 voor Ivan, 1 voor mij) en drie potten choco (voor Ivan), kwestie van de prioriteiten duidelijk te stellen... Enfin, met die voorraad chocola geraak ik 2 en Ivan 6 weken verder, dat wordt afzien tot Nieuw-Zeeland (10 maanden)! Gelukkig kwamen ook de schoenen, kaarten en boeken mee zodat nu eindelijk het gevecht om de e-reader gestaakt kan worden en we volop kunnen voorbereiden voor Panama, waarvoor dank! 
De hele week toerden we door Slagbaai National Park, over land en over zee, langs zoutwinningsgebieden met prachtig roze zoutpannen, via slavenhuisjes en door mangroves. We zagen knaloranje vogels, vervaarlijke roofvogels, fregatvogels, wilde papegaaien, grote boosaardige leguanen, schattige lieve hagedissen, om ter rooste flamingo's, reigers en andere mangrovesteltlopers en cactussen, cactussen, cactussen en zei ik al cactussen?
Bonaire is echt wel gevarieerd. 
Het hele eiland is tot zo'n 60 m diep in zee beschermd gebied. Je betaalt een Nature Fee waarmee je een jaar toegang krijgt tot het afgeschermde National Park en waarmee je een jaar mag duiken en snorkelen. Zowel de Nature Fee als onze Mooring Fee gaan integraal naar het park dat zorgt voor bescherming van de cactussen, leguanen, ezels, vissen, koraal en ander wild leven.
Omdat Bonaire in de eerste plaats een duikersbestemming is, wilden we ook wel eens het water in, zelfs papa kregen we zover om zijn beproefde schoolslagtechniek eventjes in te ruilen voor de snorkeltechniek, met palmen! 
Mama kregen we bijna niet meer weg van Karel's Pier waar de papegaaivissen, damselvisjes, trompetvisjes, murenes en barracuda's haar continuë aandacht opeisten. Het enige dat haar weg kon houden van de pier was een ijsje bij Gio's of omdat de zon onderging.

We zouden geen Onraedts zijn als we niet voldoende tijd en ruimte inlasten voor rust (!!!), eten en drinken en communicatie-updates met wat voor fronten dan ook (thuis-, vrienden-, ZA-, familie-, ...)! 
De week vloog om en voor we het goed en wel beseften zaten we alweer op de luchthaven. Mama en papa zijn weer thuis, wij zijn nog steeds thuis. 
Net voor ze immigratie doorliepen hoorde ik nog iets als "Zeg, kunnen wij ook naar Frans-Polynesië? Want 't is nog wel lang hee, december...". 
Wij zeggen zeker geen nee! En ja hoor, ook Frans-Polynesië is bereikbaar! 

200 dagen

200 dagen!
Vol avontuur, vol rust!
Met nieuwe vrienden en oude bekenden!
In bruisende steden, op verlaten eilanden.
Tussen de meest kleurrijke vissen, in de dorste woestijn.
Aan een heerlijke rumpunch of een lokaal biertje.
In een heus restaurant of op de chiqueste beach bbq.
Maar bovenal met elkaar, op de reis van ons leven!
Op naar de volgende 200!

Uit de boekjes

We zijn er! Bonaire!
Ivan zocht en vond een weergat van drie dagen om de volgende 500 mijl te overbruggen zodat we op tijd in Bonaire zouden zijn waar mama en papa op bezoek komen. 
Ondanks alle waarschuwingen dat afspraken maken met een zeilboot heel erg lastig is, als het weer tegenzit neem je immers onnodige risico's om er op tijd te geraken, waren ze niet te stuiten, ze zouden langskomen! En het is ons wonderwel gelukt. Zelfs het weer deed exact zoals voorspeld!
Het werd drie dagen genieten. Voor één keer had ik, de herinnering van de oceaandeining op onze grote oversteek nog vers in het geheugen, op voorhand eten gekookt en brood gebakken zodat ik onderweg weinig in de keuken zou moeten staan.
Ervaring leert ons dat wanneer de zee nog maar vermoedt dat er beweging is in de keuken, de deining plots meedogenloos wordt, elke keer opnieuw.
Geen risico's dus en spaghetti maken!
Onze deiningbestendige culinaire voorbereiding, het ideale weer en de genadige oceaandeining maakten van deze tocht een droomoversteek!
De extra omzeilmijlen die we maakten om zeker ver genoeg uit de buurt van Venezuela en zijn overvallers te blijven waren absoluut geen straf.
Vaguebond genoot minstens even hard als wij en sjeesde zo hard dat we al na minder dan 3 dagen Kralendijk binnenliepen. Omdat we liever geen onbekende haven of ankerplek in het donker aanlopen, moesten we nog anderhalf uur toertjes draaien tussen Kralendijk en Klein Bonaire voor de zon opkwam en we een vrije boei konden zoeken.
Ankeren is hier verboden maar er liggen 40 moorings voor bezoekende jachten. Zijn die bezet dan is er nog de jachthaven. 
Wij zijn ondertussen grote voorstander van ankeren en moorings, dat doen we veel liever dan in een haven liggen, en het is nog goedkoper ook!
Op het radionetje hoorden we dat het enorm druk was en er amper vrije boeien te vinden waren maar dat bleek enorm mee te vallen en een uur nadat de zon opkwam lagen wij lekker vast voor Karel's Pier en Ivan al in het water om de mooring toch maar te checken. Maar die bleek pas vernieuwd te zijn en dus dik in orde.
Ons huis ligt vast voor de volgende 14 dagen! Met, zoals al snel bleek, de mooiste tuin die je je kan wensen en zoals we op Facebook mochten lezen :  we hoeven hem niet om te harken!
De boot blijkt een lekker hapje te zijn voor honderden vissen die constant rond haar buikje zwemmen, één van de eerste beestjes die we zien zijn 'angelfish', prachtige geel en blauwe vissen die we in de pilot hadden gezien maar niet verwachtten vlak onder de boot. Na zonsondergang is het een gebruis van jewelste rond de boot : opgejaagde vissen springen voor hun leven, de achtervolgende barracuda's maken zelfs golven in het water!
Het is ons al lang duidelijk, we zullen hier (weer) meer tijd in en onder water doorbrengen dan erboven!
Mama, papa, trek jullie vinnen maar strak aan!
Bonaire, we zijn er klaar voor!

Overtocht Union Island - Bonaire : De kip of het ei

Overdag vormen ze geen probleem. Het is pas na zonsondergang dat ze gevaarlijk worden. Ze vormen gerichte formaties, ieder met een strakomlijnde rol, ze trekken in eskaders over de zee, doelgericht gaan ze op hun prooi af. Dat daarbij regelmatig leden afvallen en omkomen lijkt geen vat te hebben op hun aanvalstechnieken, dat moeten ze gewoon nog wat beter oefenen...

Je ziet ze in daglicht vaak vliegen, een enkeling (verdwaald?), een hele meute (in opleiding?), van de allerkleinste (2cm) tot de meest vervaarlijke (30cm).
's Nachts voel je ze langs je horen suizen, als je geluk hebt.
De meesten lijken gewoon uit het water te komen en duiken een paar meter verder weer het water in alsof ze het stuk lucht waar ze doorsuizen een parallel universum is aan het water. Anderen zigzaggen over het water om pas tientallen meters verder, schijnbaar met een doel, weer een golf in duiken.

Overdag vind je ze nauwelijks aan dek maar 's ochtends ligt het dek bezaaid met dode exemplaren.

Wat bezielt die beesten om vooral 's nachts aan boord te landen?
Zijn ze nachtblind ?
Zijn het de mannetjes ("Follow me, ik ken hier de weg!") of de vrouwtjes ("Schat, waar ligt het noorden op deze kaart ?") die de weg kwijt geraken?
Vliegen ze lukraak uit het water om dan plots te beseffen : "Oei, dit gaat mis, heel goed mis!" ?
Is het een wedstrijd met wel heel nare gevolgen, een beetje zoals de kamikazekiters op Union die over het eilandbarretje springen : "Wedden dat jij niet over die boot durft te springen?" "Wedden van wel?! Kijk maar!" . "Oeps . foutje ."

Vanavond lijken ze een gecoördonneerde actie te voeren : na een hele leuke zeildag word ik, net na zonsondergang, aangevallen door een vliegende vis. Hij vliegt heel gericht de kuip in, langs de grootschoot, onder de buiskap, tegen mijn hoofd en op mijn voet! Een uur later, nadat Ivan hem al lang weer overboord gekieperd heeft, ruik ik hem nog!

Wanneer ik iets later in bed kruip, volgt de volgende aanval. Dit exemplaar, duidelijk een graad verder gevorderd in zijn opleiding (ik denk zelfs streepjes te ontwaren op zijn rechtervleugel), duikt door het openstaande slaapkamerluikje het bed in.
Gelukkig landt hij alsnog op de vloer en kan Ivan hem ook weer overboord kegelen.
Ik slaap wel in de carré tot de stank weg is...

Nu zie ik ze graag, en volgens sommige bronnen vaak, vliegen, ik fileer een vis zonder verpinken en heb geen schrik van slangen en spinnen die rond mij zwemmen. Maar van vliegende vissen gaat mijn alarm af! Ik gil dat horen en zien vergaat! Ik kan er niets aan doen, het gebeurt gewoon. Het zijn dan ook gehaaide beesten van gemiddeld een 10cm lang!

Een vraag die we ons stellen, de 'De kip of het ei'-vraag van vertrekkers waar we al menig uur, in menig bar, met menig vertrekker ons hoofd over gebroken hebben : spreek je over een zwerm vliegende vissen of een school? Of zijn vliegende vissen een amfibiebegrip : Wanneer ze vliegen vormen ze een zwerm, zwemmen doen ze in een school ?
Bestaat er zoiets als een 'vliegendevisoloog' ?
Iemand ?

(Tussen haakjes, om het belangrijkste niet te vergeten : we vliegen dankzij enkel onze genua, met mooie gemiddeldes (meer dan 6 knopen) en een aanvaardbare deining vooruit. Het is lekker warm, er is vers brood, vers pompelmoessap en verse kokosnoten. Er is nog geen vis gevangen. Alles gaat dus goed aan boord.)

(het) afscheid (o) - zelfst. nw.

'Afscheid' bestaat niet in het meervoud, tenzij in het verkleinwoord (bron : woordenlijst der Nederlandse taal) en we hebben deze week weer veel afscheidjes moeten nemen. 
Na met veel spijt afscheid genomen te hebben van de prachtige Tobago Cays kwamen we eerder deze week aan op Union Island, het laatste eiland van de St.-Vincent Grenadines. 
Hier ontmoetten we na een maand Lia en Remco van de Hullu Poro weer en zagen we ook Anneke en Cees van de Beau terug. 
Hier nemen we definitief afscheid van Marieke en Harmen van de Ariel.
Zij gaan allemaal weer stilaan richting noorden om de rest van de Caribische eilanden te bezoeken, wij trekken richting westen, naar Bonaire. Maar we horen elkaar waarschijnlijk nog wel op het radionetje.
Maar afscheid nemen gaat niet zonder slag of stoot! En zeker niet zonder strand of drank! Op Union Island zijn twee ankerbaaien : één in het centrum van alle drukte - Clifton (en de enige plek waar je geld kan afhalen, dat is als je voor 10.00 's morgens komt, daarna is hij leeg) en één in alle rust en kalmte waar je zelfs geen gsm-signaal ontvangt - Chatham.
Ons eerste afscheidsfeestje wordt een heerlijke BYOB (bring your own booze) aan het strandvuur. We vragen ons af wat we moeten doen als Harmen niet meer in de buurt is om strandvuren te maken... We hebben geen last van hardnekkige muggen of beestjes, enkel van een nog hardnekkigere 'local'.  
De tweede afscheidsdrink gaat ook door op het strand maar nu in een strandbar waar we, dankzij de onaflatende onderhandelingstactieken van Cees, happy hour prijzen krijgen al weet niemand, en zeker de eigenaar niet, wat die prijzen dan wel de kortingen nu inhouden.  
Na de heerlijke rust en kalmte van kleine ankerplekjes en natuurdomeinen komen we iets later aan in het drukke Clifton Bay, onze laatste stop op de Grenadines. Hier wachten we op een goeie wind, klaren we alvast uit, bevoorraden Vaguebond voor een nieuwe oversteek, drinken elke dag onze koffie in het Franse barretje en aperitieven op ons voordek met zicht op het rif en de Tobago Cays op de achtergrond.
Snorkelen is hier niet meer aan de orde, het is hier stikkedruk en er is weinig te zien. De hele dag is het een komen en gaan van charterboten en ankerpogingen, tot in het donker toe. We kunnen maar niet begrijpen dat mensen in het donker toekomen op een plek die bekend staat om haar slechte ankergrond en waar alle ankerplekken op amper een uur varen van elkaar liggen! Maar ze zijn er (en slaan dan liefst midden in de nacht los van hun anker met alle geroep en getier)...
Het stadje is een gezellige Caribische drukte, we hebben hier heel veel 'friends' gemaakt en kennen ondertussen het aanbod van elke supermarkt en de waterprijzen (om de 1 of andere reden worden die nooit geafficheerd...). 
We zijn er weer klaar voor. De barman van de Anchorage Yacht Club heeft in zijn bar zo'n 60 liter water voor ons getapt, de kok haf ons de beste (angus beef) burger die we al ooit gegeten hebben. we hebben eten voor vier à vijf dagen ingeslagen. Al onze Eastern Carribean Dollars zijn op, we hebben de laatste uitgegeven aan kokosnoten en pompelmoezen en hebben nu geen geld meer om naar het bar-eiland te gaan en de kiteshow van dichtbij te bekijken. Voor onze nacht lobster-sitten kregen we geen geld, enkel een stralende glimlach van de verkoper toen hij 's morgens vroeg zijn zakken kreeft van de boot kwam halen. De bancontact is leeg dus we zullen zelf voor rumpunch moeten zorgen vanavond... 
Volgende stop : Bonaire.
Mama, papa, vraag maar een stel extra handdoeken in jullie kamer, jullie krijgen gegarandeerd dagelijks twee extra douchers over de vloer! (na vier maanden nog eens een echte douche!!!) 

Leven in paradijs

Dit is hoe de prins en prinses in elke Disneyfilm nog lang en gelukkig verderleven.
Dit is hoe het paradijs wordt voorgesteld.
Dit is het voorbeeld van perfectie.  

Dit is Tobago Cays.

Wij hebben alvast nooit iets mooier gezien!
Je anker valt hier zonder probleem op 5m diepte in felwit zand en ligt meteen muurvast.
De palmbomen wuiven je zachtjes toe vanop Petit Tabac.
De zon gaat 's avonds prachtig onder tussen Petit Bateau en Petit Rameau.
Er is geen winkel, geen bar maar de bakker, visverkoper, afvalophaler en anchorfee-ranger komen simpelweg langszij.  

Dit is Tobago Cays.

De schildpadden zwemmen rond en grazen onder de boot.
De roggen slaan lui hun vleugels uit en nestelen zich verderop in het zand.
De leguanen zitten stoïcijns in de bomen of ritselen voor je voeten weg, verontwaardigd over hun verstoorde rust.
Op het rif verdringen duizenden vissen zich om het eerst voor de camera te kunnen zwemmen. 

Dit is Tobago Cays.

We vullen onze dagen met luieren, zwemmen, snorkelen en luieren. Geef toe, dat klinkt toch paradijselijk? 
Even a bad day at Tobago Cays is way better than a good day at the office! 

Dit is Tobago Cays.

Canouan, een onbekend stukje Carieb

Op zo'n 20 mijl van Bequia droppen we ons anker in de azuurblauwe baai van Canouan, het volgende Grenadines Island van de windward caribs (de zuidelijke eilanden). 
Na de goed gevulde baai van Bequia (70 tot 100 boten) verwachtten we ook op de volgende eilanden veel volk. De Caraïben zijn een cruisersparadijs en staan bekend om hun drukke ankerplekken. We moeten toegeven, we hebben geen last gehad van de 99 andere boten op Bequia. Dat is het fijne aan ankeren, je legt (in principe) je anker ver genoeg van een andere boot en kan lustig alle kanten opzwieren. Als jij naar links zwiert, zwieren alle boten naar links en omgekeerd. Je komt dus nooit bij elkaar in de buurt. 
(Nvdr : wij leggen graag 5 à 6 keer de diepte van het water dus +/- 30m ketting en daarachter de lengte van de boot, m.a.w. we liggen makkelijk zo'n 35m ver van elke andere boot, minimum)    
Tot onze grote verbazing en vreugde liggen er op Canouan nooit meer dan 10 boten voor anker. Waar zijn al die cruisers? Of slaan ze dit eiland maar over omdat de beroemde Tobago Cays hier maar op 5 mijl vandaan liggen?   
Zonde, want het is ook hier weer paradijselijk! Nadat we op Bequia uitgezwaaid werden door de zeeschildpad van dienst werden we hier door een ver familielid weer verwelkomd! En net toen we ons anker netjes gedropt hadden kregen we een formatie van pelikanen over ons heen. Fe-no-me-naal!   
Tijdens ons ochtendzwemmetje rond de boot kuist Ivan het onderwaterschip. Als hij per ongeluk zijn duikpalm verliest (hij beschuldigt nog altijd de zeeschildpad van poging tot diefstal) duikt hij die een uurtje later gewoon weer op vanonder de boot om even later net niet onderuit gezwommen te worden door een werkelijk immense spotted eagle ray ofte reuzenrog! Het beest had een spanwijdte van zeker 2m, zijn staart alleen al was veel groter dan ik! Ze blijken een kleine 250kg te wegen en zachtaardig te zijn of op zijn minst weinig trek te hebben in mensenvlees.  
Natuurlijk hadden we op dat moment onze onderwatercamera niet bij ons! Bij een volgende poging was de zichtbaarheid zo slecht dat we zelfs de bodem niet meer zagen op 5m diep, laat staan de reuzenrog! 
Canouan is een relatief klein eiland. Er is een klein centrum met wat winkeltjes (de supermarkt is nauwelijks 50m2 groot), een groentenmarktje met heerlijk verse ananas en zalige bakbananen, wat bars, een kerk en een school. De koeien en geiten lopen los op straat, de honden zijn allemaal familie van elkaar. Er is één groot hotel in het westen waar we met onze dinghy aan wal mogen en het hele noorden van het eiland is in privéhanden. Eén van de twee hoofdwegen wordt zomaar onderbroken door een poort en je mag er niet door, enkel met een taxi van het hotel... Tot zover onze wandeling rond het noorden van het eiland!  
Gelukkig kon het exclusieve domein (met van die typische chalets op palen en een groot golfcourt, je kent de foto's wel) ons het fantastische zicht op de riffen in het oosten niet ontnemen, net zomin als de verschillende schildpadden die ons pad kruisten, de kolibri's in de bomen, de prachtige vlinders, de pelikanen die onverstoorbaar op hun rots zitten te zonnen, zelfs als je vlakbij passeert, de schitterende zichten op Friendship bay en de Tobago Cays en vooral de vriendelijke mensen. Iedereen zegt je goeiedag, biedt je af en toe één of andere service aan maar is in niets opdringerig (zoals vaak wordt beschreven in de pilots).  
Wilbert, een manusje-van-alles in het hotel wil ons graag kreeft verkopen (voor 4€ per stuk), dat nemen we met beide handen aan. Ik heb alleen geen pot die groot genoeg is. Dus wil hij ze ook voor ons koken, we kijken enorm uit naar ons feestdiner van morgen! Afscheid van Canouan in stijl, helemaal klaar om naar de Tobago Cays te vertrekken. 

Alleen hebben we Wilbert niet teruggezien, niet op het domein, niet in het dorp, niet op het water en zeker niet aan boord met gekookte kreeft. Dan maar zelf koken, hij had het waarschijnlijk te druk vandaag...  

Bequia vanuit een andere dimensie

We begrijpen stilaan de manier van leven op de Caraïben : alles op het gemak, geen voet sneller dan de andere, yo man, take it easy man! 
Het is hier zo lekker warm dat je het perfecte compromis moet zien te vinden tussen vooruitgaan en een lekker briesje voelen maar niet te snel zodat je gaat zweten. 
En dat begint te lukken. Al moeten we wel toegeven dat je niet echt veel vooruitkomt op dat tempo. Na maximum 250m heb je dan weer zo'n dorst en het lokale bier is hier zo lekker en er zijn zoveel terrasjes, dat je voor je het goed en wel beseft, weer met een Hairoun of rumpunch voor je neus zit. 
Kwestie van ons vochtgehalte op peil te houden. Water is hier trouwens zo duur dat je beter bier of punch drinkt! 
Het enige dat ons net iets sneller laat bewegen deze dagen zijn onze afspraken bij de mannen van Dive Adventures. Het vooruitzicht om een klein halfuur na ons vertrek van boord in het water te liggen doet een mens al eens actiever worden. 
We hebben net drie dagen duiken achter de rug en het was PRACHTIG (ja, met hoofdletters)! 

Thuis vond ik duiken eerder een noodzakelijk kwaad, al was ik erg gelukkig met onze drilmeesters en dolblij als ik een vis gezien had in de Put van Ekeren of in de Oosterschelde. Alleen al het 'gedoe' vond ik verschrikkelijk : onderhemdje van 3 mm, pak van 7, overpak van 5, sokken, botjes, dikke handschoenen en kap aantrekken in de auto met buitentemperatuur van amper (of minder dan) 10°C om een half uur in donker en ijskoud water te duiken en dan het omgekeerde proces, alleen nu nog kletsnat ook... 
En dan duiken we hier... 
We dragen nog steeds ons pak van 5mm en onze botjes maar we stappen van boord in bikini en zwembroek, varen naar de steiger van de duikshop, stappen over op hun boot, waar onze hele outfit al gemonteerd klaarligt, varen 10 minuten (zo zijn we net aangekleed als we op onze (elke dag verschillende) duikspot aankomen) en buitelen zonder pardon het warme water in. 
We dobberen een uur op de stroming langs betoverende riffen met duizenden oogverblindende prachtige vissen. Overal waar je kijkt zie je prachtige felle kleuren, vissen en koraal proberen elkaar de loef af te steken. Je ziet vissen achter elkaar aanzitten, eten uit het rif trekken, je zwemt door scholen heen of zij rond jou alsof je zelf een vis bent. Na een uur kom je aan de andere kant het water uit, de jongens nemen je lood aan, nemen je trimvest af en helpen je aan boord. Je materiaal wordt gespoeld en klaargehangen voor je volgende duik. Jij kruipt vol verwondering in je dinghy en vaart in bikini en zwembroek terug naar je eigen boot, klaar om de mooiste foto's te distilleren uit het uurtje onderwaterfilm. 
Het is een ongekende luxe en eentje die heel snel went! Maar ook eentje die we zonder onze gedegen training thuis niet hadden kunnen ervaren want zonder certificaat mag je dit soort duiken niet doen. 
Maar, Brabo-jongens, we denken er serieus over om toch maar droog te leren duiken als we weer thuis zijn, die koude hoeft voor ons niet meer!

Barbadian Bridgetown Beach BBQ

Om het oude jaar op gepaste wijze uit te zwemmen, vertrokken we met ons Dingeltje (dinghy ofte rubberen bijboot) naar een snorkelplek vlakbij de ankerbaai waar we het ongelofelijke geluk hadden om tussen zeeschildpadden terecht te komen. Een kleintje wilde zelfs heel dicht komen maar mamaschildpad vond dat niet zo"n leuk idee en kwam er al snel tussenzwemmen. Toch beangstigend zo'n groot beest vlak bij je, ze kunnen naar het schijnt venijnig bijten.

Maar wat een ervaring!



Op het strand werden oude palletten aangesleept, lampionnen opgehangen, comfortseats rond het vuur gezet en de cobb opgestart. Emmers vol drank en bakken vol eten garandeerden een perfecte avond! Dit was zonder twijfel één van de meest speciale nieuwjaren ooit!

In plaats van een  nieuwjaarsduik in dubbele duikpakken van 13 mm in de Put van Ekeren, kozen wij er dit jaar eens voor om in azuurblauw water van 29°C te gaan snorkelen boven een wrak vlakbij onze ankerplek.

Hier werden we omringd door honderden, duizenden vissen die zich in niets leken te storen aan onze aanwezigheid. We kunnen zelfs niet zeggen wie van de twee het hardst verschoot toen een schildpad nietsvermoedend bijna tegen een al even nietsvermoedende Anneke zwom!

De rust werd enkel verstoord door de toeristische snorkelboten waarbij het volkje in het water gedropt wordt, een zakje voer gegooid wordt, iedereen toch zeker twee seconden lang 'ooh' en 'aah' roept voor ze weer aan boord klauteren op weg naar de volgende snorkelplek. Een schande, die lui zien niets, checken hun lijstje af en beseffen niet eens wat ze missen, laat staan wat ze stukmaken door die beesten te voeren. Zelfs een zeeschildpad kon hun aandacht niet langer dan 2 seconden vasthouden!

Wij lagen bijna een uur boven het wrak (en gelukkig vaak alleen) en kregen maar niet genoeg van al het moois in en rond het wrak dat er evengoed en zelfs rustiger bleef zwemmen zonder voer, ze hebben daar immers eten genoeg!

Vandaag slaan we water en eten in. We hebben zelfs een ijsbergsla in goede staat voor amper 6€ en 250 gr verse boontjes voor 2,5€! Maar het is maar één keer per jaar nieuwjaar dus we nemen ze mooi mee!

Bernard van de Ariel vertrok al naar huis en vandaag nemen we ook definitief afscheid van Anneke en Heinze van de Nok, zij gaan de andere kant op.

Bizar hoe op korte tijd gesteld kunt raken op mensen om ze dan misschien nooit meer te zien. 'Echt belachelijk!', klinkt dat op zijn Nok's.

Maar het hoort er nu eenmaal bij, ook al vinden we het inderdaad belachelijk!

 

Jongens, we gaan jullie echt missen. Bedankt voor de fijne tijd samen en maak nog veel 'vrienden voor het leven' ! ;-)