· 

Moorea - Knuffel eens een pijlstaartrog

Zaterdagmorgen vertrekken we absurd vroeg naar de Taina-haven om onze spiksplinternieuwe ankerketting op te halen. Daarvoor moeten we de landingsbaan van Tahiti-airport kruisen en beleefdheidshalve even de air-/portcontrol oproepen.

Ofwel waren de mannen van de controletoren niet echt wakker ofwel verstonden ze Ivan zijn Frans niet zo goed maar we kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit niet echt de bedoeling was :

Vooral niet wanneer we ons afmelden als zijnde buiten de luchthavengronden en als antwoord krijgen : OK, maar geef voldoende gas...

Gelukkig is de ankerkettingman van zijn woord en levert met de heftruck de ketting netjes aan de boot af. We liggen majestueus langszij aangemeerd aan één van de superjachtenpontons. De auto's rijden hier gemakkelijkheidshalve tot aan de boot om mensen af te zetten en boodschappen te (laten) doen, hier geen over en weer gezeul met kruiwagens en zware tassen.

Eens buiten het rif is het lang zoeken naar wind, deining staat er in overvloed en op motor is dat nog erger dan al zeilend. Gelukkig kan na een dik uur de motor af en zeilen we een paar uur later sloom op genua het rif voor Opunohu binnen. We ankeren in de baai en we blijken er lang niet de enigen te zijn. Het is zaterdagavond en blijkbaar is er op het strand een wedstrijdje gaande tussen alle picnikkende families wiens gettoblaster het hardst kan, wiens jetski de hoogste golven maakt en wiens motorboot het meeste lawaai. Niet echt wat wij gewoon zijn, dit doet ons meer denken aan de Carieb dan aan Frans-Polynesië.

Opunohu-baai heeft veel weg van Fatu Hiva op de Markiezen met dat enorme verschil dat je op de Markiezen nergens rustig ligt en hier rond alle eilanden een barrièrerif ligt waardoor er geen deining is en de boot nauwelijks beweegt. Ivan bereidt alvast een formeel schrijven aan de president van de Markiezen voor met het voorstel om daar rond elk eiland een rif aan te leggen...

 

We liggen in de buurt van het chique Hilton resort waar je voor amper 7€ een pint kan drinken en de gratis wifi gebruiken (enkel in de poolbar, in de andere bars betaal je ook voor de wifi extra). Hier komen we terecht na een (gratis) lezing van Dr. Michael Poole, walvisoloog.

Al snel ontdekken we ons nieuwe huisdier, Henk de zeeschildpad. Hij steekt honderd keer per dag zijn kopje boven naast de boot en blaast alsof hij een walvis is. Na vijf keer bovenkomen en blazen steekt hij zijn staart in de lucht en duikt weg om aan de andere kant van de boot weer boven te komen en aan de volgende serie te beginnen.

Op onze tweede ochtend, we zitten net in de dinghy om te gaan duiken, horen we weer geblaas maar iets overtuigender dan dat van Henk. Er zit een echte walvis vlak achter de boot! Een humpbackwhale die even later geruggesteund wordt door een tweede exemplaar! Hier, op 50m van ons af! Indrukwekkend! Natuurlijk zijn we zo overdonderd dat we de beesten niet eens op foto hebben. Om te duiken nemen we ons toestel niet mee en de GoPro levert boven water slechte perspectieven op.

Binnen en buiten het rif liggen verschillende duikboeitjes en met Bertha scheuren we makkelijk naar de andere kant van het eiland. We gaan drie keer duiken, alleen, met een stel Noren die we al sinds Porto Santo regelmatig tegenkomen en met Tony. Op onze oversteek van Panama naar de Markiezen spraken we hem twee keer per dag op de radio maar we zagen hem nooit echt, tot nu. Hij blijkt een ongelofelijk sympathieke man te zijn met een geweldige zus en schoonbroer die een hele koelkast aan overheerlijke kazen Tahiti binnensmokkelden! De smaak van de geaderde Camembert ligt nog op het puntje van onze tong. (Nvdr : wij leven al maanden op plastieken ziz-kaasachtigen, sinds de Markiezen vinden we weer brie en emmental)

Maar het meest fantastische op Mo'orea is toch het 'ray-feeding-station'! 's Morgens in alle vroegte, lang voor de resortgasten aan hun ontbijtbuffet beginnen, zitten wij al in onze dinghy en stuiven naar de Taotai-pas. Hier is een plekje, amper 1,5m diep, waar pijlstaartroggen al jaren door toeristen gevoed werden en zo goed als tam geworden zijn. Het hele idee is op zich absurd : pijlstaartroggen zijn wilde dieren en niet eens ongevaarlijk. Ze hebben een venijnige giftige prikker op hun erg lange staart en je blijft in feite best op veilige afstand van de beesten. Ook al zijn ze mensen gewoon en is het knuffelen een zachtaardige manier om eten te krijgen, het blijft fout, fout, fout.

Rond de roggen zwemmen blacktip haaien die, hoe vreemd het ook klinkt, veel onschuldiger zijn dan de roggen. Ze zwemmen op geen meter van je af maar tonen geen enkele blijk van interesse in de menselijke soort.

Wij hebben zelfs geen hapjes nodig om hen te lokken, we zijn zo vroeg dat we alleen zijn en de roggen en haaien hebben er net een nacht vasten opzitten, natuurlijk komen ze op ons af!

Maar wat een sensatie. Ze zijn zo zacht en zwemmen je ondersteboven, soms met drie tegelijk. Het zijn echt teddybeerroggen! Als je je hand uitsteekt voel je hun kraakbeenlippen in je hand happen, ik steek wijselijk geen vingers in hun mond. Ze strelen je met hun zachte vleugels en zoeken echt lijfelijk contact.

We vinden het zo geweldig, ook al is het fout, dat we beslissen de volgende ochtend terug te komen, nog vroeger om nog langer alleen te zijn (maar dat sloeg tegen, na een half uur werden de eerste 30 Amerikanen van een boot gedropt en zagen we in de verte nog boten komen aanstuiven).

Elke dag raken we ook hier weer meer verknocht aan het prachtige eiland waar het heerlijk wandelen en duiken is (ik zie mijn eerste lemonshark!), waar de mensen weer eens ongelofelijk vriendelijk zijn en waar we elke dag een deugddoende stranddouche nemen.

 

Ook hier hebben we het lastig om weer te vertrekken maar lichten we na een mooie week ons anker voor de volgende stop, Huahine.

Nvdr : een echte vakantieweek zou ik het niet durven noemen, ook hier stonden we weer alle dagen in alle vroegte op. Om te duiken, om naar de roggen te gaan, om te gaan wandelen en de eerste dag om om 6.00 naar de bakker te gaan (de volgende dagen haalde Ivan het gereserveerde brood op een meer menselijk uur op). Ik kijk dus uit naar een vakantieweek op Huahine, volgens de boeken het meest 'laid-back'-eiland van de Society Islands.