2016 - Atlantische Oceaan


De Emmerlijst

In Carti, de enige plek op het vasteland die toegang geeft tot de eilanden van Kuna Yala (al de rest is jungle) wisselt onze bemanning.
Bart en Sylvie krijgen nauwelijks tijd om aan de warmte te wennen want we trekken meteen richting Tupsuit waar we met Anke en Rob onze laatste avond doorbrachten en de sympathieke gids Bredio ons gisteren al liet watertanden voor een begeleide tocht door de jungle, nadat we onverrichterzake weer aan boord kropen met een bijna lege benzinetank door het zoeken naar de monding van de rivier en de krokodillen.

Die ondanks verwoede pogingen om ze te voorschijn te toveren, niet opdaagden ...

 

Onze eerste dag stappen we tot de tanden gewapend (de ene al meer dan de andere) met lange broeken, T-shirt met lange mouwen, lange kousen, hoge schoenen, hoeden, sjaals en massa's DEET in de speciaal geleende roze (!!!) motorboot van Bredio en een vriendje van zijn zoon. Die laatste moest schoolwerk maken en kon dus niet mee...

Bredio neemt ons mee voor een magische wandeling door de jungle, langs finca's en slingerende riviertjes waar nu eens ulu's kunnen doorvaren en wij via heel wankele brugjes over kunnen maar waar we op andere plekken tot onze enkels door het water moeten waden. De jungle is zonder twijfel één van de mooiste 'bossen' die we al ooit zagen. Er komen niet veel dieren aan te pas maar de diversiteit aan planten is machtig! 

Bredio toont ons de verschillende planten die de Kuna op hun finca's telen en laat ons trots het net ontgonnen stuk oerwoud zien. 20 mannen hebben op amper 20 dagen een enorm stuk jungle platgelegd voor nieuwe finca's! Met de hand! Indrukwekkend! 
Niets ontbossing, niets kappen om te kappen, hier wordt enkel ontgonnen wat nodig is voor het bestaan van de dorpen. Niets wordt weggegooid, de bomen kunnen makkelijk als brandhout voor de keuken of bouwmateriaal voor de hutten dienen, de grootsten worden uitgehouwen als ulu, de palmbladeren worden gebruikt om daken van hutten te vernieuwen. En na enkele jaren laten de Kuna de finca's weer plaats ruimen voor het oerwoud, lang voor de grond uitgeput raakt. We konden met onze eigen ogen vaststellen dat de jungle sneller dan je verwacht weer de overhand neemt. 
Een mooie wisselwerking tussen mens en natuur.

We passeren drie begraafplaatsen van de drie dorpen op de drie eilanden rond Tupsuit Pipigua en keren na een paar uur vol bewondering terug naar onze boot. Maar daar stopt het niet, Bredio neemt ons mee de rivier op, op zoek naar krokodillen maar die kregen we ook nu weer niet te zien, wel een overweldigend mooie jungle en een fantastische manier om ze te ervaren. Elke keer wanneer we denken dat de boot er nu echt niet meer door geraakt, krijgt Bredio hem wel ergens nog tussen gezonken stammen en lianen doorgemanouvreerd. Om elke bocht zien we weer een andere vogel paraderen en alle moeite van de wereld doen om niet op de foto te staan!

Daarna krijgen we nog een rondleiding door het dorp en als toetje eten we vanavond bij Bredio thuis! Zelfs Sylvie, de meest kritische fijnproefster van ons allemaal overwint haar salmonella-angst en eet met enorm veel smaak van de verse vis en de yucca-kokos-banaancombinatie vanuit de tuin van Bredio met zicht op onze boot!

We luisteren gretig naar de reisverhalen van Bredio in Frankrijk. Grappig om te horen hoe hij de westerse wereld verkent net zoals wij de zijne nu leren kennen, van de ene verbazing in de andere vallend en grote ogen trekkend bij de bizarre manier van werken (ok, dat doen wij hier niet maar wel bij bepaalde beslissingen in ons thuisland).
Het weer laat ons een beetje in de steek, perfect om door de jungle te wandelen maar iets minder wanneer je op vakantie bent en die jaloersmakende bruine tint wil opdoen en je paradijselijke snorkelfoto's op het bureaublad van je computer wil zetten. We verkassen naar Green Island voor de betere snorkelervaring.
Wanneer een lokale visser ons langoesten aanbiedt is Sylvie niet meer te houden, al mijn tegenspartelingen ten spijt, we zullen langoest eten.
En zo geschiedde, Sylvie probeert haar dodelijke blik uit om de beesten gewoon dood te kijken in plaats van ze levend in kokend water te moeten steken maar slechts eentje lijkt gevoelig voor dodelijke blikken. Rob laat ons weten dat beest best niet met de anderen te koken en om gas te sparen voeren we hem dan maar als aas aan de andere vissen.
Maar het moet gezegd, alweer in een samenwerkend koksverband worden de beesten professioneel en ethisch correct door de dames gekookt en geserveerd. En ze smaken nog ook!
We willen Sylvie en Bart zeker niet ons favoriete plekje onthouden : Coco Bandero! Een wondermooi rif (Robinson Crusoë) en dito eilanden met de perfecte witte stranden, felblauw water en frisgroene palmbomen en Vaguebond er middenin.
In de Rough Guide en de Lonely Planet staan de 'Cayes Holandes' als absolute MustSee gebrandmerkt. In de pilot staan ze alom bekend als stikkedruk en alleen de naam al!
Maar we willen het toch een kans geven en vinden een eiland waar we amper met twee boten voor anker liggen op 5m diepte in hemelsblauw water! Superdeluxe! (Achter het grote rif telden we 18 boten...)
Op een paar tientallen meters achter de boot vinden we een zalig rif om rond te zwemmen met 101 verschillende vissen op amper een paar meter diepte. We vinden zelfs een grote porcupine en drie langoesten (maar die lieten we mooi zitten)! Dit is genieten!
Op het naburige eiland wandelen we de fotoshootroute, elke stronk, elke palmboom is de perfecte setting voor de perfecte postkaartfoto en daar wordt gretig gebruik gemaakt!
We kunnen maar niet begrijpen waarom sommige (Franse!) boten stante pede hun anker lichten als de anchorfee-boot langskomt om de 10$ te innen waarmee je een maand mag blijven, zelfs naar andere eilanden varen en terugkomen of waarom sommige Francobelgen (?! zo noemen ze zichzelf ?!) langszij komen om te zeuren over het luttele bedrag dat hier gevraagd wordt! 
Het lukt ons om weer dagelijks verse vis te pakken te krijgen en Sylvie ontpopt zich als een waardig fileerster. Bart wil wel eens proberen maar sluit zich aan bij Ivan : liever opeten, gefileerd.
De dagen vliegen om en hoewel we graag nog heel erg lang op Kuna Yala zouden blijven, hebben we nog een doel voor ogen.
Op Bart's Bucketlist (tegenwoordig moet je een lijst maken met dingen die je nog absoluut wil (moet?) doen voor je sterft en dat heet een bucketlist) staat 'de doortocht door het Panamakanaal' en dus nemen we afscheid van één van de mooiste plekjes op aarde en zetten koers richting Colon.

Veel sneller dan verwacht (we hoorden verhalen van 10 dagen wachten) mogen we al na twee dagen door het kanaal! Geen tijd om de gasflessen te laten vullen (drie dagen), de was te laten doen (twee dagen), schandalig te genieten van de meest luxueuze regendouches sinds ons vertrek (vond ik nog het ergste), te zwemmen in het zwembad, de 'loop' te wandelen in het natuurgebied vol vogels en apen en grote inkopen te doen (na een maand weer een supermarkt!!).

Roy Bravo, onze agent, regelt alle formaliteiten terwijl wij in de douche staan, de birdwalk meedoen waar we geen vogels zien maar wel enorm veel kapucijneraapjes en ontbijten in de yachtclub. Hij speelt zelfs taxichauffeur naar Colon, de dichtsbijzijnde stad waar je als vreemdeling beter niet zomaar op straat loopt. Hij levert ons netjes af midden in een shoppingcenter waar het vol bewakers loopt zodat we een 3G-kaartje kunnen bemachtigen om live verslag te doen van op het kanaal.
Nog 1 keer slapen en dan is het zover...

PS : er is één ding dat ik ook dolgraag zou doen, laat ik het voor de moderne mens 'mijn emmerlijst' noemen : zwemmen met walvishaaien.
Voor de rest neem ik het leven zoals het komt, er rollen sowieso verrassingen uit die mijn dromen overtreffen (kijk maar naar deze reis) ...

Leven als een Kuna

Kuna Yala, al heel lang een ultieme droombestemming en nu zijn we er. Op eigen kiel! Zelfs na drie weken zijn we het nog lang niet moe en zeker niet alleen omdat er zoveel te zien is.
Om van Cartagena naar Ukupseni (Playa Chico) te varen moesten we twee dagen en nachten op zee. Mits wat aanpassingsvermogen van zeebenen en -magen kwamen we allevier toch in redelijke staat aan op Kuna Yala waar we meteen ontvangen werden door onze nieuwe 'vriend voor het leven' Arkin. Onze eerste kennismaking met de Kunacultuur.
De Kuna zijn een indianenstam die ondanks alle veroveringen, verwoestingen en cultiveringstactieken van de westerlingen hun eigenheid en cultuur konden bewaren tot vandaag de dag. 
De mensen zijn klein van stuk maar blijken dankzij hun levenswijze heel erg oud te worden. Waar wij medische wonderen, dure kuren en pillen voor nodig hebben halen zij simpelweg alles uit de natuur. Ze zijn gezonder en leven langer dan wij!

Hoe? Ze blijven vrijwel volledig gespaard van de westerse hectiek en stresscultuur van altijd meer en beter. Er is nauwelijks elektriciteit, bijna elke hut heeft ondertussen wel een zonnecel om een lampje te laten branden en de gsm op te laden maar daar stopt het. Er zijn geen auto's, geen computers, nauwelijks tv (vaak staat de enige in het congres en behoort het hele dorp toe), geen microgolf of waterkoker, geen kookvuur, geen wasmachines, geen boormachines of grasmaaiers. Soms is er gsm-signaal maar wifi of 3G is bijna uitsluitend (en slecht van kwaliteit) te vinden in de lodges voor toeristen.

 

De Kunacultuur is een hechte groepscultuur, Kuna werken voor hun dorp. Er worden bananen en kokosnoten geteeld op de finca's net als mango's, ananas en yucca. Cacao en koffie worden gebruikt voor de rituelen.

De opbrengst is voor het dorp en de rest voor de familie. De mannen die niet op de finca werken, werken aan de huizen (palmdaken moeten elk anderhalf jaar vernieuwd worden) en vangen vis of langousten. Het teveel wordt aan toeristen verkocht. De vrouwen zorgen voor het huishouden en maken mola's, prachtige genaaide stukken stof in felle kleuren die ze in hun kleren naaien. Ze verbeelden de rituele tattoos die door de overheersers verboden werden. De verkoop van mola's zorgt voor een aanzienlijk deel van het inkomen van de familie.

Het hele leven wordt georganiseerd door het congres waar de Sahila dagelijks met de mannen van het dorp vergadert. Hier wordt beslist welke werkzaamheden moeten gebeuren, wiens dak vernieuwd, waar bos moet gerooid worden, wie hoeveel vierkante meter krijgt om iets te verbouwen, hoeveel de prijs van een kokosnoot wordt, hoeveel de vis kost. Zo kan en mag een Kuna niet van deze bedragen afwijken om te voorkomen dat de ene zich verrijkt door hogere prijzen te vragen of onder de prijs te gaan om meer te verkopen.
Giften van toeristen mag de gids niet houden (zeilen, petjes, t-shirts, ...), de Sahila beslist wie iets krijgt.
Het grote exportproduct is de kokosnoot die voornamelijk naar Colombia wordt uitgevoerd. Zo mag je geen enkele kokosnoot van de grond oprapen op koste van een zware boete. Elke kokosboom is eigendom van een Kunafamilie en door een noot op te rapen steel je van hun inkomsten.
De Sahila (stamhoofd) stelt ook elke keer iemand aan die de toeristen ontvangt en rondleidt door het dorp. Zo leerden we Arkin kennen, hij spreekt een heel klein beetje Spaans en dat maakt hem de geschikte man. Ook in Nestor en Bredio vonden we supervriendelijke gidsen.
Stuk voor stuk mannen met een verhaal die ons honderduit vertellen terwijl we in hun zelfgemaakte prauw roeien of zeilen. Zo'n prauw is de trots van de familie. De perfecte boom werd al jaren geleden gemerkt en wanneer hij eindelijk gekapt wordt, wordt er eerst 30 dagen aan geschaafd (met de hand uiteraard) voor hij naar het dorp gebracht wordt voor de fijne afwerking. Dat kost weer makkelijk 30 dagen handenarbeid. Maar de bootjes zijn prachtig! 
Stevig, wankel maar toch stabiel, zodanig gesneden dat ermee geroeid kan worden maar bij ruime rakken makkelijk een bamboemast geïnstalleerd kan worden met een zeil.
Zo ervoeren we zelf dat onze mannen in Dingel met zijn 2pk motor in de verste verte Arkin niet konden bijbenen, met twee extra vrouwen in zijn prauw (grijns)!

Van de 365 eilanden zijn er amper 40 bewoond, ze staan volgebouwd met hutten, de toiletten steken uit op palen. Op sommige andere eilanden staan enkele lodges/hutjes voor toeristen.

De meesten echter zijn onbewoond en genieten onze voorkeur : palmbomen, witte stranden, het blauwste water ooit en heerlijk warm water. De oceaan die continu breekt achter het rif. Wie maalt erom dat we niet naar de winkel kunnen om vers brood of verse groenten? Dat we extreem zuinig moeten leven met vers water, douchen en alle voorraad in de kast? 

De vraag 'Wat eten we vandaag?' wordt pas beantwoord als een verkoper is langsgeweest. Werd er niets gevangen dan hebben we nog blik... en brood kunnen we zelf bakken. Ondertussen zijn we erg geduldig in het wachten op ons avondeten en vooral nieuwsgierig naar de 'Catch of the day'.

 Eén keer konden we bij onze gids thuis blijven eten. Bredio had ons eerder die dag begeleid voor een machtige tocht door de jungle en een rondvaart op de rivier, op zoek naar krokodillen (maar het was zondag en ze hadden vrijaf). Hij houdt een schrift bij met alle bezoekende jachten en enkele vertrekkers hielpen hem om het aanbod aan diensten (begeleide tochten, wassen, werken aan de boten) in verschillende talen te vertalen, wij leverden onze bijdrage door de Nederlandse vertaling toe te voegen.

We kregen heerlijke gebakken yucca en versbereide vis met een soepje van bakbanaan en yucca in kokosmelk terwijl Bredio honderduit vertelde over zijn spectaculaire reis naar Frankrijk. Een Kuna die het dorp mag verlaten is één ding, maar naar Europa? Als bewijs dat het niet zomaar een verhaaltje was moest hij een foto mee terugbrengen van hemzelf in de sneeuw, pas dan liet de Sahila hem gaan!
Leven op het ritme van de dag was nog nooit zo eenvoudig, leven zonder luxe nog nooit zo schandalig luxueus.
Wij voelen ons de rijkste mensen op aarde en zouden hier nog heel lang kunnen en willen blijven maar het weer roept en we moeten stilaan verder.
Met weer een plekje vol liefde bij in ons hart, speciaal voor Kuna Yala.
Degimalo Kuna Yala, nued!

La mujer es una cosa especial

Volgens de Kuna-cultuur heeft god de aarde geschapen, samen met Moeder Aarde. De vrouw is bij de Kuna het centrum van de samenleving, de spil van de cultuur, het middelpunt van het bestaan. Wanneer ze trouwen trekt de man in bij de vrouw en bij elk eilandbezoek wordt onmiddellijk duidelijk wie van de twee thuis (onder de prachtige traditionele kledij) de broek draagt!

Toen onze bbq niet doorging op Ukupseni mocht Arkin (de door het dorp aangestelde gids) zelfs niet vroeger naar huis komen omdat hij zijn vrouw beloofd had dat hij pas om 20.00 zou thuis zijn, hij bleef de hele avond van boot naar boot varen tot het tijd was... 
Sinds Colombia is onze crew verdubbeld, onze plek aan boord gehalveerd en eten, drinken en douchen zwaar gerantsoeneerd.
Ivan en ik hebben alle tijd van de wereld gehad om te wennen aan absoluut geen luxe en waterrantsoenen en onze crew proberen we zo goed en zo kwaad mogelijk voor te bereiden.
Je handen wassen? Alleen als het echt moet! 
Douchen? Eén keer om de twee, drie, zelfs vier dagen. We kunnen zwemmen en er is de plantenspuit.
Snoep? We hebben een volle kast met zoutjes en zoetjes maar op is op.
En dan zijn ze daar! 
Anke en Rob komen in Cartagena aan boord en na de nodige beproevingen (temperatuurverschil van meer dan 30°C, oceaanbenen kweken, keukenrol op rantsoen (werkelijk!)) wennen ze verbazingwekkend snel aan een compleet gebrek aan moderne luxe. 
We cruisen veertien dagen langs de meest fabelachtige eilanden met stranden witter dan wit, water waarvan de tint nog niet eens een naam heeft maar die voor altijd in ons hoofd zit, verlaten Robinson Crusoë-eilanden waarop filmscenes uit The Pirates of the Carribean, James Bond of The Blue Lagoon meesterlijk en zelfs beter nagespeeld worden dan het origineel en palmbomen die zelfs na een fotoshoot van 360° nog ergens wel vanuit een betere hoek gefotografeerd kunnen worden. 
Alle eilanden liggen binnen een eigen rifgordel. Binnenvaren is soms al een hele uitdaging : de elektronische kaarten zijn verre van nauwkeurig en hier wil je echt niet op een rif varen! Als we op onze Navionicskaarten zouden navigeren varen we regelmatig over een eiland in plaats van errond.
Je kan enkel rekenen op de persoonlijk uitgetekende gids van Eric Bauhaus, die zelf alle dieptes peilde, alle riffen in kaart bracht en voor elk rif de exacte waypoints geeft om veilig binnen te kunnen varen.
Binnenin zo'n rif lig je in amper 5 meter voor anker, op heerlijk vlak kristalhelder water terwijl de brute deining vanop de oceaan op het rif slaagt. Een heerlijk geluid om mee in slaap te vallen, in niets te vergelijken met de afkooksels op ceedeetjes met 'natuurgeluiden'. Het is er heerlijk zwemmen en snorkelen in water van 30°C. 
Wanneer je door het rif naar de buitenkant zwemt kom je vaak in een prachtig aquarium terecht.
Zelfs Rob, die dan wel zeebenen heeft maar ze liever droog houdt was na een paar pogingen volledig gewonnen voor het snorkelen!
De buitenkant, waar de oceaan met alle kracht tegen het rif uiteenspat na duizenden mijlen vrij te hebben gezworven, is prachtig : hoge muren van hard en zacht koraal, prachtige vissen en schelpen. 
We eten wat de pot schaft en vermits er nergens winkels zijn (al kan je in enkele dorpjes wat basismiddelen krijgen : bananen, kokosnoten, yucca en brood en eieren of een ananas als je geluk hebt) is het wachten tot de vissers of boeren langskomen met hun vangst of oogst. Als er om 15.00 niemand geweest is moeten we aan het improviseren met onze voorraad.
Gelukkig komt dat bijna nooit voor en eten we elke dag versgevangen vis voor een paar dollar. Het aanbod is beperkt maar toch slagen we erin elke dag een andere vis te pakken te krijgen.
We hebben de luxe van een echte visser aan boord die mij een perfecte fileercursus geeft. Door de dagelijkse visaanvoer geraak ik eindelijk over mijn afkeer om vis te gutten (kuisen), Ivan blijft het gewoon niet doen. Fileren duurt nu ook geen uren meer en de fileetjes worden nu echt tot de laatste gram afgesneden. Zelfs de grote barracuda zat in geen tijd netjes in een plastieken bakje in de koelkast!
Als klap op de vuurpijl krijgen we regelmatig langousten aangeboden. Tot voor ons bezoek sloeg ik dit altijd af. Onze potten zijn niet groot genoeg en hoe steek je zo'n beest in hemelsnaam in een pot kokend water? Het lééft!
Ook daar komt Kok Rob weer in zijn element en samen bereiden we een menu om U tegen te zeggen, nog nooit zo lekkere beestjes gegeten!
De veertien dagen vliegen voorbij, veel te snel naar ons oordeel!
Voor we het weten liggen we voor anker op het enige toegangspunt naar het vasteland van Panama, Carti en is Lennie, de boordkrokodil weer afgelaten en opgeplooid, de zwaar vervuilde was ingeladen en het snorkelgerief ingepakt. Gelukkig hadden ze zoveel chocolade en bier meegebracht (en achtergelaten) dat inpakken nu geen 30 herschikkingen meer vergt!
Hier wisselt vandaag, net op mijn verjaardag, onze crew. Anke en Rob stappen in de taxi die Sylvie en Bart een paar uur door de jungle geraced heeft. 
Einde van een enorm geliefd en geapprecieerd bezoek. Het was een plezier om samen met jullie Kuna Yala te verkennen.
We zijn helemaal klaar voor deel 2 van onze becrewde reis : een stukje Kuna Yala en de doortocht door het Panamakanaal!
Ik denk dat er zelfs nog wat keukenrol over is! (grijns)

Het is weer zover

Het internet is zodanig slecht dat we geen foto's kunnen uploaden, hopelijk gaat dat in Panama beter.
Die hou je dus tegoed.
We vertrekken zo dadelijk voor enkele weken richting Kuna Yala, daar is geen internet en onze walkapitein vaart mee.
De volgende drie weken zal er dus geen nieuws op de blog verschijnen.

Het is weer eens zover.

We zijn verliefd. Ja, nog steeds en elke dag meer op elkaar maar nu ook op Cartagena de Indias.

De stad heeft een heel rijke geschiedenis van Spaanse ontdekkers, Franse en Engelse invasies, Spaanse heroveringen en onafhankelijkheid en houdt nog vele tekenen van al die invloeden in leven in een wervelende binnenstad.

 Cartagena is een grote stad met vele wijken. De woonwijken met hoge torens, de werkwijken met hoge torengebouwen, de buitenwijken met kleinere huisjes en krotten het historische centrum, waar alle leven zich afspeelt. Waar alle kleuren bij elkaar komen en over de stad schijnen als een vibrante regenboog.

Dag en nacht zijn de straten overvol beladen met toeristen -natuurlijk- in short, wandelsandalen en de het obligate fototoestel (zoals wij!), locals in versleten jeans en met petje, sjieke madammen helemaal opgetut en op torenhoge hakken en zakenlui in kostuum.

Iedereen laveert kunstig op de afschuwelijk gevaarlijke voetpaden vol gaten en tussen de duizenden straatventers die op straat zitten, door de straten lopen, achter of op hun hun bakfiets of kar liggen of portieken innemen. Ze verkopen echt alles : kleedjes, handtassen, hoedjes (ik wil er best zo eentje!), smaragden (de nationale edelsteen), zelfgemaakt kettingen en armbanden, ijsjes, water, fruit en fruitsapjes die ze ter plekke maken, boeken, empenadas (elke dag eentje!), frisdrank, sigaretten, snoep en lotjes... Nooit alles tegelijk, elk kraampje heeft zijn specialiteit en ze zijn met veel, heeeeel veel!

Daarbij zit de stad ook nog eens vol taxi's, voetgangers zijn 'quantité négligeable' maar we beginnen de truc te snappen : ze stoppen nooit uit zichzelf, ook niet aan een zebrapad, met een beetje geluk wel voor een rood licht maar wanneer je een voet de straat opzet stoppen ze wel. Allemaal. Zonder boos te worden.

Het leven is aan de durvers in Cartagena!

Elke gevel lijkt hier een heel verhaal te verstoppen. De ene herbergt een voorraad drank voor de straatventers, een andere blijkt een hele werf of een stort te herbergen maar achter veel kleurrijke gevels vind je een pracht van een binnentuin of een park al dan niet met terrasje. Gewoon binnenlopen en kijken dus.

We proberen elke dag een voormiddag aan de boot te werken, er zijn heel wat klusjes en opkuiswerk te doen voor onze Friendjes aan boord komen. We hebben Vaguebond helemaal ingericht voor een wereldreis met zijn twee : er is geen vrije kajuit (ah nee, dat is berging) of vrije kast in de hele boot! Onze slaapplek is nu zo goed als gehalveerd, we slapen nu naast een kajak en een spinaker, als Ivan zijn voeten (maat 45) omhoog draait, kunnen de mijne er nog net naast (maat 35)...

De namiddag trekken we de stad in : El Castillo de San Felipe de Barajas, el Museo de San Pedro de Claver, las Bovidas, la Plaza Bolivar waar het heerlijk toeven is tussen de locals en je nooit alleen op een bankje zit, een van de andere pleintjes en parkjes, een terrasje, ...

Het liefst kuieren we rond in de hoek van de stad waar minder toeristen zitten maar er elke dag feest lijkt te zijn, de mensen zijn er uitgelaten en vriendelijk.

Het eten is lekker en spotgoedkoop, ik kook niet meer!

We voelen ons hier helemaal thuis en op ons gemak, met honderden politiemensen die door de stad lopen of rijden, zelfs met de segway (en uitblinken in afwezigheid als er echt iets gebeurt) en de enorm vriendelijke en hartelijke securitymensen die 24/24 voor de haveningang de wacht houden, en aan de poort, en op de kop van elke ponton, het havenpersoneel die talrijker zijn dan het aantal boten en met de glimlach onze boodschappen in de meest vreselijk onhandige karren met ijzeren of houten wielen tot aan de boot rijden.

 Stuk voor stuk warme mensen die door het (veel te) warme klimaat duidelijk op een ander tempo leven. Dat zelfs voor ons nog traag is!

 

We <3 Cartagena de Indias!


Oh nee, weer een cruiser!

Wegens een extreem slechte internetverbinding staan er wenig foto's op de blog, we vermoeden dat de verbinding te nauw is voor de gemiddelde Amerikaan ...

Hopelijk spreken de woorden een beetje tot uw verbeelding ...


* Elke realistische gelijkenis met bestaande personen berust op puur toeval! 
* Eenieder die zich geroepen voelt deze blog te verfilmen, in tekenfilm te gieten (onze voorkeur), een strip of een serie van te maken, gelieve met ons contact op te nemen. 
* (Bijna) elke scene is door ons persoonlijk ervaren of werd buiten onze wil om door onze oren geblazen of getoeterd en wordt zo objectief mogelijk weergegeven, schuttingtaal werd uit de conversaties verwijderd.
Cruiser :
(Onbekend bij Van Dale dus hierbij onze eigen verklaring) :
- Persoon die zich per boot verplaatst, meestal op vakantie, op exotische bestemming vaak betreft het een zeilschip.
- Betalende passagier op een cruiseschip, vaak op boten van enkele 100'en meters lang met verschillende restaurants, shops, cinema's, casino's, bars, zwembaden en wellnesscentra. Meestal in gezelschap van zichzelf zwaar overschattende bekende figuren die al eventjes uit de hitlists verdwenen zijn en dagelijkse 'shows' ten beste geven. ('Is this the way to Amarillo?' schalt al sinds La Coruna door ons hoofd)
We stellen hier een paar levensechte scenario's voor met cruisers van het tweede type.
- Aan boord in de stuurhut, 22.00 (kapitein, eerste stuurman) :
Kapitein : "Stuurman. Leg de motoren stil, we gaan te snel!"
Stuurman : "Maar Kapitein, we varen amper 15 knopen! Bonaire ligt maar op 30 mijl van hier, binnen 2 uur zijn we er!"
Kapitein : "Stuurman, geen sprake van! We kunnen het absoluut niet maken om voor zonsopgang aan te komen, zo zien onze gasten tenminste dat we echt gevaren hebben deze nacht! Het zou niet de eerste Amerikaan zijn die klacht indient omdat hij beweert dat we nog op exact hetzelfde eiland liggen als gisteren! Nee. De gasten moeten ons zien aanleggen met hun eigen ogen tijdens het ontbijt, we gaan niet verder en dobberen hier wel de hele nacht rond!"
- Aan boord, door de speakers, 7.30 (omroepster of bandje) :
"PINGPONG" (het meest vreselijke geluid om 's ochtends mee gewekt te worden!) "Beste gast, aanschouw met uw eigen ogen ons aanlegmanoeuvre op La Gomera! Begeef u nu naar het aanlegdek 3 aan bakboord! Indien u liever ontbijt, er zijn nog milkshakes, pudding, croissants, worst en spek met eieren tot 9.00!"
- Aan boord, door de speakers, 8.30 (omroepster of bandje) :
"PINGPONG" "Beste gasten, voor vandaag staat ons Bonaire-programma voor u klaar! U heeft uw activiteit voor vandaag al zes maanden geleden gekozen, ik geef u hierbij de richtlijnen :
Ga en ontdek Bonaire!"

* de snorkeltrip vertrekt om 9.00 vanaf uitgang 1, u wordt opgehaald door 'Snorkeltrips Aurora' en de begeleider zal zich kenbaar maken via het gele bordje met nummer 1 en het wachtwoord 'snorkel'. Indien 1 van beide ontbreekt, begeef u zo snel mogelijk terug naar uw schip, zonder achterom te kijken. Deze man is een bedrieger!
* de zeiltrip met de catamaran Mushi Mushi vertrekt om 9.00 en om 10.30 vlak naast de boot, te bereiken via uitgang 2. De kapitein draagt een rood bordje met nummer 2 en het wachtwoord is 'Mushi', ook hier gelden dezelfde veiligheidsvoorschriften!
* de begeleide rondritten over land vertrekken allemaal aan het einde van de steiger, rechtsaf op de parking. De begeleiders houden allen een gekleurd bord met nummer 3 op, de kleur van het bord stemt overeen met de kleur van uw armband die u krijgt bij het verlaten van het schip.
* de rondvaart met de piratenboot vertrekt aan de achtersteven van het schip, u kan makkelijk aan boord komen aangezien deze boot aan onze eigen achtersteiger aanlegt, enkel mensen met een roze armbandje kunnen mee!
* voor de mensen die vandaag geen excursie boekten : er is zoals elke dag een authentieke markt waar u in uw eigen taal te woord gestaan wordt. Ook de golfkarretjes en brommers zijn weer van de partij. Wanneer u het schip verlaat is de onmiddellijke zone rond het schip, het centrum van de stad, volledig afgezet. Ga vooral niet te ver van het schip, houd u aan de zichtbaarheidsregel : ik zie het schip = ok, ik zie het schip niet = alarm! 
U zult een aantal lokale bedrijven vinden waar u alsnog citytrips, rondvaarten, duikinitiaties, kitelessen enz. kan boeken. Wees gerust, alle aanbieders die onder de groene tentjes staan zijn door ons uitvoerig getest en goedgekeurd!
Voor u weer aan boord komt kan u een drankje nuttigen in de witte tent voor het schip en kan u uw handen wassen.
Vergeet niet om 16.00 aan boord te komen. Dan opent ons all-in buffet! We hebben vandaag wafels, pannenkoeken, ijsjes, milkshakes, taartjes en bonbons in de aanbieding.
Wie later dan 16.00 aan wal blijft, doet dat op eigen risico. Dit is niet Amerika! Na zonsondergang wordt het ronduit gevaarlijk (en zijn wij weer al lang vertrokken!)!
Nuttig geen vers fruit, groenten of traditioneel ijs en drink uw cola uit het blik, we hebben niet voldoende immodium aan boord voor 2500 zieken!

Voor de thuisblijvers zijn er vandaag de films 'Dumb and Dumber', Honey I shrunk the kids!' en 'Home alone!'. Sorry, 'Free Willy' en 'Titanic' spelen we pas morgen terug.

 In ons variétéprogramma vandaag : Sergio, Robby Longo (wie?) en Nicole en Hugo!

 Voor de durvers liggen de surfplanken en kayaks klaar aan de achtersteven.

- Aan wal, in een willekeurige winkel (winkeljuffrouw, Amerikaanse familie)
Je wandelt als argeloze toerist een winkel binnen en wordt vriendelijk geholpen door de winkeljuffrouw van dienst. Komt daar plots een ongelofelijk dikke man binnen, gevolgd door een minstens even dikke dame en dito kind, allemaal met openhangend hawaï-hemd rond hun dikke buik of een nietsverhullend doorkijkbloesje over een knalrode bikini, slurpend van een halve liter cola of een milkshake met echte room. Stormt de hele familie als een meute op hol geslagen olifanten naar de winkeljuffrouw en eist zonder pardon haar onmiddellijke aandacht. De juffrouw in kwestie is dusdanig overrompeld en weet niet wat doen. Uit pure doodsangst durft ze hen zelfs niet te vragen te wachten tot het hun beurt is en probeert zo snel mogelijk van hen af te geraken zonder een proces aan haar been te krijgen.
De excuses komen later, niet van de Amerikanen, wel van de winkeljuffrouw.
Eerlijk? We hebben nog nooit zulke onbeschofte boeren gezien! En sinds Tenerife zien we ze veel te vaak naar onze zin.
Als er weer zo'n boot ligt, blijven wij liever aan boord...

- Aan wal, bij één van de stalletjes die eilandtours per bus verkopen (chauffeur, Amerikaanse passagier) :

De chauffeur is net een ander koppel de rondrit aan het uitleggen aan de hand van een kaart...

Chauffeur : "Eerst rijden we naar het zuiden van het eiland, daar zullen we slavenhuisjes zien en aan de andere kant de zoutwinningsgebieden..."

Amerikaanse toerist werpt zich tussen kaart (die omvalt) en chauffeur : "Hey, wette gij hoe lang daget varen is van dees eiland nort volgende?"

Chauffeur : "Excuse me, u bedoelt van Bonaire naar Curacao of waar gaan jullie naartoe?"

Amerikaan : "Oe moetekik da na wete? Van dees nort ander èj!"

Chauffeur, verbouwereerd : "Sorry, dat weet ik niet!"

Amerikaan : "Wa voor een kl***gidske zijdegij?!"

 

- In een duikshop (koppel Amerikanen, duikbegeleider) :

Begeleider : "Hoe lang duikt u al?"

Amerikanen : "Wij? Mo manneke toch, ik duiktigde al toen da gij nog in de pampers lag!"

Begeleider : "Knap, dan heeft u best veel ervaring, wie weet kan ik nog iets van u leren! Mag ik uw logboeken dan eens zien, zo weet ik meteen wat ik kan verwachten."

Amerikanen tonen hun logboek en daar staan amper 20 duiken in...

Even later gaan ze samen naar de makkelijkste plek (de Amerikanen beloofde hij dat het de mooiste plek van Bonaire was) en gaan het water in.

Al op 5m diepte stuitert mevrouw over de grond als een pingpongbal, volledig in paniek. Meneer raakt met zijn 100 kilo zelfs niet beneden.

 

Einde duik...

- Santa Cruz de Tenerife, aan de cruiserterminal (Ivan, Engelsman) :

Ivan wandelt op zijn gemakje van de haven naar de bakker en passeert daarbij de cruiseterminal waar net een nieuwe lading cruisers gelost is.

Engelsman brult vanop een paar meter : "Hey you! Do you speak English?"

Ivan : "Unfortunately, I do not master any word of Shakespeare's language."

Einde gesprek, al bleven de driedubbele onderkinnen van de nekloze man vertwijfeld sidderen...

De Amerikanen zijn de ergste en meest arrogante maar ook de meeste andere cruisepassagiers lopen erg hoog op met zichzelf. Ze tonen weinig respect voor het gastland en nog minder voor de inwoners. De luttele uren die ze er doorbrengen staan in het teken van hun checklist maar hoe kan je op amper enkele uren tijd (sommige schepen meren om 08,00 's morgens aan en vertrekken om 13,00 geen enkel schip blijft later dan 18,00!) een stad of een land zien, laat staan leren kennen? Ze komen nauwelijks een stad in, verwachten overal gidsen in hun eigen taal en liefst van hun eigen huidskleur die hen vooral ver weg houden van al wat anders en authentiek is.

 

Dat we geen fans zijn van cruiseschepen mag duidelijk wezen, wij komen van Atlantis, zij vanuit hun Hemel het Cruiseschip. Vermoedelijk zijn er ook andere passagiers maar spijtig genoeg vallen die niet op. Ook andere zeilers en de gelukkigen die op deze heerlijke eilanden in de toeristische sector werken kennen zo te horen exect dezelfde ergernissen. De tijdelijken keren na een paar maanden naar huis terug maar de locals leven van dit soort toerisme, zij groeien ermee op en kweken een olifantenvel.

 

Wij weten één ding : toerisme scoort niet hoog op ons toekomstplannenlijstje!

Zeker niet als er cruisers en Amerikanen aan te pas komen!

Naar het vasteland : van Curaçao naar Colombia

Vijf maanden hebben we rondgezworven langs eilanden maar vandaag vertrekken we weer naar het vasteland. Naar Colombia, Cartagena!

 

Na een hoop gezever laten we de criminele zonnepaneelverkoper in zijn vet (en ons geld) sudderen.

Als we het Spaanse Water uitvaren worden al die leugens, flauwe smoezen, valse beschuldigingen en achterbakse streken al meteen voor een groot deel achtergrondruis. Vaguebond sjeest er, ondanks de deining,  weer eens vandoor met heerlijke gemiddeldes van bijna 8 knopen! We halen ons maximum daggemiddelde aller tijden van 190 mijl op 24 uur!

Ik slaap als een marmot, zelfs wanneer Vaguebond van hoge golven dendert of badkamerkasten openspringen en hun inhoud door de boot katapulteren, slaap ik lekker door! Het doet deugd om weer op een varend schip te slapen.

 

Sam stuurt perfect, Vaguebond klieft door de golven en wij vinden al snel ons zeeritme terug, zo hebben we het graag!

De tweede dag valt de wind weg. Onze sjeessnelheden ruimen plaats voor een gezapige 5 knopen. Stilte voor de storm, weten we...

Voor het eerst in maanden lopen we 's nachts wacht in zeilpak en fleece, dat zijn we echt niet meer gewoon! Gelukkig stijgt na zonsopgang de temperatuur makkelijk met 15 graden zodat je al snel weer staat te zweten in je zwembroek.

Ook de vliegende vissen zijn weer van de partij, zo mogelijk nog chaotischer dan gewoonlijk.

De derde dag trekt de wind aan, we naderen Baranquilla, een geduchte kaap waar altijd veel wind en hoge golven staan. Minder dan 30 knopen is een uitzondering.

Wetende dat je bij je weerbericht (33 knopen) makkelijk 5 knopen moet bijtellen, rekenden wij op vlagen van om en bij de 40 knopen... (veiligheidshalve hadden we onze knaloranje stormfok al aangeslagen aan ons kotterstag en hebben we op Curacao, met behulp van vriendelijke buren, ons sleepanker gebruiksklaar gemaakt)

En dat hebben we geweten!

Vaguebond dendert op haar zij van golven van zo'n zes meter naar beneden om door een volgende golf de andere kant op gegooid te worden.

Voor het eerst krijgen we te maken met brekers, ze schuimen de kuip in en zetten ons tot onze knieën in het water, gelukkig zonder dat er veel water binnen in de boot geraakt (leve het opstapje!).

Natuurlijk varen we weer pal voor de wind en moeten we gijpen... 's nachts. Glibberend tussen de vliegende vissen strompel ik op het voordek om de spiboom van kant te wisselen en verlies daarbij de uphoal (touw dat de spiboom omhoog houdt), bummer! Dat wordt mastklimmen volgende week.

Het weer is zo wisselvallig en bruut dat we besluiten om samen wakker te blijven. Slapen lukt niet en zo verliezen we niet onnodig tijd met aankleden als er hulp nodig is aan dek. En het geeft ook een fijner gevoel om niet alleen aan dek te zitten.

Dat maakt dat we meer dan 24 uur in de weer zullen zijn, nauwelijks kunnen eten of plassen, niet slapen en vol blauwe plekken zullen staan. Al dommel ik bij een winddipje af en toe wel in ...

Eens de nacht en de hoek van Baranquilla voorbij duurt het nog een paar uur, waarbij onze douchezak mysterieus verdwijnt in een breker, de bevestiging van een zonnepaneel sneuvelt en de AIS (toestel waarbij we de omringende schepen zien en ook hoe dicht ze zullen komen en wanneer dat zal zijn) kuren krijgt.

Eindelijk lijkt de wind ook moe te worden, de deining in slaap te vallen en de brekers minder fanatiek. Ik val opgeplooid in de kajuitingang in slaap, echt niet de meest comfortabele houding maar de vermoeidheid speelt mij parten. Mijn bewondering voor helden als de Volvo Ocean Race-mannen en -vrouwen groeit alleen maar...

Raar maar waar, de wind luwt zodanig dat we uiteindelijk op een vlakke zee heerlijk genieten van de aanloop van Boca Chica de Cartagena, de laatste mijltjes zelfs nog eens heerlijk aan de wind. Zo'n zeildag doet je alle ellende van de dag en nacht voordien vergeten!

En nu liggen we dus in Colombia, in Cartagena.

We zijn hier verdorie helemaal zelf naartoe gezeild!

We kunnen het nauwelijks geloven maar het is echt waar : na zeven maanden en een half liggen we met onze eigen boot afgemeerd in Colombia!

Frogfish in actie

Zoals beloofd :

We hebben tijdens één van onze duiken op het Kalabas Reef in Kralendijk een frogfish (of hengelaarvis) in actie gefilmd. Het heeft wat geduurd eer we het filmpje hadden gedistilleerd uit de onderwaterfilm en nog langer voor we een goede internetverbinding hadden om het online te zetten maar hier is hij dan, onze eigen Olympische Frogfish!

Geniet ervan, dit zie je niet dikwijls (denken we).

Stress? Hoezo stress?

Een week geleden hadden we bijna een volledige dag nodig om ingeklaard te geraken in Curacao. 
Met de bus naar Willemstad, langs de douane waar we geholpen werden door een man die klaarblijkelijk niet kon lezen, nauwelijks Engels sprak en voor het eerst in zijn leven achter een computer zat.
Zijn collega's liepen over van vriendelijkheid en om beurten weg zodat ze konden gaan lachen zonder dat het te hard opviel...
De lieve man had duidelijk geen stress, stelde 100 keer dezelfde vraag, vulde 100 keer ons antwoord in het verkeerde vakje in en deed er werkelijk minuten over om onze getallen te vertalen naar het Spaans! 
Na de douane mag je aan de andere kant van de stad naar immigratie, via de prachtige Koningin Wilhelminabrug, een houten brug gebouwd op drijvende pontons die door een kabine met een motor weggevaren wordt wanneer er een schip passeert.
Zo traag als we bij de douane vooruitgang boekten, zo snel ging het bij immigratie. Maar door de eerder opgedane vertraging was Port Authority dan weer gesloten waar we nog een ankerpermit moesten halen. 
Willemstad verbaast ons, het is een echte stad! Die zagen we niet meer sinds Santa Cruz de Tenerife.  Met winkels, massa's winkels, een drijvende markt en de Plasa Bieu, een soort overdekte markt waar zes open keukens gevestigd zijn die de (h)eerlijkste lokale gerechten serveren voor een vriendelijk prijsje, een aanrader! 
Na een tweede bezoek bleek de stad niet echt overdreven groot en is er weinig te doen maar toch was het een plezier om nog eens door drie winkelstraten te kunnen struinen.
Er is niet echt openbaar vervoer zoals wij het kennen, het lijkt alsof iedereen die zich geroepen voelt (met of zonder rijbewijs?) en een busje heeft, chauffeur kan spelen. Er is geen uurrooster, zelfs geen vaste route, als de chauffeur zin heeft rijdt hij/zij wel eventjes langs jouw plek. In zo'n busje stap je soms zo in het midden in het leven van de chauffeur : onze laatste chauffeuse (met tijgervel op het dashboard, een bus vol blingbling, een lederen met gouden kralen omhangen stuur en ettelijke kruisbeelden overal in de bus - en we vermoeden dat ze van al haar passagiers voodoopopjes heeft gemaakt) hanteert met ijzeren hand (en God's alziend oog) de orde in haar bus (waar maximum 7 mensen meekunnen). Zo erg dat zelfs Ivan en ik geen woord meer tegen elkaar durven zeggen wanneer we alleen achterblijven op een plek waar we de hele week nog nooit met een bus geweest zijn en ze plots een klein zijwegje indraait, de banden en versnellingsbak piepend onder ons...
Gelukkig zet ze ons heelhuids en, denken we, zonder vervloekingen af aan de baai.
Op het Spaans Water, in de Caracasbaai, ligt het vol boten maar weinig passanten. Elke dag rijdt een (gratis) bus naar de supermarkt en we zijn vaak alleen. De bus stopt niet ver van de watersportwinkels en daar maken we graag gebruik van! Onze bankrekening vertoont weer eens een opvallende dip.
Elke week is er een Captain's Diner in een leuke bar en daar is het een hele gezellige boel! We maken kennis met een aantal vaste liggers hier, allemaal supervriendelijke mensen met een massa aan tips voor het vervolg van onze reis.
Ondertussen, 14 dagen na de afspraak, is ons zonnepaneel er nog steeds niet. Na een hele serie aan groteske leugens (wist u dat carnaval dit jaar compleet onverwacht kwam en dat in Nederland het hele land een week platligt? (Dit was de eerste)) is het nu al tijden muisstil aan de kant van de dealer, ons geld heeft hij wel... We hebben ondertussen vernomen dat de man hier doodleuk voor ons voor anker ligt en alom gekend is als onbetrouwbaar individu. Hij blijkt niet eens in Curacao te wonen want verkast om de zoveel maanden een tijdje naar Venezuela zodat hij een nieuw toeristenvisum krijgt. Zijn bedrijf blijkt nergens geregistreerd.
Wat doet zo'n individu op de dealerlijst van Victron? De belangrijkste reden om een dealer van Victron te zoeken was de betrouwbaarheid van de firma en de uitdrukkelijke belofte dat we ons paneel op 14/02 zouden hebben.
Stress dus!
In Colombia verwachten we onze Friendjes waar we enorm naar uitkijken maar ook dat brengt stress met zich mee : hoe gaan ze zich aanpassen aan 1 douche per week? Hoe gaan we de boot voorzien op een maand met vier mensen zonder mogelijkheid om water en voorraad in te slaan? Is de boot wel proper genoeg? Geraken we er wel op tijd? ...
Meer stress!
De tocht naar Colombia wordt omschreven als de zwaarste van een hele wereldomzeiling. We zullen sowieso meer dan 24 uur moeten doorspartelen met niet minder dan 30 knopen wind en een deining waar we niet vrolijk van zullen worden. Nu zijn we niet bang uitgevallen maar toch... 
Nog meer stress!
het knaloranje stormzeil ligt klaar op het voordek, er zit eten voor twee dagen in de diepvries dan hebben we ons daar ook al geen zorgen over te maken.
We spreken u binnen een paar dagen, stress of geen stress.

Als een V.I.P. in het water

Deze parrotfish lacht al zijn tandjes bloot!
Deze parrotfish lacht al zijn tandjes bloot!
Ik schrijf deze blog met een heerlijk jazzy orkestje op de achtergrond. De jongens in het grote huis achter ons hebben blijkbaar een feestje en het is heerlijk relaxed. Lekker in de kuip met een glaasje wijn, verse ananas, de nieuwe maan die opkomt en een beetje licht werpt op Klein Bonaire en de live muziek met ons op de eerste rij. Ondertussen jagen onder ons de tonijnen en de barracuda's op klein grut, met tussenpozen stuiven ze op uit het water met voor zich een school / zwerm vluchtende vissen.
Na de allesovertreffende vriendelijkheid van de mensen hier, Bonairiaan en Nederlander, vielen we eerder geheel toevallig voor de op en top klantvriendelijkheid bij VIP Diving. Niet dat we te klagen hadden van andere duikshops, zeker niet maar toevallig belandden we hier en bleven hier.
We keken enorm uit naar Bonaire, het duikparadijs bij uitstek. Waar we minder rekening mee hadden gehouden was het het feit dat we voor elke duik onze hele outfit, inclusief fles al snel een 30 à 40kg per man, vanop de zwemtrap op de boot in de bijboot zouden moeten tillen, met de bijboot gaan duiken (beperkt in afstand wegens de grootte van ons 2pk-motortje), alles weer in de bijboot tillen, daarna in de grote boot (heel handig zo'n zware fles vanop een wiebelende bijboot omhoog tillen) en onze stalen flessen van 15 à 20 kilo op 1 of andere manier naar een duikshop slepen om te laten vullen...
We zijn dus enorm opgelucht dat we het hele boeltje in 1 keer naar de gearroom konden brengen, daar spoelen en te drogen hangen na de duik en op elk moment mochten langskomen om ons gerief op te laden (in de auto) of te voet gaan duiken naar het huisrif, Kalabas Reef.
Zolang we de auto hadden was dat geen probleem, we toerden rond en zochten een mooi plekje uit (zijn er andere op Bonaire?). Elk van de 100 plekjes is zo verschillend : het koraal, de lichtinval, de variatie aan vissen, de grootte van de vissen, hard koraal, zacht koraal, noem maar op. We hebben aardig wat plekken gedaan en raken het maar niet eens over de topspot. We zagen zoveel en zo mooie vissen dat we soms bijna vergaten te ademen bij het zien van al die mooie kleuren (en dat kan bij duiken wel eens slecht aflopen...) en de wuivende koraalbladen.
Bij elke duik winnen we aan vertrouwen, in het duiken en in elkaar, we blijven zonder nadenken perfect uitgetrimd, klaren brillen alsof we ons hele leven niets anders deden, blijven eeuwig hangen boven stenen en koraalbossen omdat er zoveel te zien is, we vinden makkelijk de meest onzichtbare vissen en wijzen zonder problemen minieme blennies (kleine wormpjes van amper 5mm dik), spotted murrays, flounders die volledig wegsmelten op de steen waarop ze liggen en frogfish die doen alsof ze kleurrijk koraal zijn.
Ivan achtervolgt elke papegaaivis die zijn tanden bloot lacht, we proberen zodanig op de foto te staan naast spotted eagle rays, tarpons en groupers om te bewijzen hoe groot ze zijn, zwerven over riffen en komen altijd terug op de juiste plek uit.
Hoe, ik moet nog 1 duikleiding doen om mijn brevet te halen? (Wat ondanks alle inspanningen van alle duikshops absoluut niet lukt, op heel de Carieb is geen enkele CMAS school te vinden, zelfs geen instructeur!)
Zonder auto wordt het een pak lastiger maar zoals Daniel het zei : Wel, ik vind dat jullie heel vrolijk omgaan met 'problemen'! Noem het nou maar gewoon 'uitdagingen'! 
Zodoende boeken we een dagje oostkustduiken. De oostkust is veel ruwer en lastiger om te duiken omdat er altijd veel wind staat en een enorme deining, het lukt maar een paar keer per jaar om daar in rustig water te duiken, en wij hadden geluk! Heel wat van de duikinstructeurs hebben er zelf nog nooit gedoken. Een uitdaging dus...
Na de koffie en koffiekoeken vertrokken we met onze privé supergids-voor-1-dag Martijn richting oosten. Hij vertelde ons honderduit over het eiland, de mensen, de moeilijkheden, de beestjes, vogeltjes, visjes en koraal. Tussendoor kregen we een Napoleonbol. 
De eerste duik was inderdaad geweldig, aan deze kant van het eiland is het koraal veel voller, ongerepter, meer zacht koraal (wuivende palmen onder een betoverend licht) en eens te meer een schat aan vissen. 

Een van de mooiste vissen die we kennen is de Lionfish, spijtig genoeg is het beest uitheems, zo hongerig (er werd er eentje ontleed met 42 verschillende vissen in zijn maag...) en plant het zich zo snel voort dat er zonder duchtig jaagbeleid er straks geen andere vissen dan lionfish meer zwemmen, bijna elke duikinstructeur is hier ook lionfishhunter en zo vingen ook wij vier exemplaren vandaag, voor elke lionfish een Napoleonbol!)
Met iets meer vertrouwen (hij had immers nog nooit eerder met ons gedoken) en na een Napoleonbol, nam Martijn ons mee naar Boka Onima. Ivan durfde als eerste dus bleef er weinig anders over dan ook de sprong te wagen. Een klif van 4 meter en daaronder schuimende golven en een stevige deining... 
(Het is eens iets anders dan de Put van Ekeren :-) ) 
Nu klim ik met gemak in een mast van 20m en meer maar dit was even iets anders. 
Maar het was elke druppel angstzweet waard! 
Wat een prachtduik! 
Bij onze terugkeer lagen er nog broodjes (en pannenkoeken en Napoleonbollen) klaar ook en konden we zo de douche in met versgewassen handdoeken, zei ik al V.I.P. ?
Een paar dagen geleden wilden we ook eens iets speciaals doen : een UV Nachtduik! Gewapend met een blauwe lamp en een geel vizier voor ons masker wandelden we op Something Special het water in. Wat volgde was zonder meer spectaculair. 's Nachts en dankzij het blauwe licht en de gele filter op onze bril veranderde het koraal in een ongeziene kleurenpracht. Het harde koraal schitterde als goud temidden van grasgroene perken met gele poliepen of glinsterde als een bronzen rots tussen felrode en blauwe stenen. De anemonen wiegden zachtjes in het water en wuivden met hun zilveren armpjes. Elk stukje koraal lichtte op in een felle kleur of een variante! Dit moet je gewoon ooit gezien hebben, het maakt je ontzag voor de natuur nog groter. Dit moet bewaard blijven.
STINAPA, jullie werk is goud waard! Wij betalen met plezier de Nature Fee en onze Anchorfee!
Zonder professionele apparatuur is deze pracht echter niet op foto te krijgen, wil je toch een idee, google dan even op 'UV night dive' of 'fluorescent night dive'.
We zijn nu aangewezen op duikplekken op wandelafstand van VIP zodat we ons helemaal kunnen aankleden, een Napoleonbol eten en te voet naar het Kalabas Reef wandelen terwijl het zweet ons pak vult om zo snel mogelijk 'af te koelen' in het water (van 30°C). Na een klein uurtje wandelen we met een gevulde gopro en een lege fles bij het volgende resort uit het water en staan binnen 5 minuten weer thuis om alles te spoelen, te drinken en een Napoleonbol te eten. 
Elke keer worden we hartelijk ontvangen en Charlotte doet alles om het ons zo comfortabel mogelijk te maken, ons wegwijs te maken, visjes te identifiëren, tips te geven (die om ons pak vol water te laten lopen voor we naar het rif wandelen is een fantastische!) en ons zelfs met de auto te brengen als we willen.
Charlotte we <3 you!
Morgen doen we onze laatste duik op het huisrif, het blijft fenomenaal, elke keer opnieuw en zondag wordt ons materiaal met de auto aan onze bijboot geleverd, gespoeld, gedroogd en met volle flessen (en nog een Napoleonbol?), zei ik al VIP?
Voor meer info :
https://vipdiving.com
of
de facebookpagina

Bedankt Charlotte, Martijn, Michel, Eric, Daniel, Kevin en Pierre voor een onvergetelijke duiksensatie!
P.S. : Deze willen we jullie niet onthouden.
Op één van onze huisrifduikjes zochten we naar de huis-frogfish. 
Froggy is niet moeders mooiste en meestal totaal onvindbaar tussen het koraal, wij hadden het geluk om hem 'in actie' te zien. Misschien niet direct kandidaat voor het Koninklijk Ballet van Vlaanderen maar misschien wel voor olympische gymnastiek.
We werken aan het online zetten van het filmpje, vooralsnog een fotoserie. 

Als een V.I.P. in Bonaire

... dat is exact hoe we ons voelen na meer dan 14 dagen op Bonaire!
Douane en immigratie helpen je met de glimlach en snel door de paperassen, je spreekt gewoon Nederlands, de taxi rijdt gratis twee keer per week naar de Albert Heijn waar we na zeven maanden weer alles terugvinden waar we al maanden van dromen : verse bloemkool, vers witloof, betaalbare chocolade, napoleonbollen, américain préparé, cordon bleus en ik kan zo nog wel een eindje doorgaan. Feest dus, de ecologische voetafdruk van het invliegen van die dingen niet te na gesproken!
Op de hele reis werden we nergens zo vriendelijk geholpen als op Bonaire, iedereen doet zijn uiterste best, brengt je snel met de auto 'want ik rij er toch langs', belt en mailt in het rond en contacteert zelfs de concurrentie als ze denken dat die je wel kunnen verder helpen.
Helaas bracht al deze vriendelijkheid en behulpzaamheid geen oplossing voor ons probleem : ik moet nog maar 1 officiële duikleiding geven om mijn felbegeerde 2de duikster te pakken te krijgen (de andere 20 proeven had ik al wel gedaan) maar het ziet ernaar uit dat dat pas in Frans Polynesië zal lukken...
Bij het aflopen van enkele van de 101 duikcentra bleek er zowaar een hele bak bier op ons te wachten. We hebben nog steeds geen idee hoe ze erin gelukt zijn en hoeveel geluk wij hadden om toevallig weer in die shop te belanden maar toch is het zo : Angela en JP uit Blankenberge zijn er op wonderlijke wijze in geslaagd een bak bier bij ons aan boord te krijgen! Het blijft één van de absolute toppers van onze reis! En we drinken er elke avond eentje op hun gezondheid! 
Dat we gek zijn op Bonaire heeft u als aandachtige volger al lang door, toch zien we hier geen toekomst en hebben we ook een dubbel gevoel:
We worden voornamelijk geholpen door Nederlanders. Sommigen zijn naar hier uitgeweken en hebben een mooie zaak uit de grond gestampt, een B&B of duikshop doet het hier altijd goed. Anderen resideren hier tijdelijk, een maand, drie of zes komen ze in een duikshop werken of in de bloeiende horeca. De meeste supermarkten worden uitgebaat door Chinezen. Dat maakt dat je weinig contact krijgt met echte Bonairianen.
Op de lokale radio, in de kranten en in contact met de echte inwoners hoor je een andere klok. Er is een erorme invloed vanuit Nederland, ingegeven vanuit een oer-Nederlandse geest : regeltjes, regeltjes, regeltjes. En laat dat net iets zijn waar Carribische mensen in geen jaren mee geleefd hebben!
Boetes om geen gordels te dragen? Zijn ze gek geworden? Niemand draagt hier een gordel! Nog nooit gedaan!
Betalend parkeren? Idioot idee!
De verdeelsleutel voor gezondheidszorg (specifiek de verzekering van tandzorg) wordt hier identiek toegepast zoals in Nederland maar hier werkt alles helemaal anders en hebben ze meer nood aan hetzelfde geld maar niet besteed aan tandzorg.
Als Nederlander kan je zonder problemen immigreren maar dat daarbij bijna geen enkele Bonairiaan nog aan werk geraakt lijkt ze in het kille Nederland niet te kunnen deren.
Er worden regels toegepast door mensen die de gang van zaken niet kennen op mensen die zich totaal ontredderd voelen. Klinkt bekend?
We missen dan ook eigenheid, echtheid in Bonaire, alles is Nederlands en makkelijk dat wel maar echt Carribisch durven we het echt niet noemen.
We beseffen ook heel goed dat het een moeilijk evenwicht is : zoeken naar een goeie balans tussen finaciële steun en de greep lossen, invloed uitoefenen en eigenheid bewaren. 
Hoe dit evolueert weten we niet maar we kijken met een bang hartje. 
En ondanks alles : we <3 Bonaire en hebben er weer heel veel fijne mensen leren kennen!
Hoe het er onder water aan toegaat lees je in de volgende blog? :-)

Hoog bezoek in Bonaire

Vorige week begon een nieuw luxeleventje. Niet alleen kregen we hoog bezoek maar er kwam ook een auto bij en kans op een echte douche. Sinds Mindelo - Kaapverden bestaat onze douche uit een duik in zee (zout) en een plantenspuit met zoet water (1 douche = 50cl water) en als we echt verkwistend zijn, een heuse douche van 4 liter vers water uit de douchezak, beeld je dus eens in hoe wij uitkeken naar een echte verkwikkende douche!
Als extraatje zouden we nu elke dag langs de Albert Heijn kunnen rijden, alles waar we al maanden naar hunkeren en van dromen, verse groenten en lekkers van bij ons (of toch bijna)! 
We hadden een hele koffer vol bestellingen gedaan waarin alleen onze gouden regel niet goed paste : als je twijfelt, kies voor de chocola!!! Er bleken vier pakjes in de koffer te zitten (3 voor Ivan, 1 voor mij) en drie potten choco (voor Ivan), kwestie van de prioriteiten duidelijk te stellen... Enfin, met die voorraad chocola geraak ik 2 en Ivan 6 weken verder, dat wordt afzien tot Nieuw-Zeeland (10 maanden)! Gelukkig kwamen ook de schoenen, kaarten en boeken mee zodat nu eindelijk het gevecht om de e-reader gestaakt kan worden en we volop kunnen voorbereiden voor Panama, waarvoor dank! 
De hele week toerden we door Slagbaai National Park, over land en over zee, langs zoutwinningsgebieden met prachtig roze zoutpannen, via slavenhuisjes en door mangroves. We zagen knaloranje vogels, vervaarlijke roofvogels, fregatvogels, wilde papegaaien, grote boosaardige leguanen, schattige lieve hagedissen, om ter rooste flamingo's, reigers en andere mangrovesteltlopers en cactussen, cactussen, cactussen en zei ik al cactussen?
Bonaire is echt wel gevarieerd. 
Het hele eiland is tot zo'n 60 m diep in zee beschermd gebied. Je betaalt een Nature Fee waarmee je een jaar toegang krijgt tot het afgeschermde National Park en waarmee je een jaar mag duiken en snorkelen. Zowel de Nature Fee als onze Mooring Fee gaan integraal naar het park dat zorgt voor bescherming van de cactussen, leguanen, ezels, vissen, koraal en ander wild leven.
Omdat Bonaire in de eerste plaats een duikersbestemming is, wilden we ook wel eens het water in, zelfs papa kregen we zover om zijn beproefde schoolslagtechniek eventjes in te ruilen voor de snorkeltechniek, met palmen! 
Mama kregen we bijna niet meer weg van Karel's Pier waar de papegaaivissen, damselvisjes, trompetvisjes, murenes en barracuda's haar continuë aandacht opeisten. Het enige dat haar weg kon houden van de pier was een ijsje bij Gio's of omdat de zon onderging.

We zouden geen Onraedts zijn als we niet voldoende tijd en ruimte inlasten voor rust (!!!), eten en drinken en communicatie-updates met wat voor fronten dan ook (thuis-, vrienden-, ZA-, familie-, ...)! 
De week vloog om en voor we het goed en wel beseften zaten we alweer op de luchthaven. Mama en papa zijn weer thuis, wij zijn nog steeds thuis. 
Net voor ze immigratie doorliepen hoorde ik nog iets als "Zeg, kunnen wij ook naar Frans-Polynesië? Want 't is nog wel lang hee, december...". 
Wij zeggen zeker geen nee! En ja hoor, ook Frans-Polynesië is bereikbaar! 

200 dagen

200 dagen!
Vol avontuur, vol rust!
Met nieuwe vrienden en oude bekenden!
In bruisende steden, op verlaten eilanden.
Tussen de meest kleurrijke vissen, in de dorste woestijn.
Aan een heerlijke rumpunch of een lokaal biertje.
In een heus restaurant of op de chiqueste beach bbq.
Maar bovenal met elkaar, op de reis van ons leven!
Op naar de volgende 200!

Uit de boekjes

We zijn er! Bonaire!
Ivan zocht en vond een weergat van drie dagen om de volgende 500 mijl te overbruggen zodat we op tijd in Bonaire zouden zijn waar mama en papa op bezoek komen. 
Ondanks alle waarschuwingen dat afspraken maken met een zeilboot heel erg lastig is, als het weer tegenzit neem je immers onnodige risico's om er op tijd te geraken, waren ze niet te stuiten, ze zouden langskomen! En het is ons wonderwel gelukt. Zelfs het weer deed exact zoals voorspeld!
Het werd drie dagen genieten. Voor één keer had ik, de herinnering van de oceaandeining op onze grote oversteek nog vers in het geheugen, op voorhand eten gekookt en brood gebakken zodat ik onderweg weinig in de keuken zou moeten staan.
Ervaring leert ons dat wanneer de zee nog maar vermoedt dat er beweging is in de keuken, de deining plots meedogenloos wordt, elke keer opnieuw.
Geen risico's dus en spaghetti maken!
Onze deiningbestendige culinaire voorbereiding, het ideale weer en de genadige oceaandeining maakten van deze tocht een droomoversteek!
De extra omzeilmijlen die we maakten om zeker ver genoeg uit de buurt van Venezuela en zijn overvallers te blijven waren absoluut geen straf.
Vaguebond genoot minstens even hard als wij en sjeesde zo hard dat we al na minder dan 3 dagen Kralendijk binnenliepen. Omdat we liever geen onbekende haven of ankerplek in het donker aanlopen, moesten we nog anderhalf uur toertjes draaien tussen Kralendijk en Klein Bonaire voor de zon opkwam en we een vrije boei konden zoeken.
Ankeren is hier verboden maar er liggen 40 moorings voor bezoekende jachten. Zijn die bezet dan is er nog de jachthaven. 
Wij zijn ondertussen grote voorstander van ankeren en moorings, dat doen we veel liever dan in een haven liggen, en het is nog goedkoper ook!
Op het radionetje hoorden we dat het enorm druk was en er amper vrije boeien te vinden waren maar dat bleek enorm mee te vallen en een uur nadat de zon opkwam lagen wij lekker vast voor Karel's Pier en Ivan al in het water om de mooring toch maar te checken. Maar die bleek pas vernieuwd te zijn en dus dik in orde.
Ons huis ligt vast voor de volgende 14 dagen! Met, zoals al snel bleek, de mooiste tuin die je je kan wensen en zoals we op Facebook mochten lezen :  we hoeven hem niet om te harken!
De boot blijkt een lekker hapje te zijn voor honderden vissen die constant rond haar buikje zwemmen, één van de eerste beestjes die we zien zijn 'angelfish', prachtige geel en blauwe vissen die we in de pilot hadden gezien maar niet verwachtten vlak onder de boot. Na zonsondergang is het een gebruis van jewelste rond de boot : opgejaagde vissen springen voor hun leven, de achtervolgende barracuda's maken zelfs golven in het water!
Het is ons al lang duidelijk, we zullen hier (weer) meer tijd in en onder water doorbrengen dan erboven!
Mama, papa, trek jullie vinnen maar strak aan!
Bonaire, we zijn er klaar voor!

Overtocht Union Island - Bonaire : De kip of het ei

Overdag vormen ze geen probleem. Het is pas na zonsondergang dat ze gevaarlijk worden. Ze vormen gerichte formaties, ieder met een strakomlijnde rol, ze trekken in eskaders over de zee, doelgericht gaan ze op hun prooi af. Dat daarbij regelmatig leden afvallen en omkomen lijkt geen vat te hebben op hun aanvalstechnieken, dat moeten ze gewoon nog wat beter oefenen...

Je ziet ze in daglicht vaak vliegen, een enkeling (verdwaald?), een hele meute (in opleiding?), van de allerkleinste (2cm) tot de meest vervaarlijke (30cm).
's Nachts voel je ze langs je horen suizen, als je geluk hebt.
De meesten lijken gewoon uit het water te komen en duiken een paar meter verder weer het water in alsof ze het stuk lucht waar ze doorsuizen een parallel universum is aan het water. Anderen zigzaggen over het water om pas tientallen meters verder, schijnbaar met een doel, weer een golf in duiken.

Overdag vind je ze nauwelijks aan dek maar 's ochtends ligt het dek bezaaid met dode exemplaren.

Wat bezielt die beesten om vooral 's nachts aan boord te landen?
Zijn ze nachtblind ?
Zijn het de mannetjes ("Follow me, ik ken hier de weg!") of de vrouwtjes ("Schat, waar ligt het noorden op deze kaart ?") die de weg kwijt geraken?
Vliegen ze lukraak uit het water om dan plots te beseffen : "Oei, dit gaat mis, heel goed mis!" ?
Is het een wedstrijd met wel heel nare gevolgen, een beetje zoals de kamikazekiters op Union die over het eilandbarretje springen : "Wedden dat jij niet over die boot durft te springen?" "Wedden van wel?! Kijk maar!" . "Oeps . foutje ."

Vanavond lijken ze een gecoördonneerde actie te voeren : na een hele leuke zeildag word ik, net na zonsondergang, aangevallen door een vliegende vis. Hij vliegt heel gericht de kuip in, langs de grootschoot, onder de buiskap, tegen mijn hoofd en op mijn voet! Een uur later, nadat Ivan hem al lang weer overboord gekieperd heeft, ruik ik hem nog!

Wanneer ik iets later in bed kruip, volgt de volgende aanval. Dit exemplaar, duidelijk een graad verder gevorderd in zijn opleiding (ik denk zelfs streepjes te ontwaren op zijn rechtervleugel), duikt door het openstaande slaapkamerluikje het bed in.
Gelukkig landt hij alsnog op de vloer en kan Ivan hem ook weer overboord kegelen.
Ik slaap wel in de carré tot de stank weg is...

Nu zie ik ze graag, en volgens sommige bronnen vaak, vliegen, ik fileer een vis zonder verpinken en heb geen schrik van slangen en spinnen die rond mij zwemmen. Maar van vliegende vissen gaat mijn alarm af! Ik gil dat horen en zien vergaat! Ik kan er niets aan doen, het gebeurt gewoon. Het zijn dan ook gehaaide beesten van gemiddeld een 10cm lang!

Een vraag die we ons stellen, de 'De kip of het ei'-vraag van vertrekkers waar we al menig uur, in menig bar, met menig vertrekker ons hoofd over gebroken hebben : spreek je over een zwerm vliegende vissen of een school? Of zijn vliegende vissen een amfibiebegrip : Wanneer ze vliegen vormen ze een zwerm, zwemmen doen ze in een school ?
Bestaat er zoiets als een 'vliegendevisoloog' ?
Iemand ?

(Tussen haakjes, om het belangrijkste niet te vergeten : we vliegen dankzij enkel onze genua, met mooie gemiddeldes (meer dan 6 knopen) en een aanvaardbare deining vooruit. Het is lekker warm, er is vers brood, vers pompelmoessap en verse kokosnoten. Er is nog geen vis gevangen. Alles gaat dus goed aan boord.)

(het) afscheid (o) - zelfst. nw.

'Afscheid' bestaat niet in het meervoud, tenzij in het verkleinwoord (bron : woordenlijst der Nederlandse taal) en we hebben deze week weer veel afscheidjes moeten nemen. 
Na met veel spijt afscheid genomen te hebben van de prachtige Tobago Cays kwamen we eerder deze week aan op Union Island, het laatste eiland van de St.-Vincent Grenadines. 
Hier ontmoetten we na een maand Lia en Remco van de Hullu Poro weer en zagen we ook Anneke en Cees van de Beau terug. 
Hier nemen we definitief afscheid van Marieke en Harmen van de Ariel.
Zij gaan allemaal weer stilaan richting noorden om de rest van de Caribische eilanden te bezoeken, wij trekken richting westen, naar Bonaire. Maar we horen elkaar waarschijnlijk nog wel op het radionetje.
Maar afscheid nemen gaat niet zonder slag of stoot! En zeker niet zonder strand of drank! Op Union Island zijn twee ankerbaaien : één in het centrum van alle drukte - Clifton (en de enige plek waar je geld kan afhalen, dat is als je voor 10.00 's morgens komt, daarna is hij leeg) en één in alle rust en kalmte waar je zelfs geen gsm-signaal ontvangt - Chatham.
Ons eerste afscheidsfeestje wordt een heerlijke BYOB (bring your own booze) aan het strandvuur. We vragen ons af wat we moeten doen als Harmen niet meer in de buurt is om strandvuren te maken... We hebben geen last van hardnekkige muggen of beestjes, enkel van een nog hardnekkigere 'local'.  
De tweede afscheidsdrink gaat ook door op het strand maar nu in een strandbar waar we, dankzij de onaflatende onderhandelingstactieken van Cees, happy hour prijzen krijgen al weet niemand, en zeker de eigenaar niet, wat die prijzen dan wel de kortingen nu inhouden.  
Na de heerlijke rust en kalmte van kleine ankerplekjes en natuurdomeinen komen we iets later aan in het drukke Clifton Bay, onze laatste stop op de Grenadines. Hier wachten we op een goeie wind, klaren we alvast uit, bevoorraden Vaguebond voor een nieuwe oversteek, drinken elke dag onze koffie in het Franse barretje en aperitieven op ons voordek met zicht op het rif en de Tobago Cays op de achtergrond.
Snorkelen is hier niet meer aan de orde, het is hier stikkedruk en er is weinig te zien. De hele dag is het een komen en gaan van charterboten en ankerpogingen, tot in het donker toe. We kunnen maar niet begrijpen dat mensen in het donker toekomen op een plek die bekend staat om haar slechte ankergrond en waar alle ankerplekken op amper een uur varen van elkaar liggen! Maar ze zijn er (en slaan dan liefst midden in de nacht los van hun anker met alle geroep en getier)...
Het stadje is een gezellige Caribische drukte, we hebben hier heel veel 'friends' gemaakt en kennen ondertussen het aanbod van elke supermarkt en de waterprijzen (om de 1 of andere reden worden die nooit geafficheerd...). 
We zijn er weer klaar voor. De barman van de Anchorage Yacht Club heeft in zijn bar zo'n 60 liter water voor ons getapt, de kok haf ons de beste (angus beef) burger die we al ooit gegeten hebben. we hebben eten voor vier à vijf dagen ingeslagen. Al onze Eastern Carribean Dollars zijn op, we hebben de laatste uitgegeven aan kokosnoten en pompelmoezen en hebben nu geen geld meer om naar het bar-eiland te gaan en de kiteshow van dichtbij te bekijken. Voor onze nacht lobster-sitten kregen we geen geld, enkel een stralende glimlach van de verkoper toen hij 's morgens vroeg zijn zakken kreeft van de boot kwam halen. De bancontact is leeg dus we zullen zelf voor rumpunch moeten zorgen vanavond... 
Volgende stop : Bonaire.
Mama, papa, vraag maar een stel extra handdoeken in jullie kamer, jullie krijgen gegarandeerd dagelijks twee extra douchers over de vloer! (na vier maanden nog eens een echte douche!!!) 

Leven in paradijs

Dit is hoe de prins en prinses in elke Disneyfilm nog lang en gelukkig verderleven.
Dit is hoe het paradijs wordt voorgesteld.
Dit is het voorbeeld van perfectie.  

Dit is Tobago Cays.

Wij hebben alvast nooit iets mooier gezien!
Je anker valt hier zonder probleem op 5m diepte in felwit zand en ligt meteen muurvast.
De palmbomen wuiven je zachtjes toe vanop Petit Tabac.
De zon gaat 's avonds prachtig onder tussen Petit Bateau en Petit Rameau.
Er is geen winkel, geen bar maar de bakker, visverkoper, afvalophaler en anchorfee-ranger komen simpelweg langszij.  

Dit is Tobago Cays.

De schildpadden zwemmen rond en grazen onder de boot.
De roggen slaan lui hun vleugels uit en nestelen zich verderop in het zand.
De leguanen zitten stoïcijns in de bomen of ritselen voor je voeten weg, verontwaardigd over hun verstoorde rust.
Op het rif verdringen duizenden vissen zich om het eerst voor de camera te kunnen zwemmen. 

Dit is Tobago Cays.

We vullen onze dagen met luieren, zwemmen, snorkelen en luieren. Geef toe, dat klinkt toch paradijselijk? 
Even a bad day at Tobago Cays is way better than a good day at the office! 

Dit is Tobago Cays.

Canouan, een onbekend stukje Carieb

Op zo'n 20 mijl van Bequia droppen we ons anker in de azuurblauwe baai van Canouan, het volgende Grenadines Island van de windward caribs (de zuidelijke eilanden). 
Na de goed gevulde baai van Bequia (70 tot 100 boten) verwachtten we ook op de volgende eilanden veel volk. De Caraïben zijn een cruisersparadijs en staan bekend om hun drukke ankerplekken. We moeten toegeven, we hebben geen last gehad van de 99 andere boten op Bequia. Dat is het fijne aan ankeren, je legt (in principe) je anker ver genoeg van een andere boot en kan lustig alle kanten opzwieren. Als jij naar links zwiert, zwieren alle boten naar links en omgekeerd. Je komt dus nooit bij elkaar in de buurt. 
(Nvdr : wij leggen graag 5 à 6 keer de diepte van het water dus +/- 30m ketting en daarachter de lengte van de boot, m.a.w. we liggen makkelijk zo'n 35m ver van elke andere boot, minimum)    
Tot onze grote verbazing en vreugde liggen er op Canouan nooit meer dan 10 boten voor anker. Waar zijn al die cruisers? Of slaan ze dit eiland maar over omdat de beroemde Tobago Cays hier maar op 5 mijl vandaan liggen?   
Zonde, want het is ook hier weer paradijselijk! Nadat we op Bequia uitgezwaaid werden door de zeeschildpad van dienst werden we hier door een ver familielid weer verwelkomd! En net toen we ons anker netjes gedropt hadden kregen we een formatie van pelikanen over ons heen. Fe-no-me-naal!   
Tijdens ons ochtendzwemmetje rond de boot kuist Ivan het onderwaterschip. Als hij per ongeluk zijn duikpalm verliest (hij beschuldigt nog altijd de zeeschildpad van poging tot diefstal) duikt hij die een uurtje later gewoon weer op vanonder de boot om even later net niet onderuit gezwommen te worden door een werkelijk immense spotted eagle ray ofte reuzenrog! Het beest had een spanwijdte van zeker 2m, zijn staart alleen al was veel groter dan ik! Ze blijken een kleine 250kg te wegen en zachtaardig te zijn of op zijn minst weinig trek te hebben in mensenvlees.  
Natuurlijk hadden we op dat moment onze onderwatercamera niet bij ons! Bij een volgende poging was de zichtbaarheid zo slecht dat we zelfs de bodem niet meer zagen op 5m diep, laat staan de reuzenrog! 
Canouan is een relatief klein eiland. Er is een klein centrum met wat winkeltjes (de supermarkt is nauwelijks 50m2 groot), een groentenmarktje met heerlijk verse ananas en zalige bakbananen, wat bars, een kerk en een school. De koeien en geiten lopen los op straat, de honden zijn allemaal familie van elkaar. Er is één groot hotel in het westen waar we met onze dinghy aan wal mogen en het hele noorden van het eiland is in privéhanden. Eén van de twee hoofdwegen wordt zomaar onderbroken door een poort en je mag er niet door, enkel met een taxi van het hotel... Tot zover onze wandeling rond het noorden van het eiland!  
Gelukkig kon het exclusieve domein (met van die typische chalets op palen en een groot golfcourt, je kent de foto's wel) ons het fantastische zicht op de riffen in het oosten niet ontnemen, net zomin als de verschillende schildpadden die ons pad kruisten, de kolibri's in de bomen, de prachtige vlinders, de pelikanen die onverstoorbaar op hun rots zitten te zonnen, zelfs als je vlakbij passeert, de schitterende zichten op Friendship bay en de Tobago Cays en vooral de vriendelijke mensen. Iedereen zegt je goeiedag, biedt je af en toe één of andere service aan maar is in niets opdringerig (zoals vaak wordt beschreven in de pilots).  
Wilbert, een manusje-van-alles in het hotel wil ons graag kreeft verkopen (voor 4€ per stuk), dat nemen we met beide handen aan. Ik heb alleen geen pot die groot genoeg is. Dus wil hij ze ook voor ons koken, we kijken enorm uit naar ons feestdiner van morgen! Afscheid van Canouan in stijl, helemaal klaar om naar de Tobago Cays te vertrekken. 

Alleen hebben we Wilbert niet teruggezien, niet op het domein, niet in het dorp, niet op het water en zeker niet aan boord met gekookte kreeft. Dan maar zelf koken, hij had het waarschijnlijk te druk vandaag...  

Bequia vanuit een andere dimensie

We begrijpen stilaan de manier van leven op de Caraïben : alles op het gemak, geen voet sneller dan de andere, yo man, take it easy man! 
Het is hier zo lekker warm dat je het perfecte compromis moet zien te vinden tussen vooruitgaan en een lekker briesje voelen maar niet te snel zodat je gaat zweten. 
En dat begint te lukken. Al moeten we wel toegeven dat je niet echt veel vooruitkomt op dat tempo. Na maximum 250m heb je dan weer zo'n dorst en het lokale bier is hier zo lekker en er zijn zoveel terrasjes, dat je voor je het goed en wel beseft, weer met een Hairoun of rumpunch voor je neus zit. 
Kwestie van ons vochtgehalte op peil te houden. Water is hier trouwens zo duur dat je beter bier of punch drinkt! 
Het enige dat ons net iets sneller laat bewegen deze dagen zijn onze afspraken bij de mannen van Dive Adventures. Het vooruitzicht om een klein halfuur na ons vertrek van boord in het water te liggen doet een mens al eens actiever worden. 
We hebben net drie dagen duiken achter de rug en het was PRACHTIG (ja, met hoofdletters)! 

Thuis vond ik duiken eerder een noodzakelijk kwaad, al was ik erg gelukkig met onze drilmeesters en dolblij als ik een vis gezien had in de Put van Ekeren of in de Oosterschelde. Alleen al het 'gedoe' vond ik verschrikkelijk : onderhemdje van 3 mm, pak van 7, overpak van 5, sokken, botjes, dikke handschoenen en kap aantrekken in de auto met buitentemperatuur van amper (of minder dan) 10°C om een half uur in donker en ijskoud water te duiken en dan het omgekeerde proces, alleen nu nog kletsnat ook... 
En dan duiken we hier... 
We dragen nog steeds ons pak van 5mm en onze botjes maar we stappen van boord in bikini en zwembroek, varen naar de steiger van de duikshop, stappen over op hun boot, waar onze hele outfit al gemonteerd klaarligt, varen 10 minuten (zo zijn we net aangekleed als we op onze (elke dag verschillende) duikspot aankomen) en buitelen zonder pardon het warme water in. 
We dobberen een uur op de stroming langs betoverende riffen met duizenden oogverblindende prachtige vissen. Overal waar je kijkt zie je prachtige felle kleuren, vissen en koraal proberen elkaar de loef af te steken. Je ziet vissen achter elkaar aanzitten, eten uit het rif trekken, je zwemt door scholen heen of zij rond jou alsof je zelf een vis bent. Na een uur kom je aan de andere kant het water uit, de jongens nemen je lood aan, nemen je trimvest af en helpen je aan boord. Je materiaal wordt gespoeld en klaargehangen voor je volgende duik. Jij kruipt vol verwondering in je dinghy en vaart in bikini en zwembroek terug naar je eigen boot, klaar om de mooiste foto's te distilleren uit het uurtje onderwaterfilm. 
Het is een ongekende luxe en eentje die heel snel went! Maar ook eentje die we zonder onze gedegen training thuis niet hadden kunnen ervaren want zonder certificaat mag je dit soort duiken niet doen. 
Maar, Brabo-jongens, we denken er serieus over om toch maar droog te leren duiken als we weer thuis zijn, die koude hoeft voor ons niet meer!