· 

De Emmerlijst

In Carti, de enige plek op het vasteland die toegang geeft tot de eilanden van Kuna Yala (al de rest is jungle) wisselt onze bemanning.
Bart en Sylvie krijgen nauwelijks tijd om aan de warmte te wennen want we trekken meteen richting Tupsuit waar we met Anke en Rob onze laatste avond doorbrachten en de sympathieke gids Bredio ons gisteren al liet watertanden voor een begeleide tocht door de jungle, nadat we onverrichterzake weer aan boord kropen met een bijna lege benzinetank door het zoeken naar de monding van de rivier en de krokodillen.

Die ondanks verwoede pogingen om ze te voorschijn te toveren, niet opdaagden ...

 

Onze eerste dag stappen we tot de tanden gewapend (de ene al meer dan de andere) met lange broeken, T-shirt met lange mouwen, lange kousen, hoge schoenen, hoeden, sjaals en massa's DEET in de speciaal geleende roze (!!!) motorboot van Bredio en een vriendje van zijn zoon. Die laatste moest schoolwerk maken en kon dus niet mee...

Bredio neemt ons mee voor een magische wandeling door de jungle, langs finca's en slingerende riviertjes waar nu eens ulu's kunnen doorvaren en wij via heel wankele brugjes over kunnen maar waar we op andere plekken tot onze enkels door het water moeten waden. De jungle is zonder twijfel één van de mooiste 'bossen' die we al ooit zagen. Er komen niet veel dieren aan te pas maar de diversiteit aan planten is machtig! 

Bredio toont ons de verschillende planten die de Kuna op hun finca's telen en laat ons trots het net ontgonnen stuk oerwoud zien. 20 mannen hebben op amper 20 dagen een enorm stuk jungle platgelegd voor nieuwe finca's! Met de hand! Indrukwekkend! 
Niets ontbossing, niets kappen om te kappen, hier wordt enkel ontgonnen wat nodig is voor het bestaan van de dorpen. Niets wordt weggegooid, de bomen kunnen makkelijk als brandhout voor de keuken of bouwmateriaal voor de hutten dienen, de grootsten worden uitgehouwen als ulu, de palmbladeren worden gebruikt om daken van hutten te vernieuwen. En na enkele jaren laten de Kuna de finca's weer plaats ruimen voor het oerwoud, lang voor de grond uitgeput raakt. We konden met onze eigen ogen vaststellen dat de jungle sneller dan je verwacht weer de overhand neemt. 
Een mooie wisselwerking tussen mens en natuur.

We passeren drie begraafplaatsen van de drie dorpen op de drie eilanden rond Tupsuit Pipigua en keren na een paar uur vol bewondering terug naar onze boot. Maar daar stopt het niet, Bredio neemt ons mee de rivier op, op zoek naar krokodillen maar die kregen we ook nu weer niet te zien, wel een overweldigend mooie jungle en een fantastische manier om ze te ervaren. Elke keer wanneer we denken dat de boot er nu echt niet meer door geraakt, krijgt Bredio hem wel ergens nog tussen gezonken stammen en lianen doorgemanouvreerd. Om elke bocht zien we weer een andere vogel paraderen en alle moeite van de wereld doen om niet op de foto te staan!

Daarna krijgen we nog een rondleiding door het dorp en als toetje eten we vanavond bij Bredio thuis! Zelfs Sylvie, de meest kritische fijnproefster van ons allemaal overwint haar salmonella-angst en eet met enorm veel smaak van de verse vis en de yucca-kokos-banaancombinatie vanuit de tuin van Bredio met zicht op onze boot!

We luisteren gretig naar de reisverhalen van Bredio in Frankrijk. Grappig om te horen hoe hij de westerse wereld verkent net zoals wij de zijne nu leren kennen, van de ene verbazing in de andere vallend en grote ogen trekkend bij de bizarre manier van werken (ok, dat doen wij hier niet maar wel bij bepaalde beslissingen in ons thuisland).
Het weer laat ons een beetje in de steek, perfect om door de jungle te wandelen maar iets minder wanneer je op vakantie bent en die jaloersmakende bruine tint wil opdoen en je paradijselijke snorkelfoto's op het bureaublad van je computer wil zetten. We verkassen naar Green Island voor de betere snorkelervaring.
Wanneer een lokale visser ons langoesten aanbiedt is Sylvie niet meer te houden, al mijn tegenspartelingen ten spijt, we zullen langoest eten.
En zo geschiedde, Sylvie probeert haar dodelijke blik uit om de beesten gewoon dood te kijken in plaats van ze levend in kokend water te moeten steken maar slechts eentje lijkt gevoelig voor dodelijke blikken. Rob laat ons weten dat beest best niet met de anderen te koken en om gas te sparen voeren we hem dan maar als aas aan de andere vissen.
Maar het moet gezegd, alweer in een samenwerkend koksverband worden de beesten professioneel en ethisch correct door de dames gekookt en geserveerd. En ze smaken nog ook!
We willen Sylvie en Bart zeker niet ons favoriete plekje onthouden : Coco Bandero! Een wondermooi rif (Robinson Crusoë) en dito eilanden met de perfecte witte stranden, felblauw water en frisgroene palmbomen en Vaguebond er middenin.
In de Rough Guide en de Lonely Planet staan de 'Cayes Holandes' als absolute MustSee gebrandmerkt. In de pilot staan ze alom bekend als stikkedruk en alleen de naam al!
Maar we willen het toch een kans geven en vinden een eiland waar we amper met twee boten voor anker liggen op 5m diepte in hemelsblauw water! Superdeluxe! (Achter het grote rif telden we 18 boten...)
Op een paar tientallen meters achter de boot vinden we een zalig rif om rond te zwemmen met 101 verschillende vissen op amper een paar meter diepte. We vinden zelfs een grote porcupine en drie langoesten (maar die lieten we mooi zitten)! Dit is genieten!
Op het naburige eiland wandelen we de fotoshootroute, elke stronk, elke palmboom is de perfecte setting voor de perfecte postkaartfoto en daar wordt gretig gebruik gemaakt!
We kunnen maar niet begrijpen waarom sommige (Franse!) boten stante pede hun anker lichten als de anchorfee-boot langskomt om de 10$ te innen waarmee je een maand mag blijven, zelfs naar andere eilanden varen en terugkomen of waarom sommige Francobelgen (?! zo noemen ze zichzelf ?!) langszij komen om te zeuren over het luttele bedrag dat hier gevraagd wordt! 
Het lukt ons om weer dagelijks verse vis te pakken te krijgen en Sylvie ontpopt zich als een waardig fileerster. Bart wil wel eens proberen maar sluit zich aan bij Ivan : liever opeten, gefileerd.
De dagen vliegen om en hoewel we graag nog heel erg lang op Kuna Yala zouden blijven, hebben we nog een doel voor ogen.
Op Bart's Bucketlist (tegenwoordig moet je een lijst maken met dingen die je nog absoluut wil (moet?) doen voor je sterft en dat heet een bucketlist) staat 'de doortocht door het Panamakanaal' en dus nemen we afscheid van één van de mooiste plekjes op aarde en zetten koers richting Colon.

Veel sneller dan verwacht (we hoorden verhalen van 10 dagen wachten) mogen we al na twee dagen door het kanaal! Geen tijd om de gasflessen te laten vullen (drie dagen), de was te laten doen (twee dagen), schandalig te genieten van de meest luxueuze regendouches sinds ons vertrek (vond ik nog het ergste), te zwemmen in het zwembad, de 'loop' te wandelen in het natuurgebied vol vogels en apen en grote inkopen te doen (na een maand weer een supermarkt!!).

Roy Bravo, onze agent, regelt alle formaliteiten terwijl wij in de douche staan, de birdwalk meedoen waar we geen vogels zien maar wel enorm veel kapucijneraapjes en ontbijten in de yachtclub. Hij speelt zelfs taxichauffeur naar Colon, de dichtsbijzijnde stad waar je als vreemdeling beter niet zomaar op straat loopt. Hij levert ons netjes af midden in een shoppingcenter waar het vol bewakers loopt zodat we een 3G-kaartje kunnen bemachtigen om live verslag te doen van op het kanaal.
Nog 1 keer slapen en dan is het zover...

PS : er is één ding dat ik ook dolgraag zou doen, laat ik het voor de moderne mens 'mijn emmerlijst' noemen : zwemmen met walvishaaien.
Voor de rest neem ik het leven zoals het komt, er rollen sowieso verrassingen uit die mijn dromen overtreffen (kijk maar naar deze reis) ...