· 

Suwarrow - Een zootje (on)geregeld

Al bij het aanlopen van de pas wisten we het : dit is weer een stukje paradijs! Hetzelfde Caran d'Ache-blauw, dezelfde desolate paradijsuitstraling en het ik-wil-hier-nooit-meer-weggevoel.

Suwarrow is een klein atol dat niet op de gangbare route ligt. Het is een natuurreservaat en is, buiten door twee rangers, onbewoond. Er zijn geen winkels, geen wegen, geen vliegveld, geen cafees, niks. Er zitten massa's vogels, kokoskrabben, prachtige vissen, manta's en haaien en zelfs het koraal zou in mooie staat zijn. De zichtbaarheid onder water is fenomenaal, al bij het binnenvaren ontwaren we elke koraalpatat op 20m diepte! 
Suwarrow is een paradijs voor de natuurliefhebber en de enige manier om er te geraken is 700 mijl omvaren op een zeilboot. De blogs die we erover lazen deden dit paradijs al lang voor ons vertrek op onze favorietenlijst belanden, niet in het minst door de verhalen over de rangers die uitblinken in gastvrijheid en vriendelijkheid.
Dagelijkse barbecues met versgevangen vis, uitjes naar de vogelmotu's, zwerfvuilopkuisacties, snorkeltochtjes, ... De rangers zijn er trots op dit stukje paradijs hun land (de Cook eilanden) te mogen noemen en het te vertegenwoordigen. 
Ze worden in mei gedropt door een politieboot, de tocht duurt anderhalve dag en pas in november worden ze weer opgepikt. Ze worden voorzien van een immense hoeveelheid blik en (tegenwoordig) voldoende benzine, daarna zijn ze helemaal op zichzelf aangewezen en op de cruisers, die maar al te graag hun dankbaarheid tonen door hen extra benzine te geven, vers fruit en groenten, hen uit te nodigen op de potlucks en de barbecues. Ook wij zijn voorzien van extra groene bananen, tomaten en een jerrycan benzine.

Nadat ze heel lang deden over de inklaring van Omweg, komen Harry en Pi bij ons aan boord. Ze blijken veel strenger dan wij in eender welke blog lazen en voornamelijk geïnteresseerd in sterke drank (wij hebben wat restjes die nog afkomstig zijn van Stormy dus zijn geen interessante partij). Waar ze bij de andere boten redelijk rigoureus te werk gaan en effectief drank en sigaretten in beslag namen (zonder ontvangstbewijs), merken ze bij ons zelfs het ontbreken van ons uitklaringsformulier uit Frans-Polynesië niet op (we hebben nooit de email uit Papeete ontvangen) en laten alle drank ongemoeid. Enkel ons fruit moeten we binnenin de boot opbergen, niet in het fruitnetje buiten. Het feit dat ze pas rond 17.00 bij ons aan boord kwamen en dus op het einde van hun werkdag zal een niet onbelangrijke factor geweest zijn.

Er blijken de laatste jaren nogal wat regeltjes bijgekomen te zijn en eigenlijk mogen we hier bitter weinig : er is 1 strandje waar we op mogen rondhangen verder mogen we nergens aan land, we mogen niet duiken en niet vissen in het atol.

Cruisers worden eerder gedoogd dan verwelkomd al draagt Pi op een avond na de werkuren een veel aangenamere pet en speelt uren op zijn gitaar.

Tot de drank op is.

De leuke uitjes met de rangers waar anderen vol lof over vertelden, lijken enkel mogelijk in ruil voor een sixpack bier. Het ziet ernaar uit dat we onze meegebrachte bananen zelf zullen opeten (of er een heerlijke bananen-nutellacake van bakken) en de extra benzine die we als ruilmiddel meenamen, zelf zullen gebruiken. Er is geen enkel initiatief en heel weinig tegemoetkoming van de rangers. Zo totaal anders dan de verhalen die we lazen!

Enkele jaren geleden kwamen hier nog 200 boten per jaar, wij zijn dit jaar boot nummer 58 en één van de laatsten dit seizoen, het sterk afnemend bezoekersaantal doet hen niets. Volgens hen willen de Cook-eilanders Suwarrow voor zichzelf houden ook al komen ze er zelf nauwelijks naartoe. Je kan immers nergens anders dan op een boot overnachten, het enige huis op Suwarrow is dat van de rangers, er zijn geen ferries, geen vluchten en een heen-en-weer ticket met de bevoorradingsboot die maximum twee keer per jaar voor een dagje naar hier komt, kost al snel 600$.

Het is een vreemde situatie, er is (nog) geen duidelijkheid over het standpunt van de regering tegenover cruisers maar ook de rangers lijken de regels naar eigen willekeur aan te passen. Wij hebben alvast geen goed oog in de toekomst van dit zeilersparadijs.

Waarom zou je als cruisers nog 700 mijl omvaren om nauwelijks van je boot te kunnen? Het is als gevangen zitten in een prachtige postkaart.

Maar dat laten we allemaal niet aan ons hart komen. Elke avond houden we sundowners, potlucks en barbecues met de drie andere boten op het enige toegankelijke strandje. We genieten van het prachtige zicht, de hangmatten op het strand, het prachtig doorzichtige water en onze familie huishaaitjes : Tipi, Blackie en Big Tip cirkelen voortdurend rond de boot en we spotten ook kleine schildpadjes in het water. Het strand is vergeven van heremietkrabjes.  Een gek zicht, zo'n rondlopende schelp maar Frans vindt ze ongelofelijk schattig en zou elke avond wel zo'n knuffelkrabje mee aan boord willen nemen (zouden daar regels over bestaan?). Er lopen ook hele grote kokoskrabben rond. Vroeger werden ze gevangen en werden er krabkoekjes gebakken met de rangers maar ook dat mag niet meer.

We scheuren samen met Ilona en Frans langs de pas en vinden inderdaad mooi koraal al hebben de orkanen ook hier flink huisgehouden. We zien weer veel kleine blacktiphaaitjes die ons als hondjes volgen, veel groupers, jacks en zelfs tonijnen. Er zwemmen prachtige papegaaivissen in ongelofelijk felle kleuren rond de boot en het water is betoverend helder, alsof je in een zwembad zwemt.

Op andere dagen halen we onze kayak boven en peddelen lustig tussen de honderden vogels, zonder lawaaierig motortje schrikken we de beestjes veel minder op, zowel onder water als in de lucht.

's Morgens gaan we in alle vroegte naar het 'manta-cleaningstation', een vrij ondiepe plek aan de pas waar de manta's zich elke dag laten wassen en masseren door een kleinere vissen die zich aan hen voeden. We zien er twee. Ze lijken wel immense ufo's! De grootste van de twee heeft een vleugelspanwijdte van bijna 4m en zweeft door het water als een prima ballerina in het Zwanenmeer. Hij laat zijn enorme mond vollopen met water en filtert er alle plankton uit, het water spuwt hij via zijn kiewen weer naar buiten. De kuisvisjes doen zich tegoed aan het slijm op zijn huid en geven hem al etend een massage. We genieten mateloos van dit spektakel!

Tot ik plots een erg onbehaaglijk gevoel krijg. Wanneer ik me omdraai zie ik een grotere haai met een grijze rugvin : een gray shark, niet meteen de sympathiekste onder de haaien. Hij gedraagt zich nogal opdringerig, cirkelt rond ons, komt recht op ons af en draait om, slaat met zijn staart en komt terug, dichter. Ik ben er helemaal niet gerust in en ook Ilona en Frans zijn op hun hoede. Enkel Ivan negeert hem compleet want : "Ik ben aan het filmen, geen tijd om me bezig te houden met gevaarlijke haaien!"

We klimmen snel in onze dinghies en terwijl we blijven nazinderen blijft ook de haai toertjes rond ons zwemmen. Dit voelt echt niet ok en de rangers bevestigen ons vermoeden, hij was duidelijk zijn menu aan het samenstellen...

Een dag later gaan we in de pas snorkelen, ik vind het wat te ruw en blijf in de boot. Op een plekje net binnen de pas (waar ik een manta onder ons door zie zwemmen) durf ik het wel aan en net wanneer we het water willen ingaan, zien we Ilona en Frans alweer uit het water spurten. Er zit weer een gray shark en deze kwam recht op hen af. Ook nu weer blijft het beest in de buurt van de bijbootjes en roept snel zijn vriendjes. We houden het hier voor bekeken en beperken ons maar tot het zwemmen met de blacktipjes rond onze boot.

Wanneer onze schrik wat afgenomen is willen we nog wel eens terug naar de manta's maar nu even niet!

Ook bij een tweede poging zaten we al na vijf minuten weer in onze dinghies, deze keer zaten er twee gray sharks die ook meteen vlak onder ons zwommen; we lieten de drie manta's maar in alle rust verder 'cleanen'...

We vullen onze dagen met lanterfanten, we mogen toch weinig meer dan snorkelen. Ik lees één van de redenen waarom we echt vertrokken en hier naartoe kwamen opnieuw : 'Dat nemen ze je nooit meer af!' van Ben Rutte en begin daarna aan Tom Neale's 'Robinson des iles du Sud', origineel 'An island to oneself', van en over de man die dit eiland op de kaart zette en er een magisch eiland voor zeilers van maakte; hij leefde 6 jaar als kluizenaar op Suwarrow. Er wordt gekuist, geklust en ook het zoeken naar oorzaken van en oplossingen voor het lek in de dieseltank, neemt de nodige tijd.

Onze avonden vullen we met 'geCobb'. We zijn ons heel verblijf maximum met 4 boten waarvan eentje enkel Duits spreekt, zelfs na bijna 5 jaar cruisen in landen waar geen woord Duits gesproken wordt, faut le faire! Gigi spreekt enkel Frans en een gesprek tussen beiden is dan ook van een ongekend hilariteit.

De eerste avonden brengen we nog volledig in het Nederlands door met Omweg, heerlijk! Het is echt ongelofelijk om hier op een onooglijk strandje te zitten, op een eilandje dat je nauwelijks terugvindt op een kaart, op 13.000 mijl van huis met een koppel Nederlanders die bijna even ver gevaren hebben. We proberen zowat elk accessoire uit dat op de Cobb beschikbaar is, afhankelijk van de 'catch of the day' : grill, pizza, wok, ...

Frans en Ivan vertrekken dagelijks op jacht. Als goede stamvaders zorgen zij voor het avondeten. Of worden op zijn minst verondersteld dat te doen maar de vissen denken er duidelijk anders over. Ze laten zich soms gewillig aan de lijn haken maar eens het menens wordt en ze beseffen dat ze op óns menu staan, laten ze weer los. Tot vier keer toe op 1 middag! De gray sharks vinden het makkelijker om achter een vissende dinghy aan te zwemmen dan zelf te jagen en volgen onze mannen dan ook op de voet om, als ze de kans krijgen, nog voor zij de lijn kunnen binnenhalen, de vangst van hen af te pakken.

We krijgen een grouper op ons bord, een vreselijk beest om te kuisen, hij blijft als een gek spartelen, zelfs zonder kop maar is ook wel vreselijk lekker. De jacks zorgen voor afwisseling in ons menu.

Ook het vuur maken laten we maar al te graag aan onze mannen over, het is en blijft al sinds de Neanderthalers een mannenzaak, nietwaar?

Al leidt dat soms tot (op zijn zachtst gezegd) boeiende beelden en interessante experimenten!

Onze mannen zouden slecht scoren als Neanderthalers en staan duidelijk op een ander trapje op de evolutieladder!

(Nvdr : Wij zijn best wel heel blij met onze mannen die kunnen zeilen, motors onderhouden, lekken dichten en boten varend houden!)

Met onze tweede vis willen we, zoals we tot nu toe elke avond deden, op het strand gaan koken maar wanneer we daar aankomen, blijken plots alle banken en tafels verdwenen. Navraag leert ons dat ze 'in herstelling' zijn. Nog voor we ons, toch wat beteuterd, omdraaien om dan maar in het (natte) zand te gaan zitten, ontploft er iets. We krijgen plots een scheldtirade over ons heen zoals we nog nooit in ons leven gehoord hebben. Terwijl Frans, Ivan en ik door Harry de huid worden volgescholden gaat Pi op het strand tegen Ilona, Gigi en Patricia (die vanochtend zijn toegekomen en voor het eerst aan land gaan) tekeer. We bevinden ons in hún privétuin en mogen daar niet komen. Het hele eiland is hún huis. We zitten hier elke avond en hebben geen toestemming gevraagd, dat moet plots elke dag opnieuw. Om 19.00 moet het strand plots leeg dus we moeten nú weg (het is op dat moment amper 18.00)!

We hebben geen idee wat er aan de hand is, de mannen zijn compleet buiten zinnen, verschrikkelijk onbeschoft, bedreigend en agressief. We worden met niet zo lichte dwang naar onze bijboten gedreigd in de gietende regen en mogen niet meer aan land. Wanneer we even proberen te schuilen voor een stortbui is zelfs dat niet toegestaan, ze gooien nog net niet onze spullen naar ons hoofd.

Als Ilona met een klein stemmetje vraagt wat we dan wel verkeerd gedaan hebben, blaft Harry haar toe dat ze een 'official' beledigt en daar straffen op staan. Ondertussen krijst hij dat we 'idiots', 'assholes' en nog ander moois zijn.

Pi brult dat hij gisteren maar vier 'zielige' pintjes kreeg. Op onze uitnodiging om mee te komen eten op onze eerste avond gingen ze niet in, de tweede avond was zondag - sabbat maar maandag dronk Pi de hele voorraad bier in zijn eentje leeg (en nam zonder blikken, blozen of vragen soms twee blikjes tegelijk uit onze koeltassen). Vandaag waren we wel voorzien op Pi's nogal grote drankverbruik maar kregen we zelfs niet eens de kans hem eentje aan te bieden.

We zijn compleet overdonderd door hun gedrag, dit hebben we nog nooit gezien. Ze vinden ter plekke nieuwe regels uit en beweren dat ze die bij het inchecken verteld hebben maar dat wij te stom waren om ze te begrijpen of gewoon niet wilden luisteren.

De cruisers die een week voor ons hier waren hebben een totaal andere ervaring, aten elke avond op het strand tot in de vroege uurtjes, hun kinderen speelden de hele dag in de 'privétuin' en de rangers namen hen zelfs een keer mee naar een vogelatol. Nog nooit hoorden we zulke verhalen over Suwarrow of de rangers, nog nooit! En we begrijpen totaal niet waar deze razernij vandaan kwam.

Patricia en Djillali nodigden ons dan maar allemaal uit om op hun boot te komen barbecuen en het moet gezegd, dit was één van de meest memorabele en leuke avonden op onze reis. We durven eigenlijk helemaal niet meer aan land te gaan, enkel nog om uit te klaren maar we komen wel elke dag allemaal samen op één van de boten. Wij hebben plezier voor tien (zelfs met zijn achten!) en de twee idiote officials hebben het nakijken naar hun avondlijke biertjes, rum, vers fruit, verse groenten en extra benzine.

Onze laatste middag gooien we alle mannen van boord, die verzamelen pruttelend op onze Vaguebond terwijl de dames een girlsnoon houden op Donazita : maskertjes, cremespoelingen, nagellakken en een les 'maak je eigen kaas'. Genieten!

Wanneer we enkele uren later aan land gaan (met op voorhand gevraagde toestemming) en iedereen zijn uitklaringspapier in handen heeft, proberen we nog één keer duidelijkheid te krijgen over wat er nu juist misging enkele dagen geleden. Maar het begint weer van voren af aan. We zijn arrogant en durven hen allemaal samen te bedreigen. Nochtans hebben ze ons vanochtend toestemming gegeven om met drie boten tegelijk te komen uitklaren, Ivan heeft het uitdrukkelijk gevraagd. We houden geen rekening met hun drukke werkschema (we hebben ze nooit zien werken, ze harkten af en toe wat blaadjes weg maar het aangespoelde afval op de atols en zelfs op 20m van hun huis bleef mooi liggen) en we worden weer eens op een erg dreigende manier weggestuurd en achtervolgd tot op het strand.

Als we dachten dat het ergste nu wel gehad hadden, hadden we het helemaal mis. Anderhalf uur voor zonsondergang komt een nieuwe boot aan. Ze hebben weinig wind gehad de laatste dag en haastten zich op motor om voor het donker aan te komen.

Maar ze mogen niet binnen en worden verplicht de nacht buiten, op volle zee, door te brengen. Het aanbod van Ilona om hen binnen te begeleiden met onze bijboten wordt geweigerd, kwestie van 'veiligheid'. Het is volop dag, er is weinig wind en de pas ligt er veel kalmer bij dan de laatste dagen. De mensen hebben vijf dagen gevaren, extra diesel verbruikt om op tijd te zijn en vanavond lekker voor anker te kunnen en niet nog een extra nacht op zee te moeten doorbrengen maar de rangers laten hen ijskoud buiten liggen.

Ze mogen pas de volgende ochtend om 9.00 binnenvaren (het is licht om 6.30!).

Natuurlijk begrijpen wij waarom, zo kunnen we onmogelijk nog contact met hen hebben want wij vertrekken om 10.00. We willen niet het risico lopen dat de rangers hen op dezelfde ontoelaatbare manier behandelen en van hun verblijf een nachtmerrie maken, enkel en alleen omdat wij contact met hen hebben gehad. We hopen dat ze de nieuwkomers nu in de watten leggen om ons verhaal ongeloofwaardiger te maken maar we geloven er niet echt in. Een tweede boot die nog later zou toekomen koos, na ons verhaal op de ssb gehoord te hebben, eieren voor zijn geld en vaarde verder. We kunnen hen geen ongelijk geven.

Nee, ons zien ze hier niet meer terug en we waarschuwen cruisers in Frans-Polynesië via de radio. Onze officiële klacht staat klaar voor verzending.

We beseffen heel goed dat dit lijnrecht tegenover de meeste Suwarrow-ervaringen staat en begrijpen dan ook het ongeloof van mensen die hier een geweldige tijd hadden. Spijtig genoeg is onze ervaring verre van positief te noemen en zijn de rangers meer dan eens hun boekje ver te buiten gegaan. We willen niemand afschrikken, het blijft tenslotte een prachtig stukje natuur, maar we mogen dit ook zeker niet zomaar laten gaan.

Harry en Pi zijn een schande voor hun land en zouden geen enkele publieke functie mogen bekleden. Zij zouden het uithangbord voor de Cook Islands moeten zijn en hun titel als 'official' en 'ranger' met trots moeten dragen. Elke vraag beantwoorden met 'six-pack of beer', je zonder pardon bier uit mensen hun tassen toeeigenen, willekeurig regels verzinnen en aanpassen en vooral je agressief gedragen zonder enige reden, maken volgens ons absoluut geen deel uit van het takenpakket van een official of ranger.

We tolereren dit absoluut ontoelaatbare gedrag dan ook niet en hebben allemaal onze officiele klachten voor de bevoegde instanties al geschreven.

Toerisme is één van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de eilanden en hopelijk zijn ze gevoelig voor slechte reclame.

Het positieve aan deze minder aangename ervaring is dat we een hele fijne band gesmeed hebben met de vier boten die hier op dat moment waren, dankzij onze dagelijkse hilarische samenkomsten (die raar maar waar niet verboden werden) hebben we toch een heel leuke week gehad en hadden we elke dag meer dan gespreksonderwerpen genoeg, in een viertalenmix. Wij hebben zeker veel meer plezier gemaakt dan Harry en Pi en zullen nog lang 'nagenieten' van ons verblijf hier.

En dankzij dat zootje ongeregeld zijn we een week vroeger dan voorzien alweer op pad en meteen weer bij bij onze planning!

 

Op naar Niue, zo'n 500 mijltjes verder naar het zuidwesten!