· 

We zijn weer op weg.

Het zit erop. De Markiezen. We hebben er zo lang naar uitgekeken, over gedroomd en gefantaseerd en nu zijn we alweer weg. Het lot van een zeiler …

Maar ze blijven voor altijd als de allermooiste plek op aarde geboekstaafd! Ja weeral! We beginnen te leren dat er verdomd veel allermooiste plekken op aarde zijn.

 

We vertrekken naar de Tuamoto, een archipel meer naar het zuiden dat uitsluitend bestaat uit atollen. Geen eilanden meer, geen groen, geen bergen of fruit meer.

Een atol is een ingevallen vulkanische krater waarvan de buitenste randen, net onder het wateroppervlak, begroeid zijn met koraal. Sommigen zijn volledig gesloten, anderen hebben één of enkele passen waardoor je naar binnenvaart om dan in rustig, helder water voor anker te gaan met enkel een dun streepje strand met wat palmbomen dat je scheidt van de oceaan.

 

Om daar te geraken moeten we 530 mijl overbruggen, vier dagen varen. We gaan op vakantie! Veel slapen, veel lezen, veel rust.

Onze eerste dag verloopt heel kalmpjes, we krijgen een mooie drie, vier beaufort NO achter ons aan. Heel wat anders dan onze Friendjes thuis die, nu ze eindelijk op vakantie kunnen, voor een reeks depressies met hevige ZW-wind staan die hun boten in de haven houdt. Met enkel de genua lopen we dik boven de zes knopen. Vaguebond heeft er duidelijk zin in, Sam is in vorm en wij vervallen in wachtlopen en oversteekritme als deden we ons hele leven niet anders.

Ook de tweede dag schieten we goed op. Aan de zeilvoering wordt pas 's nachts iets veranderd, er lijkt meer wind op te komen dus krijgt de boot een rif. We blijven dik boven de zes knopen lopen. Ik vul deze dag vooral met slapen, zelfs tijdens mijn wachten zit ik continu te soezen. Het is vakantie en we zijn weer helemaal alleen op de zee, de instrumenten staan uit, behalve de AIS waar toch geen leven op te zien is. De meest nabije boot die we op de SSB-radio horen zit op 100 mijl (180km) van ons af.

Dag drie wordt uiteindelijk nog een gevulde dag. We redden dan wel het leven van een amper twee centimeter groot krabje uit de bek/keel/slokdarm van een wahoo maar de wahoo zelf laat er wel het leven bij. Voordeel is dan weer dat wij weer voor 5 dagen verse vis hebben! En vissla! En de lekkerste ceviche ooit! Binnen een uur was hij al gepromoveerd van dartel jagende vis in zes pakketjes graatloze filet en heerlijk marinerende rauwe vis in een bakje olijfolie, vers limoensap, look en peper. Een record!

 

Het radionetje, het PolyMagNet, is weer tweemaal daags deel van onze routine en ook de squalls laten weer van zich horen maar kom, zo wordt de boot ook weer eens proper gespoeld.


De voorlaatste dag op zee zou er eentje zonder wind worden maar tegen middernacht heeft Ivan de genua al gereduceerd tot de grootte van een postzegel en zakt onze snelheid nog steeds niet onder de zes knopen, hoezo geen wind ?

Vanmiddag komt een gast aanwaaien en zet zich, na wat heen en weer gewaggel, bovenop de bimini en blijft er de hele dag zitten. Pas 's ochtends ontdekken we dat hij vertrokken is en als kadootje de hele bimini vol vogelpoep heeft achtergelaten... Merci Boebs!

Zijn status keldert van 'superschattige Boebs' naar 'schijtvogel'...

Nog 36 mijl, we moeten echt wel remmen om op het juiste tijdstip aan te komen op Kauehi. Je hebt elke dag maar enkele uren tijd om een atol binnen te varen, wanneer, net na slack (laagwater), de uitgaande stroming het minst is.

Dankzij de aanhoudende wind en ondanks het hevige remmen komen we toch twee uur te vroeg aan. Als eerste kozen we een atol met een makkelijke ingang, 400m breed, 350m lang en wanneer wij aankomen staat er 'maar' 4 knopen stroming tegen. Er staan heel wat draaikolken, eddies en overfalls maar niks ernstigs. Na nog een uurtje varen en een allesverzengende maar korte regenbui (waar Ivan gretig gebruikt van maakt om alle restanten van Boebs op te kuisen en hem meteen maar te vergeven, het beestje had waarschijnlijk gewoon iets verkeerds gegeten...) arriveren we in kristalhelder water voor het dorp.

Een postkaart heeft er niks aan!

Na drie ankerpogingen (het ligt hier vol grote rotsblokken koraal waar de ankerketting makkelijk achter blijft haken) liggen we als een huis en kunnen we snorkelen.

Wanneer we 's avonds een heerlijk stukje wahoo met ratatouille verorberd hebben, de afwas gedaan is en we de zon zien ondergaan met een glaasje wijn/bier merken we pas wat er voor het eerst in maanden zo anders is aan deze plek : We. Bewegen. Niet! Helemaal niet! Het lijkt of de boot op het droge staat, er staat totaal geen deining.

Het moet sinds Kuna Yala geleden zijn dat we nog zoooo stil lagen.

Al maanden zijn we altijd in beweging, ook als we voor anker liggen. We koken al wiebelend, moeten bij het ontbijt de filter op de koffiethermos vasthouden, we wassen al rollend af en in sommige ankerbaaien lagen we beter dwars in bed omdat we anders toch maar continu tegen elkaar gegooid werden en nu …

Wat is dit zalig! Ssssssssssssst …