· 

Er moet iets zijn, maar wat ?

Op de plek waar we nu liggen stelde de pilot (een Trotter voor zeilers) drie baaitjes voor. Omdat enkel de eerste een klein punt van kritiek kreeg (vuile modder), kozen we voor het Amerikaans aandoende San Francisco.


Een buurtonderzoek leert ons dat we weliswaar redelijk ver van de winkels en betere (lees : duurdere) restaurants liggen maar vlakbij een perfect ontvangbaar wifi-signaal en stranddouches!

De eigenaar van het knappe netwerk blijkt een cafeetje te zijn waar we voor amper 3 euro 6 glazen wijn krijgen (1 karafje) en de wificode. Van een deal gesproken!


Wanneer we weer aan boord komen, blijken we een Franse buurman gekregen te hebben maar verder blijft alles rustig.

We staken vanmiddag ook de warmweergrens over en gaan vanaf nu voor constant, stabiel hoogzomerweer! Om dat te bewijzen duikt Ivan het (voor mij toch te) koude water van 19°C in.

Vanmorgen tuffen we met ons bijbootje naar de bakker en besluiten om daarna ook met de bijboot naar de stad verderop te tuffen. Onze Franse buur heeft ondertussen zijn anker al gelicht.

 

Na een uur tuffen zoeken we een landingsplek : de haven (alles op slot), de vissershaven (idem dito) en hellingen (onbereikbaar bij laag water) bieden geen uitkomst. De enige uitweg die we zien is het strand maar het is bijna laag water en het is een lang/diep/vlak strand. Dat wordt serieus sleuren met die boot om hem op een droge plek te krijgen. Het strand is zo vlak dat zelfs 'landen' lastig is : Ivan zeult de boot (met mij erin, ajaaa) een heel eind in kniehoog water voor we echt 'landen'. Daarna nog een meter of 50 verder en we denken dat we nu wel een uur à anderhalf op stap kunnen.

 

Muros blijkt een typisch stadje uit de 13de eeuw te zijn, kleine, kronkelige straatjes met straten en muren in dezelfde steen opgetrokken, overal kleurige was die te drogen hangt als wimpels boven de straatjes, piepkleine pleintjes met terrasjes en een enorm groot strand waar niemand ligt/zit. Een schril contrast met het strand waar wij voor anker liggen, dat heeft overdag weg van dat van Blankenberge...

Wanneer we na amper een uur weer aan het water staan en op het punt staan een terrasje te doen, merken we allebei tegelijk op dat er wel erg veel water is bijgekomen en zetten een stapje rapper richting strand.

Laat dat terrasje maar, ze drijft (net niet)!

We blijven voor de grap wachten tot de wind haar meeneemt en moeten vaststellen dat dat slechts 5 minuten duurt.

 

Ok, we zijn 'newbees' maar dit hadden we echt wel moeten zien aankomen en op zijn minst voorkomen. We hebben nochtans alles aan boord liggen : een baby-ankertje om de boot met een lange lijn veel hoger vast te maken. Evenveel of zelfs minder gezeul maar ze zou niet gaan lopen. We hebben ook een fantastisch kadootje gekregen van Paul : een stel wielen die hij perfect op maat maakte voor onze bijboot en die we maar onder haar poep moeten schuiven om ze zo ver mogelijk van het water te rijden als we maar kunnen, maar ook die liggen - je raadt het al - aan boord!

 

Kleine misrekening : we moeten nog een half uur dobberen voor we naar de supermarkt kunnen die pas om 17.00 opengaat, na de siësta. Het bootje maken we aan de nu bereikbare helling vast en voor alle veiligheid blijft Ivan de wacht houden terwijl ik mijn beste Spaans in de winkel bovenhaal (hmhm).

 

Wanneer we terugkomen in 'onze' baai, ligt het strand nog propvol en hebben we een nieuwe buur gekregen ... die zijn anker ophaalt wanneer wij aan boord komen. Er varen nog een vijftal boten de baai in en voorbij naar de volgende haven (die met de vuile modder). Een beetje later gooit de volgende zijn anker uit voor het strand om na een uur weer te vertrekken.

 

Kort : we liggen nog steeds alleen en snappen niet waarom iedereen op een hoopje kruipt in de volgende baai of eerst zijn anker naast ons dropt om het een uur later weer op te halen. Ligt het aan ons of is er iets dat zij allemaal weten en wij niet ?