· 

Coup de patattes à Kauehi

Om zeker te zijn dat we niet dromen knijpen we elkaar elke dag een paar keer in elkaars armen (die ondertussen al blauw uitslaan van al dat geknijp). Zonder overdrijven is dit nu echt wel de aller-, allermooiste plek die we al bezochten.

We denken niet dat iets ooit nog in de buurt komt van Kauehi en we weten dat het gewaagd is om zoiets te zeggen!

Kauehi is ons eerste atol op de Tuamoto, een archipel van 76 atollen tussen de Markiezen en Tahiti,.

Een atol wordt gevormd, zoals bijna alle eilandengroepen midden in de oceanen, door vulkanen. Waar sommigen netjes boven de zeespiegel blijven uittorenen (Markiezen), storten anderen in tot op de zeespiegel (Tuamoto). De massa die in de krater valt zorgt voor de bodem van het atol, de randen vormen een rond rif waar na verloop van eeuwen een prachtige koraalbarrière rond groeit. Sommige atollen zijn volledig gesloten en bevatten soms zelfs zoet of brak water, de meesten hebben gaten in het rif die passen vormen waardoor je kan binnenvaren bij laag water. Er staat steevast veel stroming in zo'n pas (we hoorden al tot 8 knopen tegen!) en het spel van de wind tegen de stroming met hoge overslaande golven en draaikolken, gecombineerd met gevaarlijke brokken koraal in het midden van de vaak erg smalle passen, maken het aanlopen van zo'n atol soms tot een gevaarlijke onderneming.

Wij kozen daarom voor een makkelijke aanloop. Dat de moeilijkheidsgraad van de pas niet noodzakelijk evenredig is met de schoonheid van het atol erachter bleek een uur later. We wisten niet echt wat te verwachten maar we kregen meer dan we ooit voor mogelijk hielden. We ankeren in kristalhelder water dat, afhankelijk van de diepte, varieert van witter dan wit (1m), over het felle lichtblauw van een caran d'ache-potlood (3m), blue curacao-blauw (5m) en een blauwe fluostift (8m) naar heel licht appelblauwzeegroen (10m), diepblauw (20m) en nachtblauw (30m). De stranden zijn van zo'n wit koraalzand dat het pijn doet aan je ogen en de palmbomen wuiven je hypnotiserend toe. Rondom je zie je donkere blokken liggen, grote brokken koraal beter gekend als 'des patattes' die soms wel heel erg dicht tegen de oppervlakte komen en waar je liefst niet te dicht in de buurt komt. Vaak is zo'n 'patatte' een snorkelparadijs.

Er ligt maar 1 andere boot, na ons volgt nog een Franse boot waar we al twee dagen mee samen varen. Verder is er niemand. Het dorpje lijkt te slapen en we gebruiken onze aankomstdag om onze ogen de kost te geven (dromen we nu nog?) en te snorkelen.

We krijgen meteen nieuwe huisdieren, enkele remora's (sharksuckers, de vissen die je vaak aan haaien ziet kleven) zuigen zich vast op Vaguebond en lossen zich enkel en alleen als we eten in het water gooien. Er zwemmen eenhoornvissen rond, grote Sylviekes, Napoleons (grote felgekleurde papegaaivisachtigen) met een dikke bult op hun hoofd en haaien.

De ex-burgemeester 'Tonton Flic' blijkt de uitbater van de snackbar aan de luchthaven, eigenaar van één van de restaurantjes in de 'Heiva', het centrum, eigenaar van één van de twee winkeltjes en baas van een parelboerderij. De hele week komen we hem overal tegen en presenteert hij van 's morgens vroeg (7.00) tot 's avonds laat elke activiteit. Volleybaltoernooi, voetbaltornooi, basket- en vooral petanquewedstrijden. Hij neemt de honneurs waar bij de officiële aangelegenheden, regelt alles wat met de kerk te maken heeft (als u nog een kerkklok op overschot heeft, dit staat in zijn verlanglijstje hoger dan medicijnen voor de bevolking) en assisteert de huidige burgemeester. Overal lijken we zijn met goud omrande tanden te zien schitteren.

 

In het midden van het dorp ligt het petanqueveld waarrond tentjes zijn opgesteld met een snackbar, 3 restaurantjes en een discotheekbarakje. Aan de zijkant ligt het sportveld. Elke dag is hier vanalles gaande, elke avond is er minstens één restaurantje open. De kaarten zijn vrij uniform : biefstuk friet, hamburger friet, chao men, poisson cru (als er gevangen werd). Er is geen bier of wijn te krijgen, alcohol is verboden in het openbaar.

De mensen zijn enorm vriendelijk en behulpzaam. De kinderen spelen de hele dag buiten, jong en oud speelt met elkaar. Hier hebben koning Computer en koningin Teevee met prins Ipad en prinses Internet hun intrede duidelijk nog niet gemaakt en dat merk je aan de kinderen. Ze kunnen onbezorgd spelen en bewegen de hele dag door. We kunnen nergens boze of huilende gezichten ontwaren, dit zijn gewoon heel gezonde en vrolijke kids die kind mogen blijven en opgroeien op een natuurlijk ritme.

Ook in heel wat volwassenen zien we nog wat speelsheid bewaard zitten, iets waar velen in onze moderne wereld jaloers op zouden zijn.

Naast de meest fotogenieke wandelingen gaan we ook een paar keer duiken. Gary ligt hier al 7 jaar met zijn boot vast en heeft een duikcentrum/zeilschool lopen vanop zijn boot. Hij neemt ons mee naar de pas waar we één van de allermooiste (excusez le mot) duiken ooit doen. We zweven over de muur buiten de pas om via een soort canyon in het 'circus' terecht te komen. Gedurende de hele duik zijn we omringd door haaien maar in het circus zitten we er gewoon middenin. Ze hebben geen schrik, zijn niet agressief, ze negeren ons compleet of zijn hoogstens een beetje nieuwsgierig. Dit is machtig, het zijn prachtige beesten en ze dwingen alleen al door hun fysiek alle respect af!

(We zien ook roggen, tonijnen, barracuda's, napoleons, sylviekes en ander wreed schoons -een squirrel komt zels in mijn vinger bijten- maar niks kan onze eerste face to face ontmoeting met de haaien overtreffen!)

Met de belofte om binnen een paar dagen terug te keren als 'eregast' voor de feesten van 'Le quatorze juillet' vertrekken we nog voor twee dagen naar het zuiden, Gary heeft een veiligvaarplan in het zand getekend zodat we laverend tussen de patatten de korte weg kunnen nemen. We kunnen dan wel feilloos de patatten ontwijken maar de parelkettingen die overal onder water hangen te groeien komen we net iets te vaak tegen...

We liggen moederziel alleen in (en nu is het echt, echt, echt waar) de aller-, allermooiste plek ter wereld! Alleen een foto kan hier als bewijs dienen, ik vind de juiste woorden niet meer.

Dit is gewoon belachelijk (*) mooi!

Dit is The Blue Lagoon in het echt en we paraderen, poseren, dobberen over het eiland en door de kleine meertjes tussen de motu's alsof het onze allerlaatste dag op aarde / in het paradijs was. Ook snorkelen is hier beter dan gemiddeld, door het glasheldere water zie je perfect enkele meters diep de mooiste vissen tussen de patatten door zwemmen. Toch diegene die zich binnen je gezichtsveld bevinden. Ik verschiet mij een driedubbele bult wanneer een haai van zo'n twee meter mij vanachter mijn rug nieuwsgierig komt bekijken en op 2m langs mij zwemt. Ik was nog nooit zo snel aan boord! Ze mogen dan totaal onschadelijk zijn, dit was echt dicht genoeg!

Zoals beloofd keren we terug naar Kauehi City voor 'Le 14 Juillet'. 's Morgens om 6.30 mogen de vrouwen hun gebak afgeven aan de snackbar en krijgen Ivan en Rob (nvdr Suzan en Rob zijn de enige anderen in de baai) hun versgevlochten hoed, de kronen van de dames zijn nog niet klaar, horen we. (nvdr : spijtig genoeg hebben we geen kronen gezien, gelukkig had ik er al één gewonnen bij een danswedstrijd enkele dagen geleden) Om 7.00 vertrekt de 'défilé' naar het gemeentehuis waar de vlaggen gehesen worden door de speciaal overgevlogen 'gendarme' uit Tahiti, onder het zingen van de Marseillaise (franse vlag) en het polynesisch volkslied (polynesische vlag). De meester van het dorp, de echte burgemeester en 'onze' burgemeester (de 'maire') houden een toespraak, de ene al wat korter dan de andere. Daarna keert de kleurrijke stoet terug naar het centrum voor de cocktail (een siroopdrankje geschonken vanuit een -zo hopen wij- propere vuilnisbak) en het taartenbuffet.

Tonton Flic roept de jeugd op om deel te nemen aan de spelletjes en voor we het weten zijn we zelf de attractie van het dorp in danswedstrijden, zakkenlopen en touwtrekken (waar gelukkig geen foto's van bestaan wegens alle fototrekkers betrokken in de spelletjes).

We gaan tegen 11.00 weer aan boord voor de siësta en wanneer we 's avonds bij het enige geopende restaurant met als enig eten 'biefstuk-friet' aankomen, blijken we de enige gasten te zijn. Het hele dorp ligt waarschijnlijk te bekomen van de zware voormiddag en de zware cocktail...

Al komt tegen 19.00 wel weer wat volk opzetten voor het voetbaltornooi maar een uurtje later vallen wij allemaal al om van de vaak en tuffen de twee eregastbemanningen naar hun boot om niet veel later in een lange diepe slaap te vallen.

Zoveel actie op een dag zijn we duidelijk niet meer gewoon!

Onze laatste dag op Kauehi lenen we de fietsen van Tonton Flic en Andrea om een toer rond het atol te maken. Heel fijn om na een jaar nog eens op een fiets te zitten, en er niet af te vallen. We kunnen het nog!

's Avonds worden we weer uitgenodigd om samen te eten in de restaurantjes en krijgen we als afscheidskado allemaal een prachtige krans, ik ben superfier op de mijne, die moet echt dagen werk gekost hebben om alle spierwitte, kleine, evengrote schelpjes tot dit kunstwerk te rijgen.

Suzan en ik krijgen nog een handvol parels kado...

Met nog meer spijt in het hart dan ooit tevoren varen we voor de laatste keer laverend tussen de patatten naar de boot. We weten ze ondertussen zelfs in het donker te vinden...

Dit atol was een coup de foudre en eentje die nog lang zal blijven nazinderen!

(*) met dank aan Nok, er is werkelijk geen beter woord te verzinnen!