· 

Overtocht Union Island - Bonaire : De kip of het ei

Overdag vormen ze geen probleem. Het is pas na zonsondergang dat ze gevaarlijk worden. Ze vormen gerichte formaties, ieder met een strakomlijnde rol, ze trekken in eskaders over de zee, doelgericht gaan ze op hun prooi af. Dat daarbij regelmatig leden afvallen en omkomen lijkt geen vat te hebben op hun aanvalstechnieken, dat moeten ze gewoon nog wat beter oefenen...

Je ziet ze in daglicht vaak vliegen, een enkeling (verdwaald?), een hele meute (in opleiding?), van de allerkleinste (2cm) tot de meest vervaarlijke (30cm).
's Nachts voel je ze langs je horen suizen, als je geluk hebt.
De meesten lijken gewoon uit het water te komen en duiken een paar meter verder weer het water in alsof ze het stuk lucht waar ze doorsuizen een parallel universum is aan het water. Anderen zigzaggen over het water om pas tientallen meters verder, schijnbaar met een doel, weer een golf in duiken.

Overdag vind je ze nauwelijks aan dek maar 's ochtends ligt het dek bezaaid met dode exemplaren.

Wat bezielt die beesten om vooral 's nachts aan boord te landen?
Zijn ze nachtblind ?
Zijn het de mannetjes ("Follow me, ik ken hier de weg!") of de vrouwtjes ("Schat, waar ligt het noorden op deze kaart ?") die de weg kwijt geraken?
Vliegen ze lukraak uit het water om dan plots te beseffen : "Oei, dit gaat mis, heel goed mis!" ?
Is het een wedstrijd met wel heel nare gevolgen, een beetje zoals de kamikazekiters op Union die over het eilandbarretje springen : "Wedden dat jij niet over die boot durft te springen?" "Wedden van wel?! Kijk maar!" . "Oeps . foutje ."

Vanavond lijken ze een gecoördonneerde actie te voeren : na een hele leuke zeildag word ik, net na zonsondergang, aangevallen door een vliegende vis. Hij vliegt heel gericht de kuip in, langs de grootschoot, onder de buiskap, tegen mijn hoofd en op mijn voet! Een uur later, nadat Ivan hem al lang weer overboord gekieperd heeft, ruik ik hem nog!

Wanneer ik iets later in bed kruip, volgt de volgende aanval. Dit exemplaar, duidelijk een graad verder gevorderd in zijn opleiding (ik denk zelfs streepjes te ontwaren op zijn rechtervleugel), duikt door het openstaande slaapkamerluikje het bed in.
Gelukkig landt hij alsnog op de vloer en kan Ivan hem ook weer overboord kegelen.
Ik slaap wel in de carré tot de stank weg is...

Nu zie ik ze graag, en volgens sommige bronnen vaak, vliegen, ik fileer een vis zonder verpinken en heb geen schrik van slangen en spinnen die rond mij zwemmen. Maar van vliegende vissen gaat mijn alarm af! Ik gil dat horen en zien vergaat! Ik kan er niets aan doen, het gebeurt gewoon. Het zijn dan ook gehaaide beesten van gemiddeld een 10cm lang!

Een vraag die we ons stellen, de 'De kip of het ei'-vraag van vertrekkers waar we al menig uur, in menig bar, met menig vertrekker ons hoofd over gebroken hebben : spreek je over een zwerm vliegende vissen of een school? Of zijn vliegende vissen een amfibiebegrip : Wanneer ze vliegen vormen ze een zwerm, zwemmen doen ze in een school ?
Bestaat er zoiets als een 'vliegendevisoloog' ?
Iemand ?

(Tussen haakjes, om het belangrijkste niet te vergeten : we vliegen dankzij enkel onze genua, met mooie gemiddeldes (meer dan 6 knopen) en een aanvaardbare deining vooruit. Het is lekker warm, er is vers brood, vers pompelmoessap en verse kokosnoten. Er is nog geen vis gevangen. Alles gaat dus goed aan boord.)