· 

Is mijn harpoen niet te klein bij deze kite

Fakarava, het tweede (en spijtig genoeg meteen ook laatste) atol op onze lijst heeft twee passen. Een makkelijke noordelijke en een smalle zuidelijke. Wij beginnen met de noordelijke en pikken een boei op voor Rotoava, de hoofdstad.

Het is hier alweer iets helemaal anders. We liggen vlak voor een duikcentrum, één van de vele hier, aan een (gratis) boei, we zien in de verte een relatief groot vliegveld, er is een echt restaurant, twee kerken, een bakker, een dok (er kan nauwelijks een schip binnen maar het is er wel), veel pensions en lodges (doch geen hotels of schreeuwerige resorts) en een yachtservice. We zien zelfs een chinees gezin in een knalgele elektrische auto rondsnorren!

Maar ondanks alles blijft het toerisme enorm kleinschalig en vallen de toeristen nauwelijks op.

De passen zouden hier duikparadijzen zijn en we kunnen dan ook niet aan de verleiding weerstaan om twee keer de pas in te gaan. We krijgen meteen onze nitroxduikdoop waardoor we makkelijk een uur onder water kunnen blijven en twee fantastische duiken maken.

We dalen af in de pas en zweven op de stroming door de verschillende gangen en door grotten waar enorme haaien liggen te slapen, we zien een sailfish (één van de coolste vissen ooit!) en weer eens duizenden vissen die vechten om voor de camera te zwemmen. Ivan heeft het maar knap lastig als onderwatercameraman; wanneer ik mag nagenieten zit hij nog uren filmpjes te bekijken en foto's te maken, dankzij de nitrox zijn de films nu nog eens 25% langer!

Omdat we voor het eerst in maanden ons anker eens niet moeten gebruiken lijkt het ons het ideale moment om onze ankerketting en de ankerwinch eens na te kijken. Als we ons ankerop-manoeuvre vergelijken met de doorsnee ankeraar komt Ivan altijd als enige onherkenbaar weer naar de kuip. Elke keer denk ik dat we geënterd werden door piraten en dat één van hen Ivan overboord gekieperd heeft en mij nu komt schaken.

Elke keer weer blijkt de piraat gewoon Ivan te zijn die pekzwart ziet door al het vuil, de modder en de roest die van de versleten ketting komen waarop de winch zijn grip verliest.

We sleuren de 75m ketting uit de bun aan dek, draaien hem helemaal om, markeren hem opnieuw elke 10 meter en steken hem weer terug. De eerste testen hebben een bevredigend resultaat : de ketting slipt niet langer in de winch en Ivan blijft eruit zien als Ivan (al was zo'n piraat best wel stoer). We wilden sowieso de ketting vernieuwen in Nieuw-Zeeland, ze is nog origineel en al voor wij Vaguebond kochten dikwijls gebruikt. Het laatste jaar alleen net iets intensiever...

Een tweede probleem in ontwikkeling is onze buitenboord, Suzy. Ze laat het hoe langer hoe meer afweten en dat is niet echt leuk als je op een dikke mijl of meer van de boot bent en tegenwind en/of tegenstroom, in het donker, tussen de patatten, naar huis moet roeien. Ivan haalt haar helemaal uit elkaar en vindt elke dag een andere boosdoener. Uiteindelijk blijft Suzy haar twee paardjes aan de gang houden wanneer hij het veertje/pinnetje aan de benzineleiding van de carburator helemaal opkuist en doorblaast ('doorbloest' voor de kenners). Op hoop van zegen...

De wifi bij de yachtservice valt erg tegen (lees : werkt niet) maar we kunnen dan wel fietsen huren en weer eens een hele middag onze benen strekken. 8km verder vinden we zelfs een winkeltje met nog wat verse groenten en Materne-confituur!

Om de dag in stijl af te sluiten gaan we in het restaurant eten. De vis van de dag is geen tonijn of mahi mahi, excuseert de mevrouw zich, maar wel zwaardvis. Of dat ook goed is? En of dat ook goed is!

Na enkele dagen houden we de 'drukte' voor gezien en varen 30 mijl verder naar het zuidoosten waar we ons anker droppen in Hirifa. Weer eens een prachtige plek met zicht op de oceaan, er wonen drie families en er is zelfs een snackbar met hele lieve uitbaters. 's Avonds zijn we de enige klanten en ze komen gezellig bij ons zitten keuvelen, net zoals de hond waar we gisteren al een strandwandeling mee maakten, de twee katten, de twee kittens waarvan Ivan

me nauwelijks kan verhinderen er eentje in mijn zak te steken en de varkens die lustig knorrend onder onze terrasvloer zitten.

 

We krijgen een lekker gegrilde vis voorgeschoteld met een heel subtiele smaak. Het blijkt een papegaaivis te zijn, de ene vis die ik absoluut nooit wilde eten wegens te mooi. Maar hij is verdomd lekker!

Een dag later dropt een grote cat zijn anker vlak bij ons en lijkt alle moeite van de wereld te doen om aandacht te trekken, ze zoeven constant heen en weer met hun dinghy, halen de SUP uit de kast, doen situps op de trampoline, push-ups op het dak van de cat, paradeshows over het dek en het lijkt alsof ze twee dingen aan het spit bakken op het strand maar dat blijken hun dames te zijn die de hele dag niet uit de zon te branden zijn. Maar wat pas echt onze aandacht trekt zijn de mannen die elke dag met duikpakken, handschoenen en harpoenen van minstens anderhalve meter lang het water ingaan op jacht... Ze schieten daarbij geen enkele vis die groter is dan 20 cm (en er zitten nochtans veel kanjers!) maar voelen zich blijkbaar heel wat meer man bij elke goudvis die ze boven halen.

Daarnaast valt vooral het niet hebben van een kite of waterski op (zoals sommige anderen in de baai) waardoor ze de volgende dag afdruipen en een plek zoeken waar ze wel heer en meester kunnen zijn.

Zelfs na een jaar krijg ik nog steeds de kriebels van zulke mensen...

Er is nog één ankerplek die we willen bezoeken en dat is Tetamanu, aan de zuidelijke pas. Ook hier blijk je pas echt man te zijn als je met een harpoen het water ingaat. Terwijl de lokale mannen hun lijn uitgooien vanuit een bootje of zelfs gewoon staand in het water, moeten de 'echte' bootjesmensen blijkbaar een harpoen hebben... Het doet ons een beetje denken aan safari's in Afrika waarbij de Duitsers/Amerikanen elkaar de ogen letterlijk uitsteken met hun uit de kluiten gewassen telelenzen (en waarbij onze variant van aaneengeplakte wc-rollen toch het onderspit moest delven).

Ook de kiters geven aan dat we weer in een meer westerse wereld aan het komen zijn...

Volgens het Compendium (een soort pilotboek waar iedereen aan kan bijdragen en dat een bom aan info bevat over de verschillende plekjes) kan je de duik in de zuidelijke pas helemaal zelf doen, zonder duikcentrum. Dat scheelt meteen een paar apero's in onze portemonnee en dus gaan we eerst op onderzoek. Bij doodtij varen we naar buiten en binden onszelf vast aan Dingel. Wanneer de stroming draait gaan we het water in en worden door de stroming naar binnen geduwd om een uur later bijna aan de boot (de grote) aan te komen. Na de eerste snorkelpoging besluiten we het de volgende dag al duikend te doen, dan kunnen we nog veel meer zien dan de overweldigende hoeveelheid vissen die we al snorkelend zagen.

Vanmiddag laden we al ons duikgerief in de bijboot en tuffen richting pas, daar smijten we ons ankertje uit en wachten op het draaien van de stroming. Een grote toevloed van bijbootjes en duikersboten verraden dat onze timing alvast goed zit. Een kwartier later dalen we zo'n 20 m af en flaneren we langs het rif. Het is weer genieten van al dat onderwaterschoons! We zien veel haaien, napoleons, reuzetriggers, parrots met tandjes en met bulten op hun kop, kortom we kijken weer eens onze ogen uit.

Eens terug aan boord begint het duikplezier pas echt! Terwijl ik nog een paar oefeningen onder de boot doe (ik had nog wat lucht over), goed in de gaten gehouden door onze twee huishaaien, zoekt Ivan de compressor om de flessen op te vullen. Wanneer alle vissen verschrikt wegvluchten van Vaguebond, de haaien op kop, gevolgd door de remora's en de geelvinnetjes, ga ik poolshoogte nemen. Blijkt dat Ivan veel last heeft om alles (reserve genua, kayak, bolderkar, haspel, bidons, grabbags, ...) uit de bakskist te krijgen. De compressor zit natuurlijk helemaal onderaan...

Eens alles geïnstalleerd en de generator opgestart begint de volgende fase : de compressor aan de praat krijgen. Hij verbruikt op papier 12A wat de generator perfect kan leveren, ze vergaten alleen te vermelden dat hij bij het opstarten zo'n 27A nodig heeft en dat is net iets te zwaar. Na een uur alles waar schroefdraad opzit los te zetten (en weer vast te draaien) vinden we uiteindelijk de schroef die hem voldoende ontlast zodat hij kan opstarten, eens dat gedaan vult hij lustig onze twee flessen weer op.

En dan mag het hele boeltje weer ingeladen worden!

We zijn alvast heel blij dat één van de andere boten ons deze middag kwam uitnodigen om pizza te gaan eten bij één van de lodges (op elke motu staat hier een lodge). Wij probeerden gisteren al maar voor twee mensen stookten ze de houtoven niet op, begrijpelijk. En dus vertrekken we vanavond, in het donker, tussen de patatten laverend naar de lodge met een grote honger en veel zin in een lekkere pizza (en een knuffel van Ginger, de knuffelkat).

Maar blijkbaar hadden de jongens vanmiddag te laat hun reservatie bevestigd en wordt er pas morgen pizza gebakken.

Zodoende zakken we moe en hongerig terug af naar Vaguebond en warmen een blik soep op, het eerste sinds we vertrokken...

Morgen zetten we zeil naar Papeete, Tahiti. We kijken niet echt uit naar de drukte en het lawaai van een echte stad, we zijn al te lang weg van de hectische wereld en genieten mateloos van de rust en het eenvoudige leven op de eilanden. Maar we zijn wel benieuwd en kijken vooral uit naar de Carrefour op wandelafstand!