· 

(het) afscheid (o) - zelfst. nw.

'Afscheid' bestaat niet in het meervoud, tenzij in het verkleinwoord (bron : woordenlijst der Nederlandse taal) en we hebben deze week weer veel afscheidjes moeten nemen. 
Na met veel spijt afscheid genomen te hebben van de prachtige Tobago Cays kwamen we eerder deze week aan op Union Island, het laatste eiland van de St.-Vincent Grenadines. 
Hier ontmoetten we na een maand Lia en Remco van de Hullu Poro weer en zagen we ook Anneke en Cees van de Beau terug. 
Hier nemen we definitief afscheid van Marieke en Harmen van de Ariel.
Zij gaan allemaal weer stilaan richting noorden om de rest van de Caribische eilanden te bezoeken, wij trekken richting westen, naar Bonaire. Maar we horen elkaar waarschijnlijk nog wel op het radionetje.
Maar afscheid nemen gaat niet zonder slag of stoot! En zeker niet zonder strand of drank! Op Union Island zijn twee ankerbaaien : één in het centrum van alle drukte - Clifton (en de enige plek waar je geld kan afhalen, dat is als je voor 10.00 's morgens komt, daarna is hij leeg) en één in alle rust en kalmte waar je zelfs geen gsm-signaal ontvangt - Chatham.
Ons eerste afscheidsfeestje wordt een heerlijke BYOB (bring your own booze) aan het strandvuur. We vragen ons af wat we moeten doen als Harmen niet meer in de buurt is om strandvuren te maken... We hebben geen last van hardnekkige muggen of beestjes, enkel van een nog hardnekkigere 'local'.  
De tweede afscheidsdrink gaat ook door op het strand maar nu in een strandbar waar we, dankzij de onaflatende onderhandelingstactieken van Cees, happy hour prijzen krijgen al weet niemand, en zeker de eigenaar niet, wat die prijzen dan wel de kortingen nu inhouden.  
Na de heerlijke rust en kalmte van kleine ankerplekjes en natuurdomeinen komen we iets later aan in het drukke Clifton Bay, onze laatste stop op de Grenadines. Hier wachten we op een goeie wind, klaren we alvast uit, bevoorraden Vaguebond voor een nieuwe oversteek, drinken elke dag onze koffie in het Franse barretje en aperitieven op ons voordek met zicht op het rif en de Tobago Cays op de achtergrond.
Snorkelen is hier niet meer aan de orde, het is hier stikkedruk en er is weinig te zien. De hele dag is het een komen en gaan van charterboten en ankerpogingen, tot in het donker toe. We kunnen maar niet begrijpen dat mensen in het donker toekomen op een plek die bekend staat om haar slechte ankergrond en waar alle ankerplekken op amper een uur varen van elkaar liggen! Maar ze zijn er (en slaan dan liefst midden in de nacht los van hun anker met alle geroep en getier)...
Het stadje is een gezellige Caribische drukte, we hebben hier heel veel 'friends' gemaakt en kennen ondertussen het aanbod van elke supermarkt en de waterprijzen (om de 1 of andere reden worden die nooit geafficheerd...). 
We zijn er weer klaar voor. De barman van de Anchorage Yacht Club heeft in zijn bar zo'n 60 liter water voor ons getapt, de kok haf ons de beste (angus beef) burger die we al ooit gegeten hebben. we hebben eten voor vier à vijf dagen ingeslagen. Al onze Eastern Carribean Dollars zijn op, we hebben de laatste uitgegeven aan kokosnoten en pompelmoezen en hebben nu geen geld meer om naar het bar-eiland te gaan en de kiteshow van dichtbij te bekijken. Voor onze nacht lobster-sitten kregen we geen geld, enkel een stralende glimlach van de verkoper toen hij 's morgens vroeg zijn zakken kreeft van de boot kwam halen. De bancontact is leeg dus we zullen zelf voor rumpunch moeten zorgen vanavond... 
Volgende stop : Bonaire.
Mama, papa, vraag maar een stel extra handdoeken in jullie kamer, jullie krijgen gegarandeerd dagelijks twee extra douchers over de vloer! (na vier maanden nog eens een echte douche!!!)