· 

Fabelachtig Nieuw-Zeeland

De wind draaide uiteindelijk door naar het NW en blies weer eens drie keer harder dan voorspeld (30 ipv 10 knopen). Voor één keer wilden we de voorspellers eens niet lynchen voor de foute weersvoorspellingen want we kwamen nu zomaar eventjes zes uur vroeger aan dan verwacht. We moeten ons straks nog haasten om de hele papierwinkel klaar te krijgen!

We krijgen een ongelofelijk warm welkom terwijl de zon ondergaat, doorheen de hele baai (zo'n 15 mijl lang) wordt vuurwerk afgestoken! Dat het toevallig Guy Fawkesnight is vinden wij een detail, warm welkom klinkt gewoon beter!

Na een laatste schranspartij -alles wat we nu opeten kunnen ze niet meer afpakken- en onze laatste Westmalle -idem dito- kruipen we in ons bed aan de Q-ponton. Het feestgedruis aan land is verboden terrein voor ons, we liggen in quarantaine tot we toegelaten worden in Nieuw-Zeeland.

Om 7.30 staat de eerste official al aan de boot, op minder dan vijftien minuten staan er twee stempels in onze paspoorten : drie maanden toegang tot Nieuw-Zeeland!

Een uurtje later krijgen we de gevreesde quarantaineman op bezoek, een supervriendelijke kerel die enorm geniet van zijn eerste tas (verse) koffie van de dag en daarmee meteen de eerste fabel over 'absurd strenge voedselimportregels' van Nieuw-Zeeland ontkracht : thee en koffie worden helemaal niet in beslag genomen!

Geen minuut later sneuvelt ook de tweede fabel : hij weigert (maar met moeite) een sandwich met verse tonijnsla, "steek die maar weer lekker fris in de koelkast!". Vis en brood mag dus ook! (Zoetwatervis echter niet)

Tijdens het volgende enorm gezellige halfuur gaat de hele fabelachtige bangmakerij tegen de vlakte.
Bij de koelkastcontrole moet er niets weg, niet de vacuüm verpakte bietjes, niet de mayonaise en niet de kaas. Tot zover fabel 3...

Zonder echt te kijken gaat hij door een bilge, alle ongelabelde blikken laat hij onaangeroerd, fabel 4.

Hij werpt een snelle blik door de voorraadkasten, bloem en kruiden laat hij ongemoeid, daar gaat fabel 5.

Het is onvoorstelbaar welke verhalen allemaal de ronde doen en ook zonder het te willen of zelfs maar te weten ga je erin mee. We smeten open pakjes koffie en bloem overboord en aten drie keer zoveel blikken dan we op konden omdat ongelabelde blikken het land niet in mochten (die fabel kwam zelfs van een Nieuw-Zeelandse customsofficial in Vava'u).
Maar we zijn er, de Q-vlag mag gestreken en we krijgen een plekje in de marina.

Meer dan 8 maanden hebben we geen marina gezien, ankers droppen was ons even lief als onze eerste tas koffie bij het ontbijt. Onze meest dichtbije buur op minstens 40 meter afstand, de bijboot opblazen en door weer en wind naar de kant varen vinden we nog steeds de normaalste zaak van de wereld.

Maar één stap zetten en aan land staan, de waterkraan vlak voor de boot, een douche

met warm water op 50m wandelen, een wasmachine op 100m en een supermarkt op 500m wandelen? We zijn in de hemel aanbeland! Je vergeet meteen dat je zo dicht bij je buur ligt dat je bij elkaar kan binnenkijken.

De wifi aan boord is slechter dan op het meest afgelegen eiland, kwestie van de gewenning niet te abrupt te maken maar verder kunnen we onze eerste dagen in de 'bewoonde wereld' maar niet genoeg krijgen van de overweldigende luxe!
Dat belooft...